15 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de tarieven van het loodsgeld en andere vergoedingen en kosten voor loodsverrichtingen in het Belgische loodsvaarwater

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 tot vaststelling van de tarieven van het loodsgeld en andere vergoedingen en kosten voor loodsverrichtingen in het Belgische loodsvaarwater en op de Schelde beneden Antwerpen, in de monden van de Schelde en op het kanaal Gent-Terneuzen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 maart 1997, 18 mei 1999, 17 juli 2000 en 14 december 2001;

Gelet op de uitwisseling van de diplomatieke nota's tussen Vlaanderen en Nederland van 23 en 31 oktober 2001, waarbij overeengekomen is het loodstarief op de Schelde beneden Antwerpen, in de Scheldemonden en op het kanaal Gent-Terneuzen te wijzigen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is, om reden van gelijke behandeling, het loodstarief in het Belgische loodsvaarwater in dezelfde mate en zo veel mogelijk gelijktijdig met dat in Nederland te wijzigen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Loodsgeld

Artikel 1.In het hierna vermelde loodswater wordt het loodsgeld vastgesteld overeenkomstig het tarief dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd : 1° loodstraject kruisstation loodskotter-tijhaven (Oostende, Nieuwpoort of Zeebrugge) of omgekeerd : toepassing van het zeeloodsgeldtarief, kolom 2;2° loodstraject tijhaven (Oostende, Nieuwpoort of Zeebrugge) - aangrenzende rede of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 4;3° loodstraject rede Zeebrugge - rede Oostende of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 5;4° loodstraject rede Zeebrugge - rede Nieuwpoort of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 6;5° loodstraject rede Zeebrugge - rede Duinkerke of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 7;6° loodstraject rede Zeebrugge - rede Vlissingen : toepassing van B-tarief, kolom 5;7° loodstraject rede Oostende - rede Nieuwpoort of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 4;8° loodstraject rede Oostende - rede Duinkerke of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 6;9° loodstraject rede Nieuwpoort - rede Duinkerke of omgekeerd : toepassing van B-tarief, kolom 4;10° loodstraject rede kusthaven - zee en terug : toepassing van het B-tarief volgens afstand;11° verhaling in een kusthaven : toepassing van het B-tarief, kolom 3;12° loodstraject op de Schelde boven Antwerpen : toepassing van het verschil tussen het B-tarief, kolom 9 en het B-tarief, kolom 8;13° loodstrajecten op de rede van Antwerpen, het gedeelte van de Schelde dat wordt begrensd door het verlengde van een ingebeelde lijn, getrokken door twee richtingspalen, gelegen op ongeveer een kilometer stroomopwaarts van het zuidelijk uiteinde van de kade van Antwerpen, enerzijds, en de Nederlandse grens anderzijds : de rede van Antwerpen is ingedeeld in de volgende sectoren : a) de bovensector, gelegen tussen de bovengrens van de rede en de dwarslijn van het benedenste baken van Oosterweel;b) de middensector, gelegen tussen de dwarslijn van het benedenste baken van Oosterweel en de dwarslijn van het baken Meestoof;c) de benedensector, gelegen tussen de dwarslijn van het baken van Meestoof en de Nederlandse grens : 1) voor de verplaatsing binnen een sector is het B-tarief, kolom 3 van toepassing;2) voor de verplaatsing van een sector naar een aangrenzende sector is het B-tarief, kolom 4 van toepassing;3) voor de verplaatsing van een sector naar een niet-aangrenzende sector is het B-tarief, kolom 5 van toepassing.

Art. 2.De zeeschepen die voor orders, uit nood of wegens overmacht als bijleggers de tijhavens Oostende, Nieuwpoort of Zeebrugge binnenlopen en die opnieuw zee kiezen zonder last te breken of goederen in te laden, betalen de helft van het loodsgeld, bepaald in artikel 1, 1°, van dit besluit.

Art. 3.Als de kapitein van een schip zeewaarts de uiterton een loods heeft genomen en die weer ontscheept zonder die uiterton voorbij te varen, is een 1/2 Z-tarief verschuldigd.

Art. 4.De diepgang van de zeeschepen die in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van het loodsgeld wordt door de loods vastgesteld bij hun aankomst of vertrek. HOOFDSTUK II. - Andere vergoedingen

Art. 5.De kapiteins moeten, benevens de loodsgelden, geheven uit hoofde van de loodsprestaties, in de volgende gevallen de daarbij vermelde vergoedingen betalen : 1° als een aangevraagde loods wordt afbesteld of onverrichter zake moet terugkeren omdat de reis wordt uitgesteld of omdat het schip zonder de komst van de loods af te wachten was vertrokken vóór het tijdstip dat de loods aan boord had kunnen gaan : 106 euro;2° als een oponthoud plaatsheeft van meer dan een uur nadat de loods aan boord had moeten gaan of nadat de loods aan boord is gegaan : 53 euro per aangebroken uur.De loodsvergoeding bedraagt maximaal 1.272 euro voor het eerste etmaal en 636 euro voor elke twaalf uur - of gedeelte daarvan - van elk volgende etmaal. Die regeling geldt ook als gedurende de loodsreis een loodswisseling heeft plaatsgevonden en de loodsreis niet wordt voortgezet binnen een tijdsduur van een uur en ook voor elk oponthoud van meer dan een uur gedurende de loodsreis.

De bovenstaande regeling is niet van toepassing, als het oponthoud te wijten is aan de stand van het getij, de weersomstandigheden of gebreken van het schip die tijdens de loodsreis zijn ontstaan; 3° als de kapitein van een ten anker liggend schip gebruikmaakt van de diensten van een loods, omdat hij daartoe verplicht is, of omdat hij daarom heeft verzocht : 53 euro voor elk uur of gedeelte daarvan tot maximaal 1.272 euro voor het eerste etmaal en 636 euro voor elke 12 uur - of gedeelte daarvan - van elk volgend etmaal; 4° als de kapitein na de volbrachte loodsreis op een rede of in een haven een loods aan boord houdt om over hem te beschikken of om op hem een beroep te kunnen doen in verband met de veiligheid van het schip : 53 euro voor elk aangebroken uur.Die loodsvergoeding bedraagt maximaal 1.272 euro voor het eerste etmaal en 636 euro voor elke twaalf uur - of een gedeelte daarvan - van elk volgende etmaal; 5° als een loods niet wordt ontscheept, maar door de kapitein mee op zee wordt genomen, ongeacht of op die zeereis loodsdienst wordt of kan worden verricht : 1.272 euro per etmaal of een gedeelte daarvan. Dat wordt berekend vanaf het tijdstip dat de loods het zeegat in kwestie verlaat tot hij naar zijn standplaats terugkeert; 6° als de kapitein van een schip dat een Belgische kusthaven als bestemming heeft in een vreemde haven een loods aan boord neemt : 1.272 euro per etmaal of een gedeelte daarvan. Dat wordt berekend vanaf het tijdstip waarop die loods zijn standplaats heeft verlaten tot het tijdstip waarop het schip dat door hem geloodst wordt, is aangekomen op de plaats waar de kapitein in normale omstandigheden een loods aan boord had kunnen nemen, ongeacht of op de zeereis loodsdienst is of kon worden verricht; 7° als een loods ten gevolge van zijn komst aan boord van een besmet schip in een observatie-inrichting of ziekenhuis aan de wal moet worden opgenomen : 1.272 euro per etmaal of gedeelte daarvan, te rekenen vanaf het tijdstip waarop hij is opgenomen, onverminderd de kosten die voortvloeien uit de opname in het ziekenhuis of de observatie-inrichting.

Art. 6.Onder de term etmaal, gebruikt in artikel 5, moet worden verstaan een periode van vierentwintig uur, ongeacht de aanvang.

Art. 7.De vrijstelling van betaling van de vergoeding, vermeld onder de punten 2° en 5° van artikel 5 wordt verleend als het schip werd opgehouden door een tekortkoming van de loodsadministratie.

Art. 8.Als de kapitein een loods naar het buitenland heeft meegenomen en hem in een buitenlandse haven ontscheept, moet de kapitein onverminderd de vergoeding, genoemd in punt 5° van artikel 5, de door de loods te maken reis- en verblijfkosten om zich van de ontschepingshaven naar zijn standplaats te begeven, vooraf uitbetalen, overeenkomstig de door de loodsadministratie vastgestelde tarieven.

Art. 9.Als de kapitein van een schip dat een Belgische kusthaven als bestemming heeft, in een vreemde haven een loods aan boord neemt in afwijking van waar dat normaal moet gebeuren, moet die kapitein, onverminderd de vergoeding, genoemd in punt 6° van artikel 5, de reis- en verblijfkosten van de loods om zich van zijn standplaats naar het schip te begeven, terugbetalen, overeenkomstig de vastgestelde forfaitaire tarieven van de loodsadministratie.

Art. 10.Als voor het aan boord brengen of ontschepen van een loods extra kosten moeten worden gemaakt, moeten die door de kapitein van het schip worden betaald. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 tot vaststelling van de tarieven van het loodsgeld en andere vergoedingen en kosten voor loodsverrichtingen in het Belgische loodsvaarwater en op de Schelde beneden Antwerpen, in de monden van de Schelde en op het kanaal Gent-Terneuzen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 25 maart 1997, 18 mei 1999, 17 juli 2000 en 14 december 2001 wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2002.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Mobiliteit, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Toepassing van het B-tarief voor de afstanden van 62 zeemijl of meer: - van 62 tot en met 69 zeemijl: tarief kolom 9 + 1 x tarief kolom 3; - van 70 tot en met 77 zeemijl: tarief kolom 9 + 2 x tarief kolom 3 enzovoort.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 tot vaststelling van de tarieven van het loodsgeld en andere vergoedingen en kosten voor loodsverrichtingen in het Belgisch loodsvaarwater.

Brussel, 15 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT