Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 oktober 2008
gepubliceerd op 22 december 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage

bron
vlaamse overheid
numac
2008204563
pub.
22/12/2008
prom.
17/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/17/2008204563/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs, artikel 82, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 1997, 14 februari 2003 en 22 juni 2007, en op artikel 84, gewijzigd bij het decreet van 28 april 1993;

Gelet op het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, artikel 56, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 1997, 14 februari 2003 en 22 juni 2007, en op artikel 58, gewijzigd bij het decreet van 28 april 1993;

Gelet op het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs-III, titel II, hoofdstuk II, gewijzigd bij de decreten van 28 april 1993, 21 december 1994, 14 juli 1998, 1 december 1998, 8 juni 2000, 20 oktober 2000, 14 februari 2003 en 13 juli 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 juni 2008;

Gelet op protocol nr. 667 van 18 juli 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op protocol nr. 432 van 18 juli 2008 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité, bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op advies 45.104/1 van de Raad van State, gegeven op 25 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1992 betreffende de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007, worden de woorden "wedde", "weddentoelage", "weddenschaal", "activiteitswedde" en "activiteitsweddentoelage" en hun meervoudsvorm vervangen door enerzijds respectievelijk de woorden "salaris", "salaristoelage", "salarisschaal", "activiteitssalaris" en "activiteitssalaristoelage" en anderzijds het overeenkomstig taalkundig correct lidwoord of aanwijzend voornaamwoord en worden de woorden "leeropdracht" en "leeropdrachten" vervangen door respectievelijk "opdracht" en "opdrachten".

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 31 augustus 1999, 4 februari 2000, 5 december 2003, 23 september 2005, 8 september 2006 en 21 september 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin van § 1 wordt het woord "wordt" vervangen door de woorden "geldt het volgende";2° in § 1 wordt 1° vervangen door wat volgt : « 1° de termen "ter beschikking stellen" en "terbeschikkingstelling" moeten respectievelijk worden gelezen als "ter beschikking stellen wegens gedeeltelijke of volledige ontstentenis van betrekking" en "terbeschikkingstelling wegens gedeeltelijke of volledige ontstentenis van betrekking" »;3° in § 1 worden punt 2° en 3° vervangen wat volgt : « 2° er wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende onderwijsniveaus : 1.het basisonderwijs; 2. het secundair onderwijs;3. het deeltijds kunstonderwijs;4. het volwassenenonderwijs;5. de centra voor leerlingenbegeleiding, hierna centra genoemd;3° het basisonderwijs bestaat uit de niveaus : 1.kleuteronderwijs; 2. lager onderwijs;» 4° in § 1 wordt punt 4°, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, opnieuw opgenomen in de volgende lezing : « 4° het volwassenenonderwijs bestaat uit de niveaus : 1.het secundair volwassenenonderwijs; 2. het hoger beroepsonderwijs;»; 5° in § 1 wordt in punt 5° de woorden "voor het deeltijds kunstonderwijs een onderscheid gemaakt tussen :" vervangen door de woorden "het deeltijds kunstonderwijs bestaat uit de niveaus :";6° in § 2, worden in punt 6° de woorden "de borstvoedingsverloven" vervangen door de woorden "de borstvoedingsverloven, de periode van verwijdering uit een risico in het kader van bedreiging van een beroepsziekte en/of moederschapsbescherming";7° in § 2 wordt punt 8° vervangen door wat volgt : « 8° gewoon secundair onderwijs : het voltijds secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs »;8° aan § 2 wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 10° "basisenveloppe" : de puntenenveloppe voor het bestuurs- en ondersteunend personeel van een centrum voor volwassenenonderwijs, vermeld in artikel 4, § 2, 1° van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Volwassenenonderwijs in uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.»; 9° § 12 wordt vervangen door wat volgt : « § 12.Voor de toepassing van dit besluit beslist de inrichtende macht in het volwassenenonderwijs bij een vermindering van het aantal punten voor het bestuurs- en ondersteunend personeel welke betrekking of betrekkingen in de ambten van het bestuurs- en ondersteunend personeel door die vermindering nog in stand kunnen worden gehouden, op basis van de criteria waarover in het lokaal comité wordt onderhandeld.

De inrichtende macht moet daarbij steeds rekening houden met het feit dat ten minste 55 % van de basisenveloppe moet worden aangewend om betrekkingen van 63 en 82 punten in het ambt van administratief medewerker in stand te houden. Als door de vermindering van de beschikbare punten een lid van het bestuurspersoneel ter beschikking dreigt te worden gesteld, mag de inrichtende macht afwijken van die verplichting, met dien verstande dat dan steeds ten minste 50 % van de basisenveloppe moet worden aangewend om betrekkingen van 63 en 82 punten in het ambt van administratief medewerker in stand te houden en dat voormelde vermindering tot 50 % niet tot gevolg mag hebben dat een vastbenoemd administratief medewerker ter beschikking wordt gesteld wegens ontstentenis van betrekking. »

Art. 3.In artikel 3, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, wordt de laatste zin geschrapt.

Art. 4.In titel I, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 31 augustus 1999, 4 februari 2000, 5 december 2003, 23 september 2005 en 8 september 2006, wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen door wat volgt : « Afdeling 3. - Gewoon secundair onderwijs »

Art. 5.In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden "het gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs" vervangen door de woorden "het gewoon secundair onderwijs";2° punt 1° wordt vervangen door wat volgt : « 1° Het ambt zoals het opgenomen is in de reglementering tot rangschikking en indeling van de ambten van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het ondersteunend personeel, het opvoedend hulp- en administratief personeel in het gewoon secundair onderwijs. Voor het ambt van directeur moet een onderscheid gemaakt worden tussen het ambt van directeur van een instelling met een derde of een vierde graad en het ambt van directeur van een instelling zonder een derde of een vierde graad. Dit onderscheid geldt niet als het betrokken personeelslid over een vereist bekwaamheidsbewijs beschikt voor de beide ambten en op voorwaarde dat het personeelslid hierdoor niet in een lagere salarisschaal terechtkomt; » 3° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° Een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert, zelfs als het aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn in beide ambten.Deze bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt van directeur, uitgezonderd voor de bepaling in § 1, 1°, tweede lid; » 4° in punt 4° worden de woorden "het gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs" vervangen door de woorden "het gewoon secundair onderwijs".

Art. 6.In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003, 23 september 2005 en 8 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2 worden de woorden "vereiste titel" vervangen door de woorden "vereist bekwaamheidsbewijs";2° punt 4 wordt vervangen door wat volgt : « 4.Een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert, zelfs als het aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn in beide ambten. Deze bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt van directeur. »

Art. 7.In titel I, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 31 augustus 1999, 4 februari 2000, 5 december 2003, 23 september 2005 en 8 september 2006, wordt het opschrift van afdeling 6 vervangen door wat volgt : « Afdeling 6. - Volwassenenonderwijs »

Art. 8.In artikel 9, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de inleidende zin worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs";2° in punt 1° worden de woorden "of een instelling van het hoger onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "en/of hoger beroepsonderwijs";3° in punt 2° worden de woorden "secundair onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "secundair volwassenenonderwijs";4° in punt 3° worden de woorden "hoger onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "hoger beroepsonderwijs";5° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° een ambt dat ten minste een gelijke salarisschaal en een voor die salarisschaal gelijke geldelijke anciënniteit oplevert, zelfs als het aantal prestaties die volledige dienstprestaties uitmaken, niet dezelfde zijn in beide ambten.Deze bepaling is niet van toepassing op het bevorderingsambt van directeur; »; 6° een punt 5° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 5° voor het bestuurs- en ondersteunend personeel, met uitzondering van het ambt van directeur, moet het ambt een zelfde puntengewicht en een zelfde salarisschaal opleveren.»

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 8 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor de toepassing van deze paragraaf wordt voor "hetzelfde ambt" geen onderscheid gemaakt tussen het gewoon en het buitengewoon onderwijs en tussen de verschillende onderwijsniveaus voor de leden van het ondersteunend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het administratief personeel, het paramedisch personeel, het medisch personeel, het orthopedagogisch personeel, het sociaal personeel en het psychologisch personeel.»; 2° in § 2 wordt in de eerste tabel in de rechterkolom het woord "onderdirecteur" geschrapt;3° in § 2 worden in de tweede tabel in de linkerkolom de woorden "en daarenboven : beheerder, en daarenboven : directiesecretaris, en daarenboven : opvoeder-huismeester" en in de rechterkolom de woorden "opvoeder-huismeester en directiesecretaris" geschrapt;4° in § 2 worden in de vierde tabel in de linkerkolom de woorden "in het secundair onderwijs" vervangen door de woorden "met uitzondering van deze in het basisonderwijs";5° worden in de zesde tabel in de linkerkolom de woorden "de administratieve gezondheidsdienst" vervangen door het woord "Medex" en in de rechterkolom de woorden "de pensioencommissie van de administratieve gezondheidsdienst" door het woord "Medex,".

Art. 10.In artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij het besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, wordt punt 5° vervangen door wat volgt : « 5° 24 jaar voor de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het secundair onderwijs en het volwassenenonderwijs;»

Art. 11.In artikel 12bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 en 5 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "het gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "en het secundair onderwijs";2° in § 5, punt 7° worden de woorden "de pensioencommissie van de administratieve gezondheidsdienst" vervangen door het woord "Medex".

Art. 12.In artikel 12ter, § 2, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° wordt punt a) vervangen door wat volgt : « a) het gewoon secundair onderwijs;»; 2° in punt 3° worden de woorden "het onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "het volwassenenonderwijs";3° in punt 6° worden de woorden "de pensioencommissie van de administratieve gezondheidsdienst" vervangen door het woord "Medex".

Art. 13.In artikel 14, § 3, 3°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, worden de woorden "voor het basisonderwijs" geschrapt.

Art.14. In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en 5 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs," vervangen door de woorden "het Ministerie van Onderwijs en Vorming";2° in het derde lid worden de woorden "de afdeling Begroting en Gegevensbeheer" vervangen door de woorden "de Stafdiensten van het Departement Onderwijs en Vorming".

Art. 15.In artikel 17, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden in punt 4 de woorden "van scholengemeenschappen in het basisonderwijs" geschrapt.

Art. 16.In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, punt 2 worden in de tweede zin de woorden "het ondersteunend personeel" vervangen door de woorden "het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs";2° aan § 1, punt 2, worden de volgende woorden toegevoegd : « Als het om een personeelslid van het ondersteunend personeel in het volwassenenonderwijs gaat, moet de inrichtende macht rekening houden met artikel 2, § 12.Als door voormelde terbeschikkingstelling het aantal betrekkingen van 63 en 82 punten in het ambt van administratief medewerker onder de 55 % van de basisenveloppe dreigt te dalen, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in een ambt van het bestuurspersoneel ter beschikking gesteld, rekening houdend met de criteria die in het lokaal comité werden vastgelegd. »; 3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.Voor de toepassing van dit artikel wordt een pedagogische entiteit beschouwd als één instelling, behalve voor de personeelsleden van het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs. »

Art. 17.In artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2 worden de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk, dan wordt aan het oudste personeelslid eerst de betrekking gegeven." geschrapt; 2° in § 4 worden de woorden "het departement Onderwijs" telkens vervangen door de woorden "de bevoegde administratie van het Ministerie van Onderwijs en Vorming".

Art. 18.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid wordt het woord "Gemeenschapsonderwijs" vervangen door het woord "gemeenschapsonderwijs" en worden de woorden "en die behoren tot eenzelfde scholengemeenschap" vervangen door de woorden ", en die in voorkomend geval behoren tot eenzelfde scholengemeenschap";2° in § 1, tweede lid wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° een einde gesteld heeft aan de diensten van de tijdelijke personeelsleden die "hetzelfde ambt" uitoefenen.In het secundair onderwijs moet hierbij rekening gehouden worden met artikel 2, § 10.

Als door voormelde beëindiging van de tijdelijke aanstelling van een personeelslid het aantal opvoeders onder de 50 % van het aantal personeelsleden van het ondersteunend personeel van de instelling dreigt te dalen, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in het ambt van administratief medewerker ter beschikking gesteld. In het volwassenenonderwijs moet hierbij rekening worden gehouden met artikel 2, § 12. Als door voormelde beëindiging van de tijdelijke aanstelling van een personeelslid het aantal betrekkingen van 63 en 82 punten in het ambt van administratief medewerker onder de 50 % van de basisenveloppe van het centrum dreigt te dalen, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in een ambt van het bestuurspersoneel ter beschikking gesteld, rekening houdend met de criteria die in het lokaal comité werden vastgelegd. »; 3° in § 1 worden het derde en vierde lid vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van deze bepaling wordt een pedagogische entiteit beschouwd als één instelling, behalve voor de personeelsleden van het ondersteunend personeel in het secundair onderwijs.»; 4° § 2, opgeheven door het besluit van 5 december 2003, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing : « § 2.Als een inrichtende macht in het gesubsidieerd onderwijs in toepassing van § 1 beslist de maatregelen voorafgaand aan de terbeschikkingstelling toe te passen op alle instellingen die deze inrichtende macht tot stand gebracht heeft op het grondgebied van dezelfde gemeente en die in voorkomend geval behoren tot eenzelfde scholengemeenschap, behoort een nieuwe affectatie van een vastbenoemd personeelslid ook tot de voorafgaande maatregelen. »; 5° in § 6 wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « Het gaat hier steeds om lestijden die in de school of instelling in kwestie werden aangewend op 30 juni van het voorgaande schooljaar.»; 6° in § 7 wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « Het gaat hier steeds om lestijden die in de school of instelling in kwestie werden aangewend op 30 juni van het voorgaande schooljaar.»

Art. 19.In artikel 22, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 en 8 september 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° wordt de inleidende zin vervangen door wat volgt : « In het secundair onderwijs wordt : »;2° in punt 2°, a) wordt de tweede alinea vervangen door wat volgt : « Voor de toepassing van dit artikel wordt een pedagogische entiteit beschouwd als één instelling, behalve voor de personeelsleden van het ondersteunend personeel.» 3° in punt 4° worden in de inleidende zin de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs";4° aan punt 4° wordt een alinea toegevoegd, die luidt als volgt : « Bij de terbeschikkingstelling in een ambt van het ondersteunend personeel moet de inrichtende macht steeds rekening houden met artikel 2, § 12.Als door voormelde terbeschikkingstelling het aantal betrekkingen van 63 en 82 punten in het ambt van administratief medewerker onder de 55 % van de basisenveloppe dreigt te dalen, wordt de vastbenoemde titularis met de kleinste dienstanciënniteit in een ambt van het bestuurspersoneel ter beschikking gesteld, rekening houdend met de criteria die in het lokaal comité werden vastgelegd. »

Art. 20.In artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs," vervangen door de woorden "het Ministerie van Onderwijs en Vorming";2° in § 2 worden in punt 6 de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs".

Art. 21.In artikel 25bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden in de eerste zin de woorden ", het gewoon secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "en het secundair onderwijs";2° in § 1, punt 2°, worden de woorden "gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "secundair onderwijs";3° in § 2, tweede lid, worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs";4° in § 4, punt b) worden de woorden "gewoon secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "secundair onderwijs".

Art. 22.In artikel 25ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, tweede lid, worden de woorden "in het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs" geschrapt en worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs";2° in § 4, punt b), worden de woorden "het gewoon secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "secundair onderwijs";3° in § 4, punt c), worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs".

Art. 23.In artikel 27bis, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 2° wordt het woord "gewoon" geschrapt;2° punt 3° wordt opgeheven;3° in punt 4 ° worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs".

Art. 24.In artikel 29 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en 5 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 5 worden de woorden "de administratieve gezondheidsdienst" vervangen door het woord "Medex";2° § 11 wordt vervangen door wat volgt : « § 11.Voor de directeur in het gewoon of buitengewoon basisonderwijs die sinds 1 september 2002 volledig is ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking en niet werd gereaffecteerd of wedertewerkgesteld, geldt als laatste activiteitssalaris het salaris of de salaristoelage zoals bepaald in de salarisschaal 479 of in de salarisschaal 498 als het gaat om een directeur van een oefenschool. »

Art. 25.In artikel 31, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, worden de woorden "departement onderwijs" vervangen door de woorden "Ministerie van Onderwijs en Vorming".

Art. 26.Aan artikel 33 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. In afwijking van § 1 is de inrichtende macht niet verplicht een personeelslid dat ter beschikking gesteld is wegens ontstentenis van betrekking bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling aan te stellen in een vacature, als dat personeelslid in de instelling of de pedagogische entiteit waar die vacature te begeven is, ontslagen werd als gevolg van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. »

Art. 27.In artikel 34 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, A, 1° worden in punt a) de woorden "bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang;" geschrapt; 2° in § 1, A, 2° worden in punt d) de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een betrekking toegewezen" geschrapt; 3° in § 1, B, 1° worden in punt a) de woorden "bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang;" geschrapt; 4° in § 1, B, 2° worden in punt d) de woorden ";bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang" geschrapt; 5° in § 1, C, 1° worden in punt a) de woorden "bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang;" geschrapt; 6° in § 1, C, 2° worden in punt d) de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een betrekking toegewezen" geschrapt.

Art. 28.In titel IV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK III. - Het secundair onderwijs »

Art. 29.In artikel 36 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, A, 1° worden in punt b) de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een betrekking toegewezen" geschrapt;2° in § 2, B, 1° worden in punt b) de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een betrekking toegewezen" geschrapt;3° in § 2, C, 1° worden in punt b) de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een betrekking toegewezen" geschrapt.4° § 8 wordt vervangen door wat volgt : « § 8.Voor de toepassing van dit artikel worden de instellingen die behoren tot eenzelfde pedagogische entiteit, beschouwd als één instelling. »

Art. 30.In artikel 36bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 2, A, worden in punt 1° en punt 2° telkens de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een vacature toegewezen" geschrapt;2° in § 2, B, worden in punt 1° en punt 2° telkens de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een vacature toegewezen" geschrapt;3° in § 2, C, worden in punt 1° en punt 2° telkens de woorden "Is de ambtsanciënniteit gelijk dan wordt aan het oudste personeelslid eerst een vacature toegewezen" geschrapt;4° § 7 wordt vervangen door wat volgt : « § 7.Voor de toepassing van dit artikel worden de instellingen die behoren tot eenzelfde pedagogische entiteit, beschouwd als één instelling. »

Art. 31.In artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, A, 1° worden in punt a), punt b), punt c) en punt d) telkens de woorden "bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang;" geschrapt; 2° in § 1, B, 1° ° worden in punt a), punt b), punt c) en punt d) telkens de woorden "bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang;" geschrapt.

Art. 32.In titel IV van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, wordt het opschrift van hoofdstuk IV vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK IV. - Het volwassenenonderwijs »

Art. 33.Artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en 23 september 2005, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 39.§ 1. Elke inrichtende macht is, in de volgende volgorde : A. In het gemeenschapsonderwijs : 1° a) verplicht om de personeelsleden die bij haar ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in dit centrum voor volwassenenonderwijs.In het modulair georganiseerde onderwijs geldt deze verplichting t.a.v. elke nieuwe vacature die in de loop van het schooljaar wordt ingericht.

Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in een van haar centra voor volwassenenonderwijs.In het modulair georganiseerde onderwijs geldt deze verplichting t.a.v. elke nieuwe vacature die in de loop van het schooljaar wordt ingericht.

Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk zijn aangesteld in een selectie- of bevorderingsambt.

Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken als het gaat om een wervingsambt.

Als het gaat om een wervingsambt, wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang; 2° vrij om een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie. Deze wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid. In het modulair georganiseerd onderwijs geldt die vrijwillige wedertewerkstelling t.a.v. elke nieuwe vacature die in de loop van het schooljaar wordt ingericht.

Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur; 3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden die door de reaffectatiecommissie van de scholengroep worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; 4° onverminderd de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, in de volgende volgorde : a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht een personeelslid in dienst te houden of aan te stellen dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;5° verplicht om personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de interprovinciale reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen;6° verplicht om de personeelsleden die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. B. In het gesubsidieerd onderwijs : 1° a) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een centrum voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in dit centrum voor volwassenenonderwijs.In het modulair georganiseerde onderwijs geldt die verplichting t.a.v. elke nieuwe vacature die in de loop van het schooljaar wordt ingericht.

Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt; b) verplicht om de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn in "hetzelfde ambt" in een van haar centra voor volwassenenonderwijs, bij wijze van reaffectatie en beperkt tot de prestaties waarvoor de terbeschikkingstelling werd uitgesproken, in dienst te nemen in één van haar centra voor volwassenenonderwijs.In het modulair georganiseerde onderwijs geldt die verplichting t.a.v. elke nieuwe vacature die in de loop van het schooljaar wordt ingericht.

Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt.

Als de inrichtende macht en het personeelslid akkoord gaan, kan van deze volgorde worden afgeweken in geval van een wervingsambt.

Als het gaat om een wervingsambt wordt het personeelslid met de grootste dienstanciënniteit eerst in dienst geroepen. Bij gelijke dienstanciënniteit heeft het personeelslid met de grootste ambtsanciënniteit voorrang; 2° vrij om een van de ter beschikking gestelde personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs van de inrichtende macht in dienst te nemen bij wijze van wedertewerkstelling binnen dezelfde categorie.Die wedertewerkstelling gebeurt steeds met instemming van het ter beschikking gestelde personeelslid. In het modulair georganiseerd onderwijs geldt die vrijwillige wedertewerkstelling t.a.v. elke nieuwe vacature die tijdens het schooljaar wordt ingericht.

Deze vrijwillige wedertewerkstelling kan ook plaatsvinden in een betrekking die wordt ingenomen door een personeelslid dat tijdelijk aangesteld is voor doorlopende duur; 3° verplicht om de ter beschikking gestelde personeelsleden in dienst te nemen die bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling worden toegewezen door : a) de interprovinciale reaffectatiecommissie voor wat het gesubsidieerd onderwijs, met uitzondering van het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs, betreft;b) de Vlaamse reaffectatiecommissie voor wat het gesubsidieerd vrij niet-confessioneel onderwijs betreft. Deze verplichting geldt eveneens voor betrekkingen die zijn ingenomen door tijdelijke personeelsleden die aangesteld zijn voor doorlopende duur en door personeelsleden die waarnemend of tijdelijk aangesteld zijn in een selectie- of bevorderingsambt, met uitzondering van de betrekkingen van directeur of adjunct-directeur die door de inrichtende macht zijn toegewezen aan een van haar personeelsleden; 4° onverminderd de bepalingen van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, in de volgende volgorde : a) vrij een mutatie of nieuwe affectatie door te voeren;b) verplicht een personeelslid aan te stellen of in dienst te houden dat het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur heeft verworven;c) vrij een ter beschikking gesteld personeelslid in dienst te nemen;d) vrij een personeelslid aan te stellen dat de voorwaarden vervult van artikel 2, § 2, 5°;5° verplicht om aan de personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn en die door de Vlaamse reaffectatiecommissie worden toegewezen bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling, in dienst te nemen. § 2. Als aan de bepalingen in § 1 wordt voldaan, kan een inrichtende macht een salaris of een salaristoelage bekomen voor een tijdelijk personeelslid dat een betrekking bekleedt die vatbaar is voor reaffectatie of wedertewerkstelling, op voorwaarde dat de betrekking aangegeven is bij de bevoegde reaffectatiecommissie volgens de voorgeschreven procedure.

Dit salaris of deze salaristoelage wordt verstrekt tot de ingangsdatum van de reaffectatie of de wedertewerkstelling door de reaffectatiecommissie.

Als een ter beschikking gesteld personeelslid wordt toegewezen, moet de inrichtende macht dit personeelslid in dienst nemen. § 3. Als een inrichtende macht over meerdere vacatures in hetzelfde ambt beschikt, moet elke reaffectatie en wedertewerkstelling eerst gebeuren in vacante betrekkingen, en vervolgens in niet-vacante betrekkingen, waarbij niet-vacante betrekkingen voor de duur van een schooljaar of voor de duur van een opleiding of module voorrang hebben op niet-vacante betrekkingen van kortere duur.

Zowel bij vacante als bij niet-vacante betrekkingen gebeurt de toewijzing eerst in een betrekking die niet is ingenomen door een tijdelijk personeelslid dat aangesteld is voor doorlopende duur. § 4. De personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, moeten, zelfs al zijn ze niet onmiddellijk beschikbaar, gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden. § 5. Een ter beschikking gesteld personeelslid dat al in drie instellingen fungeert en dat ten minste vier vijfde van een volledige opdracht vervult, moet niet gereaffecteerd of wedertewerkgesteld worden naar een andere instelling buiten deze drie instellingen. »

Art. 34.In artikel 40, § 1, punt 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, worden in punt b), en punt c) telkens de woorden "en bij gelijke ambtsanciënniteit heeft het oudste personeelslid voorrang" geschrapt.

Art. 35.In artikel 41, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 en 5 december 2003, worden twee liggen streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - als het personeelslid ontslagen wordt als gevolg van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" volgens hoofdstuk VIIIter van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk Vter van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs; - als het personeelslid ontslagen wordt ingevolge een tuchtmaatregel volgens hoofdstuk VIII van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs of hoofdstuk IX van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. »

Art. 36.In artikel 42, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs," vervangen door de woorden "het Ministerie van Onderwijs en Vorming".

Art. 37.In artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap - Departement Onderwijs," telkens vervangen door de woorden "het Ministerie van Onderwijs en Vorming".

Art. 38.In artikel 44, § 3, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, worden de woorden "het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs," vervangen door de woorden "het Ministerie van Onderwijs en Vorming".

Art. 39.In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 december 1994, 22 september 1998, 31 augustus 1999, 5 december 2003 en 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4 wordt vervangen door wat volgt : « 4.Als een betrekking wordt aangeboden in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, in het buitengewoon secundair onderwijs, in het secundair onderwijs georganiseerd volgens het modulair stelsel, in het volwassenenonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs, in de internaten, in de semi-internaten of in de opvangcentra, in betrekkingen en ambten als vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 augustus 2000 inzake het tehuis van het gemeenschapsonderwijs dat instaat voor de opname van jongeren in het kader van hulp- en bijstandsregeling.

Deze bepaling geldt niet voor het personeelslid dat in de onderwijssector in kwestie fungeerde op de vooravond van de terbeschikkingstelling; »; 2° in punt 4bis worden in de laatste zin de woorden "de betreffende onderwijssector" vervangen door de woorden "het buitengewoon basisonderwijs".

Art. 40.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van titel VIbis, ingevoegd bij het besluit van 5 december 2003, vervangen door wat volgt : « Titel VIbis. - Toewijzing van een personeelslid als administratieve ondersteuning aan een instelling of een scholengemeenschap ».

Art. 41.Artikel 47bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 47bis.§ 1. Na toepassing van de procedure in dit besluit kunnen vastbenoemde personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is, beschikbaar worden gesteld als administratieve ondersteuning van een scholengemeenschap of van een instelling die niet behoort tot een scholengemeenschap.

Deze tewerkstelling wordt toegekend door de interprovinciale of de Vlaamse reaffectatiecommissies op basis van de volgende criteria : 1° de personeelsleden kunnen alleen tewerkgesteld worden onder de voorwaarden, vermeld in artikel 45, 1;2° de ter beschikking gestelde personeelsleden worden toegewezen in het onderwijsniveau waar ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;3° een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord kan hiervan worden afgeweken. § 2. De personeelsleden die al als administratieve hulp in het basisonderwijs werden tewerkgesteld voor 1 september 2003 of als administratieve ondersteuning werden toegewezen aan een scholengemeenschap in het basisonderwijs voor 1 september 2008, blijven tewerkgesteld in deze functie in afwachting van een eventuele nieuwe toewijzing door de interprovinciale of Vlaamse reaffectatiecommissie. § 3. De tewerkstelling als administratieve ondersteuning is een wedertewerkstelling als vermeld in artikel 11, § 2, met de daarbij behorende prestatie- en vakantieregeling.

In deze betrekkingen is geen vaste benoeming mogelijk. § 4. De tewerkstelling als administratieve ondersteuning wordt opgeschort voor een reaffectatie of een wedertewerkstelling. § 5. Wanneer er binnen de Vlaamse reaffectatiecommissie geen consensus bestaat over een mogelijke beslissing, legt de voorzitter een voorstel ter stemming neer. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. § 6. De bepalingen van dit artikel gelden ook voor een personeelslid dat in toepassing van artikel 5, § 1bis van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking wordt gesteld en door de beslissing van Medex nog geschikt wordt geacht om administratieve taken uit te oefenen. »

Art. 42.In artikel 52 van hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3 wordt punt 5 vervangen door wat volgt : « 5.Na toepassing van de procedure in dit besluit kan de Vlaamse reaffectatiecommissie vastbenoemde personeelsleden die geheel of gedeeltelijk ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en voor wie geen reaffectatie of wedertewerkstelling mogelijk is, beschikbaar stellen als administratieve ondersteuning onder volgende voorwaarden. a) de personeelsleden kunnen alleen tewerkgesteld worden onder de voorwaarden, bepaald in artikel 45, 1, van dit besluit;b) de ter beschikking gestelde personeelsleden worden toegewezen in het onderwijsniveau waar ze ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking, tenzij alle betrokken partijen akkoord gaan met een toewijzing in een ander onderwijsniveau;c) een personeelslid kan maar in één instelling worden tewerkgesteld. In onderling akkoord kan hiervan worden afgeweken.

De personeelsleden die al als administratieve hulp in het basisonderwijs of als administratieve ondersteuning in een scholengemeenschap tewerkgesteld waren voor 1 september 2008, blijven tewerkgesteld in deze functie tenzij artikel 41, § 2 van toepassing is.

De tewerkstelling met toepassing van dit besluit is een wedertewerkstelling zoals bepaald in artikel 11, § 2, met de daarbijhorende prestatie- en vakantieregeling.

In deze betrekkingen is geen vaste benoeming mogelijk.

De tewerkstelling als administratieve ondersteuning wordt opgeschort door een reaffectatie of een wedertewerkstelling.

Wanneer er binnen de Vlaamse reaffectatiecommissie geen consensus bestaat over een mogelijke beslissing, legt de voorzitter een voorstel ter stemming neer. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter.

De bepalingen van dit punt gelden ook voor een personeelslid dat in toepassing van artikel 5, § 1bis van het decreet van 9 april 1992 betreffende het onderwijs - III ter beschikking wordt gesteld en door de beslissing van Medex nog geschikt wordt geacht om administratieve taken uit te oefenen. » 2° in § 11 worden de woorden "het gewoon voltijds secundair onderwijs, het deeltijds secundair zeevisserijonderwijs, het deeltijds beroepssecundair onderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs" vervangen door de woorden "en het secundair onderwijs" en worden de woorden "onderwijs voor sociale promotie" vervangen door de woorden "volwassenenonderwijs".

Art. 43.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2007, met uitzondering van artikel 13, artikel 15, artikel 27, artikel 29, 1° tot en met 3°, artikel 30, 1° tot en met 3°, artikel 31, artikel 33, artikel 34, artikel 40, artikel 41 en artikel 42, 1°, die in werking treden op 1 september 2008.

Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 oktober 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^