Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 december 2010
gepubliceerd op 10 februari 2011

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO

bron
vlaamse overheid
numac
2011200189
pub.
10/02/2011
prom.
17/12/2010
ELI
eli/besluit/2010/12/17/2011200189/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 20/07/2009 numac 2009035655 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs sluiten betreffende het secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, artikelen 6 en 7, § 1, tweede lid, en § 2;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 19 juli 2010;

Gelet op het advies 48.581/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 20/07/2009 numac 2009035655 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs sluiten betreffende het secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs;2° Commissie HBO : de commissie vermeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I van het decreet;3° afdeling : de afdeling Hoger Onderwijs van het Departement

Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming;4° instelling : een onderwijsinstelling die, krachtens het decreet, één of meer opleidingen aanbiedt die leiden tot een kwalificatie van niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;6° advies onderwijskwalificatie : advies bedoeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I, artikel 8 van het decreet;7° advies macrodoelmatigheid : advies bedoeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I, artikel 9 van het decreet;

Art. 2.Bij de afdeling wordt er een Commissie HBO opgericht.

Art. 3.De minister benoemt en ontslaat de leden van de Commissie HBO. De benoeming en het ontslag worden gemeld aan de Vlaamse Regering.

De leden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Na afloop van de eerste periode zijn de leden eenmaal herbenoembaar voor een nieuwe periode van drie jaar.

De leden van de Commissie HBO zijn onafhankelijk ten opzichte van de aanbieders van HBO5. Personeelsleden die onder het gezag van de Vlaamse Regering staan, kunnen geen lid zijn van de Commissie HBO. De minister kan alleen een lid ontslaan wegens onbekwaamheid voor het vervullen van de functie, wegens kennelijke nalatigheid of wegens een andere zwaarwegende reden die betrekking heeft op de persoon zelf.

Daarnaast kan een lid ontslagen worden op zijn eigen verzoek.

Art. 4.De werkende leden kunnen zich laten vervangen door een plaatsvervangend lid.

De wisselende leden worden alleen uitgenodigd op de vergaderingen van de Commissie HBO als de dossiers van de Commissie HBO handelen over opleidingen die leiden tot een beroep in de sector die ze vertegenwoordigen. De SERV draagt die leden voor.

Art. 5.De secretaris van de Commissie HBO wordt, in overleg met de voorzitter, aangewezen door de minister.

Art. 6.De zetel van de Commissie HBO is gevestigd in de lokalen van de afdeling.

Art. 7.De voorzitter van de Commissie HBO kan een instelling vragen, binnen een door de Commissie HBO aangegeven termijn, nadere inlichtingen en verduidelijkingen te verschaffen bij een voorgelegd dossier en eventueel aanvullende documenten te bezorgen als de Commissie HBO of een daarin ingestelde werkgroep van oordeel is dat de voorliggende stukken onvoldoende zijn om een gefundeerd advies te verstrekken.

Art. 8.De Commissie HBO bepaalt haar interne werkwijze en eventuele interne taakverdeling. Ze kan die vastleggen in een reglement van inwendige orde, dat wordt meegedeeld aan de minister.

De afdeling en de voorzitter van de Commissie HBO bepalen samen de wijze waarop zij hun taken voor de Commissie HBO uitvoeren.

Art. 9.De leden van de Commissie HBO zijn voor de gegevens die voortvloeien uit de werkzaamheden van de Commissie HBO, tot geheimhouding verplicht, behalve als een wettelijk voorschrift hen verplicht deze gegevens bekend te maken.

Ze verstrekken geen informatie over ingediende dossiers noch over de werkzaamheden van de Commissie HBO aan derden.

Alleen de voorzitter of, indien van toepassing, zijn plaatsvervanger is gemachtigd toelichting te geven over het advies nadat de Commissie HBO haar advies aan de minister heeft verstrekt.

Art. 10.De Commissie HBO streeft naar een consensus bij het bepalen van haar adviezen. Als de consensus niet wordt bereikt, kan de Commissie HBO alleen een geldige beslissing nemen als een meerderheid van de leden ermee instemt. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter de doorslaggevende stem.

De Commissie HBO kan geldig beslissen als de meerderheid van de leden aanwezig is.

De adviezen van de Commissie HBO worden tegelijkertijd meegedeeld aan de Vlaamse Regering en aan de instelling in kwestie.

Art. 11.§ 1. De kosten van de Commissie HBO komen voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder de kosten worden volgende bedragen verstaan : 1° de kosten voor de vergaderingen;2° de forfaitaire vergoeding voor reis- en verblijfskosten van de voorzitter en de leden, en voor de representatiekosten van de voorzitter en andere algemene kosten;3° het honorarium van de voorzitter en de leden als vergoeding voor de geleverde prestaties. § 2. Het honorarium van de werkende leden is vastgesteld op 6000 euro op jaarbasis. De forfaitaire kostenvergoeding van de werkende leden is vastgesteld op 1500 euro op jaarbasis. Het honorarium van de werkende voorzitter is vastgesteld op 9000 euro op jaarbasis. De forfaitaire kostenvergoeding van de werkende voorzitter is vastgesteld op 3000 euro op jaarbasis.

Deze honoraria en de forfaitaire kostenvergoedingen worden enkel volledig uitbetaald indien het lid of de voorzitter minstens 80 % van de adviezen macrodoelmatigheid en onderwijskwalificatie van dat jaar behandeld heeft. Indien het lid of de voorzitter minder dan 80 % van de adviezen van dat jaar behandelde, wordt het honorarium en de onkostenvergoeding evenredig met het aantal behandelde adviezen bepaald. § 3. De plaatsvervangende en wisselende leden ontvangen een forfaitaire vergoeding van 180 euro per advies macrodoelmatigheid of advies onderwijskwalificatie.

De vergoeding van een plaatsvervangende lid is gelimiteerd tot 80 % van de som van het honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend lid, behalve indien de vervanging betrekking had op een volledig jaar.

De vergoeding van een plaatsvervangende voorzitter is gelimiteerd tot 80 % van de som van het honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend voorzitter, behalve indien de vervanging betrekking had op een volledig jaar. § 4. De bedragen, vermeld in paragraaf 2 en 3, zijn brutobedragen en worden niet geïndexeerd.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2010.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 december 2010.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET

^