Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 juli 2015
gepubliceerd op 17 augustus 2015

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs

bron
vlaamse overheid
numac
2015036048
pub.
17/08/2015
prom.
17/07/2015
ELI
eli/besluit/2015/07/17/2015036048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002036139 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, artikel 96, § 2, 6° ;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst", artikel 29, artikel 30, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 september 1993, 30 oktober 2009 en 3 oktober 2014, artikel 31, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2009, en artikel 33, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2009;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", artikel 42, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 1993;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002036139 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 juli 2015;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het niet-rechtzetten van een foutieve bepaling in het decreet van 19 juni 2015Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/06/2015 pub. 21/08/2015 numac 2015036059 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onderwijs XXV sluiten voor de Vlaamse overheid niet te honoreren budgettaire gevolgen zou hebben en het retroactief rechtzetten van de vergissing na 1 september 2015 voor de betrokkenen rechtsonzekerheid zou creëren, en dat de vergadering van de Vlaamse Regering van 17 juli 2015 derhalve de laatste mogelijkheid is om de vergissing recht te zetten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002036139 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs sluiten betreffende de bepaling van het aanwendingspercentage van het aantal uren-leraar in het deeltijds kunstonderwijs, gewijzigd bij de decreten van 18 december 2009 en 23 december 2010 en het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2014, worden vervangen door wat volgt: "

Artikel 1.Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 29 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende kunst", mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 ten hoogste 85 % aanwenden.

Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 30 van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 ten hoogste 92 % aanwenden.

Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 31, § 1, van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 ten hoogste 92 % aanwenden.

Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 33 van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 ten hoogste 95 % aanwenden.

Wat het aantal uren-leraar van de vrijgestelden van een vak in de studierichting beeldende kunst betreft, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2011-2012 ten hoogste 85 % aanwenden tenzij de leerling hetzij een individueel aangepast curriculum volgt conform artikel 7, § 4ter, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichting "Beeldende Kunst", hetzij een aangepast lessenrooster volgt conform artikel 7, § 4quater, van hetzelfde besluit. Elk vak waarvoor de leerling is vrijgesteld, wordt daarbij in rekening gebracht.

Art. 2.Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 42, § 1, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 wat de lagere graad betreft ten hoogste 95 % aanwenden en wat de middelbare graad betreft ten hoogste 92 %.

Van het aantal uren-leraar, verkregen met toepassing van artikel 42, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2002-2003 wat de lagere graad betreft ten hoogste 92 % aanwenden en wat de middelbare graad betreft ten hoogste 95 %.

Wat het aantal uren-leraar van de vrijgestelden van een vak in de studierichtingen muziek, woordkunst of dans betreft, mogen de instellingen vanaf het schooljaar 2011-2012 ten hoogste 70 % aanwenden tenzij de leerling hetzij een individueel aangepast curriculum volgt conform artikel 26ter van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs, studierichtingen "Muziek", "Woordkunst" en "Dans", hetzij een aangepast lessenrooster volgt conform artikel 26quater van hetzelfde besluit. Elk vak waarvoor de leerling is vrijgesteld, wordt daarbij in rekening gebracht.

De bepalingen van het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing op de instellingen die gevestigd zijn in de negentien gemeenten van het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.".

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 2 september 2015.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 juli 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Onderwijs, H. CREVITS

^