Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juli 2002
gepubliceerd op 15 augustus 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de logiesverstrekkende bedrijven moeten voldoen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036009
pub.
15/08/2002
prom.
15/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/15/2002036009/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de logiesverstrekkende bedrijven moeten voldoen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven, inzonderheid op artikel 5, 5°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29 juli 1987 tot vaststelling van de voor logiesverstrekkende bedrijven geldende exploitatievoorwaarden en tot regeling van de toekenning van de voor die exploitatie vereiste vergunningen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de logiesverstrekkende bedrijven moeten voldoen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 mei 1991;

Gelet op het advies van de Vlaamse Raad voor het Toerisme van 24 juni 2002;

Gelet op het advies van het technisch comité van de logiesverstrekkende bedrijven van 26 juni 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat volgens de huidige reglementering de brandveiligheid van de logiesverstrekkende bedrijven voor onbepaalde termijn wordt vastgesteld bij het verlenen van de vergunning, zodat er achteraf geen wettelijk toezicht of controle is en er niet op geregelde tijdstippen nieuwe attesten moeten worden voorgelegd waaruit de verdere naleving blijkt van de specifieke brandveiligheidsnormen; dat het verblijf van de gasten in de logiesverstrekkende bedrijven op de meest veilige manier georganiseerd en gevrijwaard moet worden; dat uit een recent onderzoek bij de logiesverstrekkende bedrijven met een attest van vóór 1 januari 1990 is gebleken dat dit niet het geval is; dat onverwijld een tijdsbeperking van vijf jaar ingevoerd moet worden op de geldigheid van een attest en dat alle logiesverstrekkende bedrijven waarvan het attest ouder is dan vijf jaar een nieuw attest moeten hebben om verder in alle veiligheid te kunnen exploiteren conform de specifieke brandveiligheidsnormen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 juni 2002;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1988 tot vaststelling van de specifieke brandveiligheidsnormen waaraan de logiesverstrekkende bedrijven moeten voldoen, gewijzigd door het besluit van 29 mei 1991, wordt een artikel 1bis , ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 1bis . Het attest afgeleverd krachtens artikel 1, artikel 1quater of artikel 5bis vervalt van rechtswege na verloop van vijf jaar volgend op de datum vermeld op het attest. »

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1ter ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 1ter . Het attest vervalt eveneens van rechtswege : 1° 3 maanden na de voltooiing van de werken als aan of in het gebouw van het logiesverstrekkende bedrijf verbouwings-, renovatie- of uitbreidingswerken worden uitgevoerd waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is;2° 3 maanden na de realisatie van de wijzigingen wanneer aan of in het gebouw belangrijke wijzigingen worden uitgevoerd waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning is vereist maar die de veiligheid rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen beïnvloeden, meer bepaald met name voor : a) de inrichting, herinrichting, indeling of herindeling van ruimten die de functie hebben van vergader-, sport-, ontspanningszaal, restaurant, salon en bar;b) de indeling of herindeling van kamers;c) veranderingen aan vluchtwegen en evacuatievoorzieningen;d) de installatie van of werken aan de installatie van personen- en goederenliften;e) structurele wijzigingen aan de gas- en elektriciteitsinstallatie.»

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1quater ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 1quater . § 1. In het geval, vermeld in artikel 1bis , neemt de burgemeester van de gemeente waar het logiesverstrekkende bedrijf gelegen is het initiatief tot het afleveren van een nieuw attest. Het nieuwe attest wordt afgeleverd door voornoemde burgemeester aan de vergunninghouder uiterlijk 4 maanden vóór het verstrijken van de datum van het bestaande attest volgens het model, bepaald in bijlage 2 van dit besluit, na verslag van de territoriaal bevoegde brandweerdienst.

De burgemeester stuurt tevens een afschrift aan de leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen. § 2. In de gevallen, vermeld in artikel 1ter , wordt het nieuwe attest aangevraagd door de vergunninghouder, op de wijze die bepaald is in artikel 3. In het geval van artikel 1ter ,1°, gebeurt de aanvraag uiterlijk bij de voltooiing van de werken; in het geval van artikel 1ter , 2°, gebeurt de aanvraag uiterlijk bij de realisatie van de wijzigingen. De burgemeester levert het attest af, volgens het model, bepaald in bijlage 2 van dit besluit, op de wijze die bepaald is in artikel 4, § 1. Hij stuurt tevens een afschrift aan de leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.§ 1. De burgemeester beslist over de aanvragen tot het bekomen van een attest binnen drie maanden na de ontvangst van de aanvraag op grond van een door de bevoegde brandweerdienst opgemaakt verslag. « § 2. De weigering van de burgemeester een attest af te leveren moet worden gemotiveerd en per aangetekende brief worden betekend.

In de gevallen van artikel 1 en 1ter wordt de weigering betekend aan de aanvrager. In het geval van artikel 1bis wordt de weigering betekend aan de vergunninghouder.

In de gevallen van artikel 1bis en 1ter stuurt de burgemeester tevens een afschrift van de weigering aan de leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen. »

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art.5. § 1. Binnen 20 kalenderdagen na de ontvangst van de weigering van het attest of, bij ontstentenis van enig bericht van de burgemeester, na de in artikel 1quater , § 1, of de in artikel 4, § 1, vermelde periode kan, naar gelang van het geval, de vergunninghouder of de vergunningaanvrager beroep instellen bij de minister. Hij kan hierbij afwijkingen aanvragen van de normen, bedoeld in bijlage 1 van dit besluit. § 2. De minister doet uitspraak binnen 100 kalenderdagen na de dag van de ontvangst van het beroep. Hij kan hierbij afwijkingen toestaan van de normen bedoeld in bijlage 1 van dit besluit. Bij het nemen van zijn beslissing vraagt de minister voorafgaandelijk een advies aan de technische commissie brandveiligheid. Dit advies wordt verleend binnen een termijn die de minister geval per geval kan bepalen, maar die in geen geval 80 kalenderdagen mag overschrijden. § 3. Indien het attest vervalt met toepassing van artikel 1bis , blijft een toegestane afwijking geldig, op voorwaarde dat de toestand, waarvoor de afwijking werd aangevraagd, ongewijzigd is gebleven, tenzij er een andersluidende bepaling opgenomen is in de beslissing van de minister. »

Art. 6.In artikel 5bis van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 2, 3 en 4 van dit besluit » vervangen door de woorden « artikel 1quater , 2, 3 en 4, § 1. In het geval, vermeld in artikel 1bis , wordt, in afwijking van de termijn van 4 maanden vóór het verstrijken van de datum van het bestaande attest zoals vermeld in artikel 1quater , § 1, het attest afgeleverd door de burgemeester van de gemeente waar het logiesverstrekkende bedrijf gelegen is, uiterlijk 1 maand na de ontvangst van de beslissing van de minister. Het bestaande attest blijft in dat geval gedurende deze periode van rechtswege geldig. »

Art. 7.In § 1 van artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Algemene Technische Diensten » worden vervangen door de woorden « administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur »;2° er wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De minister kan, indien noodzakelijk, de samenstelling van de technische commissie uitbreiden met één vertegenwoordiger van het technisch comité van de logiesverstrekkende bedrijven en met één deskundige uit de brandweerdiensten.»

Art. 8.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « De Gemeenschapsminister van Cultuur » vervangen door de woorden « De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, ».

Art. 9.Voor de toepassing van artikel 1 moet, ten aanzien van de bestaande logiesverstrekkende bedrijven waarvan het attest afgeleverd werd vóór 1 januari 2000, in afwijking van de periode van 4 maanden vóór het verstrijken van de datum van het bestaande attest waarvan sprake is in het nieuwe artikel 1quater , § 1, ingevoegd ingevolge artikel 3 van dit besluit, het attest door de bevoegde burgemeester worden afgeleverd tegen uiterlijk : 1°) 31 augustus 2003 voor de attesten, afgeleverd vóór 1 januari 1992; 2°) 28 februari 2004 voor de attesten, afgeleverd vóór 1 januari 1995; 3°) 30 september 2004 voor de attesten, afgeleverd vóór 1 januari 2000.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2002 De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT

^