Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 juni 2017
gepubliceerd op 15 september 2017

Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie assistent plantaardige productie

bron
vlaamse overheid
numac
2017013066
pub.
15/09/2017
prom.
16/06/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot erkenning van de beroepskwalificatie assistent plantaardige productie


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 16/07/2009 numac 2009035656 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de kwalificatiestructuur sluiten betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011;

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen, gegeven op 19 mei 2017;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 juni 2017;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De beroepskwalificatie van assistent plantaardige productie, ingeschaald op niveau 2 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, waarvan de beschrijving is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, wordt erkend.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Onderwijs, H. CREVITS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS Bijlage Beschrijving van de beroepskwalificatie van assistent plantaardige productie (0278) als vermeld in artikel 1 1. GLOBAAL a.Titel Assistent plantaardige productie b. Definitie Helpt bij de verzorging van land- en tuinbouwteelten volgens de hygiëne-, veiligheids- en milieuvoorschriften teneinde een economisch rendabele productie te bewerkstelligen c.Niveau 2 d. Jaartal 2017 2.COMPETENTIES 2.1 Opsomming competenties BASISACTIVITEITEN Dierlijke/plantaardige productie -Werkt in teamverband (co 02325) - Communiceert gepast met alle actoren (leidinggevende, collega, klant, ...) - Begrijpt de instructies en de uitvoering van de opdracht - Wisselt informatie uit met collega's en leidinggevende(n) - Rapporteert en meldt problemen aan de leidinggevende - Werkt efficiënt samen met collega's - Volgt aanwijzingen van leidinggevende(n) op - Past zich flexibel aan - Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn (co 02326) - Werkt ergonomisch (hef- en tiltechnieken, ...) - Werkt kostenbewust - Werkt ecologisch - Werkt volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften - Vermijdt risico's voor zichzelf en derden - Heeft extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf - Gebruikt de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier - Houdt rekening met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein - Meldt ongevallen onmiddellijk - Voert preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen uit of laat uitvoeren (A140701 Id18027-c, A140901 Id18027-c, A141001 Id18027-c, A141601 Id6192-c) - Gebruikt handgereedschap (sleutel, tang, ...) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier - Merkt afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud op en meldt dit aan de leidinggevende* - Stelt mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud - Voert kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden uit (reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ...) volgens instructie - Reinigt het materieel vooraleer op te bergen - Sorteert afval volgens de richtlijnen *leidingggevende: productiemedewerker, productieverantwoordelijke land- en tuinbouw, ondernemer land- en tuinbouw, externe die hij helpt - Houdt bij inzetten van de machines rekening met de weers- en bodemomstandigheden (co 02338) - Schat in of de activiteiten (grondbewerking, bemesting, zaaien en planten, gewasverzorging en oogsten, ...) uitvoerbaar en/of wenselijk zijn op het geplande moment op basis van de weers- en bodemomstandigheden - Meldt problemen met het uitvoeren van de activiteiten als gevolg van de weers- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende - Houdt rekening met de wettelijke voorschriften - Gebruikt de machines en installaties duurzaam en veilig (co 02328) - Gebruikt de machine volgens de richtlijnen - Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op - Stemt de techniek en het materiaal af op de opdracht - Vermijdt fysieke risico's - Schat de risico's in van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik - Stelt de machine veilig voor het volgend gebruik - Reinigt het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en bergt het op - Sorteert afval volgens de richtlijnen - Respecteert de persoonlijke hygiëne (co 02329) - Bedekt eventuele wonden - Draagt werk- en beschermkledij - Volgt de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, ...) - Bouwt eigen deskundigheid op (co 02330) - Meldt de nood aan opleiding aan de leidinggevende - Leert het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting - Leert (nieuwe) bedrijfseigen procedures kennen en past ze toe - Controleert de eigen werkzaamheden en ruimt op (co 02339) - Controleert de eigen werkzaamheden - Rapporteert over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende - Meldt gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende - Ruimt op tijdens en aan het einde van de werkzaamheden Plantaardige productie - algemeen - Voert op een duurzame manier de bemesting uit (co 02340) - Volgt de instructies voor de bemesting - Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht - Past de nodige bemesting toe volgens de aangegeven onderrichtingen met aandacht en zorg voor de omgeving - Zet restanten van bemesting af volgens instructies - Transporteert de producten indien van toepassing (co 02337) - Transporteert desgevallend de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker - Respecteert de betreffende wettelijke bepalingen - Controleert de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen - Laadt de producten veilig, zekert de lading en zorgt voor het lossen op de juiste plaats - Communiceert met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, ...) - Volgt bij het laden de hygiëneregels en respecteert desgevallend de koudeketen - Vervoert de producten veilig - Bewaakt de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer Plantaardige productie - veiligheid en hygiëne - Bewaakt de bedrijfshygiëne (co 02110) - Voert maatregelen uit om aantastingen van buitenaf en binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen - Werkt ordelijk, ruimt de werkplek en het materieel systematisch op - Controleert de staat van het materieel - Reinigt en desinfecteert het materieel (spuitmachine,...) volgens de richtlijnen - Reinigt en desinfecteert de infrastructuur (containers, serres, pallox,...) tussen twee productierondes - Gebruikt schoonmaakmaterieel op een duurzame manier - Sorteert en slaat het restafval, plantaardig afval en het risicoafval op volgens instructies van de leidinggevende - Respecteert de milieuvoorschriften *Pallox: Houten kist op basis van een pallet voor opslag en transport van groenten en fruit Plantaardige productie - voorbereiding - Bereidt gronden voor (A141601 Id7532-c) - Situeert het perceel op het bedrijf - Gebruikt de voorgeschreven techniek en het materieel volgens de opdracht - Voert bodembewerking uit volgens opdracht Plantaardige productie - planten - Plant, zaait of vermeerdert (A141401 Id38479-c) - Bereidt zaden of plantgoed voor - Transporteert zaden en plantgoed naar het perceel - Houdt zich aan de voorschriften bij het planten, vermeerderen en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, ...) - Vult de plant- of zaaimachine aan Plantaardige productie - verzorgen - Plaatst zo nodig seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen (A141601 Id20458-c) - Plaatst de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens instructies - Verzorgt het gewas volgens instructies (A141401 Id17720-c, A141601 Id26126-c) - Verzorgt het gewas i.f.v. het teeltstadium volgens instructie - Verwijdert zieke en/of dode planten/bomen - Gebruikt gereedschappen bij de verzorging in functie van de teelt (snoeischaar, kettingzaag, bosmaaier,...) - Merkt de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen op en meldt ze aan de leidinggevende - Voert corrigerende actie (herinzaaien, ontwateren, ... ) uit indien nodig volgens instructie van de leidinggevende - Onderhoudt en herstelt de beschermende constructies en infrastructuur volgens instructie - Past op een duurzame manier gewasbescherming toe (co 02111) - Voert handelingen uit in het kader van een geïntegreerde gewasbescherming - Neemt de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen in acht bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Bewaart de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften - Past de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving - Gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen - Verwerkt spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving - Onderhoudt infrastructuur en omgeving (A141401 Id9628-c) - Draagt persoonlijke beschermingsmiddelen - Houdt de onkruidgroei onder controle - Onderhoudt randpercelen en houtkanten Plantaardige productie - oogsten - Oogst oogstklare gewassen en producten (A141601 Id18113-c) - Oogst volgens instructie - Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant - Beperkt de oogstverliezen 2.2 Beschrijving competenties/activiteiten adhv de descriptorelementen 2.2.1 Kennis - Basiskennis elektriciteit - Basiskennis van algemene mechanica - Basiskennis van hydraulica - Basiskennis van milieunormen - Basiskennis wetgeving (welzijn op het werk) - Basiskennis EHBO-technieken - Basiskennis van reinigings- en ontsmettingsmiddelen - Basiskennis van mechanisch onderhoud - Basiskennis van weersinvloeden op de activiteiten - Basiskennis van planten en gewassen - Basiskennis bodembeheer - Basiskennis van bemesting - Basiskennis waterhuishouding - Basiskennis van ergonomische hef- en tiltechnieken - Basiskennis van de werking en het gebruik van machines en installaties - Basiskennis van kleine machines en handgereedschap (gebruik, onderhoud, gevaren, ...) - Basiskennis van kwaliteitsnormen - Basiskennis van de kenmerken van oogstklare gewassen - Basiskennis van specifieke kenmerken van plantenziektes - Basiskennis gewasbescherming (ziekten, plagen, producten, technieken...) - Basiskennis van fytosanitaire producten en het gebruik ervan - Basiskennis van duurzaam bodemgebruik - Basiskennis van waterbeheer - Basiskennis van schoonmaak- en ontsmettingsprocedures en -middelen - Basiskennis van de richtlijnen voor het sorteren van afval - Basiskennis van sectorspecifieke duurzame productiemethoden - Kennis vaktermen - Kennis van hygiëne- en veiligheidsregels - Kennis van persoonlijke hygiëne - Kennis van de meest courante land- en/of tuinbouwgewassen - Kennis van de meest courante teelttechnieken 2.2.2 Vaardigheden Cognitieve vaardigheden Plantaardige/dierlijke productie - Het kunnen ergonomisch werken (hef- en tiltechnieken, ...) - Het kunnen kostenbewust werken - Het kunnen ecologisch werken - Het kunnen werken volgens de instructies en/of procedures betreffende de veiligheids-, milieu-, kwaliteits- en welzijnsvoorschriften - Het kunnen hebben van extra aandacht voor de mogelijke aanwezigheid van minderjarigen op het bedrijf - Het kunnen rekening houden met voertuigbewegingen op het bedrijfsterrein - Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud - Het kunnen opmerken van problemen bij gebruik van machines als gevolg van de weers- en bodemomstandigheden - Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud - Het kunnen afstemmen van de techniek en het materiaal op de opdracht - Het kunnen vermijden van fysieke risico's - Het kunnen inschatten van de risico's van ongezonde voeding, alcohol, drugs, stress en vermoeidheid op het veilig gebruik - Het kunnen volgen van de hygiëneprocedure van het bedrijf (handen wassen, ...) - Het kunnen leren van het gebruik van (nieuwe) bedrijfseigen machines en uitrusting - Het kunnen leren kennen van (nieuwe) bedrijfseigen procedures - Het kunnen toepassen van (nieuwe) bedrijfseigen procedures - Het kunnen controleren van de eigen werkzaamheden - Het kunnen rapporteren over zijn werkzaamheden aan de leidinggevende Plantaardige productie - Het kunnen volgen van de instructies voor de bemesting - Het kunnen in acht nemen van de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen - Het kunnen controleren van de laadruimte/vastzetting van de lading met inachtneming van de wettelijke voorschriften om ladingsverlies te voorkomen - Het kunnen communiceren met de ontvanger over de lading (hoeveelheid, aard, ...) - Het kunnen volgen van de hygiëneregels bij het laden en het kunnen respecteren van de koudeketen - Het kunnen bewaken van de kwaliteit van de producten tijdens het vervoer - Het kunnen controleren van de staat van het materieel - Het kunnen respecteren van de milieuvoorschriften - Het kunnen situeren van het perceel op het bedrijf - Het kunnen het zich kunnen houden aan de voorschriften bij het planten, vermeerderen en zaaien van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, ...) - Het kunnen opmerken van de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen - Het kunnen in acht nemen van de nodige voorzorg/veiligheidsmaatregelen bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen - Het kunnen zo weinig mogelijk schade toebrengen aan de geoogste producten (gewassen, vruchten, planten en bomen), de akker of de aanplant - Het kunnen beperken van de oogstverliezen Probleemoplossende vaardigheden Plantaardige/dierlijke productie - Het kunnen vermijden van risico's voor zichzelf en derden - Het kunnen onmiddellijk melden van ongevallen - Het kunnen melden van afwijkingen, storingen of nood aan onderhoud aan de leidinggevende - Het kunnen melden van problemen bij gebruik van machines als gevolg van de weers- en bodemomstandigheden aan de leidinggevende - Het kunnen melden van de nood aan opleiding aan de leidinggevende - Het kunnen melden van gebreken, beschadigingen en onvoorziene zaken tijdens werkzaamheden aan de leidinggevende Plantaardige productie - Het kunnen melden van de eventuele aanwezigheid van ongedierte en/of aantastingen aan de leidinggevende Motorische vaardigheden Plantaardige/dierlijke productie - Het kunnen gebruiken van de persoonlijke beschermingsmiddelen op een correcte manier - Het kunnen gebruiken van handgereedschap (sleutel, tang, ...) en elektrisch gereedschap op een veilige en milieuverantwoorde manier - Het kunnen mee de machines of uitrustingen veilig voor het uitvoeren van het onderhoud - Het kunnen uitvoeren van kleine onderhouds- en herstellingswerkzaamheden(reinigen, smeren, onderdelen vervangen, vloeistoffen aanvullen, ...) volgens instructie - Het kunnen reinigen van het materieel vooraleer op te bergen - Het kunnen sorteren van afval volgens de richtlijnen - Het kunnen gebruiken van de machine volgens de richtlijnen - Het kunnen de machine veilig voor het volgend gebruik - Het kunnen reinigen het materieel/laadruimte volgens instructie van de leidinggevende en het kunnen opbergen - Het kunnen bedekken van eventuele wonden - Het kunnen dragen van werk- en beschermkledij - Het kunnen opruimen tijdens en aan het einde van de werkzaamheden Plantaardige productie - Het kunnen toepassen van de nodige bemesting volgens de aangegeven onderrichtingen met aandacht en zorg voor de omgeving - Het kunnen afzetten van restanten van bemesting volgens instructies - Het kunnen transporteren van de producten naar het bedrijf, het verzamelcentrum, de verkoopplaats of de verwerker - Het kunnen het respecteren van de wettelijke bepalingen betreffende transport van producten - Het kunnen veilig laden van de producten, het kunnen zekeren van de lading en kunnen zorgen voor het lossen op de juiste plaats - Het kunnen veilig vervoeren van de producten - Het kunnen uitvoeren van maatregelen om aantastingen van buitenaf en binnen het bedrijf aan het plantenmateriaal te voorkomen - Het kunnen ordelijk werken en het kunnen de werkplek en het materieel systematisch opruimen - Het kunnen reinigen en desinfecteren van het materieel (spuitmachine,...) volgens de richtlijnen - Het kunnen reinigen en desinfecteren de infrastructuur (containers, serres, pallox,...) tussen twee productierondes - Het kunnen gebruiken van schoonmaakmaterieel op een duurzame manier - Het kunnen sorteren en opslaan van het restafval, plantaardig afval en het risicoafval volgens instructies van de leidinggevende - Het kunnen voorbereiden van de zaden of plantgoed voor bij het planten, zaaien of vermeerderen - Het kunnen transporteren van zaden en plantgoed naar het perceel - Het kunnen aanvullen van de plant- of zaaimachine - Het kunnen gebruiken van de voorgeschreven techniek en het materieel volgens de opdracht - Het kunnen uitvoeren van de bodembewerking uit volgens opdracht - Het kunnen plaatsen van de seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen volgens instructies - Het kunnen verzorgen van het gewas i.f.v. het teeltstadium volgens instructie - Het kunnen verwijderen van zieke en/of dode planten/bomen - Het kunnen gebruiken van gereedschappen bij de verzorging in functie van de teelt (snoeischaar, kettingzaag, bosmaaier,...) - Het kunnen uitvoeren van corrigerende actie (herinzaaien, ontwateren, ... ) indien nodig volgens instructie van de leidinggevende - Het kunnen onderhouden en herstellen van de beschermende constructies en infrastructuur volgens instructie - Het kunnen uitvoeren van handelingen in het kader van een geïntegreerde gewasbescherming - Het kunnen bewaren van de gewasbeschermingsmiddelen volgens de wettelijke voorschriften - Het kunnen toepassen van de opgegeven gewasbeschermingsmiddelen of -methode toe volgens de aangegeven onderrichtingen en (fytosanitaire) regelgeving - Het kunnen gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen - Het kunnen verwerken van spuitrestanten volgens fytosanitaire regelgeving - Het kunnen dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen - Het kunnen onder controle houden van de onkruidgroei - Het kunnen onderhouden van randpercelen en houtkanten - Het kunnen oogsten volgens instructie 2.2.3 Context Omgevingscontext - De assistent plantaardige productie assisteert bij het verbouwen van eetbare of niet-eetbare gewassen - De assistent plantaardige productie werkt vaak in een situatie waarin de beroepsactiviteiten en het gezinsleven door elkaar en op dezelfde locatie verlopen. Dit heeft effect op de veiligheid binnen het bedrijf - De assistent plantaardige productie werkt in opdracht van een leidinggevende binnen het bedrijf - Het bedrijfsteam, waarvan hij/zij -eventueel deel uitmaakt, bestaat doorgaans uit leden van een gezin eventueel aangevuld met externe vaste medewerkers, seizoensmatig aangevuld met seizoenarbeiders - De assistent plantaardige productie voert voornamelijk routinematige handelingen uit - De assistent plantaardige productie moet ook rekening houden met het imago van het bedrijf - De assistent plantaardige productie werkt met levend materiaal en zal kan daardoor ook in de weekends, bij avond of nacht en op feestdagen moeten werken. Hij/zij zal dikwijls ook lange dagen werken.

De assistent plantaardige productie zal flexibel moeten zijn naar werkuren en dagen - De beroepsuitoefening kent weers- en seizoensgebonden arbeid omdat sommige werkzaamheden op bepaalde momenten moeilijk kunnen uitgevoerd worden - Er heersen tijdens bepaalde periodes strikte deadlines wat doorzettingsvermogen vraagt - Het beroep wordt in open lucht of in technische bedrijfsgebouwen (loodsen, serres) uitgeoefend - Het dragen van een beroepsoutfit (werkoverall, gepast schoeisel, ...) is vereist - De beroepsuitoefening kan verplaatsingen met zich meebrengen (transport van gewassen, ...) Handelingscontext - De assistent plantaardige productie werkt mee aan een zo optimaal mogelijk productie in kwantiteit en kwaliteit - Door de versnippering van het agrarische gebied werkt hij/zij in nauwe relatie met zijn omgeving. Dit vergt permanente aandacht voor de omgeving bij het uitvoeren van de werkzaamheden - Het beroep kan samenwerken in teamverband inhouden - De assistent plantaardige productie handelt vanuit de normen en waarden van het bedrijf en met respect voor milieu en levend materiaal - De assistent plantaardige productie moet de veiligheidsvoorschriften op de werkvloer en het arbeidsreglement respecteren - De assistent plantaardige productie dient zorgvuldig om te gaan met de productiemiddelen op het bedrijf - De assistent plantaardige productie moet zorgvuldig, efficiënt en productiegericht handelen - De assistent plantaardige productie werkt conform de regelgeving voor voedselveiligheid - De beroepsuitoefening vereist het hanteren van lasten, langdurig rechtstaan en rondlopen. Hij moet vaak in een lichaamsbelastende houding werkzaamheden verrichten. Ergonomisch verantwoord werken is dus aangewezen 2.2.4 Autonomie Is zelfstandig in - de uitvoering van de eigen activiteiten - het opmerken en melden van de ziekten en plagen - het afronden en controleren van de eigen werkzaamheden Is gebonden aan - wettelijke bepalingen en veiligheid en milieu - opdrachten van de van de leidinggevende - de kwaliteitsnormen - de bedrijfsprocedures - klimatologische omstandigheden - de teeltcyclus Doet beroep op - de leidinggevende voor het verkrijgen van de opdrachten en bij problemen die hij/zij niet zelf kan of mag oplossen 2.2.5 Verantwoordelijkheid - het werken in teamverband - het werken op een gezonde, veilige en milieubewuste manier - het uitvoeren van het preventief of correctief basisonderhoud van machines of uitrustingen - het rekening houden met weers- en bodemomstandigheden bij gebruik van machines - het duurzaam en veilig gebruiken van de machines en installaties - het respecteren van de persoonlijke hygiëne - het opbouwen van de eigen deskundigheid - het controleren van de eigen werkzaamheden en het opruimen - het uitvoeren van een duurzame manier van bemesting - het transporteren van de producten indien van toepassing - het bewaken van de bedrijfshygiëne - het voorbereiden van gronden - het planten, zaaien of vermeerderen - het, zo nodig, plaatsen van seizoensgebonden irrigatie-uitrustingen - het verzorgen van het gewas volgens instructies - het toepassen van gewasbescherming op een duurzame manier - het onderhouden van infrastructuur en omgeving - het oogsten van oogstklare gewassen en producten - het veilig laden en zekeren van de lading 2.3 Attesten 2.3.1 Wettelijke Attesten geen 2.3.2 Vereiste Attesten - Een voertuig besturen waarvoor een opleiding of attest vereist is: Rijbewijs C Rijbewijs G - Voor het gebruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen is een vergunning noodzakelijk: Fytolicentie P1 2.3.3 Instapvoorwaarden Geen vereisten.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2017 tot erkenning van de beroepskwalificatie assistent plantaardige productie.

Brussel, 16 juni 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Onderwijs, H. CREVITS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

^