gepubliceerd op 11 augustus 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers
15 JULI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035547 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2009, artikel 37, gewijzigd bij de decreten van 18 december 2009 en 8 juli 2011 (decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2011);
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035547 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2011;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het experiment voor knelpuntdossiers momenteel in uitvoering is, dat dit besluit opgenomen zal worden in de nieuwe regelgeving over de intersectorale toegangspoort die start op 1 januari 2014, en dat er gelet op de ervaringen, opgedaan sinds de aanvang van het experiment op 1 januari 2009, bij de intersectorale aanpak van deze dossiers dringend een aantal wijzigingen moeten worden aangebracht in de procedure voor de knelpuntdossiers;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035547 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers sluiten tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers wordt het woord "knelpuntdossiers" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvragen"
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° en 3° wordt het woord "knelpuntdossiers" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvragen"; 2° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : "5° jeugdhulpverlening : de hulp- en dienstverlening die zich richt tot minderjarigen, of tot minderjarigen en hun ouders, hun opvoedingsverantwoordelijken of personen uit hun leefomgeving, of die dat bijkomend doet;"; 3° in punt 6° wordt het woord "knelpuntdossier" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvraag" en wordt het woord "knelpuntdossiers" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvragen";4° in punt 12° wordt het woord "knelpuntdossier" vervangen door de woorden "prioritair te bemiddelen dossier";
Art. 3.§ 1. In artikel 2, 3, 4, 5, 6, 17, 19 van hetzelfde besluit wordt het woord "knelpuntdossier" telkens vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvraag".
Art. 4.In het opschrift van hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt het woord "knelpuntdossier" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvraag".
Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord "knelpuntdossier" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvraag";2° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt : "Het bijzondere geïndividualiseerde hulpaanbod bestaat uit een aanbod dat : 1° niet geboden kan worden binnen de reguliere jeugdhulpverlening;2° bij voorkeur aanvullend wordt ingezet naast lopende reguliere jeugdhulpverlening die geboden wordt aan de minderjarige; 3° behoort tot het aanbod van een of meer personen of voorzieningen die jeugdhulpverlening bieden."
Art. 6.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Het intersectoraal regionaal overleg maakt een hulpverleningsplan" vervangen door de zinsnede "Het intersectoraal regionaal overleg bekrachtigt het hulpverleningsplan, opgemaakt door het casusoverleg, vermeld in paragraaf 2,";2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt : " § 2.Het intersectoraal regionaal overleg beslist over het bijzondere geïndividualiseerde hulpaanbod nadat voor de prioritair toe te wijzen hulpvraag minstens één casusoverleg heeft plaatsgevonden met : 1° in voorkomend geval, de minderjarige, zijn ouders, opvoedingsverantwoordelijken en andere personen uit de leefomgeving van de minderjarige;2° de hulpverleners die relevant zijn in het dossier;3° de voorzieningen die relevant zijn in het dossier, aangewezen door het intersectoraal regionaal overleg;4° in voorkomend geval, deskundigen (bijvoorbeeld vanuit het onderwijs of de gezondheidszorg) met expertise die relevant is voor het dossier. Casusoverleg is een overleg tussen hulpverleners over de hulpverlening aan de minderjarige, met maximale betrokkenheid van de minderjarige, zijn ouders, opvoedingsverantwoordelijken en andere personen uit zijn leefomgeving.
Het casusoverleg stelt het hulpverleningsplan op en bepaalt in het hulpverleningsplan wie de coördinatie van de voorziene hulp- en dienstverlenende handelingen op zich neemt. De voorzieningen, vermeld in 3°, zijn ertoe gehouden gevolg te geven aan de uitnodiging om te participeren in het casusoverleg."; 3° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt : " § 3.Als er vier maanden na de erkenning als prioritair toe te wijzen hulpvraag nog geen hulpverleningsplan is bezorgd aan het intersectoraal regionaal overleg, kan het intersectoraal regionaal overleg beslissen om het dossier voor te leggen aan de commissie. De commissie beslist binnen een termijn van vier weken welke verdere stappen genomen moeten worden om een geïndividualiseerd bijzonder hulpaanbod mogelijk te maken.".
Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt tussen het woord "hulpaanbod" en de woorden "Het toekenningsbesluit" de volgende zin ingevoegd : "De voorzieningen zijn ertoe gehouden de afspraken uit te voeren die gemaakt zijn bij de opmaak van het hulpverleningsplan.".
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 09/09/2010 numac 2010204632 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers, wat betreft de looptijd van het experiment type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 sluiten, wordt de datum "31 december 2011" vervangen door de zinsnede "31 december 2013 en op voorwaarde dat de minderjarige nog in aanmerking komt voor reguliere jeugdhulpverlening".
Art. 9.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 11.Per knelpuntdossier kan het bijzondere geïndividualiseerde hulpaanbod gesubsidieerd worden tot een bedrag van maximaal 20.000 euro per jaar. De commissie kan op verzoek van het intersectoraal regionaal overleg en op basis van een gemotiveerd verzoek toestaan dat voor een prioritair toe te wijzen hulpvraag het maximale subsidiebedrag voor het lopende jaar wordt overschreden. De subsidie bestaat uit een tegemoetkoming van 100 % voor het bijzondere geïndividualiseerde hulpaanbod.
Het maximumsubsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, is gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2011. Het subsidiebedrag wordt telkens op 1 januari van het kalenderjaar aangepast volgens de formule : subsidiebedrag x index 1 januari kalenderjaar / basisindex 1 januari 2011."
Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 09/09/2010 numac 2010204632 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers, wat betreft de looptijd van het experiment type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 sluiten, wordt de zinsnede "uiterlijk op 31 maart 2012" vervangen door de zinsnede "uiterlijk op 31 maart 2014".
Art. 11.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 14.Het intersectoraal regionaal overleg evalueert, met betrokkenheid van de minderjarige of zijn ouders of opvoedingsverantwoordelijken, de uitvoering van het hulpverleningsplan en de besteding van de middelen, en brengt daarvan een eerste keer zes maanden na de erkenning als prioritair toe te wijzen hulpvraag en vervolgens jaarlijks verslag uit bij de commissie.
De commissie kan beslissen om de subsidiëring van het bijzondere geïndividualiseerde hulpaanbod, vermeld in artikel 11, stop te zetten.".
Art. 12.In de opschriften van afdeling 1 en 2 van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt het woord "knelpuntdossiers" vervangen door de woorden "prioritair toe te wijzen hulpvragen".
Art. 13.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 09/09/2010 numac 2010204632 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot vaststelling van de voorwaarden voor de experimentele subsidiëring van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod in de intersectorale aanpak van knelpuntdossiers, wat betreft de looptijd van het experiment type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 31/08/2010 numac 2010035620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 december 2002 betreffende de organisatie van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3 sluiten, wordt de datum "31 december 2011" vervangen door de datum "31 december 2013".
Art. 14.Dit besluit is van toepassing op alle dossiers die door de commissie erkend worden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit of die erkend zijn sinds de aanvang van het experiment op 1 januari 2009 en voor dewelke er nog geen hulpverleningsplan is goedgekeurd of voor dewelke er na de datum van inwerkintreding van dit besluit een nieuw hulpverleningsplan wordt opgesteld.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 juli 2011.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN