Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 juli 2008
gepubliceerd op 26 november 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind

bron
vlaamse overheid
numac
2008204168
pub.
26/11/2008
prom.
18/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/18/2008204168/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 10, § 2;

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 7, § 1, 1°, 2° en 3° en artikel 13, § 1 en § 3;

Gelet op het decreet van 23 mei 2008 houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2008;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van Kind en Gezin, gegeven op 19 maart 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juli 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een besluitwijziging onverwijld noodzakelijk is om de aanvullende financiering mogelijk te maken die noodzakelijk is om voldoende artsen aan te trekken en zo de continuïteit van de dienstverlening te kunnen garanderen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring voor de consultatiebureaus van het jonge kind worden een punt 17°, een punt 18°, een punt 19°, een punt 20° en een punt 21° toegevoegd, die luiden als volgt : "17° dagzitting : een zitting in een consultatiebureau die tijdens de dag wordt georganiseerd met een aanvangsuur na 8 uur en voor 16 uur;18° stagiair-consultatiebureauarts : arts die beantwoordt aan de kwalificatievereisten, zoals vastgelegd door Kind en Gezin, om de functie van consultatiebureauarts uit te oefenen.Die arts wordt als beginnend arts op een consultatiebureau, via kijk- en doestages, met een evaluatie en eindbeoordeling, door een mentorarts opgeleid tot een volwaardige consultatiebureauarts; 19° mentorarts : arts die beantwoordt aan de kwalificatievereisten, zoals vastgelegd door Kind en Gezin, om stagiair-consultatiebureauartsen via kijk- en doestages, met een evaluatie en eindbeoordeling, op te leiden tot volwaardige consultatiebureauartsen;20° avondzitting : een zitting in een consultatiebureau die op zijn vroegst begint om 16 uur; 21° regionaal kwaliteitsoverleg : overleg dat eenmaal per jaar wordt georganiseerd in elke regio voor de consultatiebureauartsen, de regioteamleden, de medische-kwaliteitscoördinator en de organiserende besturen ter bespreking en verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening aan de hand van analyses van relevante cijfergegevens en evaluaties."

Art. 2.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt het getal "17" vervangen door het getal "16".

Art. 3.In artikel 28, § 2, van hetzelfde besluit wordt het getal "90" vervangen door het getal "120".

Art. 4.In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het bedrag "65,30" vervangen door het bedrag "81,44";2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 3.Vanaf 2008 verleent Kind en Gezin een subsidie van 649,64 euro per jaar per consultatiebureau voor de professionele omkadering van de consultatiebureaus."; 3° er wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 4.Vanaf 2008 verleent Kind en Gezin een subsidie van 251,39 euro per jaar per consultatiebureau voor het kwaliteitsvol medisch beheer."

Art. 5.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden "wordt een forfaitaire subsidie verleend van 31,28 euro per uur" vervangen door de woorden "wordt voor een dagzitting een forfaitaire subsidie verleend van 37,13 euro per uur";2° in § 3 wordt er tussen de woorden "per consultuur" en de woorden "een subsidie verleend" de woorden "tijdens een dagzitting" ingevoegd;3° in § 4 wordt het bedrag "31,28" vervangen door het bedrag "37,13";4° er wordt een § 7 toegevoegd, die luidt als volgt : "§ 7.Voor een avondzitting wordt een subsidie toegekend van 115 % van de subsidie die verleend wordt voor een dagzitting, zowel voor een arts die zelfstandig is als voor een arts die bediende is."

Art. 6.Aan titel V, hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt een artikel 46bis toegevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 46bis.§ 1. De opleiding van stagiair-consultatiebureauartsen door mentorartsen wordt door Kind en Gezin op de volgende wijze vergoed : 1° Stagiair-consultatiebureauartsen en mentorartsen ontvangen een vergoeding van 64,97 euro per zitting van 3,5 uur.Voor de stagiair-consultatiebureauartsen is dat de enige vergoeding. Voor de mentorartsen komt die vergoeding boven op de vergoeding die op basis van artikel 46, § 2 of § 3, wordt toegekend. 2° Mentorartsen met een bediendecontract ontvangen voor de verplaatsing naar en van de kijk- en doestages een kilometervergoeding, als vermeld in artikel 46, § 5.3° De functioneringskosten van een zitting worden gesubsidieerd overeenkomstig de tarieven, vermeld in artikel 45, § 1 en § 2. § 2. Er worden maximaal tweeëndertig mentorartsen aangewezen door Kind en Gezin. Kind en Gezin kan daarover nadere richtlijnen verstrekken.

De mentorarts moet aan de volgende criteria voldoen : 1° in het bezit zijn van een diploma jeugdgezondheidszorg of van de specialisatietitel kinderarts.Artsen die niet in het bezit waren van een diploma jeugdgezondheidszorg en door Kind en Gezin vrijgesteld werden van die verplichting overeenkomstig artikel 48, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998, blijven voor de toepassing van deze bepaling de vrijstelling genieten; 2° een halve dag inscholing gevolgd hebben;3° ten minste drie jaar werken in een consultatiebureau van Kind en Gezin;4° minimaal 270 zittingen op een consultatiebureau hebben waargenomen;5° minstens twee vormingsmomenten per jaar volgen. § 3. De opleiding van stagiair-consultatiebureauartsen, vermeld in § 1, omvat maximaal vier stagemomenten (een aantal zittingen kijkstage/doestage), gevolgd door een evaluatie, uitgevoerd door de mentorarts en de medische-kwaliteitscoördinator van Kind en Gezin.

Voor een student jeugdgezondheidszorg is er tevens een staflid van de masteropleiding betrokken bij de evaluatie. Over de inhoud, de evaluatie en het praktische verloop van de stages kan Kind en Gezin nadere richtlijnen verstrekken. § 4. Om de kijk- en doestages kwaliteitsvol te laten verlopen, wordt op de zittingen die in dat kader uitgevoerd worden, het aantal kinderen gereduceerd. Kind en Gezin kan daarover nadere richtlijnen verstrekken. § 5. Om de mentorartsen voor te bereiden op hun taak, wordt er een halve dag opleiding gegeven en worden twee halve dagen intervisie georganiseerd. De subsidie daarvoor bedraagt 37,13 euro per uur, als vermeld in artikel 45, § 4."

Art. 7.De bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

BIJLAGE Tabel van de salarisschalen van de artsen Salarisschaal 2 De anciënniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Salarisschaal 1 De anciënniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De artsen gaan na negen jaar anciënniteit over van salarisschaal 2 naar salarisschaal 1.

De bedragen in deze bijlage hebben als referentiejaar 2007.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind.

Brussel, 18 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

^