gepubliceerd op 30 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs
15 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 12bis, § 2, ingevoegd bij de wet van 11 juli 1973, en artikel 29, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1973;
Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut der personeelsleden van het Rijksonderwijs, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 27 juli 1971, 11 juli 1973 en 19 december 1974 en bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986, en op de artikelen 4 en 5, gewijzigd bij de wet van 31 maart 1967 en het decreet van 31 juli 1990;
Gelet op de wet van 6 juli 1970 op het buitengewoon en geïntegreerd onderwijs, inzonderheid op artikel 13, 3°;
Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op de artikelen 74 en 75;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1991, 29 juni 1994, 15 april 1997, 17 juni 1997 en 7 oktober 1997, en zijn bijlage door de besluiten van 13 mei 1992 en 31 januari 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 maart 1998;
Gelet op het protocol nr. 291 van 26 mei 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 70 van 26 mei 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend onderhandelingscomité gesubsidieerd vrij onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 2 juni 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 oktober 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1° § 1 wordt vervangen door de volgende tekst : « § 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op : a) de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de instellingen voor buitengewoon basis- en secundair onderwijs met volledig leerplan, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;b) de leden van het paramedisch personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel, het psychologisch personeel en het medisch personeel van de instellingen voor buitengewoon basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;c) de leden van het opvoedend hulppersoneel van internaten georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap, toegankelijk voor kinderen die door de Jeugdrechtbank geplaatst worden;d) de leden van het opvoedend hulppersoneel van de tehuizen voor kinderen wier ouders geen vaste verblijfplaats hebben, georganiseerd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;e) de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch personeel en het psychologisch personeel van de medisch-pedagogische instituten, de opvangcentra en de semi-internaten, georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap.» 2° § 2 wordt opgeheven.
Art. 2.In artikel 3, § 3, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « navorming » en de woorden « te volgen » de woorden « of nascholing » ingevoegd.
Art. 3.In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit : 1° wordt tussen het tweede en het derde streepje het volgende streepje ingevoegd : « - het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs, of »., 2° worden tussen het vierde en het vijfde streepje de volgende streepjes ingevoegd : « - het getuigschrift van normaalleergangen, of - het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs, of - het diploma van de voortgezette studie van geaggregeerde voor het buitengewoon onderwijs en remedial teaching, of - het diploma van de voortgezette studie van remedial teacher, of - het diploma van de voortgezette lerarenopleiding buitengewoon onderwijs, of ».
Art. 4.Aan artikel 4, § 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1991 worden de volgende woorden toegevoegd : « of GVO ».
Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° en 2° worden tussen de woorden « diploma's van » en het woord « doctor » de woorden « arts, tandarts, dierenarts, » ingevoegd;2° aan 4° wordt een lid f) toegevoegd, dat luidt als volgt : « f) het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs;» 3° in 6° wordt tussen de woorden « architect » en « of van industrieel ingenieur » het woord, « interieurarchitect » ingevoegd;4° aan 10° worden een lid f) en een lid g) toegevoegd, die luiden als volgt : « f) het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger Architectuurinstituut in Hasselt-Diepenbeek en het Stedelijk Hoger Architectuurinstituut « De Bijloke » te Gent;g) het diploma van binnenhuisontwerper, behaald vóór het academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen;» 5° in 14°, waarin bepaling h), bepaling j) zal vormen, wordt de nieuwe bepaling h) als volgt geformuleerd : « h) het diploma van een basisopleiding van één cyclus;» 6° aan 14° wordt een bepaling i) toegevoegd, die luidt als volgt : « i) het diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen;» 7° aan 20°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, worden een b), c) en d) toegevoegd, die luiden als volgt : « b) het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs;c) het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;d) het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde.». 8° aan 22° worden een c) en d) toegevoegd, die luiden als volgt : « c) het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs;d) het diploma van secundair onderwijs.»; 9° aan 23°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, wordt een b) toegevoegd, die luidt als volgt : « b) een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het technisch secundair onderwijs.»; 10° aan 24°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, wordt een b) toegevoegd, die luidt als volgt : « b) een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het kunstsecundair onderwijs.»; 11° aan 25°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, wordt een b) toegevoegd, die luidt als volgt : « b) een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs.»; 12° aan 26°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, wordt een b) toegevoegd, die luidt als volgt : « b) een studiebewijs van het niveau van de tweede graad van het technisch secundair onderwijs.»; 13° aan 27°, waarvan de huidige tekst a) zal vormen, wordt een b) toegevoegd, die luidt als volgt : « b) een studiebewijs van het niveau van de tweede graad van het secundair onderwijs.»;
Art. 6.In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1991, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « in de bij dit besluit gevoegde bijlagen » geschrapt;2° 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° HOLT : - een bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs van het lange type; - een bekwaamheidsbewijs van een basisopleiding van twee cycli; » 3° aan 3° wordt een liggend streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : « - het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs;» 4° aan 4° worden twee liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger Architectuur-instituut in Hasselt-Diepenbeek en het Stedelijk Hoger Architectuur-instituut « De Bijloke » te Gent; - het diploma van binnenhuisontwerper, behaald vóór het academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw in Antwerpen »; 5° in 5° worden de woorden « de punten 1 tot en met 14g van artikel 7 » vervangen door de woorden « artikel 7, 1° tot en met 14°, i) »;6° aan 6°, eerste lid, worden een vierde en vijfde liggend streepje toegevoegd, die luiden als volgt : « - een diploma van een basisopleiding van één cyclus; - een diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen. »; 7° aan 6°, tweede lid, worden vier streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs; - het diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs; - het diploma van de middelbare technische normaalschool; - het diploma van de technische normaalafdeling met volledig leerplan gerangschikt in de cat. D. »; 8° een 6° bis wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « 6°bis.Een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger onderwijs van het korte type (afgekort, ten minste HOKT : de bekwaamheidsbewijzen, bedoeld onder 5° en 6°, met uitzondering van het diploma of het getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, alsmede van het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen. »; 9° aan 7° wordt een liggend streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : « - het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het hoger secundair onderwijs »;10° een 7°bis wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : « 7° bis GVO : a) het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs;b) het diploma van geaggregeerde voor het onderwijs in de godsdienstwetenschappen »;11° aan 8° worden vier liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het diploma van de middelbare technische normaalschool; - het diploma van de technische normaalafdelingen met volledig leerplan gerangschikt in de cat. D; - het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs; - het diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs »; 12° 9° wordt vervangen door wat volgt : « 9° GLSO-algemene vakken : het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs in volgende afdelingen en/of specialiteiten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 13° aan de huidige tekst van 10°, waarvan de tekst die volgt na de dubbelepunt het eerste streepje vormt, worden een tweede, derde en vierde liggend streepje toegevoegd, die luiden als volgt : « - het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na het eerste jaar van het aanvullend secundair beroepsonderwijs; - het diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na het eerste jaar van het aanvullend secundair onderwijs; - het diploma van secundair onderwijs, uitgereikt na de vierde graad van het beroepssecundair onderwijs; ». 14° aan de huidige tekst van 11°, waarvan de tekst die volgt na de dubbelepunt het eerste streepje vormt, worden een tweede, derde en vierde liggend streepje toegevoegd, die luiden als volgt : « - het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs; - het diploma in de psychiatrische verpleegkunde; - het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde. ». 15° aan de huidige tekst van 12°, waarvan de tekst die volgt na de dubbelepunt het eerste streepje vormt, worden een tweede en derde liggend streepje toegevoegd, die luiden als volgt : « - het gehomologeerd of een door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs); - het diploma van secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs). ». 16° aan 13° worden twee liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het getuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs); - het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar (beroepssecundair onderwijs) »; 17° aan 14° worden drie liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het gehomologeerd of een door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van secundair onderwijs (technisch secundair onderwijs); - het diploma van secundair onderwijs (technisch secundair onderwijs). ». - het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar (technisch secundair onderwijs). ». 18° in 15° worden de volgende wijzigingen aangebracht : : a) er worden drie liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het gehomologeerd of een door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van secundair onderwijs (kunstsecundair onderwijs); - het diploma van secundair onderwijs (kunstsecundair onderwijs). ». - het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad van het secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een specialisatiejaar (kunstsecundair onderwijs). ». b) een tweede lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « Onder « HSKO » wordt niet verstaan het deeltijds kunstonderwijs zoals bedoeld in titel V van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs II.». 19° aan de huidige tekst van 17°, waarvan de tekst die volgt na de dubbelepunt het eerste liggend streepje vormt, wordt een tweede liggend streepje toegevoegd, dat luidt als volgt : « - de studiebewijzen die vermeld zijn onder 16° en 18° »;20° aan 18° worden twee liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs (technisch secundair onderwijs); - het oriënteringsattest A of B van het tweede leerjaar van de tweede graad (technisch secundair onderwijs). ». 21° aan 19° worden vijf liggende streepjes toegevoegd, die luiden als volgt : « - het oriënteringsattest A of B van het vierde leerjaar van het lager secundair beroepsonderwijs; - het getuigschrift van de tweede graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs); - het getuigschrift van het tweede leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs); - het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de tweede graad van het secundair onderwijs, georganiseerd in de vorm van een vervolmakingsjaar (beroepssecundair onderwijs); - het oriënteringsattest A of B van het tweede leerjaar van de tweede graad (beroepssecundair onderwijs). ».
Art. 7.Aan artikel 8 van hetzelfde besluit, wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. Voor de toepassing van dit besluit moet in het hoger onderwijs van het korte type en in het hoger kunstonderwijs van de tweede en de derde graad, de benaming « afdeling » eventueel naargelang van het geval, vervangen worden door, « specialiteit », « specialisatie », « discipline » of « optie ».
Art. 8.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt : 1° in § 1 de woorden « in de bijlagen 1 tot en met 9 » vervangen door de woorden « in de bijlagen I tot en met IX »;2° § 5 vervangen door wat volgt : « § 5.De uren onderwijskundige hulp in het kader van het geïntegreerd onderwijs dienen door de inrichtende macht gelijkgesteld te worden met hetzij het ambt van onderwijzer, hetzij met het ambt van leraar algemene en sociale vorming, hetzij met het ambt van leraar beroepsgerichte vorming in opleidingsvorm 2, hetzij met het ambt van leraar beroepsgerichte vorming in opleidingsvorm 3 met vermelding van de specialiteit. De uren paramedische hulp in het kader van het geïntegreerd onderwijs, dienen, naargelang van de aard van de verstrekte hulp, door de inrichtende macht gelijkgesteld te worden met hetzij logopedie of kinesitherapie. ».
Art. 9.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt : 1° in § 1 de woorden « in de bijlagen 1 tot en met 9 » vervangen door de woorden « in de bijlagen I tot en met IX »;2° § 2 vervangen door wat volgt : « § 2.De personeelsleden, belast met de opdrachten bedoeld in artikel 11, § 2 tot en met § 6, worden bezoldigd op basis van het bekwaamheidsbewijs dat zij bezitten voor het ambt of de specialiteit waarmede die opdrachten worden gelijkgesteld. ».
Art. 10.In artikel 14, § 1, 2°, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « de vakantieperioden », en de woorden « de militaire dienst » de woorden « de loopbaanonderbreking » ingevoegd.
Art. 11.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden « en voor het onderwijs in de beeldende kunst » geschrapt.
Art. 12.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven met ingang van 1 september 1991.
Art. 13.§ 1. De bijlagen 1 tot 9 van hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen I tot en met IX bij dit besluit. § 2. In artikel 8, § 1, 9°, van hetzelfde besluit, alsook in de bijlagen I tot en met IX bij dit besluit wordt in de kolom « code d.d. » bedoeld met : 1 : vanaf 1 september 1990; 2 : vanaf 1 september 1990, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 1991 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling; 3 : vanaf 1 september 1990, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerk-stelling; 4 : vanaf 1 september 1990 tot en met 31 december 1993; 5 : vanaf 1 januari 1994; 6 : vanaf 1 september 1996; 7 : vanaf 1 september 1997; 8 : vanaf 1 september 1996, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1996 tot 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling.
De bepalingen in de bijlagen I tot en met IX hebben uitwerking op de datum vermeld in de kolom « code dd ».
Art. 14.Hebben uitwerking met ingang van : - 1 september 1990 : artikel 1, artikel 6, 1°, 8°, 18° b), en artikel 11; - 1 september 1990 : artikel 3, 2°, eerste liggend streepje, artikel 5, 1°, 4°, 8° tot en met 13°, artikel 6, 4°, 7° derde en vierde liggend streepje, 9°, 10°, 11°, 15°, 16°, 17°, 18° a), 19°, 20°, 21° en artikel 7, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 1990 tot 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling - 1 september 1993 : artikel 3, 1° en artikel 4; - 1 september 1995 : artikel 3, 2°, tweede, derde, vierde en vijfde liggend streepje en artikel 6, 2°, 3° en 6°, eerste liggend streepje; - 1 september 1996 : artikel 5, 2°, 3°, 5° en 7° en artikel 6, 5°, 13° en 14°; - 1 januari 1997 : artikel 10; - 1 september 1997 : artikel 2, artikel 5, 6°, artikel 6, 6° tweede liggend streepje, 7° eerste en tweede liggend streepje, en 12°, artikel 8, artikel 9 en artikel 13.
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 december 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1998 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen, en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs.
Brussel, 15 december 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS