gepubliceerd op 25 februari 2022
Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van subsidies aan de havenbedrijven voor de aanleg en de instandhouding, met inbegrip van het verwerken van de specie, het onderhoud en de exploitatie van de zeesluizen die binnen de havengebieden liggen
17 DECEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van subsidies aan de havenbedrijven voor de aanleg en de instandhouding, met inbegrip van het verwerken van de specie, het onderhoud en de exploitatie van de zeesluizen die binnen de havengebieden liggen
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het
decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
02/03/1999
pub.
08/04/1999
numac
1999035415
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens
sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, artikel 29bis, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2001 en gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, en artikel 34.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 15 december 2021.
Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie; - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.Een subsidie van maximaal 22.027.647,96 euro wordt jaarlijks toegekend vanuit begrotingsartikel MB0/1MI-H-2-UA/WT met basisallocatie MB0 MI026 3122 - EXPLOITATIESUBSIDIES AAN DE AUTONOME EN GEMEENTELIJKE HAVENBEDRIJVEN aan de volgende begunstigden: 1° Havenbedrijf Antwerpen, nv van publiek recht, Zaha Hadidplein 1, 2030 Antwerpen KBO-nummer: 0248.399.380; 2° Maatschappij van de Brugse Zeehaven, nv van publiek recht, Isabellalaan 1, 8380 Zeebrugge;KBO-nummer: 0205.097.392; 3° Haven Oostende, nv van publiek recht, Slijkensesteenweg 2, 8400 Oostende, KBO nummer 0259.978.212.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt tussen de havenbedrijven op de volgende wijze verdeeld: 1° Havenbedrijf Antwerpen: 17.823.315,73 euro (16.273.009,52 euro regulier onderhoud + 1.550.306,21 euro afschrijvingen); 2° Maatschappij van de Brugse Zeehaven: 3.641.048,87 euro (3.502.056,44 euro regulier onderhoud + 138.992,43 euro afschrijvingen); 3° Haven Oostende: 563.283,36 euro.
Het budget dat voor de jaarlijkse toekenning van subsidies beschikbaar is, is maximaal gelijk aan de jaarlijkse begrotingskredieten voor exploitatiesubsidies aan de autonome en gemeentelijke havenbedrijven.
Dit maximum kan met andere woorden jaarlijks opnieuw worden geëvalueerd en worden bijgesteld, of kan worden herzien naar aanleiding van begrotingsmaatregelen in het kader van het algemeen begrotingsbeleid.
Art. 2.De subsidie, vermeld in artikel 1, kan jaarlijks worden toegekend in jaar 2021 tot en met 2024.
Art. 3.De subsidie, vermeld in artikel 1 van dit besluit, is de financiële ondersteuning om in de periode, vermeld in artikel 2 van dit besluit, de volgende activiteiten, overeenkomstig artikel 29bis van het decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/1999 pub. 08/04/1999 numac 1999035415 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, te realiseren: 1° Regulier onderhoud van de zeesluizen.Onder regulier onderhoud wordt verstaan: a) het dagelijks onderhoud;b) de onderhoudswerken die regelmatig voorkomen met een korte of middellange tussentijd.2° Niet-regulier onderhoud.De criteria voor niet-regulier onderhoud zijn omschreven in bijlage 1 bij dit besluit.
Alle kostencomponenten worden geclassificeerd naar kostensoort, zijnde: ? Onderhoudswerken; ? Algemene kosten; ? Elektriciteit; ? Gebouwen.
De afschrijvingen voor niet regulier onderhoud voor de toepassing van dit besluit in de periode, vermeld in artikel 2, zijn per haven opgelijst in bijlage 2 bij dit besluit.
Art. 4.Activiteiten waarvoor met toepassing van andere regelingen van het Vlaamse Gewest of andere overheden subsidies worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie, vermeld in artikel 1, als dat ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit meer dan één keer worden gesubsidieerd.
Art. 5.Door de activiteiten, vermeld in artikel 3, te realiseren wordt bijgedragen aan het beleid van de Vlaamse Regering dat betrekking heeft op de havengebieden. Voor een concretisering van de bij decreet of bij uitvoeringsbesluit ervan vastgestelde regels kunnen, als dat noodzakelijk is, conform artikel 34 van het decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/1999 pub. 08/04/1999 numac 1999035415 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens, praktische afspraken worden opgenomen in afzonderlijke overeenkomsten die tussen het Vlaamse Gewest en elk van de begunstigden opgesteld worden.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, legt jaarlijks het uit te betalen subsidiebedrag voor elke begunstigde, vermeld in artikel 1, in een ministerieel besluit vast. Het ministerieel besluit van 2022, 2023 en 2024 wordt opgemaakt na evaluatie van het voorgaande jaar en wordt voor advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën.
Art. 7.De subsidie, vermeld in artikel 1, wordt op basis van het ministerieel besluit, vermeld in artikel 6, in één keer uitbetaald binnen dertig dagen na de ondertekening van het voormelde besluit.
Als de verantwoording, vermeld in artikel 8, als niet of niet geheel voldoende wordt beoordeeld, wordt het niet of niet voldoende verantwoorde subsidiebedrag teruggevorderd.
Art. 8.De begunstigden, vermeld in artikel 1, dienen jaarlijks een functionele en financiële verantwoording in van de subsidie, vermeld in artikel 1. In die functionele en financiële verantwoording wordt aangetoond dat, of in welke mate, de activiteiten waarvoor de subsidie wordt toegekend, gerealiseerd zijn.
De verantwoording, vermeld in het eerste lid, bevat de nodige details zodat met behulp van de rekenbladen die tijdens de doelmatigheidsstudie ontwikkeld zijn, de kosten gealloceerd kunnen worden.
De begunstigde, vermeld in artikel 1, bezorgt de verantwoording, vermeld in het eerste lid, uiterlijk zes maanden na het einde van het kalenderjaar op elektronische wijze aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, kan een deskundig onderzoek laten verrichten naar de naleving van dit besluit.
Om het onderzoek, vermeld in het eerste lid, uit te voeren, wijst de Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, de deskundigen aan waaronder minstens één expert op het gebied van financieel-administratieve controle. De begunstigde, vermeld in artikel 1, is verplicht aan de voormelde deskundigen alle medewerking te verlenen die nodig is voor het onderzoek.
Art. 10.In de volgende gevallen kan de Vlaamse Regering de subsidie, vermeld in artikel 1, volledig of gedeeltelijk intrekken: 1° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, heeft niet voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de subsidie;2° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, heeft onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt en het verstrekken van juiste en volledige gegevens zou tot een andere beslissing over de aanvraag tot subsidiëring hebben geleid;3° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, verhindert de onderzoeken, vermeld in artikel 9 van dit besluit;4° de subsidie is verleend in strijd met de bepalingen van het decreet van 2 maart 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/03/1999 pub. 08/04/1999 numac 1999035415 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende het beleid en het beheer van de zeehavens sluiten houdende het beleid en het beheer van de zeehavens of dit besluit, en de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, wist dat of behoorde dat te weten;5° conform artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie wordt de subsidiëring door een onherroepelijke beschikking van de Europese Commissie onverenigbaar geacht, ongeacht of ze door het Vlaamse Gewest is aangemeld of niet;6° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, heeft andere financiële steun ontvangen voor de opdracht;7° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, heeft bedrog of misbruik gepleegd;8° de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, heeft de bepalingen van de afzonderlijke overeenkomst, vermeld in artikel 5 van dit besluit, niet nageleefd;9° uit analyse van de jaarlijks ingediende functionele en financiële verantwoording van de begunstigde, vermeld in artikel 1 van dit besluit, blijkt dat het toegekende bedrag via ministerieel besluit hoger is dan het functioneel verantwoord bedrag.
Art. 11.Als de subsidie, vermeld in artikel 1, volledig of gedeeltelijk wordt ingetrokken, wordt de begunstigde, vermeld in artikel 1, met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing om de subsidie volledig of gedeeltelijk in te trekken.
De intrekking werkt terug tot en met het tijdstip waarop de uit te betalen subsidie is vastgesteld in het ministerieel besluit, vermeld in artikel 6, tenzij de Vlaamse Regering dat bij de gehele of gedeeltelijke intrekking anders heeft bepaald.
Het bedrag dat te veel is uitgekeerd, wordt teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke verwijlintrest. Alle bedragen, met inbegrip van de interest, zijn onmiddellijk en zonder verdere ingebrekestelling opeisbaar.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 december 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld