Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 juli 2014
gepubliceerd op 17 oktober 2014

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring in 2015 van de projecten die in 2014 gesubsidieerd werden via het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten

bron
vlaamse overheid
numac
2014036514
pub.
17/10/2014
prom.
18/07/2014
ELI
eli/besluit/2014/07/18/2014036514/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JULI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring in 2015 van de projecten die in 2014 gesubsidieerd werden via het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten


De Vlaamse Regering, Dit besluit houdt rekening met de bepalingen van het besluit 2012/21/EU. Gelet op de artikelen 6, 8 § 2, 12 en 13 § 4, eerste lid, van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, alsmede art. 57 van het decreet van 8 juli 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/07/2011 pub. 05/08/2011 numac 2011035642 bron vlaamse overheid Decreet houdende regeling van de begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof sluiten houdende regeling van de begroting, boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 mei 2014;

Gelet op advies 56.411/3 van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bijzonder reglement: het bijzonder reglement van 2 september 1997Relevante gevonden documenten type bijzonder règlement prom. 02/09/1997 pub. 24/09/1997 numac 1997022672 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Bijzonder reglement betreffende het koninklijk besluit van 19 augustus 1997 tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar;2° Kind en Gezin: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;3° koninklijk besluit: het koninklijk besluit van 19 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/08/1997 pub. 19/09/1997 numac 1997022658 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar sluiten tot vaststelling van de wijze waarop het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten de opbrengst van de ontvangen bijdragen toewijst aan de toekenning van subsidies voor projecten voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar en sommige projecten voor de opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar;4° minister: de Vlaams minister, bevoegd voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;5° project: een project voor buitenschoolse opvang van kinderen van 2,5 tot 12 jaar, de flexibele opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar, de opvang van zieke kinderen van 0 tot en met 12 jaar, de noodopvang van kinderen van 0 tot 3 jaar of voor regionale coördinatie, dat via het Fonds voor collectieve uitrusting en diensten in 2014 subsidies toegekend krijgt door een beslissing van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers.

Art. 2.Bij Kind en Gezin wordt een adviescomité opgericht dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en. werknemersorganisaties, en afgevaardigden van gezinsverenigingen, vrouwenorganisaties, sociale bewegingen Dit comité adviseert de administrateur-generaal van Kind en Gezin over de aanvragen voor de toekenning van subsidies aan de projecten voor het werkingsjaar 2015.

De minister benoemt de leden en regelt de werking van het adviescomité.

Art. 3.Om op basis van dit besluit voor een subsidie in aanmerking te komen moet het project, als dit door de toepasselijke wetgeving vereist is, beschikken over een vergunning of een erkenning van Kind en Gezin voor de opvang van kinderen.

Het project moet Kind en Gezin alle inlichtingen die voor studiedoeleinden gevraagd worden verstrekken.

Art. 4.De personen die tewerkgesteld worden in het kader van een project dat krachtens dit besluit gesubsidieerd wordt, worden aangenomen met een arbeidsovereenkomst.

Jobstudenten komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

Art. 5.Het project dient, in het vierde kwartaal 2014, een subsidieaanvraag in bij Kind en Gezin met een aanvraagformulier waarvan het model door Kind en Gezin bepaald wordt.

Het aanvraagformulier bevat minstens de volgende inlichtingen: 1° het type kinderopvang dat aan de kinderen wordt aan aangeboden;2° het aantal tewerkgestelde personen en hun beroepsbekwaamheid;3° het totale aantal opgevangen kinderen en hun leeftijd;4° de raming van de kosten voor de voortzetting van het project in 2015, met de vermelding van de raming van de loonlasten en de vermelding van de raming van de werkingskosten;5° de verschillende financieringsbronnen;6° het bedrag van de persoonlijke tegemoetkomingen van de ouders.

Art. 6.Kind en Gezin onderzoekt de subsidieaanvraag en gaat na of de subsidievoorwaarden vervuld zijn.

Kind en Gezin legt de aanvragen voor aan het adviescomité, vermeld in artikel 2.

Kind en Gezin beslist, na advies van het adviescomité, over de aanvragen, vermeld in het eerste lid. Als Kind en Gezin van dat advies afwijkt, moet het dat motiveren.

Art. 7.De subsidie kan alleen toegekend worden binnen de begroting.

Art. 8.De subsidie die krachtens dit besluit wordt toegekend, is een aanvullende financieringsbron. De subsidie mag, samengevoegd met eventueel andere financiële voordelen, subsidies of premies, eigen inkomsten meegerekend, in geen geval meer bedragen dan 100% van de totale kosten van het project.

De subsidie bedraagt maximaal de loonlasten en de werkingskosten. Het plafond van de loonsubsidie en het plafond van de werkingskosten wordt door de minister bepaald op basis van de definitieve prestaties en realisaties van de projecten tussen 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014.

De minister volgt hiervoor, in zoverre hiervan niet wordt afgeweken in dit besluit, de rekenregels die van toepassing waren op het werkingsjaar 2014 op basis van het koninklijk besluit en het bijzonder reglement.

Art. 9.Kind en Gezin betaalt driemaandelijkse voorschotten van 80% van de subsidie voor dat kwartaal. Het saldo wordt betaald na een administratieve en financiële controle van het project in 2016.

De saldobepaling en de controles gebeuren op basis van de rekenregels en de subsidiëringsvoorwaarden die, in zoverre hiervan niet wordt afgeweken in dit besluit, van toepassing waren op het werkingsjaar 2014 op basis van het koninklijk besluit en het bijzonder reglement.

Art. 10.De projecten die krachtens dit besluit subsidies ontvangen, onderwerpen zich aan de controle van hun administratief en financieel beheer.

Art. 11.Kind en Gezin kan, na advies van het adviescomité, beslissen om subsidies in te trekken, te herzien of terug te vorderen na een vastgesteld wanbeheer of als de voorwaarden, vermeld in dit besluit, niet worden nageleefd of als de voorziening de prestaties op basis waarvan de plafonds werden bepaald niet behaald.

Art. 12.Dit besluit is van toepassing op de subsidiëring voor het werkingsjaar 2015.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juli 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin J. VANDEURZEN

^