Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 december 1998
gepubliceerd op 22 januari 1999

Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro en houdende diverse wijzigingsbepalingen ingevolge de invoering van de euro

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035019
pub.
22/01/1999
prom.
19/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/19/1999035019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro en houdende diverse wijzigingsbepalingen ingevolge de invoering van de euro


De Vlaamse regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro;

Gelet op Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro, inzonderheid op de artikelen 5, 8, 9, 10, 11 en 12;

Gelet op de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op bijlage 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1994;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 30 november 1994, 5 april 1995 en 23 september 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering, inzonderheid op bijlage 3;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 betreffende het toezicht door ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld, inzonderheid op de bijlage;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende het verlaagd tarief der successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen, inzonderheid op de bijlagen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 4 november 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het voorzien van de keuzemogelijkheid voor Belgische frank of euro vereist dat hiertoe de nodige uitvoeringsmaatregelen worden getroffen, die voor sommige administraties vrij omvangrijk en complex zijn; dat niet enkel de besturen zich tijdig moeten kunnen voorbereiden maar tevens het publiek op een accurate wijze dient voorgelicht, vooral over de gevallen waarin de keuzemogelijkheid wordt geboden en de consequenties hiervan; dat de formulieren die voor het publiek bestemd zijn, tijdig kunnen worden aangepast overeenkomstig de administratieve instructies; dat de aanpassingen in Vlaamse regelgeving en het bepalen van de Vlaamse beleidskeuzen zich opdringen door de nieuwe Europese en federale monetaire context, ingaande op 1 januari 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 november 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro;2° administratie : het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest met een zuiver administratieve functie en activiteit, ongeacht hun juridisch statuut;3° privaatrechtelijke personen : de definitie opgenomen in artikel 3 van het decreet;4° formulier : hetzij de fiscale en parafiscale aangiften, bedoeld in artikel 5 van het decreet, hetzij de aanvragen voor het verkrijgen van subsidies, toelagen of andere voordelen, bedoeld in artikel 8 en 9 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen van de privaatrechtelijke personen bij het invullen van formulieren

Art. 2.De privaatrechtelijke personen moeten bij hun keuze voor de Belgische frank of de euro krachtens artikel 5, 8 en 9 van het decreet minstens de volgende werkwijze in acht nemen : 1° op elk formulier dat de keuzemogelijkheid biedt tussen Belgische frank of euro, op onmiskenbare wijze kenbaar maken voor welke munteenheid wordt gekozen hetzij voor Belgische frank, hetzij voor euro;2° de gekozen munteenheid op consequente wijze invullen in het hele formulier, en dit voor elk bedrag, in elke deelpost of rubriek;3° het formulier in euro indienen bij de bevoegde administratie, als in een vorig formulier met betrekking tot dezelfde materie al voor de euro werd gekozen, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, en 8, tweede lid, van het decreet;4° voor elke omzetting van een bedrag in Belgische frank naar euro en omgekeerd, een correct gebruik maken van de omrekeningskoers en de omrekenings- en afrondingsregels, zoals wettelijk voorgeschreven;5° voldaan hebben aan de vereisten van samenhang inzake de muntkeuze, in de gevallen waarin door de Vlaamse regering uitdrukkelijk een regel van samenhang werd opgelegd. HOOFDSTUK III. - Berekeningen

Art. 3.Ongeacht de munt die de privaatrechtelijke personen hebben gekozen krachtens artikel 5, 8 en 9 van het decreet, worden de interne berekeningen van de administratie uitgevoerd in Belgische frank.

De interne berekeningen, bedoeld in het eerste lid, worden aan de privaatrechtelijke personen medegedeeld in Belgische frank, ongeacht de muntkeuze die zij krachtens artikel 5, 8 en 9 van het decreet hebben gemaakt. Slechts het eindresultaat van deze interne berekeningen wordt zowel in Belgische frank als in euro uitgedrukt.

Art. 4.De in Belgische frank uitgedrukte basisbedragen waarop een indexatie of een vermenigvuldigingscoëfficiënt moet worden toegepast, worden bij conversie in euro eerst in Belgische frank geïndexeerd of vermenigvuldigd vooraleer ze in euro worden omgezet. HOOFDSTUK IV. - Keuzemogelijkheid wat betreft subsidies, toelagen of voordelen ten laste van de Vlaamse begroting

Art. 5.De lijst van de subsidies, toelagen of voordelen waarvoor krachtens artikel 9 van het decreet de keuzemogelijkheid voor Belgische frank of euro geldt, is opgenomen als bijlage I bij dit besluit.

De inhoudelijk bevoegde Vlaamse ministers worden gemachtigd om bij ministerieel besluit invoegingen, toevoegingen of verduidelijkingen aan te brengen aan de lijst, bedoeld in het eerste lid. HOOFDSTUK V. - Samenhang van de documenten

Art. 6.Behoudens andersluidende bepaling worden de bijlagen die bij het formulier zijn gevoegd, inzonderheid de bijlagen van derden, zoals facturen, betaalbewijzen of attesten, niet onderworpen aan enige regel van samenhang inzake de muntkeuze ten overstaan van het eigenlijke formulier, of omgekeerd. HOOFDSTUK VI. - Dubbele muntvermelding

Art. 7.Met toepassing van artikel 10, § 1 van het decreet, worden de prijzen of tarieven die de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen afficheren, eerst vermeld in Belgische frank en daarna, tussen haakjes, in euro. Beide bedragen moeten in dezelfde kleur en hetzelfde lettertype worden vermeld, even groot zijn, met dezelfde lay-out. Bij elk bedrag wordt de munteenheid uitdrukkelijk vermeld.

Art. 8.De aanslagbiljetten inzake fiscale of parafiscale maatregelen, alsook de aanslagbiljetten voor heffingen, bijdragen of retributies, nemen de dubbele muntvermelding in acht voor het op de berekeningsfiche vermelde eindbedrag.

Het eindbedrag, bedoeld in het eerste lid, moet voldoen aan dezelfde vereisten als vermeld in artikel 7 van dit besluit. HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen aan formulieren en aanpassing van sommige verwijzingen

Art. 9.De inhoudelijk bevoegde Vlaamse ministers worden gemachtigd om bij ministerieel besluit de formulieren, bedoeld in artikel 1, 4°, die zijn vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering, aan de invoering van de euro aan te passen. Deze machtiging heeft eveneens betrekking op alle hiermee verband houdende toelichtingen of documenten bestemd ter inlichting of ten behoeve van de communicatie met de privaatrechtelijke personen, ingeval deze zijn vastgesteld bij besluit van de Vlaamse regering.

Art. 10.§ 1. In alle van kracht zijnde formulieren, bedoeld in artikel 1, 4°, die zijn vastgesteld bij decreet, bij besluit van de Vlaamse regering of bij ministerieel besluit, worden de voorgedrukte bedragen in Belgische frank vervangen door de voorgedrukte bedragen in Belgische frank, gevolgd door hun tegenwaarde - geplaatst tussen haakjes - in euro.

Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op alle met de formulieren verband houdende toelichtingen of documenten bestemd ter inlichting of ten behoeve van de communicatie met de privaatrechtelijke personen, ingeval deze toelichtingen of documenten werden vastgesteld bij decreet, bij besluit van de Vlaamse regering of bij ministerieel besluit, en die voorgedrukte bedragen in Belgische frank bevatten. § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën, wordt gemachtigd om de verwijzingen naar de referentierentevoeten (Bibor), alsmede de verwijzingen naar de lineaire obligaties (OLO's), en, in voorkomend geval, de verwijzingen naar de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, die voorkomen in de decreten en de besluiten van de Vlaamse regering, aan de invoering van de euro aan te passen. HOOFDSTUK VIII. - Wijzigingsbepalingen

Art. 11.In het dwangbevel, gevoegd als bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 betreffende het toezicht door ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap op de kwijting van het kijk- en luistergeld, worden tussen het woord « frank » en het woord « verschuldigd » de woorden « (=......,.. euro) » ingevoegd.

Art. 12.In bijlage 1, deel 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende het verlaagd tarief der successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in III, worden na het woord « nettowaarde » de woorden « in BEF of EUR » toegevoegd; 2° in IV A., tweede kolom, en IV B., tweede kolom, worden na het woord « waarde » de woorden « in BEF of EUR » toegevoegd; 3° in V, tweede kolom, worden na het woord « bedrag » de woorden « in BEF of EUR » toegevoegd.

Art. 13.In bijlage 2, BESLISSING VAN DE ADMINISTRATIE, 3. tot en met 6., van hetzelfde besluit, worden na de woorden « ten bedrage van...

BEF » of « een bedrag van... BEF » de woorden « of... EUR » toegevoegd.

Art. 14.In bijlage 3, deel 2, III B, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in kolom B, eerste subkolom, worden na het woord « bedrag » de woorden « (BEF of EUR) » toegevoegd;2° in kolom C worden tussen het woord « bedrag » en het woord « die » de woorden « (BEF of EUR) » ingevoegd.

Art. 15.In bijlage 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in II worden na de woorden « oorspronkelijk vermogen » de woorden « (in BEF of EUR) » toegevoegd;2° in IV, 1.en 2., worden na de woorden « bedrag van » de woorden « ....BEF of.... EUR » ingevoegd.

Art. 16.In bijlage 1, B. DEEL II, 3°, a), derde streepje, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 1993 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, worden de woorden « totale gefactureerde kosten (exclusief BTW) » geschrapt en wordt de overeenstemmende lijn in de kolom « Aangifte 1998 » geschrapt.

Art. 17.In artikel 6, § 2, 1° en 2° van het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen wordt het woord « Bibor » vervangen door de woorden « Euribor x 365/360 ».

Art. 18.In artikel 24, § 4, eerste en tweede lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1994 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden worden de woorden « uitgedrukt in Belgische frank » geschrapt.

Art. 19.Het standaardformulier voor een bodemattest, zoals bedoeld in artikel 27 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en gevoegd als bijlage 2 bij voornoemd besluit, wordt vervangen door het formulier waarvan het model is vastgesteld in bijlage II gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 20.De keuzemogelijkheid, ingesteld krachtens artikel 5, 8 en 9 van het decreet, geldt niet voor formulieren die betrekking hebben op verdere onderdelen van eenzelfde procedure, als die procedure nog voor het instellen van de keuzemogelijkheid tussen Belgische frank of euro, al in Belgische frank was ingeleid.

Art. 21.§ 1. Artikel 1, 2 en 3, van het decreet treden in werking op 1 januari 1999. § 2. Artikel 7, 9, tweede lid, 11 en 12, van het decreet hebben uitwerking met ingang van 1 september 1998, behoudens hetgeen is bepaald in artikel 11, tweede lid, van het decreet, wat betreft de machtiging tot het wijzigen van de bestaande decreten. § 3. Artikel 4, 5, 6, 8, 9, eerste lid, en 10, van het decreet, treden in werking op 1 januari 1999, en houden op van kracht te zijn op 1 januari 2002.

Art. 22.Behoudens andersluidende bepaling treedt dit besluit in werking op 1 januari 1999, en houdt het op van kracht te zijn op 1 januari 2002.

Artikel 9 heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998, en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2002.

Artikel 10, § 2 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2002.

Artikel 16, 17 en 19 van dit besluit treden in werking op 1 januari 1999.

Artikel 18 van dit besluit treedt in werking op 2 januari 1999.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER

Bijlage I Lijst van de subsidies, toelagen of voordelen waarvoor de keuzemogelijkheid voor de Belgische frank of de euro wordt toegestaan, krachtens artikel 9 van het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro 1° Het aanvraagformulier voor een gelijkekansenproject, in het kader van de beleidsprioriteiten inzake de gelijke kansen;2° het aanvraagformulier voor projecten in het kader van de beleidsprioriteiten inzake de Brusselse aangelegenheden;3° de aanvraag krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996 houdende de subsidiëring van het bouwrijp maken van gronden en de aanleg van de infrastructuur en gemeenschapsvoorzieningen voor sociale woonwijken;4° de aanvraag krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden van de Vlaamse regering, voorzitters en leden van niet-adviserende bijzondere commissies of van raden van bestuur van instellingen en ondernemingen die onder de Vlaamse regering behoren;5° de aanvraag voor het verkrijgen van productiepremies film, krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1994 houdende bepalingen tot coördinatie van het Vlaams audiovisueel beleid;6° het projectvoorstel in het kader van de internationale wetenschappelijke en technologische samenwerking;7° het projectvoorstel onderzoeksprogramma beleidsgericht onderzoek;8° het projectvoorstel stimuleringsacties wetenschapsinformatie;9° de aanvragen om subsidies, toelagen of voordelen met betrekking tot de zorgenverstrekking in en buiten de verplegingsinrichtingen en met betrekking tot de gezondheidsopvoeding en de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, inzonderheid inzake : a) het medisch schooltoezicht;b) de medisch verantwoorde sportbeoefening;c) de coördinatie en de ondersteuning van de thuisverzorging;d) de palliatieve zorg en de palliatieve netwerken;e) de arbeidsgeneeskunde;f) de centra voor menselijke erfelijkheid;g) de centra voor geestelijke gezondheidszorg;h) de centra voor opsporing van aangeboren metabolische afwijkingen;i) de gezondheidspromotie en -inspectie;j) het gezondheidsbeleid in het algemeen;10° de aanvragen om subsidies, toelagen of voordelen met betrekking tot : a) het algemeen welzijnswerk;b) het gezinsbeleid in het algemeen, de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, de centra voor integrale gezinszorg, de verenigingen voor gezinseducatie, de centra voor ontwikkelingsstoornissen, de opleidingscentra voor gezins- en bejaardenhelp(st)ers;c) het onthaal en de integratie van inwijkelingen en het beleid inzake etnisch-culturele minderheden in het algemeen;d) het bejaardenbeleid;e) de bijzondere jeugdbijstand;f) de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale integratie;g) het maatschappelijk opbouwwerk;h) het algemeen welzijnsbeleid;i) het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector;j) vernieuwende en experimentele projecten in de welzijnszorg;11° de aanvragen om subsidies, toelagen of voordelen met betrekking tot : a) het Nederlandstalig openbaar bibliotheekwerk;b) de volksontwikkeling;c) de culturele centra;d) naschoolse werken;e) de amateuristische kunstbeoefening in het kader van het Nederlandstalig sociaal-cultureel vormings- en ontwikkelingswerk;f) het landelijk jeugdwerk en de jeugdverblijfscentra;g) de musea, de architectuur, de vormgeving, de toegepaste en beeldende kunst, publicaties oudheidkundige verenigingen evenals tentoonstellingen en projecten van kunsthistorisch belang;h) muziek, dans, letteren en podiumkunsten;12° de aanvragen om subsidies of voordelen, verleend door het Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;13° de aanvragen krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie, het besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 tot instelling van een tegemoetkoming in de hypothecaire leningslast en het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 tot instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie;14° het aanvraagformulier Presti 3, krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997 tot instelling en organisatie van een derde preventiestimulerend programma;15° de aanvragen die betrekking hebben op alle beleidssectoren ressorterend onder het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, met uitzondering van de toelagen uitgekeerd aan de Belgische voorzieningen van de residentiële sector;16° de verklaring van schuldvordering betreffende de tegemoetkoming in de vervoerskosten, ingediend in toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 betreffende de tegemoetkoming van de werkgevers in de onderwijssector in de vervoerskosten van hun personeelsleden;17° de aanvraag voor subsidie, ingediend in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning;18° de aanvraag voor subsidie, ingediend in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 2 december 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling;19° de aanvraag voor subsidie, ingediend in uitvoering van het decreet van 15 juli 1997 inzake interlandelijke adoptie;20° de aanvragen voor het verkrijgen van subsidies in het kader van Kinderopvang, in te dienen bij Kind en Gezin;21° de aanvragen in het kader van het economisch ondersteuningsbeleid, met name : a) de aanvraag expansiesteun middelgrote/grote ondernemingen (MGB2);b) de aanvraag expansiesteun voor de kleine ondernemingen (VL6);c) de aanvraag zachte steun;d) de aanvraag adviespremies voor de KO;e) de aanvragen vrijstelling evenredig recht op de inbrengen in kapitaal;22° de volgende aanvragen, in te dienen bij de afdeling Europa Economie : a) aanvraag peterschapsprojecten;b) de subsidiëring van de streekplatformen;c) de subsidieregeling inzake exportbevordering via het ter beschikking stellen van uitrustingsgoederen;23° de aanvraag om VLIF-tussenkomst, krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 4 juli 1996 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw;24° de aanvraag om FIVA-tussenkomst, krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 7 juli 1998 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de visserij- en aquicultuursector;25° de aanvraag om ESF-subsidies, in te dienen bij de afdeling Europa Werkgelegenheid;26° de aanvraag gedaan in het kader van : a) de uitgaven met betrekking tot landbouwvormingsactiviteiten georganiseerd door de Dienst, krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1992 betreffende de permanente vorming van de personen die in de landbouw werkzaam zijn (basisallocatie 1220);b) de vergoeding voor sociale promotie aan zelfstandigen en hun helpers uit de landbouwsector, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 2 juli 1974 en van 27 augustus 1979 (basisallocatie 3401);c) subsidies voor landbouwactiviteiten, zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1992 betreffende de permanente vorming van de personen die in de landbouw werkzaam zijn (basisallocatie 3403);d) de ondersteuning van milieuvriendelijke landbouwproductiemethoden in het kader van EU-verordening nr.2078/92 (basisallocatie 5303); e) premies voor de inschrijving van een veulen in het stamboek van het Belgisch trekpaard, krachtens het ministerieel besluit van 29 september 1998 (basisallocatie 5303);27° de aanvraag tot het bekomen van een attest voor het milieuvriendelijk karakter als voorwaarde voor de toekenning van een verhoogde investeringsaftrek (koninklijk besluit van 17 april 1990 tot vastlegging van de voorwaarden voor de toekenning van de verhoogde investeringsaftrek betreffende bestanddelen gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling);28° de aanvragen die betrekking hebben op de beleidssectoren ressorterend onder het Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch onderzoek in de Industrie (IWT). Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro en houdende diverse wijzigingsbepalingen ingevolge de invoering van de euro.

Brussel, 19 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER

Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1998 tot uitvoering van het decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro en houdende diverse wijzigingsbepalingen ingevolge de invoering van de euro.

Brussel, 19 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER

^