Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 april 2000
gepubliceerd op 04 augustus 2000

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035688
pub.
04/08/2000
prom.
14/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/14/2000035688/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en een « Office de la Navigation », inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikel 24, § 1, 44, § 1, en 45;

Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, inzonderheid op artikel 57;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Dienst voor de Scheepvaart en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 28 juni 1996 en 15 april 1999;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 30 augustus 1996 en 15 april 1999;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 10 juli 1996 en 14 april 1999;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 20 november 1996;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen, gegeven op 10 september 1996 en 28 april 1999;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 21 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 1 juli 1996, 5 december 1996, 6 februari 1997 en 15 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 3 juli 1996 en 7 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen, gegeven op 4 september 1996 en 19 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 5 november 1996 en 29 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 3 december 1996 en 13 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever, gegeven op 21 maart 1997;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 25 november 1997 en 13 april 1999;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 14 juli 1998 en 27 april 1999;

Gelet op het akkoord van de federale minister van pensioenen, gegeven op 24 augustus 1998;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 maart 1999;

Gelet op het protocol nr. 127.323 van 7 mei 1999 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap-Vlaams Gewest;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering, op 1 juni 1999, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen, de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : A. Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie Art. A 1. In artikel II 6, 1°, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende organisatie van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » ingevoegd.

Art. A 2. In artikel II 29 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « vóór 10 juni 1996 »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. A 3. In artikel II 31 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. De beroepen ingesteld tegen een beoordeling toegekend vóór 31 december 1995 worden verder afgehandeld door de raad van beroep voor sommige instellingen van openbaar nut, die onder het gezag of de controlebevoegdheid van de Vlaamse regering staan, volgens de procedure en samenstelling die gold vóór 1 januari 1995. » Art. A 4. In artikel V 13, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. A 5. In artikel VI 8, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. A 6. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om redenen die verband houden met de noden van de dienst. » Art. A 7. In artikel VII 2, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « naar een hoger niveau » vervangen door de woorden « naar het andere niveau ».

Art. A 8. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van in werkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. A 9. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. A 10. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 13 bij dit besluit; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of door de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. A 11. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. A 12. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naast hogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor de vorming, het human resources management en de organisatieontwikkeling. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. A 13. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27, § 1;6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor de vorming, het human resources management en de organisatieontwikkeling. » Art. A 14. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van alle gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen.

Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt tevens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze opmerkingen aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. A 15. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd; » 2° in § 2, 2°, worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. A 16. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Met uitzondering van de adjunct-leidend ambtenaar worden alle ambtenaren van rang A2 en lager geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen. » Art. A 17. In artikel VIII 18, tweede zin, van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt ».

Art. A 18. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd en het staflid van rang A2 worden geëvalueerd door de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar. » Art. A 19. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de andere ambtenaren van rang A2 en de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. A 20. De artikelen VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. A 21. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 5 vervangen door wat volgt : « § 5. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren, wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. A 22. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. A 23. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. A 24. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. A 25. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1 behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. A 26. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissingen van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. A 27. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. A 28. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 bedoelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie voor de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van de behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen, krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. A 29. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het laatste lid worden de woorden « , eerste lid » geschrapt. Art. A 30. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit wordt het woord « beroepsongeschiktheid » vervangen door het woord « arbeidsongeschiktheid ».

Art. A 31. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van een zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is »;2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. A 32. Aan artikel XI 36, § 3, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene. » Art. A 33. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest, of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. A 34. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van een van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering, ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. A 35. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. A 36. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. A 37. In artikel XI 83, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. A 38. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub § 1 en § 2 » geschrapt.

Art. A 39. In artikel XI 95 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Wanneer een ambtenaar of een stagiair van de instelling met toepassing van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen of publiekrechtelijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen of met toepassing van het bijzonder decreet van 26 juni 1995 houdende instelling van een regime van politiek verlof voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering die een mandaat als lid van de Vlaamse Raad of de Vlaamse regering uitoefenen verlof krijgt, beslist de tot benoemen bevoegde overheid of de betrekking waarvan de betrokkene titularis is als vacant moet worden beschouwd. Hierbij wordt er rekening gehouden met de behoeften van de dienst.

Zij kan die beslissing nemen zodra de ambtenaar vier jaar afwezig is en wat het in het bijzonder decreet van 26 juni 1995 bedoelde verlof betreft, bij de aanvang van een tweede bij het eerste aansluitend mandaat. » 3° de woorden « § 3.Aan de in § 2 genoemde beslissing » worden vervangen door de woorden « § 2. Aan de in § 1 genoemde beslissing ».

Art. A 40. In artikel XII 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. A 41. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd.4° in 3° d) wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. A 42. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. A 43. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a), worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd; Art. A 44. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. A 45. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden het derde en het vierde lid vervangen door wat volgt : « het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12 »;2° in § 5 worden na het woord « nalatigheidsintresten » de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd. Art. A 46. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. A 47. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven; Art. A 48. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36, § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid dit langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 3, en in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van deze titel. » Art. A 49. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. A 50. In artikel XIII 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. A 51. In artikel XIII 45 van hetzelfde statuut wordt een paragraaf 5 ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau. » Art. A 52. Artikel XIII 69, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. A 53. In artikel XIII 74 van hetzelfde besluit wordt « naar het hogere niveau » vervangen door « naar het andere niveau ».

Art. A 54. In artikel XIII 88 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. A 55. In artikel XIII 95 van hetzelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. A 56. In artikel XIII 96, § 2, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. A 57. In artikel XIII 99 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 5, afdeling 3 is niet van toepassing op de stagiair.

Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. A 58. Artikel XIV 5, § 1, b) van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « b) onderhoud, bewaking en onthaal; » Art. A 59. Artikel XIV 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. A 60. Aan artikel XIV 40 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering Art. XIV 40bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractuele personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in artikel XI 66. » Art. A 61. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, titel 2. De evaluatie : » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996. » Art. A 62. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden vóór 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

Art. A 63. De algemene lijst van functioneringscriteria bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, gaat als bijlage I bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 13 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

B. Dienst voor de Scheepvaart Art. B 1. In artikel II 6, a, van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Dienst voor de Scheepvaart en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » ingevoegd.

Art. B 2. In artikel II 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « vóór 23 september 1996 »;2° de woorden « binnen de eerste 2 jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. B 3. In artikel V 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. B 4. In artikel VI 8, laatste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. B 5. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om redenen die verband houden met de noden van de dienst. » Art. B 6. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. B 7. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. B 8. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 14 bij dit besluit; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar, en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. B 9. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. B 10. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde worden aangepast. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor human resources management. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren.

Indien de ambtenaar van niveau D of E die behoort tot het exploitatiepersoneel of het logistiek personeel, hierom vraagt, wordt het evaluatiegesprek tevens gevoerd in aanwezigheid van een waarnemer van zijn keuze. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. B 11. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27 § 1;6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor H.R.M.. » Art. B 12. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. B 13. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd »; 2° in § 2, 2° worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. B 14. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Met uitzondering van de adjunct-leidend ambtenaar worden alle ambtenaren van rang A2 en lager geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen ».

Art. B 15. In artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt ».

Art. B 16. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd en het staflid van rang A2 worden geëvalueerd door de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar ».

Art. B 17. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de andere ambtenaren van rang A2 en de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. B 18. Artikel VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. B 19. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid ».

Art. B 20. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. B 21. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. B 22. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. B 23. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid, behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag, tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. B 24. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissingen van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. B 25. In artikel VIII 93 wordt de datum « 30 juni 1997 » vervangen door de datum « 30 juni 2000 ».

Art. B 26. In fine van artikel VIII 97, § 4, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Voor de inschaling in de salarisschaal E122 wordt voor de berekening van de schaalanciënniteit de graadanciënniteit van de graden van rang 43 (met inbegrip van de afgeschafte graden) samengevoegd. ».

Art. B 27. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid.

Art. B 28. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie voor de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. B 29. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het vierde lid worden de woorden « 1ste lid » geschrapt. Art. B 30. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. B 31. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is.»; 2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. B 32. Aan artikel XI 36, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene ».

Art. B 33. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur ».

Art. B 34. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. B 35. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering ».

Art. B 36. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering ».

Art. B 37. In artikel XI 83, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. B 38. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2 ° » geschrapt.

Art. B 39. In artikel XII 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. B 40. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd.4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. B 41. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. B 42. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a), worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd. Art. B 43. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. B 44. In artikel XIII 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « 1 januari 1995 » vervangen door de woorden « 1 januari 1994 ».

Art. B 45. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door wat volgt : « het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° in § 5 worden de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd aan de voorlaatste zin. Art. B 46. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. B 47. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden »vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt; § 3 wordt opgeheven.

Art. B 48. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 1, en in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van deze titel. » Art. B 49. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. B 50. In artikel XIII 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. B 51. In artikel XIII 43 van het zelfde statuut wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau ».

Art. B 52. In artikel XIII 50 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De continu-diensten of diensten met een beurtrolsysteem, waar nu een andere regeling bestaat voor zaterdag-, zondags- en nachtpresaties, behouden deze regeling. » Art. B 53. Artikel XIII 56, tweede lid van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. B 54. In artikel XIII 64 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. B 55. Artikel XIII 75 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 75. Onverminderd artikel XIII 74, 2°, 3° en 4°, en artikel XIII 80 wordt, naargelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentie-jaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4 en artikel XIII 24.» Art. B 56. In artikel XIII 78 van het zelfde statuut worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. B 57. In artikel XIII 85 van het zelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. B 58. In artikel XIII 86 § 2 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. B 59. In artikel XIII 89 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 5, afdeling 1, zijn niet van toepassing op de stagiair.

Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4 en hoofdstuk 5, afdeling 2.

Art. B 60. Artikel XIV 20 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. B 61. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering.

Art. XIV 40bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in artikel XI 66. » Art. B 62. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, titel 2 : De evaluatie : » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 ».

Art. B 63. De salarisschaal C111 wordt gewijzigd, zoals opgenomen als bijlage II bij dit besluit. Deze gewijzigde salarisschaal vervangt de gelijknamige schaal, opgenomen in bijlage 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Dienst voor de Scheepvaart en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

Art. B 64. De algemene lijst van functioneringscriteria bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, gaat als bijlage III bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 14 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. B 65. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

C. Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever Art. C 1. In artikel II 6, 1°, van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » ingevoegd.

Art. C 2. In artikel II 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « vóór 20 september 1996 »;2° de woorden « binnen de eerste 2 jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste 3 jaar na zijn aanwijzing.» Art. C 3. In artikel V 7 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. C 4. In artikel V 8, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel V 6-2° » vervangen door de woorden « artikel V 5, 2° ».

Art. C 5. In artikel VI 8, laatste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. C 6. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de Raad van Bestuur een andere termijn bepaalt.Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om redenen die verband houden met de noden van de dienst. » 2° het tweede lid wordt opgeheven. Art. C 7. In artikel VII 35 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. C 8. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. C 9. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 12 bij dit besluit; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. C 10. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. C 11. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode.

Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de vormingsverantwoordelijke. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. C 12. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 26, § 1;6° de beslissing in beroep, bedoeld in artikel VIII 27;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de vormingsverantwoordelijke. » Art. C 13. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. C 14. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd »; 2° in § 2, 2°, worden de woorden « de te horen leden van de raad van bestuur » vervangen door de woorden « de te bevragen leden van de raad van bestuur ». Art. C 15. In artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. C 16. In artikel VIII 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 25 » vervangen door de woorden « artikel VIII 23 ».

Art. C 17. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 23 worden de ambtenaren van niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art.C 18. Artikel VIII 21 en VIII 22 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. C 19. In artikel VIII 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » 2° in § 4, derde lid, worden de woorden « artikel II 15, §§ 2 en 3 » vervangen door de woorden « artikel II 14, §§ 2 en 3 ». Art. C 20. Artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 24. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator.

Art. C 21. Aan artikel VIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. C 22. In artikel VIII 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. C 23. Aan artikel VIII 57 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid, behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag, tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. C 24. In artikel VIII 70, § 4, 2°, c, van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar artikel IX 7 vervangen door de verwijzing naar artikel IX 4.

Art. C 25. In artikel VIII 71 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° in het derde lid worden de woorden « rang A1 » vervangen door de woorden « niveau A »;3° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissingen van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. C 26. In artikel VIII 83 van hetzelfde besluit worden na de woorden « het eerstvolgende vergelijkend bevorderingsexamen dat » de woorden « per gevraagde specialiteit« ingevoegd.

Art. C 27. In artikel VIII 86, § 1, van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar artikel VIII 72, § 1, vervangen door de verwijzing naar artikel VIII 72, 2°.

Art. C 28. In artikel VIII 86, § 2 van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar artikel VIII 72, § 1, 8°, vervangen door de verwijzing naar artikel VIII 72, 8°.

Art. C 29. In deel VIII, titel 9, hoofdstuk 3. De hiërarchische loopbaan van de ambtenaar van hetzelfde besluit wordt een artikel VIII 84bis ingevoegd, luidend als volgt : « De ambtenaar die geslaagd is in een bevorderingsexamen naar de graad van brigadier of brigadiersassenier behoudt zijn rechten op bevordering naar de graad van technicus; bij bevordering verkrijgt deze de salarisschaal C 123. » Art. C 30. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. C 31. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie voor de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. C 32. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het vierde lid worden de woorden « eerste lid » geschrapt. Art. C 33. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. C 34. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is »;2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°.» Art. C 35. In artikel XI 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 3, laatste lid, wordt de volgende zin toegevoegd : « Die neemt een beslissing binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene »;2° in § 5 worden de woorden « van niveau A » vervangen door de woorden « die een graad heeft van rang A2 die belast is met de leiding van een organisatorische eenheid ». Art. C 36. Aan artikel XI 41, § 1, laatste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « die de leeftijd van vijftig jaar heeft bereikt en voor de ambtenaar van rang A2 die twee kinderen heeft die nog niet de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben ».

Art. C 37. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. C 38. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. C 39. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. C 40. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. C 41. In artikel XI 83, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. C 42. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2° » geschrapt.

Art. C 43. In artikel XI 95 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Wanneer een ambtenaar of een stagiair van de instelling met toepassing van het decreet van 30 november 1988 tot instelling van het politiek verlof voor de personeelsleden van de openbare instellingen of publiekrechtelijke verenigingen die van de Vlaamse Gemeenschap afhangen of met toepassing van het bijzonder decreet van 26 juni 1995 houdende instelling van een regime van politiek verlof voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse regering die een mandaat als lid van de Vlaamse Raad of de Vlaamse regering uitoefenen verlof krijgt, beslist de tot benoemen bevoegde overheid of de betrekking waarvan de betrokkene titularis is als vacant moet worden beschouwd. Hierbij wordt er rekening gehouden met de behoeften van de dienst.

Zij kan die beslissing nemen zodra de ambtenaar vier jaar afwezig is en wat het in het bijzonder decreet van 26 juni 1995 bedoelde verlof betreft, bij de aanvang van een tweede bij het eerste aansluitend mandaat. » 3° de woorden « § 3.Aan de in § 2 genoemde beslissing » worden vervangen door de woorden « § 2. Aan de in § 1 genoemde beslissing ».

Art. C 44. In artikel XII 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « , behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. C 45. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd.4° in 3° d) wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat.» Art. C 46. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. C 47. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a), worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd; Art. C 48. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking ».

Art. C 49. In artikel XIII 19, § 2, van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar artikel V 17 vervangen door de verwijzing naar artikel V 8.

Art. C 50. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door wat volgt : « Het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.» 2° In § 5 worden de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd in fine van de voorlaatste zin, na de woorden « ambtshalve nalatigheidsintresten ». Art. C 51. In artikel XIII 22, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. C 52. In artikel XIII 25, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven; Art. C 53. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. » § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in de hoofdstukken 5, 6 en 7. » Art. C 54. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. C 55. In artikel XIII 42, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad« ingevoegd. Art. C 56. In artikel XIII 45 van het zelfde statuut wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau.

Art. C 57. In artikel XIII 52 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De continudiensten of diensten met een beurtrolsysteem, waar nu een andere regeling bestaat voor zaterdag-, zondags- en nachtpresaties, behouden deze regeling. » Art. C 58. In artikel XIII 57 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. C 59. In artikel XIII 62 van hetzelfde besluit, worden de bedragen « 621.035 fr. en 710.081 fr. » telkens vervangen door respectievelijk de bedragen « 643.035 fr. en 732.081 fr. » Art. C 60. Artikel XIII 68 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 68. Onverminderd artikel XIII 67, 2°, 3° en 4°, en artikel XIII 73 wordt, naar gelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4, en artikel 24.» Art. C 61. In artikel XIII 71, § 2, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid, worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid ». Art. C 62. In artikel XIII 78 van het zelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. C 63. In artikel XIII 79, § 2, van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid, worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid ». Art. C 64. In artikel XIII 82 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Hoofdstuk 2 is evenwel niet van toepassing op de stagiair.

Zijn bovendien niet van toepaasing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. C 65. Artikel XIII 110, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft geen recht op de toelagen voor afmattend, ongezond of gevaarlijk werk bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 31 juli 1975 tot vaststelling van het geldelijk statuut en van sommige bepalingen van het administratief statuut van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 april 1985. » Art. C 66. In hetzelfde besluit wordt onder titel 6 « Overgangsbepalingen » een artikel XIII 112 ingevoegd luidend als volgt : « XIII 112. § 1. Het personeelslid dat uiterlijk 31 december 1994 bij Imalso in dienst kwam en dat in de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1998 er uit dienst trad, ontvangt het salaris pro rata van 24 werkdagen verlof. § 2. Voor het personeelslid dat in de loop van 1994 bij Imalso in dienst kwam, wordt het aantal dagen waarvan sprake in het vorige lid, herleid tot het aantal gewerkte maanden in 1994. » Art. C 67. Artikel XIV 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. C 68. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering Art. XIV 38bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 66. » Art. C 69. In deel XIV, titel 4, hoofdstuk 1, van hetzelfde besluit wordt artikel XIV 47bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. XIV 47bis. De overgangsregeling vermeld in artikel XIII 112 is van toepassing op het contractueel personeelslid. » Art. C 70. In artikel XV 1, 2°, van hetzelfde besluit worden de woorden « 1 juni 1996 » vervangen door de woorden « 1 juli 1996 ».

Art. C 71. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, Titel 2. De evaluatie : 1 januari 1995 » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996. » Art. C 72. In bijlage 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 41, § 4 » vervangen door de woorden « artikel VIII 38, § 4 ».

Art. C 73. De salarisschaal C200 wordt gewijzigd, zoals opgenomen als bijlage IV bij dit besluit. Deze gewijzigde salarisschaal vervangt de gelijknamige schaal, opgenomen in bijlage 9 van besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Intercommunale Maatschappij van de Linker Scheldeoever en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

Art. C 74. De algemene lijst van functioneringscriteria bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, gaat als bijlage V bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 12 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. C 75. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

D. Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen Art. D 1. In artikel II 6, a, van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » ingevoegd.

Art. D 2. In artikel II 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « vóór 29 september 1996 »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. D 3. In artikel V 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « of in een gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « of in een graad van dezelfde rang ».

Art. D 4. In artikel VI 8, laatste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. D 5. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om redenen die verband houden met de noden van de dienst. » Art. D 6. In artikel VII 32 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. D 7. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. D 8. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (`het wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het `hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in bijlage 14 bij dit besluit; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar, en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. D 9. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. D 10. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode.

Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor H.R.M. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren.

Voor de ambtenaar van niveau D of E die belast is met exploitatietaken wordt het evaluatiegesprek tevens gevoerd in aanwezigheid van een waarnemer indien de ambtenaar dit vraagt. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitief beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. D 11. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27, § 1;6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor H.R.M. » Art. D 12. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3°, handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd.

Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. D 13. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd »; 2° in § 2, 2° worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. D 14. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Met uitzondering van de adjunct-leidend ambtenaar worden alle ambtenaren van rang A2 en lager geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen. » Art. D 15. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd en het staflid van rang A2 worden geëvalueerd door de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar. » Art. D 16. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de andere ambtenaren van rang A2 en de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E, geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. D 17. Artikel VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. D 18. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. D 19. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. D 20. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « , onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. D 21. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. D 22. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid, behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag, tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. D 23. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissingen van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. D 24. In artikel VIII 74 § 1 van het zelfde besluit worden de volgende vermeldingen ingevoegd : - onder 5 a) : « C131 C132 »; - onder 5 b) : « C132 C133 ».

Art. D 25. In artikel VIII 94 van hetzelfde besluit wordt - in § 4 het volgend lid toegevoegd : « In afwijking van § 1 wordt de schaal-anciënniteit van de ambtenaar die vóór zijn inschaling overeenkomstig bijlage 9 in de graad van technisch hoofdassistent, titularis was van de graad van leidend speciaal klerk- ontvanger, berekend op basis van de som van de graadanciënniteiten van leidend speciaal klerk-ontvanger en hoofdklerk-typist; ».

Art. D 26. Aan artikel VIII 95 van hetzelfde besluit wordt volgend lid toegevoegd : « De personeelsleden die met de graad van adjunct-havenkapitein (rang 24) zijn bekleed en die geacht worden titularis te zijn van het diploma van licentiaat in de nautische wetenschappen, in toepassing van artikel 84 van het decreet betreffende het Onderwijs IV van 28 april 1993, worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-havenkapitein (rang 10).» Art. D 27. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. D 28. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie voor de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantie kunnen genomen worden. » Art. D 29. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het vierde lid worden de woorden « eerste lid » geschrapt. Art. D 30. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. D 31. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is »;2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. D 32. Aan artikel XI 36, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze laatste neemt een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst vanhet advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene ».

Art. D 33. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. D 34. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. D 35. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. D 36. In Artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. D 37. In artikel XI 83, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. D 38. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2° » geschrapt.

Art. D 39. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat.» Art. D 40. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. D 41. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1,1°, a) worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e) worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd. Art. D 42. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking ».

Art. D 43. Artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in fine van § 4 wordt de volgende bepaling ingevoegd : « Het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° aan § 5, voorlaatste zin worden de volgende woorden toegevoegd : « berekend op het beginsalaris ». Art. D 44. In artikel XIII 22, 1e lid, van hetzelfde besluit worden na de woorden « aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld » de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. D 45. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven. Art. D 46. In artikel XIII 32, § 2, van hetzelfde besluit worden na hoofdmedewerker de volgende vermeldingen ingevoegd : Havenverkeersleider na 8 jaar schaalanciënniteit in C131 C132; na 10 jaar schaalanciënniteit in C132 C133.

Art. D 47. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd : - in hetgeval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in de hoofdstukken 5, 6 en 7 van deze titel. » Art. D 48. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. D 49. In artikel XIII 42 § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 2° wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het 3e lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op de datum van zijn laatste nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. D 50. In artikel XIII 45 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar "het andere niveau". » Art. D 51. In artikel XIII 52 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De continu-diensten of diensten met een beurtrolsysteem, waar nu een andere regeling bestaat voor zaterdag-, zondags- en nachtpresaties, behouden deze regeling. » Art. D 52. In artikel XIII 57 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau. » Art. D 53. Artikel XIII 68 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 68. Onverminderd artikel XIII 67, 2°, 3° en 4° en artikel XIII 73 wordt, naargelang het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4, en artikel XIII 24 ». Art. D 54. In artikel XIII 71 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. D 55. In artikel XIII 78 van hetzelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. D 56. In artikel XIII 79 § 2 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. D 57. In artikel XIII 82 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Hoofdstuk 2 is niet van toepassing op de stagiair.Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. D 58. In hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 100bis toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 100bis.Voor de havenkapitein benoemd op 19 juni 1991 en de adjunct-havenkapitein (rang 10), bedoeld in artikel VIII 95, zevende lid worden de voltijdse voorgaande prestaties als adjunct-havenkapitein (rang 24) geacht gepresteerd te zijn in niveau 1 en aangerekend in de groep B (« klasse 24 jaar »). » Art. D 59. Artikel XIV 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. D 60. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. Verlof na detachering.

Art. XIV 39bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 66 ».

Art. D 61. In artikel XIV 42 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het contractuele hulppersoneel vermeld in het artikel XIV 5, § 2, wordt bezoldigd overeenkomstig de salarisschaal E 111. » Art. D 62. In artikel XV 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder de vermelding « deel VIII, titel 2 : De evaluatie » worden de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden : « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 »;2° onder de vermelding « deel VIII, de administratieve loopbaan » wordt na de woorden « Artikel VIII 78 : 1 januari 1997 » het volgende lid toegevoegd : « Titel 8 : Overgangs- en Opheffingsbepalingen Artikel VIII 95, laatste lid : 1 juni 1993 »;3° onder de vermelding « deel XIII, titel 5 : « Overgangs-, opheffings- en Slotbepalingen » : « Artikel XIII 100bis : 1 juni 1993.» Art. D 63. In bijlage 5 van hetzelfde besluit wordt onder de rubriek « niveau C, rang C1 » na het woord « technicus » het woord « havenverkeersleider « toegevoegd.

Art. D 64. In bijlage 7 van hetzelfde besluit worden onder de vermeldingen met betrekking tot de graad « C1 technicus » de volgende vermeldingen ingevoegd in de overeenstemmende kolommen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Art. D 65. De algemene lijst van functioneringscriteria, bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, wordt gevoegd als bijlage VI bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 14 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. D 66. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden vóór 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

E. Naamloze Vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen Art. E 1. In artikel II 6, a), van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende organisatie van de naamloze vennootschap Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » toegevoegd.

Art. E 2. In artikel II 23 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « binnen het jaar na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. E 3. In artikel V 6 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. E 4. In artikel VI 8, laatste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. E 5. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om dienstredenen. » Art. E 6. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. E 7. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. E 8. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in een algemene lijst die als bijlage 12 bij dit besluit wordt gevoegd; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar, en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. E 9. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. E 10. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de vormingsverantwoordelijke. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. E 11. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functio neren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27, § 1;6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatie dossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de vormingsverantwoordelijke. » Art. E 12. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. E 13. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd. 2° in § 2, 2°, worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. E 14. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Met uitzondering van de adjunct-leidend ambtenaar worden alle ambtenaren van rang A2 en lager geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen ».

Art. E 15. In artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt ».

Art. E 16. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art.VII 19. Het afdelingshoofd van rang A2 wordt geëvalueerd door de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar. » Art. E 17. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de andere ambtenaren van rang A2 en de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. E 18. De artikelen VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. E 19. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. E 20. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. E 21. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit wordt de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. E 22. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. E 23. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid, behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. E 24. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° Het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissing van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. E 25. In artikel VIII 74, § 1, 1°, a, van het zelfde besluit worden de woorden « van de eerste naar de tweede salarisschaal na 12 jaar van A141B naar A142B » vervangen door « van de eerste naar de tweede salarisschaal na 9 jaar van A141B naar A142B ».

Art. E 26 : In artikel VIII 88 van hetzelfde besluit wordt de datum « 30 juni 1997 » vervangen door « 31 juli 2002 » en worden de woorden « die in werking treden op datum van dit besluit » geschrapt.

Art. E 27. Aan artikel VIII 90 van hetzelfde besluit wordt een § 4 toegevoegd luidend als volgt : « § 4. Voor de inschaling in de salarisschaal E122 wordt voor de berekening van de schaalanciënniteit de graadanciënniteit van de graden van rang 43 (met inbegrip van de afgeschafte graden) samengevoegd. » Art. E 28. In hetzelfde besluit wordt een artikel VIII 91 ter ingevoegd, luidend als volgt : « Art. VIII 91ter. De ambtenaar die geslaagd is voor een xamen voor verhoging in graad of voor een onderzoek naar de beroepsgeschiktheid voor verandering van graad, voor een graad die overeenkomstig dit besluit opgenomen wordt in een hogere salarisschaal dan de basissalarisschaal van een functionele loopbaan, wordt ten vroegste met ingang van één van de data bedoeld in artikel VIII 89 ingeschakeld in de overeenstemmende salarisschaal van de functionele loopbaan.

Naargelang het niveau dient dit examen aangevraagd te zijn vóór de data bedoeld in artikel VIII 89.

Indien de datum van het examen later valt dan deze data dan wordt de ambtenaar in de nieuwe salarisschaal ingeschakeld met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van het proces-verbaal van het examen of het onderzoek naar de beroepsgeschiktheid.

Er worden geen anciënniteitsvoorwaarden gesteld. » Art. E 29. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. E 30. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie gedurende de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3 De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden ».

Art. E 31. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het laatste lid worden de woorden « ,eerste lid » geschrapt. Art. E 32. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit wordt het woord « beroepsongeschiktheid » vervangen door het woord « arbeidsongeschiktheid ».

Art. E 33. In artikel XI 33 van het zelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is.»; 2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. E 34. Aan artikel XI 36, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene ».

Art. E 35. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet. De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. E 36. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. E 37. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. E 38. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. E 39. In artikel XI 83, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheids-proeven. » Art. E 40. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2° » geschrapt.

Art. E 41. In artikel XII 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. E 42. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en « Europese gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « dienst van de » en « Europese » de woorden « Verenigde Naties » ingevoegd;4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. E 43. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. E 44. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a) worden de woorden « Europese gemeenschap » telkens vervangen door « Europese Unie »;2° in § 1,1°, a) worden tussen de woorden « de diensten van de » en « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen de woorden « Arbeid » en « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd; Art. E 45. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. E 46. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door : « Het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : 1° 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde dagen gelijk is aan 11; 2° 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° in § 5.worden de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd aan de voorlaatste zin.

Art. E 47. In artikel XIII 22 worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. E 48. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven. Art. E 49. In artikel XIII 32 § 2 worden : - de woorden « na 12 jaar schaalanciënniteit in A 141B » die vermeld zijn onder « Havenkapitein » vervangen door de woorden « na 9 jaar schaalanciënniteit in A141B »; - na de woorden « Ingenieur » de volgde woorden ingevoegd : « en informaticus ».

Art. E 50 Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald of; - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in de hoofdstukken 5, 6, 7 en 8 van deze titel. » Art. E 51. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. E 52. In artikel XIII 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. E 53. In artikel XIII 45 van het zelfde statuut wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau ».

Art. E 54. In artikel XIII 52 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De continu-diensten of diensten met een beurtrolsysteem, waar nu een andere regeling bestaat voor zaterdag-, zondags- en nachtpresaties, behouden deze regeling. » Art. E 55. Artikel XIII 58, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. E 56. Artikel XIII 63 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. E 57. In artikel XIII 74 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt : « Art. XIII 74. Onverminderd artikel XIII 73, 2°, 3° en 4°, en artikel XIII 79 wordt, naar gelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4, en artikel XIII 24. » Art. E 58. In artikel XIII 77 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid ». Art. E 59. In artikel XIII 84 van het zelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. E 60. In artikel XIII 85, § 2, van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. E 61. In artikel XIII 88 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. De hoofdstukken 2 en 5 zijn niet van toepassing op de stagiair.

Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. E 62. Artikel XIV 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. E 63. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering.

Art. XIV 39. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in artikel XI 66. » Art. E 64. Artikel XIV 53 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Art. XIV 53. Voor het contractuele hulppersoneel dat uiterlijk op 1 februari 1992 werkte met een arbeidsduur van zeveneneenhalf uur per dag en vijf dagen per week, en het personeel uiterlijk op voormelde datum aangeworven met een arbeidsduur van 37/38sten per week, worden de diensten gepresteerd overeenkomstig de vermelde arbeidstijden, gelijkgesteld met volledige prestaties voor de toekenning van salarisverhogingen. » Art. E 65. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, Titel 2 : De evaluatie » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 ».

Art. E 66. De algemene lijst van functioneringscriteria bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij dit besluit, gaat als bijlage VII bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 12 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. E 67. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

Art. E 68. In bijlage 7/3 wordt in de derde kolom (overgangsregeling) de vermelding « D122 » ingevoegd en in de vierde kolom wordt na de graad van « technisch beambte eerste klasse » de vermelding toegevoegd « (negen jaar niveau-anciënniteit in niveau 3) ».

F. Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel Art. F 1. In artikel II 8, a, van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het OPZ-Geel en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » « of een stagiair » toegevoegd.

Art. F 2. In artikel II 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « binnen het jaar na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. F 3. In artikel V 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. F 4. In artikel VI 8, laatste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. F 5. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om dienstredenen. » Art. F 6. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd voor 31 december 1994 en dat afgesloten werd voor 31 december 1995. » Art. F 7. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. F 8. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in een algemene lijst die als bijlage 12 bij dit besluit wordt gevoegd; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. F 9. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. F 10. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding, georganiseerd door de administratie personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van de evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren. De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder H.R.M. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. F 11. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd;4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in artikel VIII 27, § 1;6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder H.R.M. » Art. F 12. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3° handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens als de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaats hadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. F 13. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd. »; 2° in § 2, 2°, worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. F 14. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Alle ambtenaren van rang A1 en lager worden geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen. » Art. F 15. In artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt ».

Art. F 16. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd van rang A2 wordt geëvalueerd door de leidend ambtenaar. » Art. F 17. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit worden vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. F 18. De artikelen VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. F 19. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren, wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. F 20. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. F 21. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. F 22. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. F 23. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag tenzij het examenreglement het anders bepaald. » Art. F 24. In artikel VIII 72, § 4, 2°, d, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel XI 40, § 2 » vervangen door de woorden « artikel XI 39, § 2 ».

Art. F 25. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt :« Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissing van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken ». Art. F 26. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. F 27. Artikel XI 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 11. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag krijgt de ambtenaar in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. F 28. In artikel XI 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het laatste lid worden de woorden « , eerste lid » geschrapt. Art. F 29. In artikel XI 24, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. F 30. In artikel XI 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is », 2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. F 31. Aan artikel XI 35, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene. » Art. F 32. Artikel XI 63 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 63. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de Raad van Bestuur. » Art. F 33. In artikel XI 76 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. F 34. In artikel XI 78 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. F 35. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. F 36. In artikel XI 82, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. F 37. In artikel XI 92, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2° » geschrapt.

Art. F 38. In artikel XII 2, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden « behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. F 39. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. F 40. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. F 41. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a) worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd. Art. F 42. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. F 43. In artikel XIII 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « 1 januari 1995 » vervangen door de woorden « 1 januari 1994 ».

Art. F 44. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door wat volgt : « het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° in § 5 worden de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd aan de voorlaatste zin. Art. F 45. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. F 46. In artikel XIII 24, § 2, van hetzelfde besluit wordt de verwijzing naar artikel XI 39, § 1, vervangen door de verwijzing naar artikel XI 40, § 1.

Art. F 47. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven. Art. F 48. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 5 afdeling 5 en in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van deze titel en voor de aanvullingswedde bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 2 ».

Art. F 49. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. F 50. In artikel XIII 40 van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2° wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in § 1, derde lid worden de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op de datum van zijn laatste nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. F 51. In artikel XIII 41 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomnd geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard-of standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamen naar het andere niveau. » Art. F 52. In artikel XIII 48 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « § 4. De continu-diensten of diensten met een beurtrolsysteem, waar nu een andere regeling bestaat voor zaterdag-, zondags- en nachtpresaties, behouden deze regeling. » Art. F 53. Artikel XIII 60, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. F 54. In artikel XIII 65 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau. » Art. F 55. Artikel XIII 76 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 76. Onverminderd artikel XIII 75, 2°, 3° en 4°, en artikel XIII 81 wordt, naar gelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4 en artikel XIII 24.» Art. F 56. In artikel XIII 79 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. F 57. In artikel XIII 86 van het zelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. F 58. In artikel XIII 87, § 2, van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. F 59. In artikel XIII 90 wordt § 2 vervangen door door wat volgt : « § 2. Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 5, afdeling 5, zijn niet van toepassing op de stagiair. Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. F 60. Artikel XIV 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. F 61. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd die luidt als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering Art. XIV 39bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 65. » Art. F 62. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, titel 2 : De evaluatie : » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden : « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996. » Art. F 63. § 1. De salarisschalen D211 en D212, zoals opgenomen als bijlage VIII bij dit besluit, worden toegevoegd aan bijlage 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel en de regeling van de rechtspositie van het personeel. § 2.De salarisschaal A 222P wordt gewijzigd zoals opgenomen als bijlage VIII bij dit besluit. Zij vervangt de gelijknamige schaal in dezelfde bijlage 9 van het in paragraaf 1 vermelde besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995. § 3. De salarisschaal met indicies C111 en C121 wordt gewijzigd zoals opgenomen als bijlage XI bij dit besluit. Zij vervangt de gelijknamige schaal in bijlage 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

Art. F 64. De algemene lijst van functioneringscriteria, bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit zoals gewijzigd bij dit besluit gaat als bijlage IX bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 12 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. F 65. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

G. Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem Art. G 1. In artikel II 10,a van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » toegevoegd.

Art. G 2. In artikel II 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « binnen de twee jaar na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing ». Art. G 3. In artikel V 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. G 4. In artikel VI 8, laatste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. G 5. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om dienstredenen. » Art. G 6. In deel VI, Titel 6, van hetzelfde besluit wordt het opschrift vervangen door wat volgt : « Titel 6. - Overgangs- en opheffingsbepalingen » Art. G 7. In deel VI, titel 6 van hetzelfde besluit wordt een artikel VI 31 ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. VI 31. De geldigheidsduur van de wervingsreserve van het vergelijkend examen dat specifiek voor het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem werd georganiseerd : ergotherapeut met nr. AN 92013 A wordt verlengd met 1 jaar. » Art. G 8. Artikel VI 31 van hetzelfde besluit wordt hernummerd tot « Artikel VI 32 ».

Art. G 9. In artikel VII 33 van hetzelfde besluit worden de woorden « dat afgesloten werd vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit » vervangen door de woorden « dat georganiseerd werd vóór 31 december 1994 en dat afgesloten werd vóór 31 december 1995 ».

Art. G 10. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. G 11. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in een algemene lijst die als bijlage 12 bij dit besluit wordt gevoegd; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. G 12. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. G 13. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren.

De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor H.R.M. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. G 14. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in art.VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd; 4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in art.VIII 27, § 1; 6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor H.R.M. » Art. G 15. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3°, handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor het opstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. G 16. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd. »; 2° in § 2, 2° worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. G 17. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Alle ambtenaren van rang A1 en lager worden geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. Deze evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen. » Art. G 18. In artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt. » Art. G 19. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd van rang A2 wordt geëvalueerd door de leidend ambtenaar. » Art. G 20. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. G 21. De artikelen VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit wordenopgeheven.

Art. G 22. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. G 23. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. G 24. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. G 25. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. G 26. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. G 27. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissing van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. G 28. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. G 29. Artikel XI 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 11. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag krijgt de ambtenaar in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. G 30. In artikel XI 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het laatste lid worden de woorden « , eerste lid » geschrapt. Art. G 31. In artikel XI 24, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. G 32. In artikel XI 32 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is.»; 2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. G 33. Aan artikel XI 35, § 3, laatste lid, van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene. » Art. G 34. Artikel XI 63 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 63. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. G 35. In artikel XI 76 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. G 36. In artikel XI 78 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. G 37. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. G 38. In artikel XI 82, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. G 39. In artikel XI 92, § 3, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub 1° en 2° » geschrapt.

Art. G 40. In artikel XII 2, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « , behalve bij ernstig vergrijp zoals bepaald in artikel IX 6 » geschrapt.

Art. G 41. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd.4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. G 42. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. G 43. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a), worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd. Art. G 44. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan « en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. G 45. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door wat volgt : « het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° in § 5 worden de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd aan de voorlaatste zin. Art. G 46. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. G 47. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden « van navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven. Art. G 48. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36. § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 5, en in de hoofstukken 6, 7 en 8 van deze titel en voor de aanvullingswedde bedoeld in hoofdstuk 5, afdeling 1. » Art. G 49. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. G 50. In artikel XIII 41, van hetzelfde besluit wordt worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. G 51. In artikel XIII 42 van het zelfde statuut wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau.

Art. G 52. Artikel XIII 49, § 4, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « De continudiensten of diensten met een beurtrolsysteem waar nu een andere regeling bestond voor zaterdag-, zondags- en nachtprestaties behouden deze regeling. » Art. G 53. Artikel XIII 61, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. G 54. In artikel XIII 64 van hetzelfde besluit worden in de eerste zin de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau. » Art. G 55. Artikel XIII 75 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 75. Onverminderd artikel XIII 74, 2°, 3° en 4° en artikel XIII 80 wordt, naar gelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4 en artikel XIII 24.» Art. G 56. In artikel XIII 78 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid ». Art. G 57. In artikel XIII 85 van het zelfde statuut wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. G 58. In artikel XIII 86, § 2 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid ». Art. G 59. In artikel XIII 89 wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 5, afdeling 5, zijn niet van toepassing op de stagiair. Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. G 60. Aan artikel XIV 16 tweede lid van hetzelfde besluit wordt de volgende zin toegevoegd : « Elke wijziging van standplaats wordt als addendum aan de schriftelijke overeenkomst toegevoegd. » Art. G 61. Artikel XIV 21 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. G 62. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. - Verlof na detachering Art. XIV 41bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 65. » Art. G 63. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, Titel 2 : De evaluatie » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996 ».

Art. G 64. De algemene lijst van functioneringscriteria, bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit zoals gewijzigd bij dit besluit gaat als bijlage X bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 12 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. G 65. De hierna vermelde errata in hetzelfde besluit worden als volgt gecorrigeerd : - In artikel VI 7, § 1 worden de woorden « bijlage 3 » vervangen door de woorden « bijlage 6 » ; - In artikel XI 47 worden de woorden « artikel XI 57 » vervangen door de woorden « artikel XI 56 » ; - In artikel XIII 9, § 1 worden de woorden « artikel VIII 36 » vervangen door de woorden « artikel VIII 35 » ; - In artikel XIII 53, §§ 1 en 2 worden de woorden « artikel XIII 48 » vervangen door de woorden « artikel XIII 47 » ; - In artikel XIII 102 worden de woorden « artikel XIII 23 » vervangen door de woorden « artikel XIII 22 » ; - In artikel XIV 51 worden de woorden « artikel XIV 41 » vervangen door de woorden « artikel XIV 43 » ; - In artikel XV 3 worden de woorden « artikel II 3 » vervangen door de woorden « artikel II 6 » ; - In artikel XV 5 Deel XIV De rechtspositie van het contractuele personeelslid van de instelling : worden de woorden « Artikel XIV 44 - eerste lid : 1 januari 1994 - tweede lid : 1 januari 1995 » geschrapt; worden de woorden « artikel XIV 46 » vervangen door de woorden « artikel XIV 45 » en worden de woorden « artikel XIV 51 » vervangen door de woorden « artikel XIV 50 »; - In bijlage 9 (tabel van de salarisschalen) van hetzelfde besluit, salarisschaal E 121, geldelijke anciënniteit nul jaar, wordt het bedrag « 526.000 » vervangen door het bedrag « 525.000 ».

Art. G 66. De salarisschaal met indicies C111 en C121 wordt gewijzigd zoals opgenomen als bijlage XI bij dit besluit. Zij vervangt de gelijknamige schaal in bijlage 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem en de regeling van de rechtspositie van het personeel.

Art. G 67. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

H. Vlaamse Huisvestingsmaatschappij Art. H 1. In artikel II 6, a van het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende organisatie van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en de regeling van de rechtspositie van het personeel worden na de woorden « een ambtenaar » de woorden « of een stagiair » toegevoegd.

Art. H 2. In artikel II 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen de 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit » worden vervangen door de woorden « binnen het jaar na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad »;2° de woorden « binnen de eerste twee jaar na zijn aanwijzing » worden vervangen door de woorden « binnen de eerste drie jaar na zijn aanwijzing.» Art. H 3. In artikel V 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De kennisgeving van de vacatures gebeurt door een bericht aan het personeel waarbij dit door de in aanmerking komend kandidaat voor ontvangst wordt getekend en gedagtekend. Een exemplaar van het bericht aan het personeel wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs gezonden aan de personeelsleden die tijdelijk om enigerlei reden uit de dienst verwijderd zijn. Deze aangetekende brief wordt verzonden naar het door betrokkene laatst opgegeven correspondentieadres. »; 2° een § 4 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Om geldig te zijn moet de kandidaatstelling beantwoorden aan de voorschriften van het vacaturebericht en hetzij per aangetekende brief worden verzonden, hetzij door middel van een afgegeven brief waarvoor een bewijs van ontvangst wordt overhandigd, worden ingediend binnen dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste werkdag na de datum van overhandiging in de dienst of na de datum van indiening bij de post van het vacaturebericht.

De kandidaatstelling die door middel van een afgegeven brief wordt ingediend, dient op de laatste werkdag aan de ontvangende dienst uiterlijk om 16.00 uur te worden overhandigd.

Voor de kandidaatstelling geldt de datum van de poststempel of van het ontvangstbewijs als indieningsdatum. De kandidaatstelling omvat een uiteenzetting van de aanspraken en wordt ingediend met het modelformulier dat als bijlage 3 bij dit besluit gevoegd is. » Art. H 4. In artikel V 11, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden « geneeskundige controledienst » vervangen door de woorden « arbeidsgeneeskundige dienst ».

Art. H 5. In artikel V 13 van hetzelfde besluit worden de woorden « gelijkwaardige graad » vervangen door de woorden « graad van dezelfde rang ».

Art. H 6. In artikel VI 8, laatste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. H 7. In artikel VI 22 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De geslaagden voor een vergelijkend aanwervingsexamen behouden het voordeel van hun uitslag gedurende vier jaar te rekenen van de datum van het proces-verbaal van het vergelijkend examen, tenzij de leidend ambtenaar een andere termijn bepaalt. Een kortere geldigheidsduur wordt uitdrukkelijk en vooraf vastgesteld in het examenreglement. De verlenging van de wervingsreserve is mogelijk om dienstredenen. » Art. H 8. In artikel VIII 6 van hetzelfde besluit wordt het tweede lidopgeheven.

Art. H 9. Artikel VIII 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 8. § 1. Voor de toepassing van deze titel en van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de functioneringsevaluatie : het beoordelen van het functioneren van de functiehouder in de huidige functie ten opzichte van vooraf bepaalde verwachtingen. In het begin van de evaluatieperiode worden de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren bepaald (de planning). Na afloop van de evaluatieperiode worden de resultaten en het functioneren beoordeeld ten opzichte van deze verwachtingen (de vaststelling van de evaluatie); 2° de functiebeschrijving : de beschrijving van een aantal relatief permanente aspecten van een functie zoals het doel van de functie, de resultaatgebieden en de functioneringscriteria. De resultaatgebieden zijn de explicitering op welke domeinen welke resultaten verwacht worden in de functie (het 'wat').

De functioneringscriteria zijn de criteria die bepalend zijn voor het goed uitoefenen van een functie (het 'hoe').

De onderscheiden criteria worden opgenomen in een algemene lijst die als bijlage 13 bij dit besluit wordt gevoegd; 3° de hiërarchische meerdere : enerzijds de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar, en de afdelingshoofden ten overstaan van de onder hun gezag staande personeelsleden en anderzijds de ambtenaar die is aangewezen door het afdelingshoofd of de adjunct-leidend ambtenaar, of bij ontstentenis door de leidend ambtenaar, om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden met een lagere rang dan de zijne en in uitzonderlijke gevallen over personeelsleden van zijn rang. De aanwijzing als hiërarchische meerdere over personeelsleden met dezelfde rang dient gemotiveerd te worden en ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de directieraad.

De onmiddellijke hiërarchische meerdere is de hiërarchische meerdere die het dichtst in rang staat tot het onder zijn gezag staand personeel. Hij treedt op als eerste evaluator. § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die zich in de administratieve toestand dienstactiviteit bevindt. » Art. H 10. Artikel VIII 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 9. De functioneringsevaluatie dient op een zorgvuldige wijze te gebeuren. » Art. H 11. Artikel VIII 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 10. § 1. Een opleiding tot evaluator is verplicht voor alle ambtenaren die met functioneringsevaluatie belast zijn. Alleen de functioneringsevaluaties opgemaakt door ambtenaren die deze opleiding hebben gevolgd, zijn geldig.

De evaluatoren volgen de opleiding georganiseerd door de administratie Personeelsontwikkeling van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of een gelijkwaardige opleiding. § 2. De evaluatoren worden geëvalueerd op de kwaliteit van de functioneringsevaluaties die zij opmaken. § 3. In het begin van elke evaluatieperiode bespreekt de geëvalueerde met een evaluator de concrete verwachtingen ten aanzien van de resultaten en het functioneren. De formele vaststelling door de evaluatoren in onderlinge overeenstemming, van deze verwachtingen qua resultaten en functioneren dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd.

Bij deze planning van de prestaties vertrekken de evaluatoren en de geëvalueerde van alle beschikbare informatie over de functie, zoals onder meer de resultaatgebieden en de functioneringscriteria, de resultaten van voorbije evaluaties en de doelstellingen van de entiteit.

De geëvalueerde krijgt inzage in de functiebeschrijving en de doelstellingen van de eerste evaluator van de naasthogere rang. § 4. Ingevolge onvoorziene wijzigingen in de doelstellingen of de organisatie van de werkzaamheden kunnen de verwachtingen qua resultaten en functioneren van de geëvalueerde aangepast worden. Deze aanpassing dient op dezelfde zorgvuldige manier te worden besproken en toegelicht als bij het begin van de evaluatieperiode. Zij dient ook schriftelijk aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. Deze aanpassing wordt meegedeeld aan de opdrachthouder voor H.R.M. § 5. Na afloop van elke evaluatieperiode wordt de geëvalueerde uitgenodigd voor een evaluatiegesprek. Tijdens dit evaluatiegesprek geeft de geëvalueerde ook zijn eigen visie weer op zijn functioneren tijdens de evaluatieperiode.

Het evaluatiegesprek wordt gevoerd tussen de geëvalueerde en één evaluator. Op verzoek van de geëvalueerde of één van zijn evaluatoren, gebeurt het evaluatiegesprek met de twee evaluatoren. § 6. Na het evaluatiegesprek wordt het definitieve beschrijvende evaluatieverslag opgesteld door de evaluatoren. Het beschrijvend evaluatieverslag omvat geen samenvattende waardering of einduitspraak over de geëvalueerde, behalve indien de evaluatoren oordelen dat hij de vermelding « onvoldoende » verdient.

De geëvalueerde kan zijn opmerkingen toevoegen aan het evaluatieverslag. » Art. H 12. Artikel VIII 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 11. Over elke ambtenaar wordt een jaarlijks individueel evaluatiedossier aangelegd. Het omvat : 1° de functiebeschrijving als relatief permanente basis;2° de beschrijving van de verwachtingen ten aanzien van resultaten en functioneren in de evaluatieperiode, zoals geformuleerd in het begin van deze periode, of gedurende deze periode zoals bedoeld in artikel VIII 10, § 4;3° de persoonlijke nota's bedoeld in art.VIII 14 en de opmerkingen die de ambtenaar erbij heeft geformuleerd; 4° de uitslagen die de belanghebbende ambtenaar tijdens dat jaar heeft behaald in de loopbaanexamens;5° de definitieve beschrijvende evaluatieverslagen en hun bijlagen zoals bedoeld in art.VIII 27, § 1; 6° de beslissingen in beroep, bedoeld in artikel VIII 28 en VIII 29;7° de staat van tuchtstraffen uitgesproken in het evaluatiejaar, vermeld in artikel IX 26. Het evaluatiedossier is ter beschikking van alle instanties bevoegd voor het individueel personeelsbeheer en van de opdrachthouder voor H.R.M. » Art. H 13. Artikel VIII 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 14. De persoonlijke nota's bedoeld in artikel VIII 11, eerste lid, 3°, handelen over de behaalde resultaten en/of over het functioneren. Zij handelen eventueel over gebeurtenissen of gedragingen buiten de dienst die de ambtsuitoefening kunnen beïnvloeden of in het gedrang brengen.

Deze persoonlijke nota's omvatten een nauwkeurig relaas van gunstige of ongunstige feiten die als evaluatiegrond kunnen dienen. Telkens de evaluatoren dat nodig achten, of op gemotiveerd verzoek van de belanghebbende ambtenaar, stellen de evaluatoren een persoonlijke nota op over feiten die hoogstens één maand voor de ondertekening van de nota plaatshadden.

Een persoonlijke nota wordt eveneens opgemaakt telkens de ambtenaar gedurende een door de evaluatoren voldoende significant geachte periode ter beschikking wordt gesteld van een project. De projectleider is verantwoordelijk voor hetopstellen van de persoonlijke nota.

Elke persoonlijke nota wordt onmiddellijk aan de belanghebbende ambtenaar voorgelegd. Hij viseert dit document, krijgt er een afschrift van en beschikt over vijftien kalenderdagen om zijn eventuele opmerkingen te formuleren.

Indien de ambtenaar opmerkingen formuleert, dan worden deze aan de nota toegevoegd en opgenomen in het evaluatiedossier. » Art. H 14. In artikel VIII 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De evaluatie over het afgelopen evaluatiejaar heeft plaats in januari en februari van het volgende jaar. Het beschrijvend evaluatieverslag dient uiterlijk op 15 maart aan de geëvalueerde te worden toegestuurd. De planning voor het nieuwe evaluatiejaar dient eveneens op dat tijdstip te zijn gefinaliseerd; » 2° in § 2, 2°, worden de woorden « de te horen ambtenaren » vervangen door de woorden « de te bevragen ambtenaren ». Art. H 15. Artikel VIII 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 17. Met uitzondering van de adjunct-leidend ambtenaar worden alle ambtenaren van rang A2 en lager geëvalueerd door minstens twee hiërarchische meerderen. De evaluatoren behoren tot minstens twee verschillende rangen. » Art. H 16. In artikel VIII 18 van hetzelfde besluit wordt het woord « hoort » vervangen door het woord « bevraagt ».

Art. H 17. Artikel VIII 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 19. Het afdelingshoofd en het staflid van rang A2 worden geëvalueerd door de leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar. » Art. H 18. Artikel VIII 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 20. Behalve in de gevallen bedoeld in artikel VIII 24 worden de andere ambtenaren van rang A2 en de ambtenaren van rang A1, niveau B, C, D en E geëvalueerd door minstens twee evaluatoren die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel VIII 17. » Art. H 19. De artikelen VIII 21 tot en met VIII 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. H 20. In artikel VIII 24 van hetzelfde besluit wordt § 3 vervangen door wat volgt : « § 3. De ambtenaar die in de loop van de evaluatieperiode of op het evaluatietijdstip onder het functioneel gezag van een andere hiërarchische meerdere respectievelijk heeft gestaan of staat dan de hem overeenkomstig zijn affectatie toegewezen evaluatoren wordt geëvalueerd door deze laatsten, rekening houdend met artikel VIII 14, derde lid. » Art. H 21. Artikel VIII 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 25. Indien op het evaluatietijdstip blijkt dat één van de evaluatoren ontbreekt of nog geen opleiding opgelegd door artikel VIII 10 gevolgd heeft, dan wordt hij vervangen door een andere hiërarchische meerdere, aangeduid door de evaluatoren van de ontbrekende evaluator. » Art. H 22. Aan artikel VIII 26 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « onverminderd het derde lid van voormeld artikel ».

Art. H 23. In artikel VIII 27, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « artikel VIII 10, § 5 » vervangen door de woorden « artikel VIII 10, § 6 ».

Art. H 24. In artikel VIII 40 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De kennisgeving van de vacatures gebeurt door een bericht aan het personeel waarbij dit door de in aanmerking komend kandidaat voor ontvangst wordt getekend en gedagtekend. Een exemplaar van het bericht aan het personeel wordt per aangetekende brief met ontvangstbewijs gezonden aan de ambtenaar die tijdelijk om enigerlei reden uit de dienst verwijderd is. Deze aangetekende brief wordt verzonden naar het door de ambtenaar laatst opgegeven correspondentieadres. »; 2° een § 4 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4.Om geldig te zijn moet de kandidaatstelling beantwoorden aan de voorschriften van het vacaturebericht en hetzij per aangetekende brief worden verzonden, hetzij door middel van een afgegeven brief waarvoor een bewijs van ontvangst wordt overhandigd, worden ingediend binnen dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste werkdag na de datum van overhandiging in de dienst of na de datum van indiening bij de post van het vacaturebericht.

De kandidaatstelling die door middel van een afgegeven brief wordt ingediend, dient op de laatste werkdag aan de ontvangende dienst uiterlijk om 16.00 uur te worden overhandigd.

Voor de kandidaatstelling geldt de datum van de poststempel of van het ontvangstbewijs als indieningsdatum. De kandidaatstelling omvat een uiteenzetting van de aanspraken en wordt ingediend met het modelformulier dat als bijlage 3 bij dit besluit gevoegd is. » Art. H 25. Aan artikel VIII 59 van hetzelfde besluit wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De geslaagde voor één van de vergelijkende bekwaamheidsproeven bedoeld in § 1, eerste lid behoudt onbeperkt het voordeel van zijn uitslag tenzij het examenreglement het anders bepaalt. » Art. H 26. In artikel VIII 73 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « normale loopbaansnelheid » geschrapt;2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « Van 1 juli tot 30 juni wordt overeenkomstig de beslissingen van het eerste lid voor elke maand één maand bijgevoegd, een halve maand of een hele maand afgetrokken.» Art. H 27. Artikel XI 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 7. In afwijking van artikel XI 6 is de ambtenaar die deelneemt aan een georganiseerde werkonderbreking in dienstactiviteit en verliest hij zijn salaris enkel voor de duur van de afwezigheid. » Art. H 28. Artikel XI 12 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 12. § 1. De ambtenaar heeft vakantie op de wettelijke en decretale feestdagen en op 2 en 15 november en 26 december. § 2. Ter vervanging van de in § 1 vermelde vakantiedagen die samenvallen met een zaterdag of zondag, heeft de ambtenaar die niet in een continuregeling tewerkgesteld wordt, vakantie voor de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar.

De ambtenaar die verplicht is om op één van de in § 1 vermelde dagen of in de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar te werken ten gevolge van behoeften van de dienst, krijgt in evenredige mate vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen worden genomen. § 3. De ambtenaar tewerkgesteld in continudienst die werkt of in rust is op de in § 1 vermelde dagen krijgt hiervoor vervangende vakantiedagen die onder dezelfde voorwaarden als de jaarlijkse vakantiedagen kunnen genomen worden. » Art. H 29. In artikel XI 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aanspraak maken op ouderschapsverlof » vervangen door de woorden « een aanvraag indienen om ouderschapsverlof te krijgen »;2° in het laatste lid worden de woorden « , eerste lid » geschrapt. Art. H 30. In artikel XI 25, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « definitieve beroepsongeschiktheid » vervangen door de woorden « definitieve arbeidsongeschiktheid ».

Art. H 31. In artikel XI 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan § 1, eerste lid, wordt een 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° de vrijstelling van arbeid van de zwangere ambtenaar die werkt in een schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is »;2° in § 2 wordt het woord « § 1 » vervangen door de woorden « § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° ». Art. H 32. Aan artikel XI 36, § 3, derde lid van hetzelfde besluit wordt volgende zin toegevoegd : « Deze nemen een beslissing binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het advies van de raad van beroep, zoniet wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de betrokkene. » Art. H 33. Artikel XI 64 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XI 64. De ambtenaar van de instelling krijgt verlof wanneer hij door een minister, staatssecretaris of een lid van de regering van een gemeenschap of een gewest of een gouverneur van een Vlaamse provincie of de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad aangewezen wordt om een ambt uit te oefenen op zijn kabinet.

De aanwijzing gebeurt na akkoord van de raad van bestuur. » Art. H 34. In artikel XI 77 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Binnen de perken van de reglementering of het reglement van de betrokken wetgevende vergadering wordt het verlof dat is toegestaan aan de ambtenaar die een ambt uitoefent bij een erkende politieke groep of bij de voorzitter van één van die groepen ofwel bezoldigd door de instelling met doorbetaling van het salaris en terugvordering ofwel niet bezoldigd door de instelling en wordt het salaris stopgezet indien de betrokken wetgevende vergadering of de erkende politieke groep een salaris betaalt. » Art. H 35. In artikel XI 79 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. H 36. In artikel XI 80 van hetzelfde besluit wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Dit artikel vindt geen toepassing op ambtenaren die rechtstreeks bezoldigd worden door de betrokken wetgevende vergadering. » Art. H 37. In artikel XI 83, § 2,eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « De ambtenaar heeft recht op een voorbereiding voor examens of bekwaamheidsproeven. » Art. H 38. In artikel XI 93, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « zoals vermeld sub § 1 en § 2 » geschrapt.

Art. H 39. In artikel XIII 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Europese Gemeenschap » worden telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in 1° worden tussen de woorden « dienst van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in 3° worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd.4° in 3°, d), wordt het woord « EG-lidstaat » vervangen door « EU-lidstaat ». Art. H 40. In artikel XIII 9, § 1, van hetzelfde besluit wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de periodes van afwezigheid wegens arbeidsongeval, ongeval naar of van het werk of beroepsziekte wanneer de ambtenaar tijdens zijn vorige prestaties als contractueel personeelslid, onder de wet viel van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. » Art. H 41. In artikel XIII 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 1°, a), worden de woorden « Europese Gemeenschap » telkens vervangen door de woorden « Europese Unie »;2° in § 1, 1°, a), worden tussen de woorden « de diensten van de » en de woorden « Europese Gemeenschap » de woorden « Verenigde Naties, van de » ingevoegd;3° in § 1, 2°, e), worden tussen het woord « Arbeid » en de woorden « werd opgericht » de woorden « en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening » ingevoegd. Art. H 42. In artikel XIII 11, § 2, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden « te boven gaan » en « niet in aanmerking » de woorden « alsmede van tijdelijke werkloosheid » ingevoegd.

Art. H 43. In artikel XIII 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 4 worden de twee laatste leden vervangen door wat volgt : « het rekenkundig resultaat van de bewerking wordt vervangen door : a) 15 dertigsten wanneer in een maand van : - 20 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 10; - 22 of 23 werkdagen, het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 11; b) 15,5 dertigsten, wanneer in een maand van 23 werkdagen het aantal gepresteerde werkdagen gelijk is aan 12.»; 2° in § 5 worden na het woord « nalatigheidsintresten » de woorden « berekend op het beginsalaris » toegevoegd. Art. H 44. In artikel XIII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 178 van 30 december 1982 » geschrapt.

Art. H 45. In artikel XIII 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden na de woorden van « navolgende bepalingen » de woorden « vermeld onder dit hoofdstuk » geschrapt;2° § 3 wordt opgeheven. Art. H 46. Artikel XIII 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 36, § 1. Behoudens andersluidende bepalingen is de toelage niet verschuldigd in de volgende gevallen : - in het geval geen salaris wordt betaald; of - in het geval van een afwezigheid die langer dan 35 werkdagen duurt. § 2. § 1 geldt niet voor de toelagen bedoeld in de hoofdstukken 5, 6, 7 en 8 van deze titel. » Art. H 47. Artikel XIII 38 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. H 48. In artikel XIII 42, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 2°, wordt het woord « eventueel » vervangen door de woorden « in voorkomend geval »;2° in het derde lid worden tussen de woorden « is het salaris dat hij » en de woorden « zou ontvangen » de woorden « op datum van zijn nuttige anciënniteit in zijn werkelijke graad » ingevoegd. Art. H 49. In artikel XIII 45 van het zelfde statuut wordt een tweede lid ingevoegd, luidend als volgt : « Onder jaarlijkse brutobezoldiging wordt verstaan het salaris, in voorkomend geval verhoogd met : - de bijslag in geval van gewaarborgde minimumbezoldiging; - de haard- en standplaatstoelage; - de toelage voor hoger ambt; - het geldelijk voordeel voor geslaagden voor overgangsexamens naar het andere niveau.

Art. H 50. In artikel XIII 52 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 4 vervangen door de volgende bepaling : « De continudiensten of diensten met een beurtrolsysteem waar nu een andere regeling bestond voor zaterdag-, zondags- en nachtprestaties behouden deze regeling. » Art. H 51. In artikel XIII 58 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. H 52. In artikel XIII 63 van hetzelfde besluit worden de woorden « het hogere niveau » vervangen door de woorden « het andere niveau ».

Art. H 53. Artikel XIII 74 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 74. Onverminderd artikel XIII 73, 2°, 3° en 4°, en artikel XIII 79 wordt, naar gelang van het geval, wanneer niet tijdens het ganse referentiejaar of de referentieperiode volledige prestaties werden verricht, het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage : a) bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag voor elke prestatieperiode die een ganse maand beslaat;b) aangepast overeenkomstig artikel XIII 21, § 4 en artikel XIII 24.» Art. H 54. In artikel XIII 77 van het zelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. H 55. In artikel XIII 84 van hetzelfde besluit wordt § 2 opgeheven en wordt de vermelding « § 1 » geschrapt.

Art. H 56. In artikel XIII 85, § 2, van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1°, tweede lid, worden de woorden « dat afgerond wordt tot op de naasthogere eenheid » geschrapt;2° in 1° wordt een vierde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Het geïndexeerde forfaitaire bedrag wordt afgerond tot op de naasthogere eenheid.» Art. H 57. In artikel XIII 88 wordt § 2 vervangen door door wat volgt : « § 2. De hoofdstukken 2 en 5 zijn niet van toepassing op de stagiair.

Zijn bovendien niet van toepassing op de stagiair van niveau A : de hoofdstukken 3 en 4. » Art. H 58. Artikel XIV 14, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Deze standplaats wordt in de schriftelijke arbeidsovereenkomst vermeld. Elke wijziging van standplaats wordt als addendum aan de schriftelijke overeenkomst toegevoegd. » Art. H 59. Artikel XIV 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. H 60. Aan deel XIV, titel 3, hoofdstuk 2 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 10 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 10. -Verlof na detachering » Art. XIV 39bis. Inzake het verlof na detachering geldt voor het contractueel personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar, zoals vermeld in het artikel XI 66. » Art. H 61. In artikel XV 5 van hetzelfde besluit worden onder de vermelding « deel VIII, titel 2. De evaluatie : » de woorden « Artikel VIII 15 : voor de eerste maal van 1 januari 1996 tot 31 december 1996 » vervangen door de woorden « Artikel VIII 15 : het eerste evaluatiejaar loopt van 1 juli 1996 tot 31 december 1996. » Art. H 62. In bijlage 7, gevoegd bij hetzelfde besluit, worden naast de vermeldingen « A2 directeur » in kolom 3A de volgende vermeldingen toegevoegd : « ingenieur informaticus ».

Art. H 63. De algemene lijst van functioneringscriteria bedoeld in artikel VIII 8, § 1, 2°, van hetzelfde besluit zoals het wordt gewijzigd door dit besluit, gaat als bijlage XII bij dit besluit. De lijst wordt als bijlage 13 toegevoegd aan het voormelde besluit van de Vlaamse regering.

Art. H 64. De voorbereidende handelingen inzake evaluatie die gebeurden voor 1 juli 1996 worden geacht te voldoen aan de ermee overeenstemmende bepalingen van dit besluit.

I. SLOTBEPALINGEN Art. I 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995, met uitzondering van de volgende artikelen : - artikel C 73 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1994; - artikel C 59 dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 1997; - artikel H 62 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1997; - de artikelen A 45, 1°, A 61, B 45, 1°, B 62, C 35, 2°, C 36, C 50, 1°, C 71, D 43, 1°, D 62, 1° en 3°, eerste gedachtestreepje, E 46, 1°, E 65, F 44, 1°, F 62, G 45, 1°, G 63, H 43, 1° en H 61 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1996; - de artikelen A 6, A 10 tot en met A 24, A 29, A 32, A 63, B 5, B 8 tot en met B 22, B 29, B 32, B 64, C 6, C 9 tot en met C 22, C 32, C 35,1°, C 74, D 5, D 8 tot en met D 21, D 29, D 32, D 65, E 5, E 8 tot en met E 22, E 31, E 34, E 66, F 5, F 8 tot en met F 22, F 28, F 31, F 64, G 5, G 11 tot en met G 25, G 30, G 33, G 64, H 7, H 9 tot en met H 23, H 29, H 32, H 63 die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 1996; - artikel C 70 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1996; - de artikelen D 26 en D 58 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 1993; - de artikelen A 48, B 48, C 53, D 24, D 46, D 47, D 63, D 64, E 50, F 48, G 48, H 3, H 24 en H 46 die in werking treden op de datum van goedkeuring van dit besluit.

Art. I 2. De leden van de regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE I - BLOSO ALGEMENE LIJST VAN FUNCTIONERINGSCRITERIA BIJLAGE 13 1. PERSOONLIJKE EIGENSCHAPPEN 1.Besluitvaardigheid 2. Communicatievaardigheid - mondeling 3.Communicatievaardigheid - schriftelijk 4. Conflicthantering 5.Contactvaardigheid 6. Creativiteit 7.Diplomatie 8. Discretie 9.Engagement 10. Flexibiliteit 11.Hygiëne 12. Impact 13.Initiatiefname 14. Integriteit en Objectiviteit 15.Inzet 16. Kritische ingesteldheid 17.Leerbereidheid 18. Leiding geven 19.Motiverend optreden 20. Orde en nauwgezetheid 21.Planning en organisatie 22. Realiteitszin 23.Resultaatgerichtheid 24. Klantgerichtheid 25.Stressbestendigheid 26. Veiligheidszin 27.Verantwoordelijkheidszin 28. Zelfstandig kunnen werken 29.Zin voor analyse 30. Zin voor cijfers 31.Zin voor samenwerken 32. Zin voor synthese 2.TECHNISCHE BEKWAAMHEDEN 2.1. Met betrekking tot administratie en wetgeving Naargelang van het niveau en de rang een grondige kennis, een algemene kennis, een basiskennis of ervaring hebben in één of meerdere van de volgende deelgebieden : - de structuur en de werking van de Vlaamse overheid (het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen) - de structuur en de werking van provinciale en lokale overheden - de structuur en de werking van de private sportsector (sportclubs, sportraden, sportdiensten, sportfederaties en topsport) - de structuur en de werking van de Brusselse instellingen - de onderwijsstructuren en begeleidingsdiensten voor lichamelijke opvoeding - de werking van externe overheden of instanties (bv. RKW, RSZ, administratie van Financiën, Assubel,...) - de structuur en de werking van interne instanties (Raad van Bestuur, Hoge Raad voor de Sport, directieraad) - de structuur en de werking van de verschillende afdelingen van het Bloso - de organisatie en de werking van de Bloso-centra - sportstructuren binnen de Raad van Europa en de Europese Unie - de filosofie en de doelstellingen van het Bloso - de doelstellingen van de eigen afdeling - begroting, boekhouding (overheids-, analytische, bedrijfseconomische) en overheidsopdrachten - het Bloso-personeelsstatuut en de aanvullende reglementeringen (omzendbrieven, dienstorders...) - de reglementering, wettelijke bepalingen en interne reglementen die van toepassing zijn in de Bloso-centra - het vademecum van de Vlaamse Trainersschool - ARAB, AREI,VLAREM II - de reglementering en de procedures in verband met verzekeringen - de technieken op het vlak van organisatie- en personeelsontwikkeling - de juridische structuren en de werking ervan - de algemene rechtsbeginselen - de wet-, decreet- en regelgeving inzake sport - wetten, decreten en reglementeringen in verband met de medisch verantwoorde sportbeoefening - wetgeving in verband met subsidies - de fiscale wetgeving - de syndicale wetgeving - de samengeordende wetten op de kinderbijslag - het sociaal recht - het administratief recht - wet van 3/7/1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten - reglementering en de procedures in verband met verzekeringen - de wegcode - scheepvaart - veldwetboek - bosbeheer - stedebouw - algemene administratieve en statutaire reglementeringen en procedures - de administratieve reglementeringen en procedures binnen de eigen afdeling 2.2. Met betrekking tot informatica en bureautica Naargelang van het niveau en de rang een grondige kennis, een algemene kennis, een basiskennis of ervaring hebben in één of meerdere van de volgende deelgebieden : - de informatietechnologie-hulpmiddelen : hardware en software - de informatietechnologie : algemene theorieën, standaards en normen - de informatica- toepassingen (maatwerk en standaard-software) - bureautica (fax, kopieermachine, bindmachine,...) - het geïnformatiseerd boekhoudsysteem - het geïnformatiseerd personeelsbeheersysteem - Desk Top Publishing-systemen - grafische informatica-applicaties - netwerken 2.3. Met betrekking tot taalvaardigheid Naargelang van het niveau en de rang een grondige kennis, een algemene kennis, een basiskennis of ervaring hebben in één of meerdere van de volgende deelgebieden : - de regels van de mondelinge en de schriftelijke moedertaal - vreemde talen 2.4. Met betrekking tot veiligheid, gezondheid, hygiëne - goede fysieke conditie hebben - geen hoogtevrees hebben - bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden - uithoudingsvermogen hebben - kunnen wakker blijven tijdens de nacht - goed gezichts- en onderscheidingsvermogen - persoonlijke hygiëne - wetgeving en regelgeving inzake VGV - geneeskundige schifting - EHBO - reddings- en blustechnieken beheersen - controle van bouwwerken, machines, elektrische of scheikundige installaties en er de gevaren van kunnen inschatten - veilig met gevaarlijke produkten kunnen werken 2.5. Met betrekking tot brevetten en naschoolse vorming - trainer A Vlaamse Trainersschool - hoger reddersdiploma - diploma redder op zee - rijbewijs (B,C,D,) - diploma lesgever paardrijden - brevet van sportfunctionaris - brevet VGV - brevet opdrachthouder Vorming of HRMO - bijzondere aanvullende vorming in de Veiligheidskunde (niveau 2) - basisvorming in relatie tot het veiligheidsbeleid - vaarbrevet 2.6. Met betrekking tot vakkennis Naargelang van het niveau en de rang een grondige kennis, een algemene kennis, een basiskennis of ervaring hebben in één of meerdere van de volgende deelgebieden : Algemeen - technische kennis en inzicht - technische vaardigheden - technische aanleg Gespecialiseerd - architecten, aannemers en leveranciers - materialen en technologie - plannen - bouwtechnische begrippen en materialen - metsel-, bestratings- en voegwerken, muur- en vloertegels - mechanica, electronica, elektriciteit, sanitaire installaties, c.v., schrijnwerkerij, loodgieterij, metaalbewerking - schilderwerken - specialisaties met betrekking tot de verwerking van nieuwe materialen en technieken - het voorzieningennet - tuinbouw, groenonderhoud, groenbeheer - onderhoud gras- en sportvelden - de sportvereisten waaraan sportaccommodaties moeten voldoen met betrekking tot afmetingen, bouwprogramma's en basisvereisten - het realiseren van buitensportterreinen - sportmateriaal - het sportwetenschappelijk onderzoek - de toegepaste sportfysiologie - de verschillende sportdisciplines - sportmedisch onderzoek (laboratorium, medische apparatuur) omgaan met paarden, hun verzorging en elementaire veterinaire kennis - promotie en organisatie werkmethode en technieken van reclame en publiciteit - fotografie - grafische vormgeving - druktechnieken - digitale fotografie - gereedschappen, machines en apparaten - autotechniek - onderhoudsprodukten, -materialen, -technieken - voedingsmiddelen - posttarieven - protocollaire aspecten 2.7. Met betrekking tot algemene bekwaamheden - algemene ontwikkeling - inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en de verschillende visies terzake - pedagogische en didactische bekwaamheid - noties van psychologie en sociologie - psychologisch aanvoelen (mensenkennis) - managementsinzicht - kennis van wetenschappelijke methodieken - administratieve en maatschappelijke vorming - organisatiestructuren en organisatieleer - creatieve en sportieve vaardigheid - handigheid - mobiliteit - kunnen zwemmen - polyvalent zijn - maturiteit - in continudienst willen werken - inzicht in de markt en het werkveld - sport-voor-allen Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIIJLAGE II - DS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, Bert ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE III - DS BIJLAGE 14 ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCTIONERINGSCRITERIA Kennis van de (basis-/algemene)structuur van de DS Is stipt, werkt met zorg, houdt zich aan afspraken Is communicatief Kan zelfstandig werken Kunnen werken met PC - Dactylografie - Tekstverwerking Promoot - Is klantgericht - Vlot in omgang (Kennis hebben van) Leidinggeven Andere taal Staat open voor vernieuwing en neemt initiatieven Is loyaal t.o.v. beleidsbeslissingen Collegiaal Flexibel/Vlot beschikbaar Is een deskundige in zijn specialiteit Heeft organisatorische kwaliteiten Goede fysiek Kennis boekhouding Discretie Leergierig/Bereid kennis uit te breiden Bereid in ploegendienst te werken Is vertrouwd met de bediening van een telefooncentrale Kennis/Vaardigheid informaticatoepassingen Is prijsbewust Beschikken over vaarervaring en besturing boten Kan zijn personeel op correcte wijze evalueren Kennis traditionele beroepen uit bouwsector Kennis wetgeving pensioenen en kinderbijslagen Kennis rechtspositie personeel Kennis wetgeving overheidsopdrachten Kan zijn magazijn efficiënt beheren Besluitvaardig optreden Kennis van technisch tekenen Kennis vakdomeinen electro-mechanica Kennis scheepvaart- en politiereglementen Weet gebruik te maken van de opgedane ervaring Heeft kennis van/is vertrouwd met bediening van materialen/machines Veiligheidsbesef - Kennis ARAB Vakkennis Draagt zorg voor machines en toevertrouwde vaartuigen Kennis milieuwetgeving Technische kennis vaartuigen Specifieke competenties van afdelingshoofd Is vertrouwd met uitvoering van grondwerken Kennis bediening kunstwerken Kan in ploegendienst werken met wisselende diensten Kennis algemene reglementering diensten Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS BIJLAGE IV - Imalso Tabel van de salarisschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE V - Imalso BIJLAGE 12 ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCTIONERINGSCRITERIA A. Technische vaardigheden (kennis en kunde) Administratief inzicht Administratieve ervaring Administratieve kennis Basiskennis van de wetgeving op de stedebouw Basiskennis informatica-applicaties Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Basisnoties van werking van nevendiensten (b.v. R.K.W., R.S.Z., Financiën) Brieven en rapporten kunnen schrijven Bronnenkennis Dossierkennis (weten waarover het gaat) E.H.B.O. en nijverheidshelper Elementaire kennis PC Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden Elementaire kennis van topografie : hanteren nivelleertoestel,...

Elementaire technische kennis Ervaring in de administratie Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V. Fysieke conditie Gedegen kennis van de materie van de Administratie Handigheid In continudienst willen werken Inzicht in de markt en het werkveld Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit Juridische basiskennis Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software Kennis verkeersreglement, algemene aannemingsvoorwaarden Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de eigen organisatie (ministerie van de Vlaamse Gemeenshap en de Vlaamse openbare instellingen) Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de reglementering en de procedures Kennis van de werking van de overheid Kennis van de werking van de organisatie Kennis van informatica (WP, Excel en Financieel Systeem) Kennis van meetmethodes en -codes- Kennis van normen, type-bestekken, afleveringen,...

Kennis PC/terminal Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementeringen Kennis van de wetgeving en haar toepassingen Kennis van gevaarlijke producten Kennis van het werken met PC Kennis van informatica-standaarden en -normen Kennis van informatietechnologie Kennis van software Kennis van de opbouw van de loopbanen Kennis van structuur van het departement/organisatie Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel Kunnen omgaan met PC Kunnen raadplegen van alle bronnen Kunnen werken met fax, kopieermachine,...

Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Plannen kunnen lezen Polyvalentie Rijbewijs bezitten Specifieke vakkennis Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur) Technisch inzicht en kennis Technische kennis van de werking van apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...) Technische kennis van de materie Tekstverwerking Universitair diploma en/of ruime beroepservaring Vaktechnische kennis B. PersoonIijke vaardigheden (competenties) Analyse en synthese Autonoom kunnen werken Begrip voor anderen Bemiddelingstalent Collegialiteit Communicatie- en contactvaardigheid Communicatievaardigheid Conflictbeheersing Creativiteit Diplomatie Discretie Doelgericht en methodisch werken en denken Efficiëntie en praktische ingesteldheid Engagement en motivatie Flexibiliteit Gezag voeren Goed omgaan met mensen Impact en invloed In groep kunnen werken Informatieverzameling Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Integratie van theorie - praktijk Integriteit en discretie Inzet en motivatie Klantgerichtheid Klantvriendelijkheid Kunnen beslissen Kunnen leiding geven Kunnen omgaan met collega's Kunnen omgaan met mensen Kunnen samenwerken Leerbereidheid Leergierigheid Leergierigheid/flexibiliteit Leiderschap Leiding geven Luisterbereidheid Methodische aanpak en organisatietalent Motivatie en beschikbaarheid Motiverend optreden Nauwkeurigheid Objectiviteit Onderhandelingsvermogen Orde en Zorgvuldigheid Orde, hygiëne en veiligheid Organisatiebetrokkenheid Organisatietalent « Politieke » feeling Realiteitszin Resultaatgerichtheid Samenwerken in groep Schriftelijke communicatievaardigheid Sociale vaardigheden Studie- en onderzoeksingesteldheid Veiligheidsbesef Zelfbeheersing en stressbestendigheid Zelfstandig en snel handelen Zelfstandig kunnen werken Zin voor Initiatief Zin voor Samenwerking Zin voor verantwoordelijkheid Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE VI - MBZ BIJLAGE 14 ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCTIONERINGSCRITERIA A. Technische vaardigheden (kennis en kunde) Administratief inzicht Administratieve ervaring Administratieve kennis Administratieve kennis (wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten) Administratieve kennis (wet- en regelgeving) Administratieve kennis en ervaring Affiniteit met de sector Basiskennis van de werking van de juridische structuren Basiskennis van de wetgeving op de stedebouw Basiskennis van de Franse/Engelse taal Basiskennis Frans, Engels en Duits Basiskennis informatica-applicaties Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Basisnoties van werking van nevendiensten (bv. R.K.W., R.S.Z., Financiën) Bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden Brevet van kapitein ter lange omvaart Brevet van eerste luitenant ter lange omvaart Brieven en rapporten kunnen schrijven Bronnenkennis Creatieve en sportieve vaardigheid Diagnostische competentie Didactiek Diploma licentiaat nautische wetenschappen Dossierkennis (weten waarover het gaat) E.H.B.O. E.H.B.O. en nijverheidshelper Elementaire kennis PC Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden Elementaire kennis van het nautisch Engels Elementaire kennis van het materieel : bv. CMK-tarieven Elementaire kennis van topografie : hanteren nivelleertoestellen,...

Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok) Ervaring in de administratie Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica Ervaring met een gemeenschapsinstelling voor bijzondere jeugdbijstand Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V. Ervaring met jongeren Fysieke conditie Fysieke conditie (afhankelijk van het soort werk) Fysieke weerbaarheid Gedegen kennis van de materie van de Administratie Gedegen kennis van de wet-, decreet- en regelgeving inzake nautische aangelegenheden Gedegen kennis van de scheepvaart-, politie- en administratieve reglementen Gedegen kennis van hydrografie, radarnavigatie, moderne plaatsbepalingssystemen, voortstuwingstypes Geen hoogtevrees hebben Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen Goede gezondheid hebben Handigheid Hoeveelheden kunnen opmeten In continudienst willen werken In het ambtsgebied willen wonen Inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en in de verschillende visies terzake Inzicht in de markt en het werkveld Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit, chemie, navigatie Inzicht in de gerechtelijke werking Juridische basiskennis Kan de exacte methode identificeren Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software Kennis scheepvaartreglement, verkeersreglement, luchtvaartreglement, algemene aannemingsvoorwaarden Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de algemene rechtsbeginselen Kennis van de eigen organisatie (ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen) Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de reglementen (nautische en interne) Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak Kennis van de scheepstechniek (dek, bediening motoren, navigatie- en communicatieapparatuur) Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart) Kennis van de vaarwateren Kennis van de werking van de overheid Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wet op politie en wegverkeer Kennis van EHBO, reddings- en blustechnieken Kennis van het scheepvaartreglement Kennis van informatica (WP, Excel en Financieel Systeem) Kennis van meetmethodes en -codes Kennis van normen, type-bestekken, afleveringen,...

Kennis van omzendbrieven Kennis van PC Kennis van vreemde talen : Engels, Frans,... vooral nautisch Engels Kennis PC/terminal Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van administratieve procedures Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de administratie en reglementering Kennis van de administratie Kennis van de bestaande standaarden en normen Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling Kennis van de organisatiestructuren Kennis van de rechterlijke structuren Kennis van de regelgeving Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regelgeving, reglementering Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementering (wegcode, scheepvaart,...) Kennis van de reglementering en de procedures Kennis van de reglementeringen Kennis van de sector Kennis van de sociale kaart Kennis van de structuren van het ministerie/departement Kennis van de structuur van de organisatie Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wetgeving Kennis van de wetgeving en haar toepassingen Kennis van gevaarlijke producten Kennis van het (ruime) werkveld/sector Kennis van het geografisch gebied waarvoor verantwoordelijk Kennis van het voorzieningennet Kennis van het werken met PC Kennis van het werkveld in de entiteit Kennis van het werkveld van de interne klant Kennis van het werkveld Kennis van het huishoudelijk werk Kennis van informatica-standaarden en -normen Kennis van informatietechnologie Kennis van nautisch Engels Kennis van protocollaire aspecten Kennis van software Kennis van de opbouw van de loopbanen Kennis van structuur van het departement/organisatie Kennis van studierichtingen Kennis van wetenschappelijke methodieken Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel Kunnen zwemmen Kunnen omgaan met PC Kunnen raadplegen van alle bronnen Kunnen wakker blijven tijdens de nacht Kunnen werken met fax, kopieermachine,...

Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software Loodsopleiding : specialisatie (door studie- en proefreizen) inzake nautische kennis (reglementen, vaarvaardigheden, maneuvreervaardigheid) op kort traject Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Maturiteit Meertaligheid Minimale algemene kennis (vb. tweede taal) Mobiliteit Noties van Frans, Engels en/of Duits Noties van psychologie, sociologie en sociale wetgeving Noties informatica : PC/Terminal Op de hoogte zijn van het werkveld en zijn evoluties Opleiding in werkstation/ervaring in werkstation Pedagogische, administratieve en maatschappelijke vorming Pedagogische en didactische bekwaamheden Pedagogische en psychologische kennis Persoonlijke hygiëne Plannen kunnen lezen Polyvalentie Praktijkervaring als dekpersoneel gedurende twee jaar op zeeschepen of gedurende drie jaar op binnenschepen Procedures binnen de dienst kennen Psychologisch aanvoelen (« mensenkennis ») Psychologische en pedagogische kennis Rijbewijs bezitten Sectoriële ervaring Sectoriële ervaring (met opvoeders, instelling) Specifieke vakkennis Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur) Specifieke vaktechnische kennis en ervaring Specifieke vaktechnische kennis Talenkennis Talenkennis (vooral Engels) Technisch inzicht en kennis Technische aanleg Technische en methodische kennis Technische kennis Technische kennis : kennis van de bediening van apparatuur,...

Technische kennis en ervaring Technische kennis van de werking van apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...) Technische kennis van de materie Technische vaardigheden Tekstverwerking Twee- of Meertaligheid Uithoudingsvermogen Universitair diploma en/of ruime beroepservaring Vak- en materiekennis Vakkennis Vakkennis (polyvalentie vs. specialisme) Vakkennis en vakbekwaamheid Vaktechnische kennis Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen Werken met PC/bureauticamateriaal Zelf tekenwerk kunnen uitvoeren B. Persoonlijke vaardigheden (competenties) Alert zijn Analyse en synthese Analytisch denken Analytisch en/of synthetisch denken Analytisch en probleemoplossend vermogen Analytisch en synthetisch denken Autonoom kunnen werken Autoriteit/Leiderschap Begrip voor anderen Bemiddelingstalent Collegialiteit Communicatie Communicatie openheid Communicatie en contactvaardigheid Communicatievaardigheid Conceptueel denken Conflictbeheersing Contact- en communicatievaardigheid Contactvaardigheid Correct en betrouwbaar zijn Creativiteit Creativiteit en vernieuwend denken Deontologische integriteit Diplomatie Discretie Doelgericht en methodisch werken en denken Doelgericht werken Doelgerichtheid Doorzicht Dynamiek Efficiëntie Efficiëntie en praktische ingesteldheid Emotionele stabiliteit Empathie Empowerment Engagement Engagement en interesse Engagement en motivatie Flexibiliteit Flexibiliteit/Improvisatie Gezag voeren Goed omgaan met mensen Impact Impact en invloed In groep kunnen werken Informatieverzameling Initiatief Initiatief en creativiteit Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Initiatief nemen Inlevingsvermogen Integratie van theorie praktijk Integriteit Integriteit en discretie Inzet Inzet en motivatie Klantgerichtheid Klantvriendelijkheid Kritische ingesteldheid Kunnen beslissen Kunnen leiding geven Kunnen omgaan met collega's Kunnen omgaan met jongeren Kunnen omgaan met mensen Kunnen omgaan met moeilijke jongeren Kunnen samenwerken Leerbereidheid Leergierigheid Leergierigheid/flexibiliteit Leiderschap Leiding geven Loyauteit Loyauteit en integriteit Luisterbereidheid Methodische aanpak en organisatietalent Moed Motivatie Motivatie en beschikbaarheid Motiverend optreden Nauwgezetheid Nauwkeurigheid Objectiviteit Omgaan met mensen Omgang met mensen Onderhandelingstalent Onderhandelingsvermogen Orde Orde en nauwgezetheid Orde en nauwkeurigheid Orde en netheid Orde en stiptheid Orde en Zorgvuldigheid Orde, hygiëne en veiligheid Organisatiebetrokkenheid Organisatiebewust handelen Organisatietalent Organisatievermogen Overredingskracht « Politieke » feeling Realiteitszin Resultaatgerichtheid Rust kunnen bewaren en orde kunnen handhaven Samenwerken in groep Samenwerken in team Samenwerken in teamverband Samenwerken met anderen Schriftelijke communicatievaardigheid Service gerichtheid Sociale en communicatieve vaardigheden Sociale omgang Sociale vaardigheden Soepelheid Stiptheid Stress-bestendigheid Studie- en onderzoeksingesteldheid Sturing Teamgeest Teamleiderschap Teamwerk Teamwerk en collegialiteit Teamwerk en samenwerking Timing en stiptheid Veiligheidsbesef Verantwoordelijkheidszin Verantwoordelijkheidsbesef Visionair denken Weerbaarheid Werken in team Werken in teamverband Zelfbeheersing Zelfbeheersing en stressbestendigheid Zelfbewust optreden Zelfdiscipline Zelfkennis Zelfstandig en snel handelen Zelfstandig kunnen optreden Zelfstandig kunnen werken Zelfstandig werken Zin voor cijfers Zin voor dienstverlening Zin voor goede dienstverlening Zin voor goede dienstverlening rekening houdend met de belangen van de organisatie Zin voor Initiatief Zin voor orde Zin voor organisatie en resultaatgerichtheid Zin voor Samenwerking Zin voor synthese Zin voor systematiek en kwaliteit Zin voor verantwoordelijkheid Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE VII - NV Zeekanaal BIJLAGE 12 ALGEMENE LIJST VAN FUNCTIONERINGSCRITERIA A. Technische vaardigheden Administratief inzicht Administratieve ervaring Administratieve kennis Administratieve kennis (wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten) Administratieve kennis (wet- en regelgeving) Administratieve kennis en ervaring Administratieve en maatschappelijke vorming Affiniteit met de sector Basiskennis van de werking van de juridische structuren Basiskennis van de Franse/Engelse taal Basiskennis informatica-applicaties Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Basisnoties van werking van nevendiensten (b.v. R.S.Z., Financiën, BTW) Bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden Brevet van kapitein te lange omvaart Brieven en rapporten kunnen schrijven Bronnenkennis Diagnostische competentie Diploma licentiaat nautische wetenschappen Diploma maatschappelijk assistent Dossierkennis (weten waarover het gaat) E.H.B.O. E.H.B.O. en nijverheidshelper Elementaire kennis PC Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden Elementaire kennis van het nautisch engels Elementaire kennis van het materieel : bv. CMK-tarieven Elementaire kennis van topografie : hanteren nivelleertoestel,...

Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok) Ervaring in de administratie Ervaring in de behandeling van dossiers van het werkstation/de omkaderingsdienst Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V. Fysieke conditie (afhankelijk van het soort werk) Gedegen kennis van de materie van de Administratie Gedegen kennis van de wet-, decreet- en regelgeving inzake nautische aangelegenheden Geen hoogtevrees hebben Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen Goede gezondheid hebben Handigheid Hoeveelheden kunnen opmeten In continudienst willen werken Inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en in de verschillende visies Inzicht in de markt en het werkveld Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit, chemie, navigatie Juridische basiskennis Kan de exacte methode identificeren Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software Kennis scheepvaartreglement, verkeersreglement, luchtvaartreglement, algemene aannemingen Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de algemene rechtsbeginselen Kennis van de eigen organisatie (N.V. Zeekanaal) Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de reglementen (nautsche en interne) Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart) Kennis van de vaarwateren Kennis van de werking van de overheid Kennis van de werking van de organisatie Kennis van EHBO, reddings- en blustechnieken Kennis van het scheepvaartreglement Kennis van informatica (WP, Excel en Financieel Systeem) Kennis van meetmethodes en -codes Kennis van normen, type-bestekken, afleveringen,...

Kennis van omzendbrieven Kennis van PC Kennis van vreemde talen : Engels, Frans,..., vooral nautisch engels Kennis PC/terminal Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van administratieve procedures Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de administratie en reglementering Kennis van de administratie Kennis van de bestaande standaarden en normen Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling Kennis van de organisatiestructuren Kennis van de regelgeving Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regelgeving, reglementering Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementering (wegcode, scheepvaart,...) Kennis van de reglementering en de procedures Kennis van de reglementeringen Kennis van de sector Kennis van de structuren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen Kennis van de structuur van de organistie Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wetgeving Kennis van de wetgeving en haar toepassingen Kennis van gevaarlijke produkten Kennis van het (ruime) werkveld/sector Kennis van het geografisch gebied waarvoor verantwoordelijk Kennis van het voorzieningennet Kennis van het werkveld in de entiteit Kennis van het werkveld van de interne klant Kennis van het werkveld Kennis van informatica-standaarden en -normen Kennis van informatietechnologie Kennis van software Kennis van de opbouw van de loopbanen Kennis van structuur van de organisatie Kennis van wetenschappelijke methodieken Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel Kunnen zwemmen Kunnen omgaan met PC Kunnen raadplegen van alle bronnen Kunnen wakker blijven tijdens de nacht Kunnen werken met fax, kopieermachine,...

Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Maturiteit Meertaligheid Minimale algemene kennis (vb. tweede taal) Mobiliteit Noties van Frans, Engels en/of Duits Noties van psychologie, sociologie en sociale wetgeving Noties informatica : PC/Terminal Op de hoogte zijn van het werkveld en zijn evoluties Persoonlijke hygiëne Plannen kunnen lezen Polyvalentie Procedures binnen de dienst kennen Psychologisch aanvoelen ("mensenkennis") Psychologische en pedagogische kennis Rijbewijs bezitten Sectoriële ervaring Specifieke vakkennis Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur) Specifieke vaktechnische kennis en ervaring Specifieke vaktechnische kennis.

Talenkennis Technisch inzicht en kennis Technische aanleg Technische en methodische kennis Technische kennis Technische kennis : kennis van de bediening van apparatuur Technische kennis en ervaring Technische kennis van de werking van apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...) Technische kennis van de materie Technische vaardigheden Tekstverwerking Twee- of Meertaligheid Uithoudingsvermogen Universitair diploma en/of ruime beroepservaring Vak- en materiekennis Vakkennis Vakkennis (polyvalentie vs. specialisme) Vakkennis en vakbekwaamheid Vaktechnische kennis Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen Werken met PC/bureauticamateriaal Zelf tekenwerk kunnen uitvoeren B. Persoonlijke vaardigheden Alert zijn Analyse en synthese Analytisch en/of synthetisch denken Analytisch en probleemoplossend vermogen Analytisch en synthetisch denken Autonoom kunnen werken Autoriteit/Leiderschap Begrip voor anderen Bemiddelingstalent Collegialiteit Communicatie Communicatie - openheid Communicatie- en contactvaardigheid Communicatievaardigheid Conceptueel denken Conflictbeheersing Contact- en communicatievaardigheid Contactvaardigheid Correct en betrouwbaar zijn Creativiteit Creativiteit en vernieuwend denken Deontologische integriteit Diplomatie Discretie Doelgericht en methodisch werken en denken Doelgericht werken Doelgerichtheid Doorzicht Dynamiek Efficiëntie Efficiëntie en praktische ingesteldheid Emotionele stabiliteit Empathie Empowerment Engagement Engagement en interesse Engagement en motivatie Flexibiliteit Flexibiliteit/Improvisatie Gezag voeren Goed omgaan met mensen Impact Impact en invloed In groep kunnen werken Informatieverzameling Initiatief Initiatief en creativiteit Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Initiatief nemen Inlevingsvermogen Integratie van theorie - praktijk Integriteit Integriteit en discretie Inzet Inzet en motivatie Klantgerichtheid Klantvriendelijkheid Kritische Ingesteldheid Kunnen beslissen Kunnen leiding geven Kunnen omgaan met collega's Kunnen omgaan met mensen Kunnen samenwerken Leerbereidheid Leergierigheid Leergierigheid/flexibiliteit Leiderschap Leiding geven Loyauteit Loyauteit en integriteit Luisterbereidheid Methodische aanpak en organisatietalent Moed Motivatie Motivatie en beschikbaarheid Motiverend optreden Nauwgezetheid Nauwkeurigheid Objectiviteit Omgaan met mensen Omgang met mensen Onderhandelingstalent Onderhandelingsvermogen Orde Orde en nauwgezetheid Orde en nauwkeurigheid Orde en netheid Orde en stiptheid Orde en zorgvuldigheid Orde, hygiëne en veiligheid Organisatiebetrokkenheid Organisatiebewust handelen Organisatietalent Organisatievermogen Overredingskracht Realiteitszin Resultaatgerichtheid Rust kunnen bewaren en orde kunnen handhaven Samenwerken in groep Samenwerken in team Samenwerken in teamverband Samenwerken met anderen Schriftelijke communicatievaardigheid Service - gerichtheid Sociale en communicatieve vaardigheden Sociale omgang Sociale vaardigheden Soepelheid Stiptheid Stress-bestendigheid Studie- en onderzoeksingesteldheid Sturing Teamgeest Teamleiderschap Teamwerk Teamwerk en collegialiteit Teamwerk en samenwerking Timing en stiptheid Veiligheidsbesef Verantwoordelijkheidszin Verantwoordelijkheidsbesef Visionair Denken Weerbaarheid Werken in team Werken in teamverband Zelfbeheersing Zelfbeheersing en stressbestendigheid Zelfbewust optreden Zelfdiscipline Zelfkennis Zelfstandig en snel handelen Zelfstandig kunnen optreden Zelfstandig kunnen werken Zelfstandig werken Zin voor cijfers Zin voor dienstverlening Zin voor goede dienstverlening Zin voor goede dienstverlening rekening houdend met de belangen van de organisatie Zin voor Initiatief Zin voor orde Zin voor organisatie en resultaatgerichtheid Zin voor samenwerking Zin voor synthese Zin voor systematiek en kwaliteit Zin voor verantwoordelijkheid Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, STEVAERT e Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS BIJLAGE VIII - OPZ Geel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE IX - OPZ Geel BIJLAGE 12 ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCTIONERINGSCRITERIA A. Technische vaardigheden (kennis en kunde) Administratief inzicht Administratieve ervaring Administratieve kennis Administratieve kennis(wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten) Administratieve kennis(wet- en regelgeving) Administratieve kennis en ervaring Affiniteit met de sector Basiskennis van de werking van de juridische structuren Basiskennis van de wetgeving op de stedebouw Basiskennis van de Franse/Engelse taal Basiskennis Frans, Engels en Duits Basiskennis informatica-applicaties Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Basisnoties van de werking van nevendiensten (b.v. R.K.W., R.S.Z., Financiën) Bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden Brieven en rapporten kunnen schrijven Bronnenkennis Creatieve en sportieve vaardigheid Diagnostische competentie Didactiek Dossierkennis (weten waarover het gaat) E.H.B.O. E.H.B.O. en nijverheidshelper Elementaire kennis PC Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden Elementaire kennis van het materieel : bv. CMK-tarieven Elementaire kennis van topografie : hanteren nivilleertoestel Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok) Ervaring in de administratie Ervaring in de behandeling van dossiers van het werkstation/de omkaderingsdienst Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V. Ervaring met jongeren Fysieke conditie Fysieke conditie (afhankelijk van het soort werk) Fysieke weerbaarheid Gedegen kennis van de materie van de Administratie Gedegen kennis van de politie- en administratieve reglementen Geen hoogtevrees hebben Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen Goede gezondheid hebben Handigheid Hoeveelheden kunnen opmeten In continudienst willen werken In het ambtsgebied willen wonen Inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en in de verschillende visies terzake Inzicht in de markt en het werkveld Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit, chemie Inzicht in de gerechtelijke werking Juridische basiskennis Kan de exacte methode identificeren Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de algemene rechtsbeginselen Kennis van de eigen organisatie (ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse openbare instellingen) Kennis van de eigen organisatie en het werkveld (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de interne reglementen Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart) Kennis van de werking van de overheid Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wet op politie en wegverkeer Kennis van EHBO, reddings- en blustechnieken Kennis van fauna en flora Kennis van informatica (WP, Excel en Financieel Systeem) Kennis van meetmethodes en -codes Kennis van normen, type-bestekken, afleveringen,...

Kennis van omzendbrieven Kennis van PC Kennis van vreemde talen : Engels, Frans,...

Kennis PC/terminal Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van administratieve procedures Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de administratie en reglementering Kennis van de administratie Kennis van de bestaande standaarden en normen Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling Kennis van de organisatiestructuren Kennis van de rechterlijke structuren Kennis van de regelgeving Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regelgeving, reglementering Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementering (wegcode,...) Kennis van de reglementering en de procedures Kennis van de reglementeringen Kennis van de sector Kennis van de sociale kaart Kennis van de structuren van het ministerie/departement Kennis van de structuur van de organisatie Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wetgeving Kennis van de wetgeving en haar toepassingen Kennis van gevaarlijke producten Kennis van het (ruime) werkveld/sector Kennis van het geografisch gebied waarvoor verantwoordelijk Kennis van het voorzieningennet Kennis van het werken met P.C. Kennis van het werkveld in de entiteit Kennis van het werkveld van de interne klant Kennis van het werkveld Kennis van het huishoudelijk werk Kennis van informatica-standaarden en normen Kennis van informatietechnologie Kennis van protocollaire aspecten Kennis van software Kennis van de opbouw van de loopbanen Kennis van de structuur van het departement/organisatie Kennis van studierichtingen Kennis van wetenschappelijke methodieken Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel Kunnen zwemmen Kunnen omgaan met PC Kunnen raadplegen van alle bronnen Kunnen wakker blijven tijdens de nacht Kunnen werken met fax, kopieermachine Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Maturiteit Meertaligheid Minimale algemene kennis (vb. tweede taal) Mobiliteit Noties van Frans, Engels en/of Duits Noties van psychologie, sociologie en sociale wetgeving Noties informatica : PC/Terminal Op de hoogte blijven van het werkveld en zijn evoluties Opleiding in werkstation/ervaring in werkstation Pedagogische, administratieve en maatschappelijke vorming Pedagogische en didactische bekwaamheden Pedagogische en psychologische kennis Persoonlijke hygiëne PLannen kunnen lezen Polyvalentie Procedures binnen de dienst kennen Psychologisch aanvoelen ("mensenkennis") Psychologische en pedagogische kennis Rijbewijs bezitten Sectoriële ervaring Sectoriële ervaring (met opvoeders, instelling) Specifieke vakkennis Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur) Specifieke vaktechnische kennis en ervaring Specifieke vaktechnische kennis Talenkennis Talenkennis (vooral Engels) Technisch inzicht en kennis Technische aanleg Technische en methodische kennis Technische kennis Technische kennis : kennis van de bediening van apparatuur,...

Technische kennis en ervaring Technische kennis van de werking van apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...) Technische kennis van de materie Technische vaardigheden Tekstverwerking Twee- of meertaligheid Uithoudingsvermogen Universitair diploma en/of ruime beroepservaring Vak- en materiekennis Vakkennis Vakkennis (polyvalentie vs. specialisme) Vakkennis en vakbekwaamheid Vaktechnische kennis Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen Werken met PC/bureauticamateriaal Zelf tekenwerk kunnen uitvoeren B. Persoonlijke vaardigheden (competenties) Alert zijn Analyse en synthese Analytisch denken Analytisch en/of synthetisch denken Analytisch en probleemoplossen vermogen Analytisch en synthetisch denken Autonoom kunnen werken Autoriteit/Leiderschap Begrip voor anderen Bemiddelingstalent Collegialiteit Communicatie Communicatie-openheid Communicatie- en contactvaardigheid Communicatievaardigheid Conceptueel denken Conflictbeheersing Contact- en communicatievaardigheid Contactvaardigheid Correct en betrouwbaar zijn Creativiteit Creativiteit en vernieuwend denken Deontologische integriteit Diplomatie Discretie Doelgericht en methodisch werken en denken Doelgericht werken Doelgerichtheid Doorzicht Dynamiek Efficiëntie Efficiëntie en praktische ingesteldheid Emotionele stabiliteit Empathie Empowerment Engagement Engagement en interesse Engagement en motivatie Evalueren van medewerkers Flexibiliteit Flexibiliteit/improvisatie Gezag voeren Goed omgaan met mensen Impact Impact en invloed In groep kunnen werken Informatieverzameling Initiatief Initiatief en creativiteit Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Initiatief nemen Inlevingsvermogen Integratie van theorie-praktijk Integriteit Integriteit en discretie Inzet Inzet en motivatie Klantgerichtheid Klantvriendelijkheid Kritische ingesteldheid Kunnen beslissen Kunnen leiding geven Kunnen omgaan met collega's Kunnen omgaan met jongeren Kunnen omgaan met mensen Kunnen omgaan met moeilijke jongeren Kunnen samenwerken Leerbereidheid Leergierigheid Leergierigheid/flexibiliteit Leiderschap Leiding geven Loyauteit Loyauteit en integriteit loyauteit ten aanzien van de waarden van de instelling Luisterbereidheid Methodische aanpak en organisatietalent Moed Motivatie Motivatie en beschikbaarheid Motiverend optreden Nauwgezetheid Nauwkeurigheid Objectiviteit Omgaan met mensen Onderhandelingstalent Onderhandelingsvermogen Orde Orde en nauwgezetheid Orde en nauwkeurigheid Orde en netheid Orde en stiptheid Orde en zorgvuldigheid Orde, hygiëne en veiligheid Organisatiebetrokkenheid Organisatiebewust handelen Organisatietalent Organisatievermogen Overredingskracht « Politieke »-feeling Realiteitszin Resultaatgerichtheid Rust kunnen bewaren en orde kunnen handhaven Samenwerken in groep Samenwerken in team Samenwerken in teamverband Samenwerken met anderen Schriftelijke communicatievaardigheid Servicegerichtheid Sociale en communicatieve vaardigheden Sociale omgang Sociale vaardigheden Soepelheid Stiptheid Stress-bestendigheid Studie- en onderzoeksingesteldheid Sturing Teamgeest Teamleiderschap Teamwerk Teamwerk en collegialiteit Teamwerk en samenwerking Timing en stiptheid Veiligheidsbesef Verantwoordelijkheidszin Verantwoordelijkheidsbesef Visionair denken Weerbaarheid Werken in team Werken in teamverband Zelfbeheersing Zelfbeheersing en stressbestendigheid Zelfbewust optreden Zelfdiscipline Zelfkennis Zelfstandig en snel handelen Zelfstandig kunnen optreden Zelfstandig kunnen werken Zelfstandig werken Zin voor cijfers Zin voor dienstverlening Zin voor goede dienstverlening Zin voor goede dienstverlening rekening houdend met de belangen van de organisatie Zin voor initiatief Zin voor orde Zin voor organisatie en resultaatgerichtheid Zin voorsamenwerking Zin voor synthese Zin voor systematiek en kwaliteit Zin voor verantwoordelijkheid Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE X - OPZ Rekem BIJLAGE 12 ALGEMENE LIJST VAN FUNCTIECRITERIA A. Technische Vaardigheden Administratieve kennis (wet- en regelgeving) Basiskennis van de Franse/Engelse taal Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Brieven en rapporten kunnen schrijven Creatieve en sportieve vaardigheid Diagnostische competentie E.H.B.O. Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok) Fysieke conditie Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen Handigheid Hoeveelheden kunnen opmeten In continudienst willen werken In het ambtsgebied willen wonen Inzicht in mechanica, elektronica, elektriciteit, chemie Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de algemene rechtsbeginselen Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart) Kennis van omzendbrieven Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van de algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling Kennis van de rechterlijke structuren Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementering (wegcode,...) Kennis van de reglementering en procedures Kennis van de sector Kennis van de structuren van het ministerie/departement Kennis van de wetgeving Kennis van gevaarlijke produkten Kennis van het werken met P.C. Kennis van huishoudelijk werk Kennis van informatietechnologie Kennis van de opbouw van loopbanen Kunnen zwemmen Kunnen omgaan met P.C. Kunnen wakker blijven tijdens de nacht Kunnen werken met fax, kopieermachine,...

Kunnen werken met P.C./tekstverwerker en de bijhorende software Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Pedagogische en didactische bekwaamheden Pedagogische en psychologische kennis Persoonlijke hygiëne Plannen kunnen lezen Procedures binnen de dienst kennen Rijbewijs bezitten Specifieke vakkennis Technisch inzicht en kennis Technische kennis : kennis van bediening van apparatuur,...

Technische vaardigheden Uithoudingsvermogen Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen.

B. Persoonlijke vaardigheden (competenties) Analytisch en synthetisch denken Autonoom kunnen werken Begrip voor anderen Bemiddelingstalent Collegialiteit Communicatie- en contactvaardigheid Correct en betrouwbaar zijn Creativiteit Deontologische integriteit Discretie Doelgericht werken Efficiëntie en praktische ingesteldheid Emotionele stabiliteit Emphatie Flexibiliteit In groep kunnen werken Informatieverzameling Initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel Inlevingsvermogen Inzet en motivatie Klantvriendelijkheid Kunnen beslissen Kunnen leiding geven Kunnen samenwerken Loyauteit Loyauteit en integriteit Luisterbereidheid Methodische aanpak en organisatietalent Motiverend optreden Nauwgezetheid Objectiviteit Onderhandelingstalent Orde en nauwkeurigheid Orde en netheid Orde en stiptheid Orde, hygiëne en veiligheid Organisatiebewust handelen Schriftelijke communicatievaardigheid Sociale en communicatieve vaardigheden Stiptheid Stressbestendigheid Teamwerk en collegialiteit Verantwoordelijkheidszin Zelfbeheersing Zelfstandig kunnen werken Zin voor cijfers Zin voor goede dienstverlening Zin voor organisatie en resultaatgerichtheid.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE XI - OPZ Rekem BIJLAGE 9 TABEL VAN DE SALARISSCHALEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

BIJLAGE V XII - VHM ALGEMENE LIJST VAN DE FUNCIONERINGSCRITERIA BIJLAGE 13 Technische vaardigheden (kennis en kunde) Administratief inzicht Administratieve ervaring Administratieve kennis Administratieve kennis (wet- en regelgeving inzake overheidsopdrachten) Administratieve kennis (wet- en regelgeving) Administratieve kennis en ervaring Affiniteit met de sector Basiskennis van de werking van de juridische structuren Basiskennis van de wetgeving op de stedebouw Basiskennis van de Franse/Engelse taal Basiskennis Frans, Engels en Duits Basiskennis informatica-applicaties Basiskennis/inzicht in aanleunende reglementering/statuten Basiskennis van wetgeving en reglementering met betrekking tot de sector Basisnoties van werking en nevendiensten (bv. R.K.W., R.S.Z., Financiën) Bestand zijn tegen slechte weersomstandigheden Brieven en rapporten kunnen schrijven Bronnenkennis Creatieve en sportieve vaardigheid Didactiek Dossierkennis (weten waarover het gaat) E.H.B.O. E.H.B.O. en nijverheidshelper Elementaire kennis PC Elementaire kennis van de algemene aannemingsvoorwaarden Elementaire kennis van topografie : hanteren nivelleertoestel,...

Elementaire technische kennis (telefoon, walkie talkie, blusapparaat, prikklok) Ervaring in de administratie Ervaring in de behandeling van dossiers van het werkstation/de omkaderingsdienst Ervaring in het gebruik van informatica en bureautica Ervaring met het toepassen van de regelgeving betreffende V.G.V. Fysieke conditie Fysieke conditie (afhankelijk van het soort werk) Fysieke weerbaarheid Gedegen kennis van de materie van de instelling Gedegen kennis van de administratieve reglementen Geen hoogtevrees hebben Goed gezichts- en onderscheidingsvermogen Goede gezondheid hebben Handigheid Hoeveelheden kunnen opmeten Inzicht in de maatschappelijke en technologische evoluties en in de verschillende visies terzake Inzicht in de markt en het werkveld Inzicht in de gerechtelijke werking Juridische basiskennis Kan de exacte methode identificeren Kan op voorhand situaties, gevolgen, gevaren inschatten Kennis bezitten of verwerven van CAD en andere software Kennis van boekhouding (overheidsboekhouding, wetten op de rijkscomptabiliteit, dubbele boekhouding) Kennis van bouwtechniek, typebestekken en materialen Kennis van de algemene rechtsbeginselen Kennis van de eigen organisatie Kennis van de organisatie (wie doet wat en wanneer, zichzelf kunnen situeren) Kennis van de reglementen Kennis van de reglementering en de procedures op financieel vlak Kennis van de sociale instellingen, diensten en voorzieningen (sociale kaart) Kennis van de werking van de overheid Kennis van de werking van de organisatie Kennis van EHBO, reddings- en blustechnieken Kennis van flora Kennis van informatica (WP, Excel) Kennis van meetmethodes en -codes Kennis van normen, type-bestekken, afleveringen,...

Kennis van omzendbrieven Kennis van PC Kennis van vreemde talen : Engels, Frans,...

Kennis PC/terminal Kennis van administratieve en statutaire procedures Kennis van administratieve procedures Kennis van algemene begrippen inzake begroting, boekhouding en overheidsopdrachten Kennis van de administratie en reglementering Kennis van de administratie Kennis van de bestaande standaarden en normen Kennis van de filosofie en de doelstellingen van de instelling Kennis van de organisatiestructuren Kennis van de rechterlijke structuren Kennis van de regelgeving Kennis van de regelgeving betreffende V.G.V. Kennis van de regelgeving, reglementering Kennis van de regels van de mondelinge en de schriftelijke taal Kennis van de reglementering (wegcode,...) Kennis van de reglementering en de procedures Kennis van de reglementeringen Kennis van de sector Kennis van de sociale kaart Kennis van de structuur van de organisatie Kennis van de werking van de organisatie Kennis van de wetgeving Kennis van de wetgeving en haar toepassingen Kennis van gevaarlijke produkten Kennis van het (ruime) werkveld/sector Kennis van het geografisch gebied waarvoor verantwoordelijk Kennis van het voorzieningennet Kennis van het werken met P.C. Kennis van het werkveld in de entiteit Kennis van het werkveld van de interne klant Kennis van het werkveld Kennis van het huishoudelijk werk Kennis van informatica-standaarden en -normen Kennis van informatietechnologie Kennis van protocollaire aspecten Kennis van software Kennis van de opbouw van de loopbanen Kennis van studierichtingen Kennis van wetenschappelijke methodieken Kunnen omgaan met teken- en grafisch materieel Kunnen omgaan met PC Kunnen raadplegen van alle bronnen Kunnen werken met fax, kopieermachine,...

Kunnen werken met PC/tekstverwerker en de bijhorende software Managementinzicht Materialen- en technologische kennis Maturiteit Meertaligheid Minimale algemene kennis (vb. tweede taal) Mobiliteit Noties van Frans, Engels en/of Duits Noties van psychologie, sociologie en sociale wetgeving Noties informatica : PC/terminal Op de hoogte zijn van het werkveld en zijn evoluties Pedagogische, administratieve en maatschappelijke vorming Pedagogische en didactische bekwaamheden Pedagogische en psychologische kennis Persoonlijke hygiëne Plannen kunnen lezen Polyvalentie Procedures binnen de dienst kennen Psychologisch aanvoelen ("mensenkennis") Psychologische en pedagogische kennis Rijbewijs bezitten Sectoriële ervaring Specifieke vakkennis Specifieke technische kennis (vb. meetapparatuur) Specifieke vaktechnische kennis en ervaring Specifieke vaktechnische kennis Talenkennis Talenkennis (vooral Engels) Technisch inzicht en kennis Technische aanleg Technische en methodische kennis Technische kennis Technische kennis : kennis van de bediening van apparatuur,...

Technische kennis en ervaring Technische kennis van de werking apparaten (fax, fotokopieerapparaat, PC,...) Technische kennis van de materie Technische vaardigheden Tekstverwerking Twee- of Meertaligheid Uithoudingsvermogen Universitair diploma en/of ruime beroepservaring Vak- en materiekennis Vakkennis Vakkennis (polyvalentie vs. specialisme) Vakkennis en vakbekwaamheid Vaktechnische kennis Vertrouwdheid met tekstverwerking en informaticatoepassingen Werken met PC/bureauticamateriaal Zelf tekenwerk kunnen uitvoeren B. Persoonlijke vaardigheden (competenties) Analytisch denken Begrip voor anderen (empathie) Communicatie - openheid Communicatievaardigheid en -bereidheid Conceptueel denken Conflictbeheersing Creativiteit en vernieuwend denken Diplomatie en conflictbeheersing Discretie Empowerment (= delegeren, responsabiliseren) Flexibiliteit Hygiëne en veiligheid Impact Integriteit en loyauteit Klantgerichtheid Leergierigheid en leerbereidheid Leiding geven Loyauteit Motiverend optreden Objectiviteit Orde en nauwkeurigheid Organisatievermogen Resultaatgerichtheid Samenwerken in groep Sturing Teamleiderschap Teamwerk en collegialiteit Verantwoordelijkheidszin Zelfstandig kunnen werken Zin voor analyse en synthese Zin voor cijfers Zin voor initiatief Zin voor systematiek en kwaliteit Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot wijziging van de personeelsstatuten van sommige Vlaamse openbare instellingen.

Brussel, 14 april 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS

^