Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 maart 2015
gepubliceerd op 22 mei 2015

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen

bron
vlaamse overheid
numac
2015035649
pub.
22/05/2015
prom.
13/03/2015
ELI
eli/besluit/2015/03/13/2015035649/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van hoofdstuk III van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen


De Vlaamse Regering, Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikel 110, § 3, tweede lid en § 4, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1989 en 5 september 2001 en bij het koninklijk besluit van 28 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 december 2014;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 2 februari 2015;

Gelet op advies 57.079/1 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 februari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 9 van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 september 2004, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 9.De commissie is samengesteld uit : 1° een voorzitter die de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, vertegenwoordigt, en zijn plaatsvervanger;2° drie afgevaardigden van de representatieve werkgeversorganisaties en drie afgevaardigden van de representatieve werknemersorganisaties, en hun plaatsvervangers;3° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en zijn plaatsvervanger;4° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, en zijn plaatsvervanger;5° een secretaris, en zijn plaatsvervanger. De commissie kan een beroep doen op deskundigen en technici volgens de voorwaarden van het huishoudelijk reglement.

De voorzitter, de effectieve leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd door de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid. De leden vermeld in het eerste lid, 2° worden benoemd op voordracht van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen".

Art. 2.Artikel 10 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1986, wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 10.§ 1. Alleen de leden, vermeld in artikel 9, eerste lid, 2°, hebben stemrecht. § 2. Het huishoudelijk reglement van de commissie bepaalt ten minste : 1° de bevoegdheden van de voorzitter;2° de wijze van bijeenroeping en beraadslaging;3° de stemregels voor de erkenning, intrekking en schorsing van de opleidingen, vermeld in artikel 109, § 1 en § 2 van de wet;4° de werking en de taken van het secretariaat. De commissie stelt haar huishoudelijk reglement op met een dubbele meerderheid van de stemmen. Onder dubbele meerderheid van de stemmen wordt verstaan, de gewone meerderheid van de stemmen in elke groep, vermeld in artikel 9, eerste lid, 2°, op voorwaarde dat de helft van de leden van elke groep aanwezig is. § 3. Het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie neemt het secretariaat van de commissie waar. Het voormelde departement bepaalt, in samenspraak met de voorzitter, het tijdstip en de agenda van de vergadering.".

Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 11.De commissie kan onderverdeeld worden in verschillende subcommissies. De commissie kan een beroep doen op de diensten van het Departement Werk en Sociale Economie van het Vlaams Ministerie van Werk en Sociale Economie voor het verkrijgen van informatie die betrekking heeft op de organisatie en het verloop van de opleidingen, vermeld in artikel 109 van de wet.".

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2015.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 maart 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

^