gepubliceerd op 14 maart 2019
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009
18 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/05/2014 pub. 06/08/2014 numac 2014035756 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 sluiten tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 68, § 1, ingevoegd bij het decreet van 21 juni 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/05/2014 pub. 06/08/2014 numac 2014035756 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 sluiten tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 30 november 2018;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 10 december 2018 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4 tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 3, 1°, van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 09/05/2014 pub. 06/08/2014 numac 2014035756 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 sluiten tot vastlegging van de regels voor de erkenning en de subsidiëring van partnerorganisaties ter uitvoering van artikel 68, § 1, van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, wordt een punt i) toegevoegd, dat luidt als volgt: "i) het Vlaams expertisecentrum dementie ondersteunt de ontwikkeling van het zorgconcept `kleinschalig genormaliseerd wonen' en stimuleert de uitrol ervan in Vlaanderen. Het Vlaams expertisecentrum dementie sluit een convenant met het Woonzorghuis De Bijster, Huis Perrekes vzw en Woonzorghuis Ten Kerselaere, waarin de modaliteiten van de samenwerking worden vastgelegd en de verdeling van het extra subsidiebedrag onder die woonzorgcentra, dat daarvoor wordt toegekend aan het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen, vermeld in artikel 4, vierde lid;".
Art. 2.Aan artikel 4 van bijlage I bij hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Aan het erkende Vlaams expertisecentrum dementie wordt jaarlijks een bedrag van 94.500 euro (vierennegentigduizend vijfhonderd euro) toegekend boven op het subsidiebedrag, vermeld in artikel 4, eerste lid, voor de uitrol van het zorgconcept `kleinschalig genormaliseerd wonen' en de uitvoering van het convenant dat gesloten is tussen het Vlaams expertisecentrum dementie, het Woonzorghuis De Bijster, het Huis Perrekes vzw en het Woonzorghuis Ten Kerselaere, vermeld in artikel 3, 1°, i). Dat bedrag wordt, binnen de beschikbare begrotingskredieten, jaarlijks geïndexeerd.".
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 januari 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN