Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 september 2007
gepubliceerd op 09 oktober 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het intern verzelfstandigd agentschap Fonds Stationsomgevingen

bron
vlaamse overheid
numac
2007036681
pub.
09/10/2007
prom.
14/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/14/2007036681/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de werking van het intern verzelfstandigd agentschap Fonds Stationsomgevingen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, inzonderheid op artikel 3, eerste en tweede lid, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999 en 8 december 2000;

Gelet op het decreet van 29 juni 2007 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007, inzonderheid op artikel 21 tot en met 25;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 18 juli 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 43.436, gegeven op 9 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de mobiliteit;2° VVM : de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;3° het Fonds : het intern verzelfstandigd agentschap Fonds Stationsomgevingen;4° het decreet : het decreet van 27 juni 2007 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2007;5° STOP-principe : het principe waarbij eerst aandacht gaat naar voetgangers (Stappen), dan naar fietsers (Trappen), vervolgens naar het Openbaar vervoer en ten slotte naar het privévervoer.

Art. 2.Het Fonds vervult zijn opdracht tot het dragen van de infrastructurele kosten voor de herinrichting van stationsomgevingen door middel van investeringsprojecten.

Art. 3.Het Fonds heeft zijn zetel bij het Departement van het Vlaams ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken.

De secretaris-generaal van het departement beheert het Fonds.

Art. 4.De centrale diensten van de VVM stellen de diensten, uitrusting en personeelsleden ter beschikking, die noodzakelijk zijn om de goede werking van het Fonds te verzekeren.

De centrale diensten van de VVM zijn belast met de uitvoering en opvolging van de goedgekeurde investeringsprojecten.

Art. 5.Het Fonds is onderworpen aan het gezag van de minister.

Art. 6.Een stationsomgeving komt in aanmerking voor een investeringsproject als hiervoor een samenwerkingsovereenkomst is gesloten tussen minstens de VVM, de NMBS en een lokaal bestuur.

Die samenwerkingsovereenkomst moet aan de volgende criteria voldoen : 1° er is een duidelijke kostenverdeling afgesproken tussen de contracterende partijen;2° de bepalingen garanderen een multimodale bereikbaarheid van het station en de stationsomgeving volgens het STOP-principe;3° de bepalingen zijn conform de toegankelijkheidsnormen van de VVM;4° de bepalingen zijn conform de technische standaarden van de VVM voor bus- en tramstations, met inbegrip van de standaarden voor de accommodatie voor reizigers en personeel;5° de bepalingen besteden voldoende aandacht aan de sociale veiligheid;6° de bepalingen besteden voldoende aandacht aan reizigersinformatie, al dan niet dynamisch, en aan bewegwijzering;7° de bepalingen zijn conform het mobiliteitsplan van het lokale bestuur.

Art. 7.Onverminderd artikel 24 van het decreet stelt het Fonds jaarlijks een ontwerp van begroting op voor al zijn activiteiten. Dit ontwerp wordt voorgelegd aan de minister, die het ter goedkeuring voorlegt aan de Vlaamse Regering.

De boekhouding wordt gevoerd overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen.

Art. 8.Het Fonds en de VVM leggen in gezamenlijk overleg binnen de budgettaire grenzen, vermeld in artikel 7, jaarlijks aan de minister een investeringsprogramma voor de stationsomgevingen ter goedkeuring voor.

Art. 9.Dat investeringsprogramma voor de stationsomgevingen wordt voorgelegd in de volgende vorm : 1° een toetsing van de criteria, vermeld in artikel 6;2° een overzicht in tabelvorm van de projecten en de ramingen van de uitgaven;3° een projectfiche per project met de volgende gegevens : a) een situering en omschrijving van het project;b) de timing en kostprijs van de verschillende fasen van het project;c) de totale kostprijs;d) de verbintenissen van de andere contracterende partijen in het project.

Art. 10.De minister keurt het investeringsprogramma goed, onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting door het Vlaams Parlement.

De minister kan gemotiveerd afwijken van het voorgestelde investeringsprogramma.

De minister maakt het definitief investeringsprogramma over aan de Vlaamse Regering.

Art. 11.Tussen de Vlaamse Regering en het Fonds wordt binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit besluit een overeenkomst gesloten.

Daarin worden minstens de volgende elementen opgenomen : 1° de verdere uitwerking van de procedure van voorafgaand overleg tussen het Fonds en de VVM;2° de verdere uitwerking van de procedure van goedkeuring van de investeringsprojecten voor stationsomgevingen, met inbegrip van de administratieve afhandeling, de samenstelling van de investeringsdossiers en de betalingsvoorwaarden. In afwachting van het sluiten van een dergelijke overeenkomst wordt de procedure van goedkeuring van de investeringsprojecten gevolgd, vermeld in de samenwerkingsovereenkomst, die gesloten is op 29 juni 2004 tussen de Vlaamse Regering en de VVM betreffende de investeringsprojecten van de VVM.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Mobiliteit, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 september 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

^