14 DECEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het handhavingsbeleid in de toeristische logiessector

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven, inzonderheid op artikel 7, § 9 en § 10, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007, en op artikel 8, eerste en vijfde lid, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007;

Gelet op het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 2, eerste en tweede lid, gewijzigd bij het decreet van 16 juni 2006;

Gelet op het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, inzonderheid op artikel 8, §§ 9 en 10, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007, en op artikel 9, eerste en vijfde lid, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen", inzonderheid op artikel 15, § 9 en § 10, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007, en op artikel 16, eerste en vijfde lid, vervangen bij het decreet van 13 juli 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, inzonderheid op artikel 1, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 januari 2005 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 19 januari 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 september 2007;

Gelet op het advies van het technisch comité van de logiesverstrekkende bedrijven, gegeven op 18 september 2007;

Gelet op het advies van het technisch comité van de openluchtrecreatieve verblijven, gegeven op 27 september 2007;

Gelet op het verzoek van het agentschap Toerisme Vlaanderen van 3 december 2007 aan het agentschap Vlaamse Belastingdienst om de administratieve geldboeten, vermeld in artikel 7 van het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven, in artikel 8 van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en in artikel 15 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen", en de eventuele invorderingskosten, in te vorderen Gelet op het advies 43.734/3 van de Raad van State, gegeven op 7 november 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet van 20 maart 1984 : het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven;2° het decreet van 3 maart 1993 : het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven;3° het decreet van 18 juli 2003 : het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen".

Art. 2.Het personeel dat Toerisme Vlaanderen heeft aangewezen, is bevoegd om toezicht en controle uit te oefenen op de naleving van het decreet van 20 maart 1984, het decreet van 3 maart 1993 en het decreet van 18 juli 2003, en op de naleving van de uitvoeringsbesluiten ervan.

Art. 3.Het proces-verbaal, vermeld in artikel 8 van het decreet van 20 maart 1984, in artikel 9 van het decreet van 3 maart 1993 en in artikel 16 van het decreet van 18 juli 2003, bevat ten minste de volgende gegevens : 1° de identiteit en de hoedanigheid van de opsteller;2° de datum en plaats van verbalisering;3° de materiële vaststellingen, inclusief de omstandigheden ten tijde van de vaststellingen;4° de handtekening van de opsteller.

Art. 4.De administratieve geldboeten, vermeld in artikel 7 van het decreet van 20 maart 1984, in artikel 8 van het decreet van 3 maart 1993 en in artikel 15 van het decreet van 18 juli 2003, moeten binnen dertig kalenderdagen betaald worden.

Art. 5.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 1995 betreffende de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en de instellingen die eronder ressorteren, vervangen bij het besluit van 14 januari 2005 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 23 juni 2006 en 19 januari 2007, wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De administratieve geldboeten, vermeld in artikel 7 van het decreet van 20 maart 1984 houdende het statuut van de logiesverstrekkende bedrijven, in artikel 8 van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven en in artikel 15 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van "Toerisme voor Allen", en de eventuele invorderingskosten, worden ingevorderd door ambtenaren van de Vlaamse Belastingdienst. »

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS