Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 februari 2009
gepubliceerd op 09 april 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen

bron
vlaamse overheid
numac
2009201520
pub.
09/04/2009
prom.
13/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/13/2009201520/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 2 juni 2006 en 22 december 2006, artikel 8, § 2, en 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 houdende de voorwaarden inzake de financiële ondersteuning voor de zelfstandige kinderopvangvoorzieningen;

Gelet op het advies van Inspectie van Financiën, gegeven op 28 oktober 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 december 2008;

Gelet op het advies van het Raadgevend Comité van Kind en Gezin, gegeven op 22 oktober 2008;

Gelet op advies 45.810/3 van de Raad van State, gegeven op 3 februari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Kind en Gezin : het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;2° kwalificatiebewijs : attest, diploma, certificaat of titel van beroepsbekwaamheid;3° KWAPOI : instrument opgesteld door Kind en Gezin waarmee de pedagogische aanpak van de voorziening wordt geëvalueerd door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;4° Z-KWAPOI : zelfevaluatie-instrument voor de pedagogische aanpak van de voorziening, opgesteld door Kind en Gezin;5° ZiKo : zelfevaluatie-instrument voor het meten van het welbevinden en de betrokkenheid van de kinderen in de opvang, opgesteld door Kind en Gezin;6° flexibel opvangaanbod : opvangaanbod ofwel minstens gedurende 30 minuten voor 7 uur of minstens gedurende 30 minuten na 18 uur, ofwel op weekenddagen, ofwel op dagen boven op een minimumaantal van 220 opvangdagen per jaar;7° gezondheidsindexcijfer : het prijsindexcijfer dat berekend wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen;8° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen.

Art. 2.De zelfstandige onthaalouders, de zelfstandige kinderdagverblijven en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorzieningen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van een attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen, kunnen een financiële ondersteuning ontvangen volgens de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Financiële ondersteuning inclusieve opvang

Art. 3.De zelfstandige onthaalouders, de zelfstandige kinderdagverblijven en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorzieningen kunnen een financiële ondersteuning inclusieve opvang ontvangen om de opvang van een kind met een specifieke zorgbehoefte te ondersteunen.

Art. 4.Voorwaarden om de financiële ondersteuning vermeld in artikel 3 te bekomen, zijn dat er voor deze opvang een aangepaste infrastructuur en een aangepaste aanpak is. Er moet een aanvraag ingediend worden bij Kind en Gezin waarbij deze voorwaarden gemotiveerd worden. De nadere voorwaarden en de procedure om de financiële ondersteuning inclusieve opvang te verkrijgen, worden vastgelegd door de minister. HOOFDSTUK III. - Financiële basisondersteuning Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 5.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening kunnen een jaarlijkse financiële basisondersteuning ontvangen om een goede werking te ondersteunen.

Art. 6.De financiële basisondersteuning bedraagt 543,51 euro per opvangplaats op jaarbasis en is beperkt tot maximaal 28 opvangplaatsen per opvangvoorziening.

Art. 7.De financiële basisondersteuning wordt volledig toegekend als het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening gedurende minimaal 220 dagen per kalenderjaar, 5 uur per dag, kinderen opvangen. De ondersteuning wordt verhoudingsgewijs verlaagd als ze minder dan 220 dagen per kalenderjaar, 5 uur per dag, kinderen opvangen. Afdeling 2. - Voorwaarden

Art. 8.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening stellen het opvangaanbod open voor alle kinderen.

Art. 9.Een persoon die de verantwoordelijkheid draagt voor de begeleiding van de kinderen, beschikt over een kwalificatiebewijs zoals vastgelegd door de minister.

Het kwalificatiebewijs van één persoon kan slechts in aanmerking genomen worden voor één zelfstandig kinderdagverblijf of zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening. Als een persoon verantwoordelijk is voor meer dan één opvangvoorziening, kan per opvangvoorziening het kwalificatiebewijs van een andere medewerker, die belast is met de begeleiding van de kinderen, in aanmerking worden genomen.

Art. 10.Alle verantwoordelijken van de opvangvoorziening hebben kennis van het Nederlands. Die kennis blijkt uit een kwalificatiebewijs of kan worden bewezen via een taalexamen of een taaltest vastgelegd door de minister.

Art. 11.De verantwoordelijken en/of de medewerkers van het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening volgen per kalenderjaar minstens 12 uur vorming die rechtstreeks verband houdt met de opvangactiviteiten en die de opvangkwaliteit bevordert.

De uren vorming worden verhoudingsgewijs verlaagd als de financiële ondersteuning niet toegekend is voor een volledig kalenderjaar.

De vormingsbewijzen worden uiterlijk voor het einde van het kalenderjaar aan Kind en Gezin bezorgd. Bij stopzetting van de opvang worden ze onmiddellijk aan Kind en Gezin bezorgd.

Art. 12.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening beantwoorden aan een kwaliteitsnorm in de dienstverlening door te voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden : 1° ze behalen per KWAPOI-afname gemiddeld minimaal 4;2° ze evalueren zichzelf jaarlijks met het Z-KWAPOI of ZiKo.

Art. 13.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening bezorgen aan Kind en Gezin, binnen de gevraagde termijn, gegevens die noodzakelijk zijn voor de behandeling en uitbetaling van de financiële basisondersteuning. HOOFDSTUK IV. - Financiële ondersteuning flexibele opvang Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 14.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening met een flexibel opvangaanbod kunnen een financiële ondersteuning flexibele opvang ontvangen.

Art. 15.De financiële ondersteuning flexibele opvang bedraagt 106,68 euro per opvangplaats op jaarbasis en is beperkt tot maximaal 28 opvangplaatsen per opvangvoorziening. Afdeling 2. - Voorwaarden

Art. 16.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening beschikken over de financiële basisondersteuning.

Art. 17.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening vangen minimaal gedurende 220 dagen per kalenderjaar, 5 uur per dag, kinderen op en hebben daarnaast een flexibel opvangaanbod van minstens 440 uur per kalenderjaar.

Art. 18.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening bezorgen aan Kind en Gezin, binnen de gevraagde termijn, gegevens die noodzakelijk zijn voor de behandeling en uitbetaling van de financiële ondersteuning flexibele opvang. HOOFDSTUK V. - Aanvraag, toekenning en stopzetting van de financiële basisondersteuning en de financiële ondersteuning flexibele opvang

Art. 19.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening kunnen een aanvraag voor financiële ondersteuning indienen vanaf de uitreiking van het attest van toezicht.

Art. 20.Het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening vragen de financiële ondersteuning aan met het aanvraagformulier, opgesteld door Kind en Gezin, volgens de richtlijnen van Kind en Gezin.

Dit aanvraagformulier bevat de volgende gegevens : 1° de contactgegevens van de voorziening;2° het rekeningnummer waarop de ondersteuning gestort kan worden met vermelding van de rekeninghouder;3° de openingsuren en de openingsdagen van de voorziening;4° de verklaring dat voldaan is aan de gestelde voorwaarden.

Art. 21.Uiterlijk 120 kalenderdagen na de ontvangst van de volledige aanvraag beslist Kind en Gezin over de toekenning van de financiële ondersteuning.

Als er geen beslissing van Kind en Gezin is na deze termijn van 120 kalenderdagen, wordt de financiële ondersteuning geacht toegekend te zijn.

Kind en Gezin brengt het zelfstandig kinderdagverblijf en de zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening schriftelijk op de hoogte van de genomen beslissing, uiterlijk dertig kalenderdagen na de beslissing.

Art. 22.De financiële ondersteuning kan op zijn vroegst ingaan vanaf de startdatum van het attest van toezicht.

De financiële ondersteuning gaat in vanaf de startdatum van het attest van toezicht als de volledige aanvraag binnen zestig kalenderdagen na de betekening van de beslissing tot uitreiking van het attest van toezicht wordt bezorgd aan Kind en Gezin. De datum van de poststempel geldt als bewijs.

De financiële ondersteuning gaat in vanaf de datum van de volledige aanvraag als die aanvraag later dan zestig kalenderdagen na de betekening van de beslissing tot uitreiking van het attest van toezicht wordt bezorgd aan Kind en Gezin.

Art. 23.Op het einde van elk kwartaal verleent Kind en Gezin een voorschot van 90 % van een vierde van het bedrag dat voor een kalenderjaar verschuldigd is. Dit voorschot wordt berekend op basis van de door de opvangvoorziening verstrekte gegevens. Een eindafrekening vindt plaats voor 1 april van het volgende kalenderjaar.

Art. 24.De financiële ondersteuning wordt stopgezet als de opvangactiviteiten worden stopgezet of als niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden van dit besluit. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 25.De bepalingen van artikel 9, tweede lid, zijn niet van toepassing voor de opvangvoorzieningen die een financiële basisondersteuning toegekend kregen op basis van de bepalingen in het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen.

Art. 26.De bedragen van de basisondersteuning en de financiële ondersteuning flexibele opvang worden elk jaar op 1 januari verhoogd met de procentuele stijging van het gezondheidsindexcijfer tussen 1 november van het vorige kalenderjaar en 1 november van het daaraan voorafgaande kalenderjaar, en voor het eerst op 1 januari 2010.

Art. 27.De financiële ondersteuning vermeld in dit besluit kan enkel worden toegekend binnen de perken van de begroting.

Art. 28.Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 maart 2007 houdende de voorwaarden inzake financiële ondersteuning van zelfstandige opvangvoorzieningen wordt opgeheven.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Art. 30.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 februari 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Mevr. V. HEEREN

^