Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 juni 1997
gepubliceerd op 23 augustus 1997

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de programmatie-, rationalisatie- en behoudsnormen in het buitengewoon basisonderwijs

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1997035954
pub.
23/08/1997
prom.
17/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/17/1997035954/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JUNI 1997. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de programmatie-, rationalisatie- en behoudsnormen in het buitengewoon basisonderwijs


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op de artikelen 101, 103, 109, 110, 2, 111, 112, 113, 115, 116, 117, 118, 121, 180 en 183, 5°;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 439 van 11 augustus 1986 houdende rationalisatie en programmatie van het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij de decreten van 5 juli 1989, 28 april 1993, en het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993;

Gelet op het protocol van 27 mei 1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van het Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol van 27 mei 1997 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 5 mei 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 in werking treedt op 1 september 1997. Hetzelfde geldt voor de eerste reeks bijhorende uitvoeringsbesluiten.

Het is voor de organisatie van het schooljaar 1997-1998 en voor de rechtszekerheid van schoolbesturen, directies en personeelsleden essentieel dat zij zo snel mogelijk uitsluitsel krijgen over de nieuw toe te passen regelgeving;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 5 juni 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. Algemeen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het buitengewoon basisonderwijs gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 2.1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 decreet : het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997; 2 leerling : leerling die voldoet aan de bepalingen van de artikelen 20 en 21 van het decreet of daar op grond van artikel 23 of 24 van afwijkt; 3 norm voor de school als geheel : som van de normen voor de types die in de school worden georganiseerd; 4 teldag : dag waarop de leerlingen, met toepassing van het decreet, worden geteld voor de programmatie en de rationalisatie; 5 telperiode : periode waarin de leerlingen, met toepassing van het decreet, worden geteld voor de programmatie en rationalisatie in de scholen voor buitengewoon basisonderwijs van type 5; 6 type van vrije keuze : type dat tegen gunstige programmatienormen kan worden opgericht als het binnen de provincie niet georganiseerd wordt in een school van dezelfde groep voor het type 1, 2, 3, 4 en/of 8, of in een school van dezelfde groep voor het type 6 en/of 7. 2. Voor de toepassing van dit besluit zijn de programmatie-, de rationalisatie- en de behoudsnormen voor scholen, types en vestigingsplaatsen in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad die van gemeenten met minder dan75 inwoners per km2. HOOFDSTUK 2. Programmatie Afdeling 1. Oprichting van types van vrije keuze

Art. 3.Met toepassing van artikel 101 van het decreet kan een school die voldoet aan artikel 11, per 1 september types van vrije keuze oprichten als deze nieuwe types op de laatste schooldag van september van het oprichtingsjaar en van het daarop volgende schooljaar voldoen aan de programmatienormen zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2. Oprichting van scholen

Art. 4.Met toepassing van de artikelen 103, 1 en 2, en 113 van het decreet kan een school tijdens de eerste drie bestaansjaren worden gefinancierd of gesubsidieerd als zij op de laatste schooldag van september voor de school als geheel en voor elk type afzonderlijk de programmatienormen bereikt zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 5.1. Met toepassing van de artikelen 103, 3, en 113 van het decreet kan een school voor type 5 tijdens de eerste drie bestaansjaren worden gefinancierd of gesubsidieerd als de gemiddelde aanwezigheid van de regelmatige leerlingen gedurende de maand september de programmatienormen bereikt zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. De gemiddelde aanwezigheid gedurende de maand september wordt naar beneden afgerond. Afdeling 3. Oprichting van vestigingsplaatsen

Art. 6.Met toepassing van artikel 109, 1 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die voldoet aan artikel 11 per 1 september een of meer vestigingsplaats(en) oprichten op minder dan twee kilometer van de administratieve vestigingsplaats.

Art. 7.Met toepassing van artikel 109, 2 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die voldoet aan artikel 11 per 1 september een of meer vestigingsplaats(en) oprichten op twee kilometer en meer van de administratieve vestigingsplaats, als de types in deze nieuwe vestigingsplaats(en) de normen bereiken zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 4. Oprichting van een onderwijsniveau

Art. 8.Met toepassing van de artikelen 110, 2, en 113 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die alleen het niveau lager onderwijs of alleen het niveau kleuteronderwijs organiseert, gefinancierde of gesubsidieerde basisschool worden voor de georganiseerde types als de school op de laatste schooldag van september van het lopende schooljaar voldoet aan de normen bepaald in artikel 11. Afdeling 5. Oprichting van een type

Art. 9.1. Met toepassing van artikelen 111 en 113 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar als school de normen bereikte zoals aangegeven in onderstaande tabel, per 1 september een nieuw type oprichten. 2. Het nieuwe type moet bovendien op de laatste schooldag van september van het eerste en tweede bestaansjaar de programmatienormen bereiken zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 6.Omvorming van een type

Art. 10.Met toepassing van artikelen 112 en 113 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die voldoet aan artikel 11 per 1 september een bestaand type omvormen tot een ander type als het type dat zal worden omgevormd, op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar, en het nieuwe type, op de laatste schooldag van september van het schooljaar waarin de omvorming aanvat, de normen bereiken zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK 3. Rationalisatie

Art. 11.1. Om, met toepassing van de artikelen 115 en 121 van het decreet na het derde bestaansjaar nog gefinancierd of gesubsidieerd te blijven, moeten per school en per type in de administratieve vestigingsplaats en in elke vestigingsplaats op twee kilometer en meer van de administratieve vestigingsplaats, op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar de rationalisatienormen worden bereikt zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. Met toepassing van de artikelen 123, 2, en 124, 5° worden de normen voor type 5 in 1 vergeleken met de gemiddelde aanwezigheid van de regelmatige leerlingen tijdens de telperiode.De gemiddelde aanwezigheid wordt naar beneden afgerond. HOOFDSTUK 4. Behoud

Art. 12.Met toepassing van de artikelen 116 en 121 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die voor de school als geheel voldoet aan artikel 11, de types die ze organiseert behouden als elk type afzonderlijk op de eerste schooldag van februari van het voorgaande schooljaar de behoudsnorm bereikt zoals aangegeven in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 13.Met toepassing van artikelen 117 en 121 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school die type 2 en 4 organiseert deze types behouden als een van beide types de norm 11 bereikt wanneer de school gelegen is in een gemeente met minder dan 75 inwoners per km2, en de norm 14 als de school gelegen is in een gemeente met 75 inwoners en meer per km2. Voor het andere type gelden respectievelijk de normen 3 en 4.

Art. 14.Met toepassing van artikel 118 van het decreet kan een gefinancierde of gesubsidieerde school voor type 5 waar twee taalafdelingen bestaan of waar de onderwijstaal niet het Nederlands is, gefinancierd of gesubsidieerd blijven als per school en/of per taalafdeling de norm van 6 leerlingen wordt bereikt. HOOFDSTUK 5. Sancties

Art. 15.Onverminderd de toepassing van artikel 174 van het decreet, worden de misbruiken bij het tellen van de regelmatige leerlingen voor rationalisatie-, programmatie- en behoudsnormen die vastgesteld zijn door het departement met toepassing van de artikelen 177, 1, 9° van het decreet bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur. De mededeling verwijst naar de mogelijke sancties.

Art. 16.1. Binnen een termijn van 30 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven kan het schoolbestuur bij het departement een verweerschrift indienen. De betekening wordt geacht te gebeuren de derde werkdag na het versturen van het aangetekend schrijven. De herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op. 2. Na ontvangst van het verweerschrift en uiterlijk na 60 kalenderdagen na de betekening van het aangetekend schrijven bedoeld in 1, legt het departement Onderwijs eventueel een dossier met een voorstel tot sanctie voor aan de minister.

Art. 17.Binnen een termijn van drie maanden na de betekening van de in artikel 15 bedoelde aangetekende brief, neemt de minister een beslissing omtrent een sanctie. Die beslissing wordt bij aangetekend schrijven meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur. Na het verstrijken van deze termijn wordt er verondersteld dat er geen sanctie opgelegd wordt. HOOFDSTUK 6. Overgangsbepalingen

Art. 18.Scholen, vestigingsplaatsen en/of types die door de toepassing van artikel 115 van het decreet op de eerste schooldag van februari 1997 niet voldeden aan de normen van dit besluit, maar wel voldoen op de laatste schooldag van september 1997 blijven gedurende het schooljaar 1997-1998 verder gefinancierd of gesubsidieerd. Indien dit niet het geval is, kan voor een verdere financiering of subsidiëring in toepassing van artikel 125, 2 van het decreet een afwijking wegens uitzonderlijke omstandigheden worden toegestaan door de Vlaamse regering. HOOFDSTUK 7. Opheffingsbepalingen

Art. 19.Met toepassing van artikel 183, 5° van het decreet worden de artikelen 10, 3, 4, 5, 11, 12, 2, 13, 14, 18 en 21, 1, 2° van het koninklijk besluit nr. 439 van 11 augustus 1986 houdende de rationalisatie en programmatie van het buitengewoon onderwijs,gewijzigd bij de decreten van 5 juli 1989, 28 april 1993, en het besluit van de Vlaamse regering van 22 december 1993, opgeheven.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.

Art. 21.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 juni 1997.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^