19 JUNI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het provinciale mobiliteitscharter

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, artikel 23;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 maart 2009;

Gelet op advies 46.551/3 van de Raad van State, gegeven op 19 mei 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Art. 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 11 maart 2009 : het decreet van 11 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid;2° het departement : de instantie, vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet van 11 maart 2009;3° de afdeling : de afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid die ressorteert onder het departement;4° het Mobiliteitsplan Vlaanderen : het plan, vermeld in artikel 9, van het decreet van 11 maart 2009;5° een provinciaal actieplan : het plan dat de uitwerking bevat van operationele doelstellingen en prioriteiten van het provinciale mobiliteitscharter, bepaald op basis van de thema's die vastgelegd zijn in het provinciale mobiliteitscharter.

Art. 2.Het provinciale mobiliteitscharter bevat ten minste : 1° een omschrijving van het toepassingsgebied dat bestaat uit een of meer mobiliteitsthema's als vermeld in artikel 22, § 1 van het decreet van 11 maart 2009;2° de organisatie van de besluitvorming over het provinciale actieplan;3° de engagementen van de partijen;4° de evaluatiemethodiek;5° de wijze van rapportering. Het provinciale mobiliteitscharter kan op elk moment worden aangepast door de partijen. Als het Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt herzien, wordt het charter in ieder geval getoetst aan de nieuwe bepalingen van het Mobiliteitsplan Vlaanderen en indien nodig aangepast.

Art. 3.Het provinciale actieplan bevat voor de mobiliteitsthema's, vermeld in artikel 2, 1° : 1° een beschrijving, analyse en evaluatie van de bestaande toestand en de bestaande knelpunten;2° de selectie van bepaalde operationele doelstellingen en prioriteiten van het Mobiliteitsplan Vlaanderen;3° de vertaling van die Vlaamse operationele doelstellingen in provinciale operationele doelstellingen;4° een toekomstplan met de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om die doelstellingen te bereiken, alsook de prioriteiten die daarbij gelden;5° een programmatie van de concrete uitvoeringsmaatregelen, gerangschikt volgens prioriteit.

Art. 4.Het provinciale mobiliteitscharter wordt opgesteld overeenkomstig het model, dat als bijlage I bij dit besluit is gevoegd.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juni 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

Bijlage Model van intentieverklaring Provinciaal mobiliteitscharter.........................1 De partijen Tussen : - het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie......................... optreedt 2, hierna het gewest te noemen; - de provincie.........................3, vertegenwoordigd door de Deputatie, ter uitvoering van het provincieraadsbesluit van.........,voor wie de bevoegde gedeputeerde......................... en de provinciegriffier............. optreden, hierna de provincie te noemen; wordt overeengekomen wat volgt : Artikel. 1. Voorwerp Met dit provinciale mobiliteitscharter willen de partijen de doelstellingen van het Vlaamse Mobiliteitsbeleid, vermeld in het Mobiliteitsplan Vlaanderen, concreet verwezenlijken op het grondgebied van de provincie. Die doelstellingen zijn gericht op een duurzame mobiliteitsontwikkeling.

Art. 2.Toepassingsgebied Dit provinciale charter is van toepassing op volgende mobiliteitsthema's : 1° het bovenlokale functionele fietsroutenetwerk;2° de provinciale mobiliteitspunten;3° ongevallen-GIS; ......................... 6.

Art. 3.Basisvoorwaarden voor een provinciaal mobiliteitscharter De provincie neemt zich voor uiterlijk twaalf maanden na de ondertekening van dit mobiliteitscharter een provinciaal actieplan op te stellen voor het toepassingsgebied, vermeld in artikel 2. De provincie keurt daarvoor een provincieraadsbesluit goed tot opmaak en gefaseerde uitvoering van het provinciale actieplan.

Het provinciale actieplan moet uitgaan van de doelstellingen, prioriteiten en acties van het Mobiliteitsplan Vlaanderen, waarvan de diverse deelaspecten een duurzame mobiliteit bevorderen. Daarbij ontstaat een belangrijke verschuiving van het autoverkeer naar het openbaar vervoer en het voetgangers- en fietsverkeer.

Het provinciale actieplan bevat voor de mobiliteitsthema's, vermeld in artikel 2, ten minste : 1° een beschrijving, analyse en evaluatie van de bestaande toestand en de bestaande knelpunten;2° de selectie van bepaalde operationele doelstellingen en prioriteiten van het Mobiliteitsplan Vlaanderen;3° de vertaling van die Vlaamse operationele doelstellingen in provinciale operationele doelstellingen;4° een toekomstplan met de maatregelen, middelen en termijnen die worden vastgesteld om die doelstellingen te bereiken, alsook de prioriteiten die daarbij gelden;5° een programmatie van de concrete uitvoeringsmaatregelen, gerangschikt volgens prioriteit.

Art. 4.Overleg De provincie neemt zich voor bij de voorbereiding van het provinciaal actieplan en de besluitvorming erover overleg te organiseren met belanghebbende besturen, administraties en maatschappelijke belangengroepen."

Art. 5.Goedkeuring en evaluatie § 1. Het provinciale actieplan wordt bekrachtigd door de provincieraad. § 2. Bij de evaluatie van het provinciale actieplan wordt nagegaan of de erin vastgestelde doelen behaald zijn en acties plaatsgevonden hebben.

Art. 6.Rapportering De provincie gaat het engagement aan om tweejaarlijkse te rapporteren over de voortgang van het provinciale actieplan op een wijze die aansluit bij het voortgangsrapport Mobiliteitsplan Vlaanderen, vermeld in artikel 15, § 1, 3°, 4° en 5°, van het decreet van 11 maart 2009.

Art. 7.Wijziging Partijen kunnen het charter op elk moment in onderling overleg wijzigen, onder andere naar aanleiding van de evaluatie vermeld in artikel 5. Ze engageren zich ertoe overleg te plegen over de eventuele wijziging van het charter als het Mobiliteitsplan Vlaanderen wordt herzien.

Bijlagen Bijlage 1 : provincieraadsbesluit (artikel.3, § 1)......................... 1 Opgemaakt in tweevoud, in Brussel, Op.........................8

Voor het Vlaamse Gewest, ......................... ......................... ......................... 2

Voor de provincie......................... 3, De bevoegde gedeputeerde, ......................... 5 De provinciegriffier, ......................... 5

1 Vul nummer en datum in. 2 Vermeld de officiële titel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid. 3 Vermeld de provincie in kwestie. 4 Schrap of laat weg wat niet van toepassing is. 5 Vul voornaam en achternaam in. 6 Geef de thema's weer. 7 Vermeld het aantal exemplaren. 8 Vermeld de datum van de ondertekening.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 betreffende het provinciale mobiliteitscharter.

Brussel, 19 juni 2009 De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT