gepubliceerd op 08 februari 2008
Besluit van de Vlaamse Regering tot samenstelling van de beroepscommissie, vermeld in artikel 9 van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid
14 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot samenstelling van de beroepscommissie, vermeld in artikel 9 van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 tot uitvoering van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, inzonderheid op artikel 17;
Gelet op het advies van de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 9 juli 2007;
Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 22 november 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2007.
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 7 december 2007;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De beroepscommissie, vermeld in artikel 9 van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, is als volgt samengesteld : 1° als voorzitter : de heer Marc Willems, afdelingshoofd Inspectie Werk en Sociale Economie;2° als bijzitters : a) Mevr.Leen Vanaerschot, opdrachthouder SERV; b) Mevr.Veerle De Keersmaecker, attaché SERV; 3° als plaatsvervangende voorzitter : de heer Steven Dhaeze, adjunct van de directeur-inspecteur;4° als plaatsvervangende bijzitters : a) Mevr.Anne Roose, attaché SERV; b) Mevr.Ann Olbrechts, attaché SERV.
Art. 2.De lijst van onafhankelijke deskundigen inzake beroepscompetenties per standaard, vermeld in artikel 9, § 6, van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid, is gevoegd als bijlage bij dit besluit.
Art. 3.Het afdelingshoofd van de afdeling Beleid van het Departement Werk en Sociale Economie wijst een personeelslid van niveau A aan dat optreedt als secretaris van de beroepscommissie.
Art. 4.§ 1. De voorzitter, de ondervoorzitter, de bijzitters, de plaatsvervangende bijzitters, alsook de deskundigen die worden gehoord, kunnen per zitting aanspraak maken op : 1° presentiegeld, per zitting en per dag, dat als volgt is vastgesteld : a) voor de voorzitter : 100 euro;b) voor de ondervoorzitter, de leden en de deskundigen : 50 euro.2° de terugbetaling van hun reis- en verblijfkosten volgens dezelfde normen als die van de ambtenaren van de Vlaamse overheid, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten van het rijkspersoneel.Daarbij worden de voorzitters gelijkgesteld met ambtenaren van rang 15 tot 16, en de ondervoorzitters, leden en deskundigen van rang 10 tot en met 14 en de bepalingen en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries. § 2. De hieronder genoemde personeelsleden hebben geen recht op de presentiegeld, als vermeld in § 1, als de zittingen plaatshebben tijdens de gewone diensturen : 1° de personeelsleden van de diensten van een regering;2° de personeelsleden van de besturen en andere diensten van de staat;3° de personeelsleden van instellingen die afhangen van de staat, van een Gemeenschap en/of van een gewest;4° de personeelsleden van de provincie- en gemeentebesturen of van de instellingen die afhangen van de provincies of gemeenten;5° de personeelsleden die behoren tot een bijzonder korps. § 3. De presentiegelden, en de reis- en verblijfkosten worden aangerekend op de begroting van de Vlaamse overheid. § 4. Het presentiegeld, vermeld in § 1, wordt per zitting van een halve dag op 200 euro gebracht, en per zitting van een hele dag op 150 euro voor de voorzitter, de ondervoorzitter, de bijzitters, plaatsvervangende bijzitters en de deskundigen die gehandicapt zijn en zonder assistentie van een derde persoon de zittingen van de beroepscommissie niet kunnen bijwonen.
Als de assistentiekosten hoger zijn dan de bedragen, vermeld in het eerste lid, worden de werkelijke kosten vergoed na overlegging van een door de prestatieverstrekker opgemaakte onkostennota.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Beroepsomscholing en -Bijscholing, de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Post- en Parascolaire Vorming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 14 december 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE
Bijlage Lijst onafhankelijke deskundigen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 tot samenstelling van de beroepscommissie, vermeld in artikel 9 van het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid.
Brussel, 14 december 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE