gepubliceerd op 03 april 2001
Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media
16 MAART 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media
De Vlaamse regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995, inzonderheid op artikel 116quater, § 1 ingevoegd bij het decreet van 17 december 1997;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media;
Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 22 januari 2001;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 2 februari 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State nummer 31.276/3, gegeven op 6 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de vaststelling van de procedure voor het Vlaams Commissariaat voor de Media wordt een artikel 15bis ingevoegd dat luidt als volgt : «
Art. 15bis.Om ontvankelijk te zijn, omvat de aanvraag tot erkenning van een telewinkelomroep : 1° de statuten zoals ze verschenen zijn in het Belgisch Staatsblad en een afschrift van de akte van oprichting;2° een afschrift van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde lijst van de bestuurders/beheerders met hun functie in de vennootschap/vereniging;3° een opgave van de plaats waar de maatschappelijke zetel, de exploitatiezetel en het hoofdkantoor gelegen zijn, alsook van de plaats waar de programmeringsbesluiten genomen worden en waar het personeel werkzaam is;4° een nota waarin de aanvrager zijn doelstellingen en werking nader omschrijft;5° een gedetailleerd uitzendschema en programma-aanbod;6° een opgave van het grafisch logo, van de herkenningsmelodie, van de oorspronkelijke herkenningsbeelden, evenals alle andere identificatiegegevens.De herkenningsmelodie en -beelden worden in twee exemplaren op een courant beschikbare audiovisuele drager bezorgd; 7° voor zover ze via kabel hun omroepprogramma's zullen verspreiden, een verklaring van één of meer verdelers die principieel bereid zijn de omroepprogramma's van de aanvrager door te geven of het bewijs dat ze met het oog op de doorgifte van hun omroepprogramma's een aanvraag hebben ingediend, waarover negatief werd beslist of waarop binnen een termijn van twee maanden geen antwoord is gekomen;8° een opgave van de financiële structuur en van de aandeelhoudersstructuur, voorzover het een vennootschap betreft;9° een gedetailleerd financieringsplan.»
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Mediabeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 maart 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN