Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 september 2003
gepubliceerd op 01 december 2003

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de rapportering over het personenvervoer over de weg

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003202018
pub.
01/12/2003
prom.
12/09/2003
ELI
eli/besluit/2003/09/12/2003202018/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de rapportering over het personenvervoer over de weg


De VlaamseE Regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij, inzonderheid op artikelen 42 en 44, eerste lid, 3o;

Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, inzonderheid op artikel 14, 21, 24, 40 en 52;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juni 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 18 juli 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° VVM : De Vlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn";2° administratie : de afdeling Personenvervoer en Luchthavens van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Leefmilieu en Infrastructuur, administratie Wegen en Verkeer;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Vervoer;4° decreet : het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen;5° besluit basismobiliteit : het besluit van de Vlaamse regering van 29 november 2002 betreffende de basismobiliteit in het Vlaamse Gewest;6° voertuig van de VVM : elk publiek toegankelijk vaar- of voertuig dat wordt ingezet voor het geregeld vervoer dat door de VVM wordt georganiseerd;7° voertuiggebonden exploitatie : exploitatie met voertuigen die autonoom op de weginfrastructuur rijden zonder specifieke geleiding en die worden ingezet voor het geregeld vervoer dat door de VVM wordt georganiseerd;8° infrastructuurgebonden exploitatie : exploitatie met voertuigen die bij het voortbewegen door specifieke infrastructuur worden geleid en die worden ingezet voor het geregeld vervoer dat door de VVM wordt georganiseerd;9° prioriteitenlijst : lijst waarop de te realiseren projecten of de te bedienen gemeenten gerangschikt staan volgens het criterium dat de prioriteitswaarde van een project of gemeente aangeeft;10° vraagafhankelijk geregeld vervoer : geregeld vervoer binnen een bepaald bedieningsgebied waarbij de theoretisch vastgestelde ritten enkel na boeking effectief worden uitgevoerd;11° lijn van geregeld vervoer : de combinatie voor de bediening van haltes in het geregeld vervoer, aangegeven met een uniek lijnnummer;12° abonnement : het gepersonaliseerde vervoerbewijs voor een onbeperkt aantal reizen gedurende een bepaalde periode;13° vervoersgebied : de verzameling van gemeenten en/of delen van gemeenten, bedoeld in artikel 9 van het decreet. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen Art 2. De administratie rapporteert jaarlijks aan de Vlaamse regering in het jaarboek van het personenvervoer over de weg in Vlaanderen, hierna "het jaarboek" te noemen.

De rapportering heeft betrekking op een volledig kalenderjaar.

Art 3. § 1. De VVM deelt aan de Vlaamse regering periodieke toestandsopgaven mee, alsmede een jaarverslag over haar werkzaamheden.

Ze verstrekt aan de Vlaamse regering alle andere inlichtingen die haar worden gevraagd.

De VVM deelt haar jaarverslag voor 31 mei mee aan de Vlaamse regering. § 2. De VVM maakt, uiterlijk op 30 april, de jaarlijkse uitvoeringsrekening van haar begrotingen, alsmede een jaarbalans met een resultatenrekening op. § 3. De rekeningen van de VVM worden aan de Vlaamse regering ter goedkeuring voorgelegd en voor toezicht aan het Rekenhof gezonden uiterlijk op 31 mei van het jaar dat volgt op het jaar waarop ze betrekking hebben. § 4. De overheden, die de uitvoeringsrekeningen van de begrotingen goedkeuren of afsluiten, doen dat binnen dezelfde termijn ook voor de jaarbalans en voor de resultatenrekening. § 5. Het Rekenhof kan de rekeningen in zijn boek van opmerkingen bekendmaken.

Art 4. De Vlaamse regering bezorgt het jaarboek en het jaarverslag van de VVM voor 30 juni aan het Vlaams Parlement. HOOFDSTUK III. - Jaarboek Afdeling I. - Algemeen

Art. 5.De VVM, de gemeenten en de wegbeheerders leveren alle gegevens voor de rapportering die opgenomen zijn in dit besluit aan de administratie voor 31 maart. De gegevens kunnen ook continu in een databank worden bijgewerkt. De minister bepaalt de nadere regels voor het bijwerken van de gegevens en de lees- en schrijftoegang tot die databank.

Als de gegevens voor de rapportering niet in een databank, als bedoeld in het eerste lid, zijn opgenomen, schrijft de administratie voor 15 januari de gemeenten en de VVM aan om de gegevens te krijgen en geeft ze het formaat aan waarin ze de gegevens wil ontvangen. Gegevens in een formaat dat door de administratie niet kan worden gelezen, worden beschouwd als niet-ontvangen gegevens.

Art. 6.Het jaarboek bestaat minstens uit de volgende delen : 1° het wettelijke kader met betrekking tot het personenvervoer over de weg;2° het geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest, vanuit of naar dit Gewest;3° de bijzondere vormen van geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest, met inbegrip van het vervoer voor eigen rekening;4° de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder in het Vlaamse Gewest.

Art. 7.De gegevens in het jaarboek die betrekking hebben op de VVM, zijn de basisgegevens voor de evaluatie van de verbintenissen van de VVM in de beheersovereenkomst tussen de VVM en de Vlaamse regering die overeenkomstig artikel 25 van het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij werd gesloten.

Art. 8.De administratie publiceert het jaarboek op haar website voor 31 mei.

Elk deel van het jaarboek is in gedrukte versie op eenvoudige aanvraag te verkrijgen bij de administratie. Afdeling II. - Het wettelijke kader met betrekking tot het

personenvervoer over de weg

Art. 9.In het deel van het jaarboek over het wettelijke kader geeft de administratie een opsomming van de decreten, de besluiten van de Vlaamse regering, de ministeriële besluiten en de terzake geldende Europese regelgeving die betrekking hebben op het personenvervoer over de weg, en die in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft van kracht waren. Alle wijzigingen, die in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft, zijn aangebracht, worden in extenso in het jaarboek gepubliceerd. Afdeling III. - Het geregeld vervoer in het Vlaamse Gewest, vanuit of

naar dit Gewest Onderafdeling I. - Inhoud

Art. 10.§ 1. In het deel van het jaarboek over het geregeld vervoer wordt de informatie voor het hele Vlaamse Gewest weergegeven over : 1° de vervoerbewijzen en de tarieven;2° het personeelsaantal;3° de klantentevredenheid;4° de samenstelling van het voertuigenpark;5° de investeringen;6° de samenwerkingsovereenkomsten en de vergunningen voor grensoverschrijdend geregeld vervoer;7° de indeling in vervoersgebieden;8° de potentieelonderzoeken;9° de uitvoering van de begroting;10° de adviesverlening;11° de centrale voor mobiliteitsmanagement. § 2. In het deel van het jaarboek over het geregeld vervoer wordt de informatie per vervoersgebied, samen met een eindtotaal per exploitatie-entiteit en voor het Vlaamse Gewest, weergegeven over : 1° de exploitatieprojecten;2° de aangeboden kilometers en de commerciële snelheid;3° het aantal ritten in vraagafhankelijk geregeld vervoer;4° het aantal dienstregelingsuren in de exploitatie;5° het aantal reizigers en het aantal abonnementen;6° de verkeersongevallen;7° de doorstroming;8° de informatieverlening. Onderafdeling II. - Vervoerbewijzen en tarieven

Art. 11.De VVM geeft een overzicht van de vervoerbewijzen en tarieven zoals vastgesteld door de Vlaamse regering. De VVM geeft de belangrijkste wijzigingen in de vervoerbewijzen en tarieven in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

De VVM geeft een overzicht van de boetes die ze toepast bij overtredingen van de tariefreglementering.

Art. 12.De VVM geeft een overzicht van de verschillende derdebetalersystemen waarmee ze aan welbepaalde categorieën van reizigers een tariefvermindering of gratis vervoer toestaat door het sluiten van een overeenkomst met een overheid of een privé-instantie.

De VVM geeft per derdebetalersysteem het aantal gesloten overeenkomsten, het totaal aantal reizigers en, indien van toepassing, het aantal uitgereikte abonnementen.

De VVM vermeldt alle overheden en het aantal privé-instanties waarmee een overeenkomst is gesloten.

Onderafdeling III. - Personeelsaantal

Art. 13.De VVM geeft haar personeelsaantal volgens functionele inzet.

De VVM raamt het personeelsaantal dat ingezet is door de privé-exploitanten in het geregeld vervoer en geeft aan op welke wijze de raming wordt gemaakt. De VVM beroept zich daarvoor op de contracten met de privé-exploitanten.

Onderafdeling IV. - Klantentevredenheid

Art. 14.De VVM geeft een samenvatting van de resultaten van het algemene klantentevredenheidsonderzoek in het jaar nadat een onderzoek werd gevoerd.

Art. 15.De administratie geeft per gemeente het aantal klachten over het niet-naleven van de normen voor het minimumaanbod, bedoeld in artikel 2 tot en met 7 van het besluit basismobiliteit, en het aantal aanvragen tot vergoedingen die gegrond werden verklaard.

Art. 16.De VVM geeft het totale aantal klantenreacties in de klachtendatabank, onder andere opgesplitst volgens : 1o het geplande aanbod; 2o de stiptheid en de wijze van uitvoering van het geplande aanbod; 3o de prijs en de betalingswijze; 4o de infrastructuur, waaronder de haltes en gebouwen met hun uitrusting; 5o de voertuigen; 6o het veiligheidsgevoel; 7o het personeel en de service; 8o de informatie en de communicatie; 9o de omgevingsfactoren; 10o de toegankelijkheid.

Onderafdeling V. - Samenstelling van het voertuigenpark

Art. 17.§ 1. Dit artikel heeft betrekking op de voertuigen van de VVM die ingezet werden in het geregeld vervoer tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

De VVM beroept zich op de contracten met privé-exploitanten om de gegevens van de voertuigen bij de privé-exploitanten te krijgen. § 2. De VVM geeft per bouwjaar het aantal voertuigen en het voertuigtype.

Als de voertuigen in infrastructuurgebonden exploitatie werden gerenoveerd, wordt ook het jaar van renovatie aangegeven. § 3. De VVM deelt de voertuigtypes in voertuiggebonden exploitatie in categorieën in, met een aparte categorie voor de voertuigen met meer zitplaatsen dan staanplaatsen die ingezet worden voor langeafstandsverbindingen. De VVM deelt de voertuigtypes in infrastructuurgebonden exploitatie in categorieën in.

De VVM geeft per categorie de gemiddelde leeftijd van de permanent ingezette voertuigen.

De VVM geeft de gemiddelde leeftijd voor het totaal van alle permanent ingezette voertuigen in voertuiggebonden exploitatie.

De VVM geeft de gemiddelde leeftijd voor het totaal van alle permanent ingezette voertuigen in infrastructuurgebonden exploitatie. § 4. De VVM geeft het percentage van de voertuigen met lage vloer, uitgezonderd de voertuigen met meer zitplaatsen dan staanplaatsen die ingezet worden voor langeafstandsverbindingen. § 5. De VVM geeft het percentage van de voertuigen in voertuiggebonden exploitatie waarin de haltes visueel worden aangekondigd, uitgezonderd de voertuigen die worden ingezet in het vraagafhankelijke geregeld vervoer.

De VVM geeft het percentage van de voertuigen in infrastructuurgebonden exploitatie waarin een lijnschema de haltes vermeldt en waarin de haltes visueel en auditief worden aangekondigd.

Art. 18.De VVM geeft een overzicht van de wijzigingen in het voertuigenpark in eigen beheer tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft voor elk van de categorieën, bedoeld in artikel 17, § 3, eerste lid. Ze maakt daarbij een onderscheid in : 1° de voertuigen die uit dienst werden genomen;2° de voertuigen die in dienst werden genomen;3° de voertuigen die besteld waren maar nog niet in dienst werden genomen.

Art. 19.De VVM geeft een indicatief programma voor de investeringen in voertuigen in eigen beheer voor het lopende jaar en de daaropvolgende twee jaar.

Onderafdeling VI. - Investeringen

Art. 20.De VVM geeft een overzicht van alle investeringen in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft, onder andere opgesplitst in de volgende beleidsdomeinen : 1° het onderhoud en de uitbreiding van het net voor infrastructuurgebonden exploitatie;2° de doorstroming;3° de veiligheid;4° de onthaalinfrastructuur;5° de exploitatiegebonden investeringen;6° de duurzame milieu-investeringen;7° het historische patrimonium.

Art. 21.De VVM geeft een indicatief programma voor de investeringsprojecten van het lopende jaar en de daaropvolgende twee jaar, inclusief een samenvatting waarin de grootste projecten en de voorziene data van ingebruikname van die projecten zijn opgenomen.

Onderafdeling VII. - Samenwerkingsovereenkomsten en vergunningen voor grensoverschrijdend geregeld vervoer

Art. 22.De VVM geeft een opsomming van de lopende samenwerkingsovereenkomsten tussen de VVM en een andere vervoermaatschappij met betrekking tot de organisatie van het gemeenschappelijke stads- en streekvervoer in, vanuit of naar het Vlaamse Gewest.

Art. 23.De administratie geeft een opsomming van de lopende samenwerkingsovereenkomsten met een vervoermaatschappij of een overheid met betrekking tot de organisatie van het gemeenschappelijke stads- en streekvervoer in, vanuit of naar het Vlaamse Gewest.

Art. 24.De administratie geeft een opsomming van de geldende vergunningen voor het grensoverschrijdende geregeld vervoer, bedoeld in artikel 17, § 1, eerste en tweede lid, van het decreet.

Onderafdeling VIII. - Indeling in vervoersgebieden

Art. 25.De VVM geeft de indeling van de gemeenten van het Vlaamse Gewest in vervoersgebieden cartografisch weer.

Art. 26.De VVM geeft het aantal inwoners per vervoersgebied. Dat aantal is gebaseerd op de bevolkingscijfers op 1 januari van het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Art. 27.De VVM geeft aan welke lijnen aan elk van de vervoersgebieden zijn toegewezen.

Onderafdeling IX. - Potentieelonderzoeken

Art. 28.De VVM geeft een opsomming van de potentieelonderzoeken die volgens de bepalingen van het netmanagement werden uitgevoerd in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft. Daarbij wordt minstens een onderscheid gemaakt in : 1° de onderzoeken per vervoersgebied;2° de onderzoeken voor de specifieke bediening van aantrekkingspolen buiten de woonzones;3° de specifieke potentieelonderzoeken. Onderafdeling X. - Uitvoering van de begroting

Art. 29.De administratie geeft, per basisallocatie, het totaal van de vastgelegde kredieten ten voordele van de VVM in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Onderafdeling XI. - Adviesverlening

Art. 30.De VVM rapporteert over het aantal verleende adviezen ter uitvoering van artikel 7, § 2, 1o en 2o, van het decreet.

Onderafdeling XII. - Centrale voor mobiliteitsmanagement

Art. 31.De VVM geeft de stand van zaken over de uitbouw van de centrale voor mobiliteitsmanagement en het verslag van de werkzaamheden van deze centrale in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Onderafdeling XIII. - Exploitatieprojecten

Art. 32.De VVM geeft een overzicht van de belangrijkste gelegenheden waarvoor ze in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft versterkingsritten heeft ingezet, als bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer.

Art. 33.§ 1. De VVM geeft aan op de prioriteitenlijst basismobiliteit, die werd vastgesteld door de minister in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft, welke projecten basismobiliteit de drie voorafgaande jaren werden gerealiseerd, met vermelding van het jaartal van vastlegging en de startdatum van het project. § 2. De VVM geeft cartografisch de mate aan waarin de basismobiliteit in elke gemeente is gerealiseerd op basis van de prioriteitswaarde die aan elke gemeente is toegekend.

Art. 34.§ 1. De VVM geeft een overzicht van de lopende modules in het kader van het mobiliteitsconvenant die specifiek op het openbaarvervoersaanbod betrekking hebben. § 2. De VVM geeft aan op de prioriteitenlijst netmanagement, die werd vastgesteld door de minister in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft, welke verbindingen of projecten de drie voorafgaande jaren werden gerealiseerd, met vermelding van het jaartal van vastlegging en de startdatum van het project.

Art. 35.De VVM geeft een indicatief programma voor de exploitatieprojecten van het lopende jaar en de daaropvolgende twee jaar.

Art. 36.In afwijking van artikel 10, § 2, wordt de informatie, bedoeld in artikelen 33, 34 en 35, voor het hele Vlaamse Gewest weergegeven.

Onderafdeling XIV. - Aangeboden kilometers en commerciële snelheid

Art. 37.De VVM geeft een overzicht van het aantal aangeboden kilometers door vaste lijndiensten tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft en in de vier voorafgaande jaren, opgesplitst : 1° per lijn van geregeld vervoer, minstens onderverdeeld in : a) de vaste lijndiensten in voertuiggebonden exploitatie, met uitzondering van de langeafstandsverbindingen;b) de vaste lijndiensten in voertuiggebonden exploitatie voor langeafstandsverbindingen;c) de vaste lijndiensten in infrastructuurgebonden exploitatie;2° volgens de uitvoering in eigen beheer of door privé-exploitanten;3° volgens het gebied met een onderverdeling in : a) de grootstedelijke gebieden, inclusief de naburige randstedelijke gebieden;b) de stedelijke gebieden, inclusief de naburige randstedelijke gebieden;c) de kleinstedelijke gebieden;d) de buitengebieden.

Art. 38.De VVM geeft per vaste lijndienst de gemiddelde commerciële snelheid op de dinsdag van een schoolweek, afgeleid uit de dienstregeling en de afstand volgens de reisweg.

Onderafdeling XV. - Aantal ritten in vraagafhankelijk geregeld vervoer

Art. 39.De VVM geeft per gebied van vraagafhankelijk geregeld vervoer het aantal theoretisch vastgestelde en het aantal effectief uitgevoerde ritten tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft en in de vier voorafgaande jaren. De VVM vermeldt of de exploitatie in eigen beheer of door privé-exploitanten wordt uitgevoerd.

Onderafdeling XVI. - Aantal dienstregelingsuren in de exploitatie

Art. 40.De VVM geeft een overzicht van het totaal aantal dienstregelingsuren dat in het geregeld vervoer werd uitgevoerd in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft en in de vier voorafgaande jaren.

Onderafdeling XVII. - Aantal reizigers en aantal abonnementen

Art. 41.§ 1. De VVM geeft het totaal aantal reizigers en het aantal reizigers opgesplitst per vervoerbewijs, bedoeld in artikel 11 van dit besluit, in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft en in de vier voorafgaande jaren. § 2. Op basis van de vervoerbewijzen, bedoeld in artikel 11 van dit besluit, die een registratie van het aantal reizigers per tariefzone mogelijk maken, geeft de VVM het totaal aantal reizigers volgens het aantal doorlopen tariefzones. § 3. De VVM geeft per gemeente het aantal abonnementen die in omloop waren in december van het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

De VVM geeft die informatie ook cartografisch weer.

Onderafdeling XVIII. - Verkeersongevallen

Art. 42.De VVM geeft een overzicht van het aantal verkeersongevallen met doden, zwaargewonden en lichtgewonden, waarbij voertuigen van de VVM betrokken waren in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Onderafdeling XIX. - Doorstroming

Art. 43.De VVM geeft het aantal opgemeten doorstromingsknelpunten op gewestwegen en andere wegen in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Art. 44.§ 1. De wegbeheerder van de gewestwegen geeft op de prioriteitenlijst doorstroming aan welke projecten de voorbije drie jaar werden gerealiseerd, met vermelding van het jaartal van realisatie, het wegnummer, de gemeente en de genomen doorstromingsmaatregelen ten voordele van het geregeld vervoer. Hij bezorgt dat overzicht ook aan de VVM voor 31 januari. § 2. De wegbeheerder van de gewestwegen geeft het aantal gerealiseerde kilometer vrije busbaan, ingedeeld volgens type, op gewestwegen tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft. § 3. De wegbeheerder van de gewestwegen geeft het aantal kruispunten met verkeerslichten op gewestwegen, uitgerust met een verkeerslichtenbeïnvloeding ten voordele van het geregeld vervoer. De wegbeheerder geeft het percentage van dat aantal ten opzichte van het totale aantal kruispunten met verkeerslichten op gewestwegen.

De wegbeheerder van de gewestwegen geeft het aantal kruispunten met verkeerslichten waarvan de verkeerslichtenbeïnvloeding tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft, werd bijgestuurd ten voordele van het geregeld vervoer.

Art. 45.De wegbeheerder van de gewestwegen geeft een indicatief programma voor de investeringsprojecten in doorstroming van het lopende jaar en de daaropvolgende twee jaar.

Art. 46.De beheerders van provincie- en gemeentewegen geven een overzicht van de investeringsprojecten in doorstroming en de genomen doorstromingsmaatregelen ten voordele van het geregeld vervoer op de wegen onder hun beheer tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Onderafdeling XX. - Informatieverlening

Art. 47.De VVM geeft een overzicht van de netplannen en de dienstregelingboekjes, als omschreven in artikel 12 van het besluit basismobiliteit, die ze heeft gepubliceerd in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft.

Art. 48.De VVM geeft de lijst van de hoofdhaltes, bedoeld in artikel 16 van het besluit basismobiliteit.

Art. 49.De VVM geeft een algemene stand van zaken over de uitbouw van informatievoorzieningen aan de haltes en hoofdhaltes zoals bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 13 december 2002 betreffende het netmanagement. Afdeling IV. - De bijzondere vormen van geregeld vervoer in het

Vlaamse Gewest, met inbegrip van het vervoer voor eigen rekening Onderafdeling I. - Algemeen

Art. 50.De administratie geeft het aantal gesloten overeenkomsten, het aantal uitgereikte vergunningen en het aantal uitgereikte attesten in het jaar waarop de rapportering betrekking heeft. Er wordt minstens een onderverdeling gemaakt in : 1° vervoer van werknemers van en naar het werk;2° vervoer van scholieren en studenten van en naar hun onderwijsinstellingen;3° vervoer van militairen tussen hun woonplaats en hun plaats van legering;4° vervoer van mindervaliden;5° vervoer van andere categorieën van reizigers. De administratie geeft het aantal overeenkomsten en vergunningen waarbij de VVM als vervoerder optreedt.

Onderafdeling II. - De niet-gesubsidieerde bijzondere vormen van geregeld vervoer waarbij de VVM optreedt als vervoerder

Art. 51.De VVM geeft het aantal diensten en het aantal afgelegde kilometers tijdens het jaar waarop de rapportering betrekking heeft voor de niet-gesubsidieerde bijzondere vormen van geregeld vervoer.

Onderafdeling III. - Het gesubsidieerde leerlingenvervoer, georganiseerd door de VVM

Art. 52.De VVM geeft voor het gesubsidieerde leerlingenvervoer, dat overeenkomstig artikel 3, vijfde lid, van het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij, wordt georganiseerd door de VVM, een overzicht van het jaar waarop de rapportering betrekking heeft met informatie over : 1° het aantal scholen;2° het aantal contracten met exploitanten;3° het gemiddelde aantal ritten per schooldag en het totaal aantal ritten per jaar;4° het aantal afgelegde kilometers;5° het aantal uren bediening;6° het aantal vervoerde leerlingen;7° het aantal en het bouwjaar van de ingezette voertuigen, met vermelding van het aantal voertuigen die beschikken over een lift. Voor elk element van de rapportering, bedoeld in het eerste lid, maakt de VVM een onderscheid tussen het buitengewoon onderwijs en het gewoon onderwijs. Afdeling V. - De taxidiensten en de diensten voor het verhuren van

voertuigen met bestuurder in het Vlaamse Gewest

Art. 53.De administratie geeft een overzicht per gemeente van de gegevens over de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder op basis van de statistieken die door de gemeenten worden verstrekt. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 54.Artikel 34, § 2, van dit besluit, is van toepassing vanaf de rapportering over het jaar 2007.

Art. 55.De rapportering over de vier voorafgaande jaren, bedoeld in artikelen 37, 39, 40 en 41, § 1, van dit besluit, is pas van toepassing vanaf de rapportering over het jaar 2007. Bij de rapportering over het jaar 2006 wordt gerapporteerd over de drie voorafgaande jaren. Bij de rapportering over het jaar 2005 wordt gerapporteerd over de twee voorafgaande jaren. Bij de rapportering over het jaar 2004 wordt gerapporteerd over het voorafgaande jaar.

Art. 56.Artikel 14 van het decreet treedt in werking.

Art. 57.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 september 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^