Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 maart 2001
gepubliceerd op 30 maart 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 2000 tot vaststelling van een vergoedingenregeling ter uitvoering van artikel 15, 15bis, 15ter, 15sexies, § 1 en § 3 en 15septies van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van het hetzelfde decreet

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035317
pub.
30/03/2001
prom.
16/03/2001
ELI
eli/besluit/2001/03/16/2001035317/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MAART 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 2000 tot vaststelling van een vergoedingenregeling ter uitvoering van artikel 15, 15bis, 15ter, 15sexies, § 1 en § 3 en 15septies van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van het hetzelfde decreet


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op artikel 15sexies, § 1, ingevoegd bij het decreet van 11 mei 1999;

Gelet op het decreet op het natuurbehoud : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

Gelet op de verordening van de raad (EG) nr. 1257/1999 van 17 mei 1999 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Gelet op de verordening (EG) Nr. 1750/1999 van de commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de Verordening (EG) nr. 1257/1999 van 17 mei 1999 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL);

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 2000 tot vaststelling van een vergoedingenregeling ter uitvoering van artikel 15, 15bis, 15ter, 15sexies, § 1 en § 3 en 15septies van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van hetzelfde decreet;

Overwegende de richtlijn van de raad (91/676/EEG) van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen;

Overwegende dat bij beschikking van de Commissie van 6 oktober 2000 goedkeuring wordt gegeven aan het programma voor plattelandsontwikkeling in Vlaanderen - periode 2000-2006 - in toepassing van de Verordening (EG) nr. 1257/1999;

Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 15 februari 2001;

Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 26 januari en 13 februari 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - het decreet van 3 maart 2000 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 2000; - dat hierbij de reeds aangeduide gebieden waar gebiedsgerichte verscherpingen gelden in het meststoffendecreet van 20 december 1995 werden behouden en dat door wijzigingen van het voornoemde decreet onmiddellijk nieuwe bepalingen en beperkingen van kwetsbare zones zijn opgelegd; - dat deze verscherpte maatregelen in de kwetsbare zones water noodzakelijk zijn met het oog op het bereiken van de doelstelling inzake de waterkwaliteit conform de richtlijn van de raad (91/676/EEG) van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen en dat deze maatregelen financieel dienen te worden ondersteund indien de bijdrage tot het bereiken van de doelstelling wordt aangetoond; - dat het ten gevolge van de verscherpte maatregelen in de kwetsbare gebieden natuur en de erbij horende beperkingen op het gebruik van landbouwgrond in deze gebieden ten einde een bijzondere milieukwaliteit te behalen ten opzichte van de basismilieukwaliteit in de rest van Vlaanderen, het nodig is steun te verlenen aan de landbouwers om de specifieke problemen op te lossen die de desbetreffende beperkingen voor hen meebrengen; - de goedkeuring op 6 oktober 2000 van het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling voor het Vlaamse Gewest met betrekking tot de programmeringsperiode 2000-2006, waardoor vergoedingen kunnen worden uitbetaald aan landbouwers met cofinanciering van Europa; - opdat deze vergoedingen zouden kunnen worden betaald de landbouwers met de overheid beheersovereenkomsten dienen af te sluiten met resultaatsverbintenis. Om deze resultaatsverbintenis te kunnen realiseren dienen de landbouwers voor 15 december 2000 de bodems van hun percelen te laten analyseren tot 90 cm diepte met bepaling van het nitraatgehalte. De datum van 15 december 2000 is evenwel verlengd tot 31 december 2000 om logistieke redenen. Teneinde het recht van de landbouwers op vergoeding ook voor deze periode te laten gelden, is een aanpassing van het besluit noodzakelijk; - om logistieke redenen is er achterstand opgelopen bij het afsluiten van de beheersovereenkomsten waardoor het vorderen van de vergoedingen zoals voorzien in art. 4 van het besluit van 10 november 2000 onmogelijk kan gebeuren voor 31 januari 2001. Teneinde het recht van de landbouwers op vergoeding ook voor deze periode te laten gelden is een aanpassing van het besluit noodzakelijk;

Gelet op het advies van de Raad van State (31.354/3), gegeven op 6 maart 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In art. 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 2000 tot vaststelling van een vergoedingenregeling ter uitvoering van artikel 15, 15bis, 15ter, 15sexies, § 1 en § 3 en 15septies van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van hetzelfde decreet, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2 De beheersovereenkomst water omvat steeds 5 opeenvolgende bemestingsplannen en nitraatresidubepalingen. Voor het jaar 2001 kan de beheersovereenkomst water aanvangen met een nitraatresidubepaling, gebaseerd op een staalname uitgevoerd tussen 1 oktober 2000 en 31 december 2000 op voorwaarde dat het nitraatresidu lager is dan 90 kg N per ha, en eindigen met een bemestingsplan met betrekking tot het jaar 2005. Vanaf het jaar 2002 vangt de beheersovereenkomst water aan met een bemestingsplan, gevolgd door een nitraatresidubepaling.Deze mogelijkheid kan ook toegepast worden voor het jaar 2001.

De beheersovereenkomst natuur heeft steeds betrekking op een volledig jaar en vangt aan op 1 januari. Voor het jaar 2001 vangt de beheersovereenkomst natuur aan op 1 januari 2001 en loopt voor de duur van 5 opeenvolgende jaren tot 31 december of op 1 oktober 2000 tot 30 september 2005. Deze laatste overeenkomsten kunnen gevolgd worden door nieuwe overeenkomsten welke starten op 1 oktober 2005.

Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, kan de beheersovereenkomst niet met terugwerkende kracht worden gesloten. De beheerder dient zich voor de volledige duur van de beheersovereenkomst te houden aan de erin vermelde verplichtingen. »

Art. 2.In art. 3, § 1, derde lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "twee maanden" vervangen door "3 maanden".

Art. 3.Aan art. 4 van hetzelfde besluit, wordt een § 1bis toegevoegd die luidt als volgt : « § 1bis. Voor het vorderen van de vergoedingen 2000, wordt de termijn van 31 januari 2001 verlengd tot 1 maand na het afsluiten van de beheersovereenkomst. » .

Art. 4.In art. 4 van hetzelfde besluit, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 7 van dit besluit, is een vergoeding verschuldigd na goedkeuring van de berekeningsbladen door de VLM. Indien de VLM vaststelt dat de berekening foutief is, verbetert zij de berekening en brengt de beheerder hiervan op de hoogte en motiveert zij de verbetering. De vergoeding wordt uitbetaald door de VLM uiterlijk vier maanden na afloop van het jaar, waarop de vergoeding betrekking heeft. Vanaf 1 mei heeft de beheerder recht op interesten op de niet uitbetaalde vergoedingen aan wettelijke intrestvoet.

Voor de beheersovereenkomsten water die overeenkomstig art. 2, § 2 aanvangen met een nitraatresidubepaling gebaseerd op een staalname tussen 1 oktober 2000 en 31 december 2000, is de betalingstermijn 1 september 2001 en vanaf 1 oktober 2001 heeft de beheerder recht op interesten, zijnde na het opstellen van het bemestingsplan en het bijhouden van het bemestingsregister.

Voor de beheersovereenkomsten natuur met aanvang 1 oktober 2000, is de betalingstermijn voor 1 september 2001 en vanaf 1 oktober 2001 heeft de beheerder recht op interesten. » .

Art. 5.In art. 13, § 2, tweede lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "uit een landbouw- of milieuprogramma van de Europese Unie" vervangen door "uit een landbouw- of milieuprogramma van de Europese Unie of het Programma voor plattelandontwikkeling".

Art. 6.In artikel 18, § 3 van hetzelfde besluit, worden de woorden "afdeling Natuur" vervangen door "afdeling Water".

Art. 7.In art 19, § 5 van hetzelfde besluit wordt de zin "Voor het jaar 2000 wordt de staalname-periode verlengd van 15 november tot en met 15 december." vervangen door de zin "Voor het jaar 2000 wordt de staalnameperiode verlengd van 15 november tot en met 31 december.".

Art. 8.In art. 21 van hetzelfde besluit, wordt § 2 vervangen door wat volgt : « In de beheerspakketten water 170 N en de beheerspaketten water 140 N wordt het basisbedrag gelijk gesteld aan 420 euro per ha voor grasland en 295 euro per ha voor bouwland indien de opgelegde beperking van het gebruik van dierlijke mest gelijk is aan 170 kg N. Deze bedragen zijn respectievelijk 520 euro voor grasland en 345 euro voor bouwland indien de opgelegde beperking van het gebruik van dierlijke mest gelijk is aan 140 kg N. Vanaf 1 januari 2003 is het gebruik van N uit dierlijke mest steeds beperkt tot 140 kg N. Het aanmoedigingssupplement wordt bepaald in functie van het bekomen nitraatresidu zoals bedoeld in artikel 19, § 5. »

Art. 9.Aan art. 21 van hetzelfde besluit, wordt een § 5 toegevoegd die luidt als volgt : « § 5. Indien meerdere staalnemingen noodzakelijk zijn voor eenzelfde perceel dan wordt de vergoeding en het aanmoedigingsupplement slechts uitbetaald indien uit alle staalnemingen blijkt dat het nitraatresidu over de ganse oppervlakte van het perceel waarop de beheerovereenkomst slaat voldoet aan de voorwaarden van § 4. Indien dit zo is dan wordt met de uitslag van elk staal afzonderlijk rekening gehouden voor het bepalen van het basisbedrag en het aanmoedigingsupplement in verhouding tot de oppervlakte waarop het staal betrekking heeft. »

Art. 10.In art. 26 § 3 van hetzelfde besluit, wordt na het woord "natuur" de woorden "of water" ingevoegd.

Art. 11.In art. 29 van hetzelfde besluit, wordt in de tweede kolom van de tabel op de voorlaatste rij het getal "500" vervangen door "50".

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.

Art. 13.De Vlaamse minister bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 maart 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw Mevr. V. DUA

^