gepubliceerd op 26 maart 2002
Besluit van de Vlaamse regering houdende de cumulatieregeling van sommige personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding
14 DECEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de cumulatieregeling van sommige personeelsleden van de centra voor leerlingenbegeleiding
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977, inzonderheid op artikel 77, § 5, tweede lid;
Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII - Mozaïek, inzonderheid op artikel IX.3;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 8 februari 1974, 1 augustus 1985 en 27 februari 1986, de koninklijke besluiten van 15 december 1978 en 6 februari 1980, en de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1991, 22 juli 1993 en 22 december 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 tot regeling van de cumulatie van een activiteit als zelfstandige met een ambt in het onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 22 mei 1995;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 5 juli 2001;
Gelet op het protocol nr. 417 van 13 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 189 van 13 juli 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies nr. 32.117/1 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, gewijzigd bij de wetten van 8 februari 1974, 1 augustus 1985 en 27 februari 1986, de koninklijke besluiten van 15 december 1978 en 6 februari 1980, en de besluiten van de Vlaamse regering van 19 december 1991, 22 juli 1993 en 22 december 1993, wordt tussen het tweede en het derde lid een nieuw lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Voor de toepassing van de vorige leden wordt voor het personeelslid dat het ambt van arts in een centrum voor leerlingenbegeleiding uitoefent, geen rekening gehouden met het inkomen voortvloeiend uit een activiteit als zelfstandige of uit een andere bezigheid. »
Art. 2.In het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 tot regeling van de cumulatie van een activiteit als zelfstandige met een ambt in het onderwijs, wordt een artikel 3bis ingevoegd dat luidt als volgt : «
Art. 3bis.In afwijking van artikel 3 wordt de zelfstandige activiteit van het personeelslid dat het ambt van arts in een centrum voor leerlingenbegeleiding uitoefent, niet beschouwd als een hoofdberoep als zelfstandige. »
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 december 2001.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN