gepubliceerd op 19 december 2000
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de wijze van uitbetaling bedoeld in het besluit van 17 maart 2000 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen
17 NOVEMBER 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de wijze van uitbetaling bedoeld in het besluit van 17 maart 2000 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet houdende subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen 30 maart 1999, inzonderheid op artikel 9, tweede lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 houdende de regeling van de procedure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 23 oktober 2000;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, die voortkomt uit de omstandigheid dat het bestaan, de werking en de contractuele verplichtingen van de onafhankelijke studenten- en leerlingenkoepelverenigingen in het gedrang komen bij gebrek aan externe financiering en dat aldus noodzakelijkerwijs en op korte termijn in een meer flexibele voorschottenregeling moet worden voorzien;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 7, eerste lid van het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2000 houdende de regeling van de prodecure en de voorwaarden voor subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen wordt vervangen door wat volgt : « De subsidie wordt jaarlijks als volgt uitbetaald : drie voorschotten en een saldo. Elk voorschot kan ten hoogste 30 % bedragen van de totale financiering. De aanvragen tot uitbetaling van de voorschotten worden om de drie maand gericht aan het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het eerste voorschot wordt uitbetaald na betekening van het subsidiebesluit. Het saldo wordt uitbetaald na de neerlegging van het jaarverslag en mits staving en voorlegging van alle bewijsstukken betreffende de gemaakte kosten. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2000.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit Brussel, 17 november 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN