Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 februari 2014
gepubliceerd op 04 april 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten

bron
vlaamse overheid
numac
2014035295
pub.
04/04/2014
prom.
14/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/14/2014035295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2005 pub. 16/12/2005 numac 2005036382 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten sluiten houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten


De Vlaamse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 06/09/2004 numac 2004036380 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 13/07/2004 numac 2004036110 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende instemming met de wijziging van artikel 43, tweede lid, van het Verdrag inzake de rechten van het kind, aangenomen op de Conferentie van de Staten die partij zijn bij het Verdrag op 12 december 1995 sluiten betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 2, tweede lid, 79, tweede lid, 115, tweede lid, 151, tweede lid, 187, tweede lid, en 230, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2005 pub. 16/12/2005 numac 2005036382 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten sluiten houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 december 2013;

Gelet op advies 54.830/3 van de Raad van State, gegeven op 27 januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2005 pub. 16/12/2005 numac 2005036382 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten sluiten houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten, wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: "

Art. 7.§ 1. De Vlaamse Regering kan, bij besluit, de erkenning opheffen van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap, in onderstaande gevallen: 1° de kerk- of geloofsgemeenschap voldoet niet meer aan een of meer erkenningscriteria, vermeld in artikel 4;2° het bestuur van de eredienst dat werd opgericht bij de erkende plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap in kwestie blijft, ook na een schriftelijke ingebrekestelling door de Vlaamse Regering, manifest in gebreke bij het nakomen van zijn administratieve verplichtingen, vermeld in artikel 41, 42, 46, 47, 55, 57, 71, 222 en 265 van het decreet;3° de kerk- of geloofsgemeenschap leeft de interne regels van de eredienst in kwestie niet na. § 1/1. De aanvrager kan een verzoek richten aan de Vlaamse Regering tot opheffing van de erkenning van de plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap. De aanvraag geeft concreet aan op basis van welke van de criteria, vermeld in paragraaf 1, de aanvrager wil dat de erkenning wordt opgeheven.

De Vlaamse Regering spreekt zich bij besluit uit over de opheffing van de erkenning. Als het voorstel tot opheffing steunt op het criterium vermeld in paragraaf 1, 3°, volgt de Vlaamse Regering dat voorstel. § 1/2. In afwijking van de procedure, vermeld in paragraaf 1/1, kan de Vlaamse Regering ook zelf een procedure tot opheffing van de erkenning opstarten, op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 1, 1° en 2°.

Ze vraagt daarbij een advies aan de aanvrager, aan het bestuur van de eredienst dat werd opgericht bij de erkende plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap in kwestie, en aan de desbetreffende gemeenteraad of -raden of provincieraad of -raden, als vermeld in artikel 5, eerste lid. Als een actor geen advies verstuurt binnen een termijn van zestig dagen nadat de Vlaamse Regering hem de vraag om advies heeft toegezonden, wordt hij geacht af te zien van de adviesmogelijkheid.

Als de procedure wordt opgestart omdat de kerk- of geloofsgemeenschap niet meer voldoet aan de erkenningscriteria, vermeld in artikel 4, 6° of 7°, kan de Vlaamse Regering ook een beslissing nemen zonder advies te vragen aan de desbetreffende gemeenteraad of -raden of provincieraad of -raden of aan het bestuur van de eredienst dat werd opgericht bij de erkende plaatselijke kerk- of geloofsgemeenschap in kwestie. In dat geval kan de Vlaamse Regering de adviestermijn voor alle actoren vermeld in het tweede lid, ook inkorten.

De Vlaamse Regering spreekt zich bij besluit uit over de opheffing van de erkenning".

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 februari 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS

^