gepubliceerd op 23 februari 2006
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het prioriteitenbeleid zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding
13 JANUARI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het prioriteitenbeleid zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding, inzonderheid op artikelen 19, tweede lid, 26, §§ 1, 3 en 4, 33 en 39;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 tot bepaling van het prioriteitenbeleid zoals voorzien in artikel 2, 12° van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding en tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake prioriteitenbeleid;
Gelet op het advies van de Vlaamse Sportraad, gegeven op 29 augustus 2005;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 november 2005;
Gelet op advies 39.464/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het decreet : het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;3° het Bloso : het Vlaams Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, opgericht bij het decreet van 12 december 1990, meer bepaald de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap, vermeld in het decreet;4° de sportfederatie : de Vlaamse erkende en gesubsidieerde sportfederatie, met uitzondering van de gehandicaptensportfederatie, die een project realiseert dat past in het prioriteitenbeleid;5° de gehandicaptensportfederatie : de Vlaamse erkende en gesubsidieerde sportfederatie die gehandicaptensportclubs verenigt en zich uitsluitend richt tot de specifieke doelgroep personen met een handicap en die een project realiseert dat past in het prioriteitenbeleid;6° het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit : het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;7° de Vlaamse Trainersschool : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de universitaire opleidingsinstituten lichamelijke opvoeding, de Vlaamse hogescholen lichamelijke opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen, afgekort VTS;8° de clubondersteuner : de sporttechnische medewerker van een gehandicaptensportfederatie die ter uitvoering van de projectovereenkomst, gesloten tussen een sportfederatie en een gehandicaptensportfederatie, in de sportclub(s) van een sportfederatie de taak opneemt het bestuur en de clublesgevers te begeleiden en te ondersteunen bij het uitwerken en het invullen van een concreet gehandicaptensportbeleid.
Art. 2.Het beleid van de Vlaamse Regering dat tot doel heeft de sportparticipatie van bijzondere doelgroepen en hun aansluiting bij een sportclub te bevorderen heeft als thema : het bevorderen van de sportparticipatie van personen met een handicap en hun aansluiting bij een sportclub.
Het prioriteitenbeleid richt zich tot personen die jonger zijn dan vijfenzestig jaar met een lichamelijke handicap (licht en ernstig motorische handicap), verstandelijke handicap of zintuiglijke handicap (visuele en auditieve handicap) en naar personen met psychische beperkingen.
Art. 3.De duur van het prioriteitenbeleid met het thema, vermeld in artikel 2, loopt tot 31 december 2008. HOOFDSTUK II. - Subsidiëringsvoorwaarden Afdeling I. - Algemene subsidiëringsvoorwaarden
Art. 4.Rekening houdend met de bepalingen van hoofdstuk IV, kunnen een sportfederatie en een gehandicaptensportfederatie op elk moment tijdens de duur van het door de Vlaamse Regering vastgelegde prioriteitenbeleid een project indienen. Dat project loopt maximaal voor de resterende duur van het vastgelegde prioriteitenbeleid.
Art. 5.De gehandicaptensportfederatie kan enkel een project inzake prioriteitenbeleid indienen zoals vermeld in hoofdstuk II, afdeling III.
Art. 6.Alle sporttechnische medewerkers zijn in het bezit van een sporttechnisch diploma of een sporttechnisch getuigschrift in de desbetreffende sporttak, vermeld in de bezoldigingstabel die als bijlage I bij dit besluit is gevoegd. Afdeling II. - Bijzondere subsidiëringsvoorwaarden voor de
sportfederaties
Art. 7.§ 1. Alvorens een project inzake prioriteitenbeleid in te dienen voert de sportfederatie een analyse uit van het huidige sportaanbod voor personen met een handicap binnen de door de sportfederatie aangeboden sporttak(ken). De bevraging wordt uitgevoerd bij alle sportclubs die aangesloten zijn bij de sportfederatie. De bevraging van de sportclubs en de analyse van de resultaten worden uitgevoerd op basis van de door het Bloso ter beschikking gestelde documenten.
Op basis van de resultaten van die analyse kan de sportfederatie een project inzake prioriteitenbeleid indienen.
Het overzicht van de resultaten van de analyse alsook de ingevulde vragenlijsten van de aangesloten sportclubs die een gehandicaptensportwerking hebben of die aantonen dat ze een beleid inzake gehandicaptensportwerking (zullen) voeren, worden bezorgd aan het Bloso.
De sportfederaties staan toe dat dit overzicht van de resultaten van de analyse en de ingevulde vragenlijsten worden bezorgd aan de gehandicaptensportfederaties, de provinciale sportdiensten en de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. § 2. Het project inzake prioriteitenbeleid omvat minstens de volgende actiepunten : 1° het organiseren van duurzame sportactiviteiten in de sportclubs met het oog op een blijvende aansluiting van personen met een handicap bij de sportclubs.De sportactiviteiten moeten afgestemd zijn op de individuele mogelijkheden van de sporters met een handicap en moeten georganiseerd worden in kwalitatieve omstandigheden op het vlak van begeleiding, (aangepaste) reglementen, (aangepaste) infrastructuur en (aangepast) sportmateriaal; 2° het voeren van een actieve en doelgerichte promotie of het organiseren van kennismakingsactiviteiten in de sportclubs met het oog op het verhogen van de sportparticipatie en het bevorderen van een aansluiting van personen met een handicap bij een sportclub;3° het voeren van een actief beleid inzake opleiding en bijscholing om meer en beter gekwalificeerde begeleiders voor sporters met een handicap te hebben in de sportclubs door : a) trainers en clubbestuurders te stimuleren tot het volgen van een VTS-opleiding inzake het begeleiden van personen met een handicap;b) scheidsrechters te stimuleren tot het volgen van een opleiding of bijscholing inzake aangepaste sportreglementering voor personen met een handicap;c) een actieve rol op te nemen in het ontwikkelen van specifieke opleidingen en bijscholingen voor de betrokken sporttak, binnen de VTS;4° het opzetten van een netwerk met een of meer actoren zoals de gehandicaptensportfederaties, de provinciale sportdiensten, de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, erkende organisaties inzake aangepaste vrijetijdsbesteding voor personen met een handicap, scholen, instellingen, revalidatiecentra met het oog op de realisatie van het project.
Art. 8.De sportfederatie kan voor de realisatie van haar project jaarlijks een projectovereenkomst sluiten zoals omschreven in artikel 11, met maximaal één gehandicaptensportfederatie.
Art. 9.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidies inzake prioriteitenbeleid, vermeld in artikel 15, 4°, en in artikel 30, 3°, van het decreet, komt de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod in het in artikel 2, 13°, van het decreet vermelde vierjaarlijkse beleidsplan overeenkomstig artikel 19 en 33 van het decreet, en artikel 18, § 2 en § 3, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit. § 2. Overeenkomstig artikel 18, § 4, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit, moet de sportfederatie in het jaarlijkse actieplan de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod laten komen.
In het deel van het jaarlijkse actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt, moet de sportfederatie : 1° een omschrijving van het te realiseren project geven met de maatregelen en de activiteiten die passen in de actiepunten van het prioriteitenbeleid, vermeld in artikel 7, § 2;2° de objectieven beschrijven die ze met haar project wil realiseren in het komende begrotingsjaar;3° de promotiestrategie beschrijven;4° de betrokkenheid en de ondersteuning van de sportclubs bij de realisatie van het project aantonen;5° de samenwerking met een of meer actoren, zoals de gehandicaptensportfederaties, de provinciale sportdiensten, scholen, instellingen, revalidatiecentra, met het oog op de realisatie van het project aantonen;6° een begroting toevoegen waarbij de uitgaven en inkomsten van het project voor het komende begrotingsjaar duidelijk weergegeven worden.
Art. 10.Het deel van het jaarlijkse actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt dient als basis voor het sluiten van een convenant zoals bepaald in artikel 19 en artikel 33 van het decreet. Dat convenant wordt jaarlijks en na bespreking gesloten tussen de sportfederatie en het Bloso. Afdeling III. - Bijzondere subsidiëringsvoorwaarden voor de
gehandicaptensportfederaties
Art. 11.De facultatieve opdracht prioriteitenbeleid, waarbij de gehandicaptensportfederatie een project inzake prioriteitenbeleid kan indienen, omvat de activiteiten ter ondersteuning van de sportfederaties die een project inzake prioriteitenbeleid conform artikel 7 indienen. De concrete ondersteuning van een sportfederatie door de gehandicaptensportfederatie wordt omschreven in een jaarlijkse projectovereenkomst met de betrokken sportfederatie.
Op verzoek van en in overleg met de sportfederatie kan de gehandicaptensportfederatie de volgende ondersteuning voor de realisatie van het project bieden : 1° het verstrekken van informatie en knowhow met betrekking tot het beoefenen van de sporttak en zijn disciplines door sporters met een handicap;2° het begeleiden van de sportfederatie bij het realiseren van het door de sportfederatie ingediende project;3° het ter plaatse begeleiden van de sportclubs van de sportfederatie door middel van een clubondersteuner.
Art. 12.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidies inzake prioriteitenbeleid, vermeld in artikel 15, 4°, en in artikel 30, 3°, van het decreet, komt de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod in het in artikel 2, 13°, van het decreet vermelde vierjaarlijkse beleidsplan overeenkomstig artikel 19 en 33 van het decreet, en artikel 18, § 2 en § 3, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit. § 2. Overeenkomstig artikel 18, § 4, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit, moet de gehandicaptensportfederatie in het jaarlijkse actieplan de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid afzonderlijk aan bod laten komen.
In het deel van het jaarlijkse actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt moet de gehandicaptensportfederatie : 1° de gesloten projectovereenkomst toevoegen;2° een begroting toevoegen waarbij de uitgaven en inkomsten van het project voor het komende begrotingsjaar duidelijk weergegeven worden.
Art. 13.Het deel van het jaarlijkse actieplan waarin de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid is uitgewerkt dient als basis voor het sluiten van een convenant zoals bepaald in artikel 19 en artikel 33 van het decreet. Dat convenant wordt jaarlijks en na bespreking gesloten tussen de gehandicaptensportfederatie en het Bloso. HOOFDSTUK III. - Aard en wijze van subsidiëren Afdeling I. - Aard en wijze van subsidiëren van de sportfederaties
Art. 14.De sportfederatie die de analyse, vermeld in artikel 7, § 1, ingediend heeft en op basis van die analyse uiterlijk één maand na verschijning in het Belgisch Staatsblad of 1 september 2006 een project indient inzake prioriteitenbeleid, kan voor die analyse het volgende maximale subsidiebedrag ontvangen : 1° een forfaitair bedrag van maximaal 500 euro (vijfhonderd euro);2° een bedrag van 10 euro (tien euro) per ingevulde en verwerkte vragenlijst van de aangesloten sportclub die een gehandicaptensportwerking heeft of die aantoont een beleid inzake gehandicaptensportwerking te (zullen) voeren.
Art. 15.Vanaf 1 januari 2006 worden de subsidies voor het prioriteitenbeleid jaarlijks toegekend met een maximaal subsidiebedrag van 7400 euro (zevenduizend vierhonderd euro) per sportfederatie.
De posten die in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid van toepassing zijn, worden vermeld in de lijst die als bijlage II bij dit besluit gevoegd is. De wijze waarop die posten voor de berekening van de subsidiëring in het rekeningstelsel opgenomen moeten worden, wordt vastgesteld door het Bloso.
De subsidiëring van de bezoldiging van de occasionele sporttechnische medewerkers vindt plaats op basis van de bezoldigingstabel die opgenomen is als bijlage I, gevoegd bij dit besluit. Voor de berekening van de subsidies worden de uurlonen jaarlijks op 1 januari van het kalenderjaar aangepast aan het spilindexcijfer. Afdeling II. - Aard en wijze van subsidiëren van de
gehandicaptensportfederaties
Art. 16.De subsidies voor het prioriteitenbeleid worden jaarlijks toegekend met een maximaal subsidiebedrag van 3000 euro (drieduizend euro) per gesloten en uitgevoerde projectovereenkomst. Minstens twee derde van het toegekende subsidiebedrag moet worden besteed aan de loonkosten en verplaatsingskosten van clubondersteuners.
De posten die in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid van toepassing zijn, worden vermeld in de lijst die als bijlage III bij dit besluit gevoegd is. De wijze waarop die posten voor de berekening van de subsidiëring in het rekeningstelsel moeten worden opgenomen, wordt vastgesteld door het Bloso.
De subsidieerbare uitgaven worden afgerekend per projectovereenkomst.
De subsidiëring van de bezoldiging van de occasionele sporttechnische medewerkers vindt plaats op basis van de bezoldigingstabel die opgenomen is als bijlage I, gevoegd bij dit besluit. Voor de berekening van de subsidies worden de uurlonen jaarlijks op 1 januari van het kalenderjaar aangepast aan het spilindexcijfer. HOOFDSTUK IV. - Procedure voor de aanvraag van subsidies en de indiening van bezwaar
Art. 17.De subsidiëringsprocedure verloopt conform de procedure in hoofdstuk V, afdeling I, II en III, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit.
De sportfederatie en de gehandicaptensportfederatie sturen de in artikel 9, § 1 en § 2, respectievelijk artikel 12, § 1 en § 2, vermelde documenten samen met de subsidiëringsaanvraag voor 1 september aangetekend naar het Bloso.
De sportfederatie die voor het eerst een project indient inzake prioriteitenbeleid stuurt het in artikel 7, § 1, vermelde overzicht van de resultaten van de analyse en de vragenlijsten van de sportclubs die een gehandicaptensportwerking hebben of die aantonen dat ze een beleid inzake gehandicaptensportwerking (zullen) voeren, samen met de subsidiëringsaanvraag voor 1 september aangetekend naar het Bloso. HOOFDSTUK V. - Verificatie en afrekening - Inspectie Afdeling I. - Verificatie en afrekening
Art. 18.De verificatie en afrekening verlopen conform de procedure in hoofdstuk V, afdeling IV, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit. Afdeling II. - Inspectie over de uitvoering van het convenant
Art. 19.Het Bloso kan te allen tijde een inspectie uitvoeren over de wijze waarop het convenant zoals bepaald in artikel 10, respectievelijk artikel 13 wordt uitgevoerd tijdens het werkingsjaar. HOOFDSTUK VI. - Wijze en tijdstip van uitbetaling
Art. 20.De subsidie, bepaald in artikel 14, wordt uitbetaald in het jaar waarin de analyse wordt ingediend bij het Bloso.
De subsidies, bepaald in artikel 15 en 16, worden als volgt uitbetaald : per trimester wordt een voorschot uitbetaald. Elk voorschot bedraagt 22,5 percent van de subsidies die toegekend werden voor het voorlaatste werkjaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar.
Voor sportfederaties en gehandicaptensportfederaties die tijdens het voorlaatste werkjaar voorafgaand aan het begrotingsjaar geen subsidies hebben gekregen, bedraagt elk voorschot 20 percent van de subsidies waarop de sportfederatie of gehandicaptensportfederatie aanspraak kan maken op basis van de ingediende subsidiëringsaanvraag voor het begrotingsjaar.
Het saldo van de subsidies wordt uitbetaald vóór 1 juli van het jaar dat volgt op het gesubsidieerde werkingsjaar, nadat het Bloso de uitgaven die in het voorbije jaar gedaan werden en de voorgelegde betalingsbewijzen heeft goedgekeurd. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 21.Het besluit van de Vlaamse Regering van 31 mei 2002 tot bepaling van het prioriteitenbeleid zoals voorzien in artikel 2, 12° van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding en tot vaststelling van de voorwaarden tot het verkrijgen van de subsidies inzake prioriteitenbeleid wordt opgeheven.
Art. 22.Voor de sportfederaties en de gehandicaptensportfederaties die een subsidieaanvraag voor de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid indienen voor het jaar 2006 gelden, in afwijking van artikel 17, de volgende overgangsbepalingen : 1° in afwijking van artikel 28, § 1, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit wordt de aanvraag voor subsidiëring samen met de in artikel 17, tweede en derde lid, bepaalde documenten uiterlijk ingediend één maand na publicatie in het Belgisch Staatsblad ;2° in afwijking van artikel 28, § 2, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit worden de aanvullende gegevens opgevraagd tegen uiterlijk twee maand na publicatie in het Belgisch Staatsblad ;3° in afwijking van artikel 28, § 3, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit brengt het Bloso vóór 1 mei 2006 de sportfederaties op de hoogte als hun aanvraag onontvankelijk is;4° in afwijking van artikel 29, § 1, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit brengt het Bloso vóór 1 juni 2006 bij de minister advies uit over de sportfederaties die gesubsidieerd kunnen worden;5° in afwijking van artikel 29, § 2, van het algemene erkennings- en subsidiëringsbesluit deelt de minister vóór 1 juli 2006 aan de aanvragende sportfederatie zijn beslissing mee om de sportfederatie te subsidiëren of zijn voornemen om de sportfederatie niet te subsidiëren.
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en het Openluchtleven, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 13 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX
Bijlage I Bezoldigingstabel voor de occasionele medewerkers in het kader van de subsidiëring van de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid gehandicaptensport Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * evenals de geassimileerden met de vermelde VTS-opleiding zoals opgenomen in de actuele assimilatietabel van de Vlaamse Trainersschool ** bedragen aan 100 % (gebaseerd op de spilindex van 1 januari 1990 = index 138,01) *** reisvergoeding per km vanaf 1 juli 2005 Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende het prioriteitenbeleid zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.
Brussel, 13 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX
Bijlage II Subsidieerbare posten voor de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid van de sportfederaties brutosalaris occasionele sporttechnische medewerkers rsz/werkgeversbijdrage occasionele sporttechnische medewerkers eindejaarstoelage en vakantiegeld occasionele sporttechnische medewerkers dienstverhuringskosten voor occasionele sporttechnische medewerkers inschrijvingsgeld cursussen voor specifieke opleiding en bijscholing van sporttechnische medewerkers en clubbestuurders inzake gehandicaptensport verplaatsingskosten sporttechnische medewerkers verplaatsingskosten clubbestuursleden kosten voor vervoer van personen en materiaal aankoop of huur van sportmateriaal aankoop of huur van didactisch materiaal huur van sportaccommodaties en lokalen drukwerken kosten voor informatie- en promotiemateriaal kosten, aangerekend door verenigingen ter bescherming van auteursrechten kosten voor medische hulpposten andere kosten waarvoor Bloso voorafgaandelijk een schriftelijk akkoord heeft gegeven Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 JANUARI 2006 betreffende het prioriteitenbeleid zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.
Brussel, 13 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX
Bijlage III Subsidieerbare posten voor de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid van de gehandicaptensportfederaties brutosalaris occasionele sporttechnische medewerkers RSZ/werkgeversbijdrage occasionele sporttechnische medewerkers eindejaarstoelage en vakantiegeld occasionele sporttechnische medewerkers dienstverhuringskosten voor occasionele sporttechnische medewerkers verplaatsingskosten sporttechnische medewerkers kosten voor vervoer van materiaal aankoop of huur van specifiek didactisch materiaal drukwerken kosten voor informatie- en promotiemateriaal andere kosten waarvoor Bloso voorafgaandelijk een schriftelijk akkoord heeft gegeven Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende het prioriteitenbeleid zoals bepaald in artikel 2 van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.
Brussel, 13 januari 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX