gepubliceerd op 15 juni 2000
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de artikelen 120, 122, 123, 125, 126, 127 en 128 van het besluit van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en tot invoeging van een artikel 123bis in dit besluit
14 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van de artikelen 120, 122, 123, 125, 126, 127 en 128 van het besluit van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en tot invoeging van een artikel 123bis in dit besluit
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende de oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, aangevuld bij decreet van 20 maart 1984 en gewijzigd bij decreet van 30 mei 1985;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 1 maart 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 april 2000;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 april 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de nodige ondersteunende acties op het vlak van individuele beroepsopleiding dienen te worden genomen om de invoering van het federaal startbanenplan vanaf 1 april 2000 mogelijk te maken;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 120 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt vervangen door wat volgt : « Art 120. Onder opleiding in een onderneming wordt verstaan de beroepsopleiding zoals bepaald in artikel 80 van dit besluit, wanneer zij verstrekt wordt in een onderneming, een vereniging zonder winstoogmerk of een administratieve overheid.
Onder administratieve overheid wordt verstaan de overheid zoals bepaald in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. »
Art. 2.In artikel 122 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De dienst beschikt over de mogelijkheid om meerdere cursisten een opleiding te laten starten op hetzelfde ogenblik en met dezelfde inhoud, in één - of in verschillende vestigingen van een - onderneming, VZW of administratieve overheid. In voorkomend geval dient respectievelijk het advies van het STC of het Beheerscomité te worden gevraagd. »
Art. 3.In artikel 123 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De cursist die zijn opleiding volgt in een onderneming, VZW of een administratieve overheid verkrijgt een met elke productieve arbeid overeenkomende premie. Het bedrag van de productiviteitspremie wordt uitgedrukt als een percentage van het verschil tussen het normale loon in het beroep en het inkomen waarop de cursist recht heeft uit hoofde van werkloosheid, bestaansminimum of financiële maatschappelijke dienstverlening. »
Art. 4.In artikel 123 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Indien de cursist geen uitkering geniet uit hoofde van werkloosheid, bestaansminimum of financiële maatschappelijke dienstverlening wordt het bedrag van de productiviteitspremie uitgedrukt als een percentage van het verschil tussen het normaal loon in het beroep en een compensatievergoeding. Deze compensatievergoeding is ten laste van de dienst en kan worden verminderd met het bedrag van een andere financiële tussenkomst toegekend door de federale of de Vlaamse overheid in het kader van opleiding. De hoogte van de compensatievergoeding bedraagt 385 BEF per dag in een regime van de zes-dagenweek. Het bedrag kan worden gewijzigd door de Vlaamse regering na advies van het beheerscomité. »
Art. 5.In artikel 123 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het vijfde lid vervangen door wat volgt : « De Dienst staat in voor de maandelijkse betaling van de productiviteitspremie en compensatievergoeding aan de cursist. »
Art. 6.In artikel 123 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het laatste lid vervangen door wat volgt : « De onderneming, VZW of administratieve overheid is aan de Dienst maandelijks een bedrag verschuldigd dat overeenstemt met de in het derde en vierde lid vermelde percentages van het verschil tussen het normale loon in het beroep en de gemiddelde werkloosheidsuitkering. De gemiddelde werkloosheidsuitkering wordt door het Beheerscomité vastgelegd. »
Art. 7.In het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt een artikel 123bis ingevoegd dat luidt als volgt : «
Art. 123bis.De onderneming, VZW of administratieve overheid kan vanwege de dienst een begeleidingspremie van 60 BEF per effectief gevolgd uur opleiding genieten indien de cursist laaggeschoold is.
Indien de cursist een laaggeschoolde schoolverlater is en indien de begeleiding verzorgd wordt door een werknemer, ouder dan 45 jaar en in dienst van de betrokken onderneming, VZW of administratieve overheid, dan kan de onderneming, VZW of administratieve overheid vanwege de dienst bijkomend een peterschapspremie van 60 BEF per effectief gevolg uur opleiding genieten.
Deze premies worden betaald indien voldaan wordt aan de voorwaarden vastgesteld door het Beheerscomité en die worden opgenomen in de overeenkomst zoals bepaald in artikel 128.
Binnen de perken van de daartoe voorziene begrotingskredieten kan de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid met laaggeschoolden gelijkstellen de jonge werkzoekenden die onder het toepassingsgebied vallen van een protocol van samenwerking met een sector in het kader van de startbanen.
De peterschapspremie bedoeld in het tweede lid, kan op grond van een protocol van samenwerking tussen de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en een sector aangewend worden om de geleidelijke uitstap van oudere werknemers te bevorderen. »
Art. 8.Artikel 125 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 125.De werkgever verbindt er zich toe met de cursist, die in de onderneming, VZW of administratieve overheid een beroepsopleiding heeft gevolgd, onmiddellijk na het einde van de opleiding een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur te sluiten. Onverminderd de wettelijke bepalingen betreffende het beëindigen van de arbeidsovereenkomsten om een dringende reden, mag de werkgever aan voormelde arbeidsovereenkomst slechts een einde maken ten vroegste na verloop van de tijd overeenstemmend met de duur van de opleiding.
De werkgever verbindt er zich toe de cursist die de opleiding in de onderneming, VZW of administratieve overheid beëindigd heeft tewerk te stellen in de onderneming, VZW of administratieve overheid onder voor dat beroep geldende voorwaarden en minstens aan hetzelfde arbeidsregime als de opleiding in de onderneming. »
Art. 9.In artikel 126 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: « De werkgever verzekert de cursist, die in zijn onderneming, VZW of administratieve overheid een beroepsopleiding volgt tegen ongevallen overkomen tijdens de opleiding en op de weg van en naar de opleidingsplaats onder dezelfde voorwaarden als ware hij in het aan te leren beroep in loondienst tewerkgesteld in de onderneming, VZW of administratieve overheid. »
Art. 10.In artikel 126 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De cursist heeft ten laste van de werkgever recht op een tussenkomst in zijn/haar verplaatsingskosten, volgens de regels voorgeschreven door de voor de onderneming geldende collectieve arbeidsovereenkomst.
Indien er voor de onderneming, VZW of administratieve overheid geen specifieke collectieve arbeidsovereenkomst met dergelijke regeling bestaat, gelden de voorschriften van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 van 26 maart 1975 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19bis van 7 juni 1988. »
Art. 11.In artikel 127 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Toelating tot opleiding in een onderneming, VZW of administratieve overheid kan gedurende drie jaar niet worden gegeven in een onderneming waar een cursist werd opgeleid onder de voorwaarden van dit besluit en die op initiatief van de werkgever werd afgedankt, met uitzondering van afdanking wegens dringende reden. »
Art. 12.In artikel 127 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt het laatste lid vervangen door wat volgt : « Tegen de weigering tot toelating voorzien in het eerste lid, kan door de onderneming, VZW of administratieve overheid beroep worden aangetekend bij het Beheerscomité. »
Art. 13.Artikel 128 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 128.Voor de uitvoering van de opleiding wordt tussen de Dienst, de cursist en de onderneming, VZW of administratieve overheid een overeenkomst gesloten, waarvan het model wordt bepaald door het Beheerscomité. »
Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 april 2000.
Art. 15.De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 14 april 2000.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT