Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juli 2022
gepubliceerd op 26 oktober 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Turnhout aan SPV GEO@Turnhout

bron
vlaamse overheid
numac
2022041688
pub.
26/10/2022
prom.
15/07/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Turnhout aan SPV GEO@Turnhout


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, artikel 63/1, § 1, ingevoegd bij het decreet van 25 maart 2016, artikel 63/7, § 4, ingevoegd bij het decreet van 25 maart 2016.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - de uitnodiging om aanvragen in te dienen voor een soortgelijke vergunning voor het opsporen van aardwarmte voor hetzelfde volumegebied werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 januari 2022. - de inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 29 juni 2022.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op volgende motieven: Op 15 juni 2021 diende SPV GEO@Turnhout, hierna "de aanvrager" genoemd, een aanvraag in voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Turnhout, ontvangen op 16 juni 2021 en volledig bevonden op 15 december 2021.

Overeenkomstig artikel 63/2 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, werd op 25 januari 2022 een oproep voor het indienen van aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het betreffende volumegebied door andere belangstellenden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Binnen de mededingingstermijn van negentig dagen na publicatie van de oproep tot mededinging werd één vergunningsaanvraag ingediend, meer bepaald voor het project Koekhoven te Mersplas, die niet volledig werd bevonden en niet aan alle vergunningscriteria zoals gesteld in artikel 63/6 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond voldeed.

Weigeringsgronden Er zijn geen redenen om aan te nemen dat de opsporing of de winning van aardwarmte binnen het volumegebied waarvoor de vergunning zal gelden, niet op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden. Ook slaat de aanvraag niet op een volumegebied waarvoor reeds een vergunning voor aardwarmte is verleend of op een volumegebied waarvoor reeds een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag is verleend. De aanvraag slaat niet op een volumegebied dat de Vlaamse Regering niet wil openstellen voor de opsporing of winning van aardwarmte.

Er is dus geen enkele van de verplichte weigeringsgronden, vermeld in artikel 63/5, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, van toepassing op de vergunningsaanvraag.

De aanvraag slaat niet op een volumegebied waarvoor al een opsporings- of winningsvergunning voor koolwaterstoffen, een opslagvergunning voor koolstofdioxide, een vergunning voor de ondergrondse berging van radioactief afval of een vergunning in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas is verleend.

Er is dus geen enkele van de facultatieve weigeringsgronden, vermeld in artikel 63/5, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, van toepassing op de vergunningsaanvraag.

Beoordelingscriteria De aanvrager heeft voldoende aangetoond deels over de nodige technische mogelijkheden te beschikken en hoe hij zich verder voorneemt, onder meer door samenwerking met derde partijen, de nodige technische middelen te verwerven om de voorgenomen opsporingsactiviteiten te verrichten. De aanvrager kan zelf voorzien in experten inzake technische uitvoering van complexe, CAPEX-intensieve projecten voor wat betreft aspecten zoals business development, bouwen en onderhouden van technische installaties, lokale energie- en nutsvoorzieningen, veiligheid, milieu en kwaliteit bij bouwwerken en technische interventies. De aanvrager kan eveneens voorzien in expertise in verband met geologie, diepe boringen en operationele uitvoering van diepe geothermieprojecten, en zal deze wanneer nodig aanvullen door externe experten en dienstverleners in te brengen in het projectteam. De aanvrager zal een algemene contractor selecteren en voorzien in een onafhankelijke booropzichter als extra controledrempel. De aanvrager heeft reeds met een aantal externe partijen met relevante professionele ervaring op het vlak van diepboringen en geothermische projecten samengewerkt in de voorbereidingsfase alsook in het kader van eerdere geothermieprojecten, waardoor de aanvrager in staat is om op korte termijn een performant projectteam samen te stellen.

De financiering voor het uitvoeren van de twee voorziene boringen en de bijhorende puttesten wordt verzekerd door inbreng van eigen middelen van het bedrijf. Uit de recente jaarrekeningen van Axima nv, Electrabel nv en HITA nv, de aandeelhouders van SPV GEO@Turnhout, blijkt dat de aanvrager over voldoende financiële middelen beschikt om de voorgenomen opsporingsactiviteiten te verrichten. De aanvrager verklaart dat bij positieve testresultaten bijkomende financiering gezocht zal worden om het project volledig tot uitvoering te brengen.

De manier waarop SPV GEO@Turnhout nv zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te verrichten, beantwoordt aan een verantwoorde en efficiënte opsporing van aardwarmte. Het project beoogt aardwarmte te winnen uit de Kolenkalk in de regio Turnhout. Dankzij een eerdere geothermische boring te Merksplas-Beerse in de jaren 1980 en een exploratieboring te Turnhout in de jaren 1950 is de opeenvolging van lagen en een zeker minimum geothermisch potentieel aangetoond. Aan de aanvraag is ook een grondig voortraject van studie van de haalbaarheid en voorbereiding van het project voorafgegaan. Specifieke aandacht werd gegeven aan de nabijheid van het geothermieproject van Janssen Pharmaceutica te Beerse. Er werden reeds gedetailleerde ontwerpen van de boringen, aangepast aan de lokale geologie, aan de aanvraag toegevoegd. De aanvrager geeft aan dat puttesten zullen nagaan welk debiet en welke temperatuur haalbaar is en hoe het met de waterchemie en doorstroming in de omgeving van de put gesteld is. De aanvrager geeft aan een maximale injectiedruk te hanteren, alsook een seismometernetwerk aan te leggen om te anticiperen op het eventuele risico op seismiciteit. Het doublet zal eerst uitgebreid getest worden gedurende één jaar, waarna het warmtenet stapsgewijs aangekoppeld zal worden tot de volledige capaciteit bereikt is. Het voorgestelde plan is bijgevolg voldoende geologisch onderbouwd en praktisch uitvoerbaar.

De theoretische inschatting van de rendabiliteit van het project geeft een realistische kans op een rendabele winning.

De aanvrager heeft in het verleden geen blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin in het kader van eerdere vergunningen of activiteiten.

De aanvrager heeft een uitgebreid geologisch onderzoek uitgevoerd en laten uitvoeren om het potentieel en de risico's met betrekking tot het beoogde reservoir te verkennen. Hierbij is er reeds belangrijke voorkennis voorhanden in de doelregio vanwege de exploratieput te Turnhout (jaren '50), het geothermisch pilootproject te Merksplas-Beerse (jaren '80) en het recente geothermieproject te Beerse (vergund in 2018). De aanvrager beschikt reeds over relevante ervaring inzake de geologie van de Kolenkalk in het Bekken van de Kempen dankzij betrokkenheid bij eerdere diepe geothermieprojecten en zal zich voor de uitvoering van het project laten bijstaan door externe experten zoals een well-site geoloog en een onafhankelijke booropzichter om een veilige en efficiënte projectuitvoering te garanderen.

Er wordt, op basis van de dynamische modellering bijgevoegd bij de aanvraag, geen hinderlijke interferentie verwacht tussen de voorgenomen opsporingsactiviteiten en andere activiteiten in de diepe ondergrond die al vergund zijn. Het blijft echter belangrijk dat er een degelijke monitoring en interpretatie van de meetgegevens gebeurt om eventuele onverwachte interferentie met naburige projecten in de diepe ondergrond in een vroeg stadium op te kunnen merken en onafhankelijk te kunnen evalueren.

Het aanvraagdossier bevat voldoende informatie over de impact van de geplande activiteiten op het milieu en over de middelen die zullen worden aangewend om die impact tot een minimum te beperken. Een opsporingsvergunning in het kader van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond is gericht op het verlenen van een exclusief recht voor het opsporen in een bepaald gebied en voor een bepaalde duur, en is dus in essentie economisch van aard. De milieuimpact wordt uitvoerig en grondig getoetst in het kader van het MER en de omgevingsvergunning. De vermelding van milieuaspecten bij de vergunningscriteria in artikel 63/6, 6° van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond slaat op manifeste risico's met betrekking tot boren en testen zoals het boorrisico, de kans op het aantreffen van gas, het risico geassocieerd met natuurlijk voorkomend radioactief materiaal en het seismiciteitsrisico die tot een weigering zouden nopen. De kans op het aantreffen van opgelost of vrij gas bij het doorboren van de diepere lagen in dit project is reëel. Een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer) zal geplaatst worden vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging. De aanvrager voorziet in een monitoringsprogramma en afhandelprocedures voor het natuurlijk voorkomend radioactief materiaal in het opgepompt formatiewater. De aanvrager heeft de seismische gevarenkans op verschillende manieren geëvalueerd en geeft aan een seismometernetwerk van een vijftal seismometers uit te bouwen vóór de start van de booractiviteiten en te voorzien in een Traffic Light System. De verwachte milieuimpact van de geplande activiteiten is voldoende onderbouwd voor wat betreft het criterium in artikel 63/6, 6°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond. Gelet op het voorgaande is het aannemelijk dat de activiteiten op een milieutechnisch verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden.

Tot op heden zijn er geen commerciële koolwaterstofreserves aangetroffen in het aangevraagde volumegebied. Het leent zich ook niet evident als koolstofdioxide- of aardgasopslagreservoir. De aanvrager heeft ter voorbereiding van de afbakening van het gevraagde volumegebied een dynamische modellering laten uitvoeren en de mogelijke interferentie met het naburige diepe geothermieproject laten onderzoeken. Op basis van deze gegevens werd een uiterste drukinvloedzone bepaald die een efficiënte laterale begrenzing van het aangevraagde volumegebied toeliet. Ook de begrenzing in de verticale zin kan als redelijk en efficiënt beschouwd worden. Bij de eventuele toekomstige aanvraag van een winningsvergunning kan de afbakening van het volumegebied worden verkleind tot het volume waar werkelijk invloed verwacht wordt. Er bevinden zich ook nog andere grote warmtevragers in de regio die beroep (willen) doen op diepe geothermie. De zuidwestelijke grens van het aangevraagde volumegebied bevindt zich nabij het vergunningsgebied van Janssen Pharmaceutica nv.

Glastuinbouwcluster Koekhoven te Merksplas diende, als reactie op de uitnodiging tot mededinging in het Belgisch Staatsblad, ook een opsporingsaanvraag in. De aanvraag van Koekhoven heeft consequenties voor het criterium "planmatig beheer", aangezien dit project een mogelijke overlapping en/of beïnvloeding kan ondervinden van het voorgestelde project te Turnhout. De optie van een alternatieve ondergrondse doelstructuur voor het project GEO@Turnhout zou grote implicaties hebben, zowel op projectmatig als financieel vlak, terwijl nog niet met zekerheid gesteld kan worden of en hoe het project van Koekhoven gerealiseerd kan worden. Daarom lijkt het niet redelijk om het project te Turnhout enkel omwille van het criterium `planmatig beheer' niet te vergunnen. Het door SPV GEO@Turnhout voorgestelde volumegebied is niet onnodig ruim, maar gebaseerd op een efficiënte inschatting welk volume nodig is voor de geplande geothermische activiteiten.

Er wordt voorzien in de aanleg van een efficiënt warmtenet die vijf warmteclusters in het noordwestelijke deel van Turnhout verbindt. Deze warmteclusters hebben een hoge basisenergielast, wat een goede benutting van de geothermische warmte toelaat. Er wordt overwogen om tijdens de zomer het onbenutte deel aan geothermische warmte bijkomend te gebruiken voor adsorptiekoeling om koeling te leveren aan het AZ Turnhout. De aanvrager verwacht dat, bij het halen van het verwachte P70-debiet (overeenkomend met een nominaal vermogen van 6.3 MW) en bij 7000 equivalente vollasturen per jaar, een totaal van 44.000 MWh per jaar aan warmte geleverd kan worden, i.e. 80% van de warmtevraag van de vijf warmteclusters. Met bovenstaande plannen maakt de aanvrager duidelijk dat hij de gewonnen aardwarmte efficiënt en duurzaam zal aanwenden.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij volgende regelgeving: - het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond o artikel 63/7, § 1 (vergunningsduur) o artikel 63/7, § 3 (volumegebied) o artikel 63/8, § 2 (periode van verkennings- of opsporingsactiviteiten) o artikel 63/18, § 1, 4° (stilgelegde activiteiten) o artikel 63/9 (aantonen technische en financiële middelen) o artikel 63/10 (maatregelen tegen schade en verstoring) o artikel 63/13 (jaarlijkse rapportage) o artikel 63/14 (metingen bodembeweging) o artikel 63/15 (financiële zekerheid) Dit besluit legt volgende specifieke vergunningsvoorwaarden op: Overeenkomstig artikel 63/8, § 2, in samenhang met artikel 63/18, § 1, 4° van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, neemt de Vlaamse Regering de voorwaarde op dat de vergunninghouder uiterlijk twee jaar na het onherroepelijk worden van de opsporingsvergunning ten minste één boring in het geothermisch reservoir dient te verrichten Overeenkomstig artikel 63/9, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond neemt de Vlaamse Regering volgende voorwaarden op: 1) dat in elk geval een onafhankelijke booropzichter en een well-site geoloog aangesteld moeten worden, 2) dat de vergunninghouder uiterlijk drie weken voor de start van een nieuwe boring een gedetailleerd technisch boorplan en definitief werkprogramma met de volgorde en het tijdsbestek van het maken van de boorgaten en het organiseren van puttesten voorlegt aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, 3) dat de vergunninghouder uiterlijk twee weken voor het organiseren van puttesten een plan van de geplande activiteiten in het kader van deze puttesten voorlegt aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen. Overeenkomstig artikel 63/10, 1° en 3°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, neemt de Vlaamse Regering de voorwaarde op dat een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer) geplaatst moet worden vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging.

Overeenkomstig artikel 63/7, § 4 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, in samenhang met artikels 63/8, 63/10 en 63/13 van hetzelfde decreet, in de opsporingsvergunning neemt de Vlaamse Regering de voorwaarde op dat eventuele voorkomens van koolwaterstoffen en andere stoffen die onvermijdelijk meekomen tijdens het boren of winnen van aardwarmte, metingen in verband met seismiciteit en natuurlijk voorkomend radioactief materiaal en eventueel milderende maatregelen, moeten worden gedocumenteerd en opgenomen in de jaarlijkse rapportage. Daarnaast legt de Vlaamse Regering de voorwaarde op dat, in aanvulling op de data en interpretaties van lokale seismiciteit die worden opgenomen in elke jaarrapportage, de bevingen waarbij het Traffic Light System in werking treedt na quality-check onmiddellijk gemeld moeten worden aan de minister bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen.

Overeenkomstig artikel 63/7, § 4 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, in samenhang met artikel 63/13 van hetzelfde decreet, neemt de Vlaamse Regering in de opsporingsvergunning de voorwaarde op dat ook monitoringsresultaten in het kader van eventuele interferentie met naburige diepeaardwarmteprojecten moeten worden gedocumenteerd en opgenomen in de jaarlijkse rapportage.

De Vlaamse Regering legt geen meetplan op zoals bedoeld in artikel 14/38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten. De Vlaamse Regering kan op elk later moment alsnog een meetplan opleggen, indien de opsporingsresultaten de noodzaak ervan aanwijzen.

De Vlaamse Regering kan, op grond van artikel 63/15, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, de vergunninghouder verplichten een financiële zekerheid te stellen voor het dekken van de aansprakelijkheid voor de schade waarvan vermoed wordt dat ze kan ontstaan door bodembeweging als gevolg van het opsporen of het winnen van aardwarmte. Op dit ogenblik is er geen reden om de aanvrager te verplichten die financiële zekerheid te stellen. Een dergelijke financiële zekerheid kan later alsnog opgelegd kan worden als daar reden toe lijkt te zijn. De vergunninghouder is in elk geval met toepassing van artikel 63/25 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond van rechtswege verplicht elke schade te vergoeden die veroorzaakt is door de activiteit waarop de vergunning betrekking heeft.

Overeenkomstig artikel 63/15, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, verplicht de Vlaamse Regering de vergunninghouder een financiële zekerheid te stellen voor het dekken van de kosten die gepaard gaan met de verwijdering, overeenkomstig artikel 63/24 in samenhang met artikel 32, § 3, van hetzelfde decreet, van alle door zijn toedoen opgetrokken gebouwen en installaties. De aangevraagde opsporingsactiviteiten betreffen boringen en puttesten die uitgevoerd zullen worden op een perceel dat eigendom is van AZ Turnhout, waarover SPV GEO@Turnhout beschikkingsrecht kan verwerven.

Overeenkomstig artikel 63/15, derde lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, verplicht de Vlaamse Regering de vergunninghouder om een financiële zekerheid te stellen voor het veilig afsluiten van de boorgaten na het beëindigen of stopzetten van de activiteiten.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Gelet op bovenstaande beoordeling wordt de gevraagde vergunning verleend zoals hieronder aangegeven.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder vergunninghouder: SPV GEO@Turnhout.

Art. 2.De vergunninghouder wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend.

Art. 3.De vergunning geldt voor een volumegebied in de diepe ondergrond, waarvan de verticale projectie op het aardoppervlak een veelhoek beschrijft met de hieronder opgesomde coördinaten gegeven in de Belgische Lambert projectie van 1972:

hoekpunt

X (m)

Y (m)

1

191 317

225 522

2

188 748

222 664

3

186 263

225 703

4

188 808

228 559


Daarbij wordt het gebied langs zuidwestelijke zijde begrensd door de opsporingsomtrek die werd toegekend aan Janssen Pharmaceutica nv, afgeleverd in het kader van het Decreet Diepe Ondergrond.

De begrenzing in de diepte (z-coördinaat) zijn twee horizontale vlakken, i.e. het bovenvlak op -1750 mTAW en het ondervlak op -3100 mTAW. De verticale projectie van het volumegebied op het aardoppervlak strekt zich uit over delen van de gemeenten Merksplas en Turnhout, en wordt aangeduid op de topografische kaart, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.§ 1. De vergunning geldt voor een duur van vijf jaar. § 2. De vergunninghouder verricht uiterlijk twee jaar na het onherroepelijk worden van de opsporingsvergunning ten minste één boring in het geothermisch reservoir. § 3. De vergunninghouder bezorgt aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, alle eventueel nog ontbrekende bewijsstukken dat hij over de nodige technische en financiële middelen en relevante professionele ervaring beschikt, eventueel door samenwerking met een derde partij, om de activiteiten te verrichten waarvoor de vergunning is verleend. Die verplichting geldt zowel voor de aanleg van boorgaten voor het opsporen van aardwarmte als voor de eventuele aanleg van bijkomende boorgaten voor het winnen van aardwarmte.

De vergunninghouder mag de boorgaten voor het opsporen of winnen van aardwarmte slechts aanleggen na ontvangst van de instemming van de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met de nodige bewijsstukken in verband met technische en financiële capaciteit, en op voorwaarde dat hij voldoet aan alle toepasselijke regelgeving en vergunningsplichten. De vergunninghouder geeft, zodra hij zijn keuze voor externe experten heeft gemaakt, inzicht in het samengestelde projectteam. Er worden in elk geval een onafhankelijke booropzichter en een well-site geoloog aangesteld.

De vergunninghouder legt uiterlijk drie weken voor de start van een nieuwe boring een gedetailleerd technisch boorplan en definitief werkprogramma met de volgorde en het tijdsbestek van het maken van de boorgaten en het organiseren van puttesten voor aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen. De vergunninghouder moet een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer) plaatsen vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging. Uiterlijk twee weken voor het organiseren van puttesten legt de vergunninghouder een plan van de geplande activiteiten in het kader van deze puttesten voor aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen.

Art. 5.De vergunninghouder dient een jaarlijks rapport in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met een overzicht van de in het voorbije jaar verrichte activiteiten en een overzicht van de in het eerstvolgende jaar geplande activiteiten. Als er in het voorbije jaar geen activiteiten verricht zijn, of in het eerstvolgende jaar geen activiteiten gepland zijn, is de vergunninghouder niet ontslagen van zijn verplichting om dat in een jaarlijks rapport aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, te melden. Het jaarlijkse rapport wordt ingediend uiterlijk voor het einde van de derde maand nadat een jaarlijkse periode verstreken is, vanaf de datum van het besluit van de Vlaamse Regering waarbij de vergunning verleend is.

Het jaarlijks rapport, waartoe de vergunninghouder gehouden is overeenkomstig artikel 16/13 van het DDO, vermeldt in elk geval: 1° de hoeveelheid aardwarmte die aangetoond werd en de hoeveelheid aardwarmte die in het kader van opsporing onttrokken werd aan het geothermisch reservoir;2° het voorkomen van koolwaterstoffen en andere stoffen die onvermijdelijk meekomen met het opsporen en winnen van aardwarmte;3° de meetresultaten in het kader van seismiciteit;4° de meetresultaten in het kader van het voorkomen van natuurlijk radioactief materiaal;5° de meetresultaten in het kader van eventuele wederzijdse interferentie met het naburige diepeaardwarmteproject van Janssen Pharmaceutica nv;6° eventueel genomen, of te nemen, milderende maatregelen in verband met de hiervoor genoemde elementen. In aanvulling op de data en interpretaties van lokale seismiciteit die worden opgenomen in elke jaarrapportage, worden de bevingen waarbij het Traffic Light System in werking treedt na quality-check onmiddellijk gemeld aan de minister bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen.

Art. 6.De vergunninghouder stelt een financiële zekerheid ten bedrage van 600.000 euro bij het Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen van het Vlaamse Gewest voor het veilig afsluiten van de boorgaten na het beëindigen of stopzetten van de activiteiten, en voor het dekken van de kosten die gepaard gaan met de verwijdering van alle door zijn toedoen opgetrokken gebouwen en installaties op andermans gronden na afloop van de opsporings- of winningsvergunning.

Art. 7.De vergunning treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Een afschrift van de vergunning wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, per beveiligde zending verstuurd aan de aanvrager.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^