gepubliceerd op 04 augustus 2023
Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de diensten voor gezinszorg ter compensatie van het verlies aan subsidies door diverse crisissen
17 FEBRUARI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een subsidie aan de diensten voor gezinszorg ter compensatie van het verlies aan subsidies door diverse crisissen
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het Woonzorg
decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/02/2019
pub.
03/05/2019
numac
2019030252
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de woonzorg
sluiten, artikel 55, § 1, eerste lid, en artikel 56, gewijzigd bij het decreet van 20 december 2019.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 23 december 2023; - De Raad van State heeft advies 72.879/3 gegeven op 2 februari 2023, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035841 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap « Zorg en Gezondheid » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";2° besluit van 28 juni 2019: het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2019 pub. 21/11/2019 numac 2019042384 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers. HOOFDSTUK 2. - Compensatie voor het verlies aan subsidies voor gezinszorg door de COVID-19-pandemie
Art. 2.§ 1. Aan de diensten voor gezinszorg wordt een subsidie van 7.295.442 euro (zeven miljoen tweehonderdvijfennegentigduizend vierhonderdtweeënveertig euro) toegekend vanuit begrotingsartikel GE0/1GHF2TH/WT, basisallocatie GD348, van het begrotingsjaar 2022.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, is ter compensatie van het verlies aan inkomsten uit subsidies tijdens de COVID-19-epidemie in het eerste kwartaal van 2022.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt evenredig verdeeld tussen de diensten voor gezinszorg op basis van het toegewezen urencontingent gezinszorg van 2022. § 2. De subsidie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, heeft betrekking op de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 maart 2022. § 3. De subsidie, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, wordt voor het jaar 2022 aan de diensten toegekend samen met het saldo, vermeld in artikel 66, eerste lid, van bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019.
Art. 3.Een dienst voor gezinszorg waarvan het aantal geholpen gebruikers, vermeld in artikel 54, § 2, van bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019, in 2021 lager is dan het aantal in 2019 of 2020, kan aan het agentschap vragen om de subsidies, vermeld in artikel 52, eerste lid, 2° en 4°, van de voormelde bijlage, die betrekking hebben op het jaar 2022, te berekenen op basis van het aantal geholpen gebruikers in 2019 of 2020.
De dienst die de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, wil toepassen, kan uiterlijk op 1 april 2023 een aanvraag indienen met een formulier dat het agentschap daarvoor op zijn website ter beschikking stelt.
Art. 4.Een dienst voor gezinszorg waarvan het aantal geholpen gebruikers, vermeld in artikel 54, § 2, van bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019, in 2022 lager is dan het aantal in 2019, 2020 of 2021, kan aan het agentschap vragen om de subsidies, vermeld in artikel 52, eerste lid, 2° en 4°, van de voormelde bijlage, die betrekking hebben op het jaar 2023, te berekenen op basis van het aantal geholpen gebruikers in 2019, 2020 of 2021.
De dienst die de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, wil toepassen, kan uiterlijk op 1 oktober 2023 een aanvraag indienen met een formulier dat het agentschap daarvoor op zijn website ter beschikking stelt.
Art. 5.Een dienst voor gezinszorg die in 2020 de mogelijkheid, vermeld in artikel 10, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020 tot bepaling van een aantal maatregelen ter ondersteuning van de diensten voor gezinszorg naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, niet heeft toegepast, kan aan het agentschap vragen om de compensatie voor het verlies aan subsidies voor schoonmaakhulp, karweihulp en oppashulp voor het jaar 2020, die zijn uitgevoerd met toepassing van artikel 6 van het voormelde besluit, opnieuw te berekenen met andere gegevens dan die van het jaar 2019, als hij van oordeel is dat de gegevens van 2019 niet representatief zijn en afwijken van een normaal werkingsjaar.
De dienst die de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, wil toepassen bezorgt voor 1 april 2023 een gemotiveerde aanvraag, samen met de nodige bewijsstukken, aan het agentschap. Het agentschap onderzoekt de aanvraag en de bewijsstukken en kan bijkomende informatie vragen aan de dienst. De administrateur-generaal van het agentschap brengt de dienst voor 1 mei 2023 op de hoogte van de beslissing om al dan niet in te gaan op de vraag om de compensatie, vermeld in het eerste lid, opnieuw te berekenen met andere gegevens.
In voorkomend geval vermeldt die beslissing welke gegevens gebruikt worden ter vervanging van de gegevens van 2019.
De extra uitgaven voor de compensatie voor het verlies aan subsidies voor schoonmaakhulp, karweihulp en oppashulp voor het jaar 2020 als gevolg van de herberekeningen, vermeld in het tweede lid, worden voor het jaar 2022 binnen de beschikbare begrotingskredieten toegekend vanuit begrotingsartikel GE0/1GHF2TH/WT, basisallocatie GD348, van het begrotingsjaar 2022. De bijkomende compensatie voor het jaar 2020 wordt aan de diensten toegekend samen met het saldo, vermeld in artikel 66, eerste lid, van bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019. HOOFDSTUK 3. - Extra subsidies aan de diensten voor gezinszorg voor de stijgende brandstofkosten en inflatie
Art. 6.De diensten voor gezinszorg ontvangen voor het werkjaar 2022 een extra subsidie van 0,0397 euro voor elke kilometer die het verzorgend personeel, het logistieke personeel of de doelgroepwerknemer voor de dienst heeft afgelegd met een privéwagen in 2021.
In het eerste lid wordt verstaan onder het aantal afgelegde kilometers: het aantal kilometers dat de diensten voor gezinszorg in 2022 gemeld hebben aan het agentschap conform artikel 60, § 3, eerste lid, van bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt voor het jaar 2022 aan de diensten toegekend samen met het saldo, vermeld in artikel 66, eerste lid, van de voormelde bijlage.
Art. 7.De subsidiebedragen, vermeld in bijlage 2 bij het besluit van 28 juni 2019, die geïndexeerd worden conform artikel 58, § 3, derde lid, van de voormelde bijlage, worden in 2022 geïndexeerd conform artikel 69 van de voormelde bijlage.
Het eerste lid is niet van toepassing op de subsidie, vermeld in artikel 82 van de voormelde bijlage. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2022.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 februari 2023.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, H. CREVITS