gepubliceerd op 25 maart 2015
Besluit van de Vlaamse Regering houdende een verbod op het gebruik van warrelnetten en kieuwnetten in de Vlaamse strandzone ter bescherming van zeezoogdieren
13 MAART 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende een verbod op het gebruik van warrelnetten en kieuwnetten in de Vlaamse strandzone ter bescherming van zeezoogdieren
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/10/1997
pub.
10/01/1998
numac
1997036441
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, artikel 13, § 1, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 2002, en artikel 51, § 1, vervangen bij het decreet van 19 juli 2002 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2004, en § 2;
Gelet op het advies 2014/37 van de Minaraad, gegeven op 5 december 2014;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 september 2014;
Gelet op advies 57.070/1 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat alle in het Vlaamse Gewest voorkomende zeezoogdieren bescherming genieten op basis van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, hierna de Habitatrichtlijn te noemen, met name door de opname van de bruinvis (Phocoena phocoena) en de tuimelaar (Tursiops truncatus) in bijlage II van de richtlijn, door de opname van alle walvisachtigen (cetacea) in bijlage IV van de richtlijn en door de opname van alle zeehonden in bijlage V van de richtlijn, voor zover ze niet zijn opgenomen in bijlage IV. Het voorkomen van een soort in bijlage IV van de richtlijn impliceert dat elke lidstaat van de Europese Unie, conform artikel 12.1 van de richtlijn, de nodige maatregelen neemt om een systeem van strikte bescherming in te stellen, en dat elke lidstaat, conform artikel 12.4 van de richtlijn, een systeem instelt van toezicht op het bij toeval vangen en doden van de diersoorten, genoemd in bijlage IV, a), om daarbij in het licht van de verkregen gegevens de verdere onderzoekwerkzaamheden te verrichten en de instandhoudingsmaatregelen te nemen die nodig zijn om te verzekeren dat het bij toeval vangen en doden geen significante negatieve weerslag heeft op de soorten in kwestie. Het voorkomen van een soort in bijlage V van de richtlijn impliceert dat elke lidstaat van de Europese Unie, conform artikel 14.1 van de richtlijn, de nodige maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het aan de natuur onttrekken van specimens van de in die bijlage V genoemde wilde diersoorten, verenigbaar is met het behoud van die soorten in een gunstige staat van instandhouding;
Overwegende dat alle in het Vlaamse Gewest voorkomende zeezoogdieren bescherming genieten op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009, in het bijzonder door de bepalingen in artikel 5, 6, 10 en 16;
Overwegende dat het voorliggende besluit de vermelde bescherming conform het Soortenbesluit van 15 mei 2009 uitbreidt en versterkt door het gebruik van bepaalde types netten in de hoogwaterzone langs de Vlaamse kust te verbieden;
Overwegende dat algemeen bekend is dat door het gebruik van kieuw- en warrelnetten door de visserij het risico op bijvangsten van de bruinvis niet kan uitgesloten worden; dat in dat verband al door de EU-wetgever ingevolge Verordening (EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26.04.2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten van walvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/98 een aantal maatregelen zijn opgelegd aan de lidstaten teneinde de negatieve gevolgen van visserij op de instandhouding van de bruinvis als soort in het licht de verplichtingen krachtens de Habitatrichtlijn zo gering mogelijk te houden;
Overwegende dat de bevoegde instanties in de Belgische context al een aantal beperkende maatregelen voor het gebruik van kieuw- en warrelnetten hebben opgenomen in dwingende regelgeving; dat in dat verband verwezen kan worden naar het koninklijk besluit van 21 december 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/12/2001 pub. 14/02/2002 numac 2002022115 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de soortenbescherming in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België sluiten betreffende de soortenbescherming in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, weliswaar exclusief de intertidale zones onder Vlaamse bevoegdheid, waarbij in bijlage 5 wordt bepaald dat in de zeegebieden beneden de laagwaterlijn als een van sportvisserijactiviteiten in de zeegebieden "de recreatieve visserij waarbij gebruik gemaakt wordt van warrelnetten, warnetten, schakels of geankerde kieuwnetten" verboden is; dat voorts ook sinds 2006 in jaarlijks hernomen besluiten houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee beperkingen gelden voor warrelnetten door strandvissers, precies met het oog op de vermindering van bijvangsten; dat meer bepaald de beperking wordt opgelegd dat elke strandvisser maar twee warrelnetten mag gebruiken en dat in de periode van maart tot en met mei maar één warrelnet per visser mag worden gebruikt, alsook dat de netten minstens eenmaal per 24 uur moeten worden leeggemaakt;
Overwegende dat uit jaarlijkse monitoringgegevens, verzameld door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, van gestrande bruinvissen aan de Belgische kust, afgeleid moet worden dat, ondanks de voormelde door de overheid genomen maatregelen, nog steeds een aanmerkelijk aantal dode bruinvissen blijkt te stranden ten gevolge van bijvangsten; dat die conclusie ten eerste volgt uit het feit dat volgens de waarnemingen van de bevoegde instantie van gestrande exemplaren gemiddeld bij een tiental exemplaren per jaar op het ogenblik van ontdekking vastgesteld kan worden dat het kadaver vers is en dat sporen van netten op de snuit aanwezig zijn, en dat ze bijgevolg verdronken zijn dicht tegen het strand door verstrikking in een kieuw- of warrelnet;
Overwegende dat het oorzakelijk verband met sportvisserij in de Vlaamse strandzone met strand- en kieuwnetten kan afgeleid worden van het feit dat door de jaren heen vastgesteld wordt dat de meeste strandingen door bijvangsten in het voorjaar voorkomen, dus in de periode dat sportvissers in de zone in kwestie op tong vissen met behulp van warrelnetten en dat de bruinvissen eveneens op de tong jagen, die op dat moment zeer dicht bij de waterlijn komt om er eieren af te zetten;
Overwegende dat uit jaarlijkse monitoringgegevens, verzameld door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, is gebleken dat naast bruinvissen ook beperkte aantallen van andere zeezoogdiersoorten blijken te stranden ten gevolge van bijvangsten, zoals gewone zeehonden en grijze zeehonden; dat daaruit blijkt dat het risico van het gebruik van kieuw- of warrelnetten zich niet beperkt tot bruinvissen, maar dat andere zeezoogdiersoorten die in de kustzone terecht komen even zeer getroffen kunnen worden, waarbij ook moet worden aangenomen dat nog andere soorten zeezoogdieren dan de vermelde soorten het risico lopen; dat de lagere aantallen van deze soorten in vergelijking met de aantallen bruinvissen aannemelijk het gevolg zijn van het feit dat die soorten in lagere aantallen of minder frequent voorkomen in de kustzone, maar dat wordt aangenomen dat het risico op bijvangst voor individuele specimens van die andere zeezoogdiersoorten daarom niet lager is dan voor bruinvissen;
Overwegende dat in opeenvolgende rapporteringen ter uitvoering van de ASCOBANS, de Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas, een overeenkomst onder auspiciën van de Bonn-Conventie (Convention on the Conservation of Migratory Species of Wild Animals), en de EU-verordening 812/2004/EG namens de Belgische staat is erkend dat de sportvisserij in de strandzone met netten voor een deel vermoedelijk of indicatief verantwoordelijk is voor een aantal bijvangsten met de dood tot gevolg;
Overwegende dat in het licht van voormelde vaststellingen en verklaringen het niet langer verenigbaar is met het vereiste systeem van strikt te beschermen soorten van communautair belang om verder toe te staan dat het gebruik wordt vergund van kieuw- en warrelnetten op het strand met een niet-verwaarloosbaar en reëel risico op bijvangst van bruinvissen en andere zeezoogdieren, nog verder toe te laten;
Overwegende dat het verder gedogen van een dergelijk gebruik door sportvissers in de Vlaamse strandzone in strijd lijkt te zijn met het verbod op het opzettelijk vangen en doden van dergelijke strikt te beschermen soorten zoals bepaald in artikel 12, lid 1, van de Habitatrichtlijn; dat volgens rechtspraak van het Hof van Justitie de term `opzet' in die context betekent dat degene die de handeling heeft verricht, de vangst of de dood van een specimen van een beschermde diersoort heeft gewild of althans de mogelijkheid van die vangst of dood heeft aanvaard; dat door de talrijke persartikelen en besprekingen in bestuurlijke milieus niet meer ontkend kan worden dat de directe negatieve impact van kieuw- en warrelnetten op bruinvissen alom is bekend en dus ook gekend moet zijn bij sportvissers en zeker bij de gemeentelijke overheden die vergunning voor dergelijke netten afleveren; dat dus door het willens en wetens aanvaarden van het niet-verwaarloosbaar risico op de vangst en dood van de bruinvis, het opzettelijke karakter van een dergelijke behandeling aannemelijk is;
Overwegende dat de bescherming van het milieu op een hoog niveau en het voorzorgs- en voorkomingsbeginsel zijn opgenomen in artikel 191 van het verdrag op de werking van de Europese Unie; dat de Habitatrichtlijn, die op het voormelde verdragsartikel is gebaseerd, die beginselen ook heeft geïntegreerd in artikel 12, eerste en vierde lid; dat het voorzorgsbeginsel inhoudt dat maatregelen ter bescherming van het milieu, in casu de instandhouding van beschermde soorten zeezoogdieren, niet mogen worden uitgesteld door het gegeven dat er geen sluitende wetenschappelijke zekerheid bestaat over de impact van een bepaalde activiteit, in casu het gebruik van de netten in kwestie; dat het preventief handelen inhoudt dat wordt geanticipeerd op schadelijke effecten voor beschermde soorten door bepaalde vangstmethoden te verbieden;
Overwegende dat de maatregelen in kader van de Habitatrichtlijn passend en evenredig moeten zijn en rekening moeten houden met de vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, en met de regionale en lokale bijzonderheden, zonder evenwel afbreuk te doen aan de effectieve doelstelling en de coherentie van de set van bepalingen ter bescherming van bepaalde soorten; dat in casu in rekening gebracht moet worden dat de strandvisserij een zuiver recreatief karakter heeft en dat het sportvissen gedurende het jaar mogelijk blijft met aanwending van andere beschikbare methoden dan kieuw- en strandnetten;
Overwegende dat de Europese Commissie in het verleden twee inbreukprocedures, 2003/2081 en 2014/4014, heeft ingeleid die betrekking hadden op deze problematiek;
Overwegende dat een aantal zeezoogdieren opgenomen zijn op de rode lijst voor de inheemse zoogdieren in Vlaanderen, vastgesteld bij ministerieel besluit van 12 november 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 12/11/2014 pub. 07/01/2015 numac 2014036939 bron vlaamse overheid Ministerieel besluit tot vaststelling van drie rode lijsten ter uitvoering van artikel 5 van het Soortenbesluit van 15 mei 2009 type ministerieel besluit prom. 12/11/2014 pub. 28/11/2014 numac 2014024396 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit tot opheffing van het ministerieel besluit van 25 juli 2014 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de maïswortelboorder, Diabrotica virgifera Le Conte type ministerieel besluit prom. 12/11/2014 pub. 20/11/2014 numac 2014011600 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket type ministerieel besluit prom. 12/11/2014 pub. 20/11/2014 numac 2014011599 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot wijziging van de lijst van vestigingseenheden van een erkend Ondernemingsloket sluiten, waarbij de soorten in kwestie zijn ondergebracht in de volgende categorieën: de grijze zeehond in de categorie `kwetsbaar', de gewone zeehond in de categorie `achteruitgaand/zeldzaam', de bruinvis in de categorie `kwetsbaar' en de tuimelaar in de categorie `uitgestorven';
Overwegende dat het verbod op het gebruik van warrelnetten en kieuwnetten wordt ingegeven vanuit het voorzorgsbeginsel, doordat maatregelen ter bescherming van het milieu, in voorkomend geval van de beschermde soorten zeezoogdieren, niet mogen worden uitgesteld door het gegeven dat er onvoldoende wetenschappelijke zekerheid bestaat over de impact van een bepaalde activiteit, in casu het gebruik van de netten in kwestie;
Overwegende dat het verbod op het gebruik van warrelnetten en kieuwnetten wordt ingegeven vanuit het beginsel van het preventieve handelen, doordat het verbod moet leiden tot het beperken van milieuschade die bestaat uit het risico op het omkomen van zeezoogdieren in de netten in kwestie;
Overwegende dat al het voorgaande ertoe noopt, in het kader van de Vlaamse regelgeving op gebied van soortenbescherming, ter maximale voorkoming van reële risico's op vangst en doding van de bruinvis en andere zeezoogdieren en om de gunstige staat van instandhouding van die soorten niet te hypothekeren, het gebruik van warrel- en kieuwnetten in de Vlaamse strandzone voortaan als niet-selectieve methode in aanmerking te nemen en het gebruik ervan zonder meer uitdrukkelijk te verbieden;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° kieuwnet: een enkelwandige visnet met een bepaalde maasgrootte, dat verticaal in het water drijft en waarin vissen verstrikt raken met hun kieuwen;2° sportvisserij: het vangen van vissen zonder professioneel karakter, louter voor het genot of om de competitie aan te gaan met andere sportvissers;3° warrelnet: een staand net bestaande uit loshangend netwerk van licht en soepel garen waarin vissen en schaaldieren met vinnen en stekels verward raken;4° Vlaamse strandzone: de zone tussen de gekarteerde laagwater- en hoogwaterlijn zoals weergegeven op de grootschalige zeekaarten uitgegeven door de bevoegde autoriteit.
Art. 2.In de Vlaamse strandzone is het verboden om in het kader van sportvisserij gebruik te maken van kieuwnetten of warrelnetten.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 maart 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE