gepubliceerd op 23 november 2007
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs
12 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van een aantal aangelegenheden voor de Centra voor Basiseducatie ter uitvoering van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikelen 33, 191 en 192;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juli 2007;
Gelet op advies nr. 43.480/1/V van de Raad van State, gegeven op 10 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de Centra voor Basiseducatie, vermeld in artikel 58 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° centrum : een Centrum voor Basiseducatie als vermeld in artikel 58 van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;2° cursist : deelnemer aan het volwassenenonderwijs die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en die ingeschreven is;3° decreet : het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs;4° lesplaats : alle gebouwde of ongebouwde onroerende goederen die gevestigd zijn op eenzelfde kadastraal perceel of aaneensluitende percelen en die volledig of gedeeltelijk door personeelsleden van een centrum gebruikt worden voor onderwijsactiviteiten met uitzondering van stages en buitenschoolse activiteiten;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs;6° NT2 : Nederlands tweede taal;7° vestigingsplaats : alle lesplaatsen van een centrum gelegen op het grondgebied van dezelfde gemeente of van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. HOOFDSTUK II. - De toelating van voltijds leerplichtige leerlingen uit het secundair onderwijs tot de opleidingen van het leergebied NT2
Art. 3.§ 1. Een leerling uit het secundair onderwijs kan toegelaten worden tot de opleidingen van het leergebied NT2 op voorwaarde dat : 1° de leerling op vrijwillige basis deelneemt aan een opleiding NT2 van het leergebied NT2;2° de leerling de opleiding van het leergebied NT2 volgt buiten de lesuren van de school voor secundair onderwijs;3° de leerling over een attest beschikt, afgeleverd door de school voor secundair onderwijs, waarin ten minste volgende elementen zijn opgenomen;a) een omschrijving van de taalachterstand van de leerling in functie van de opleiding die de leerling in het secundair onderwijs volgt;b) de contactgegevens van de persoon, die door de school voor secundair onderwijs wordt aangeduid voor de opvolging van de modules of de opleiding NT2, waarvoor de leerling in het organiserende centrum is ingeschreven. Dit attest wordt bij inschrijving toegevoegd aan het cursistendossier van de leerling, zoals opgemaakt door het organiserende centrum. 4° het organiserende centrum de persoon, vermeld in § 1, 3°, b) van de school voor secundair onderwijs ten minste contacteert : a) bij de aanvang en bij de afronding van de modules of de opleiding NT2, waarvoor de leerling is ingeschreven;b) bij de vroegtijdige stopzetting van de modules of de opleiding NT2;c) bij stagnatie van de leervorderingen van de leerling in de modules of de opleiding NT2. § 2. Voor de uitvoering van § 1, 3° en 4° maakt het organiserende centrum afspraken met de school voor secundair onderwijs van de leerling. HOOFDSTUK III. - Procedure voor erkenning en subsidiëring van Centra voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009
Art. 4.§ 1. Met toepassing van artikel 191 en 192 van het decreet moet een instelling die als Centrum voor Basiseducatie erkend of gesubsidieerd wil worden voor het schooljaar 2008-2009 uiterlijk op 1 maart 2008 met een aangetekende brief een aanvraagdossier indienen bij de bevoegde administratie.
Uit het aanvraagdossier moet blijken dat de aanvrager vanaf 1 september 2008 voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 82, 1°, 4°, 5°, 6° en 7°, van het decreet. § 2. Het aanvraagdossier moet de volgende elementen bevatten : 1° een verklaring die stelt dat vanaf 1 september 2008 aan de voorwaarden, vermeld in artikel 56 en 58 van het decreet, wordt voldaan.De bewijsstukken, ter staving van die verklaring, liggen op elk moment ter inzage van de bevoegde administratie en de inspectie aanwezig in de instelling; 2° een exemplaar van de door de algemene vergadering goedgekeurde en aan het Belgisch Staatblad ter publicatie aangeboden of nog aan te bieden statuten;3° een opgave van de samenstelling van de algemene vergadering van de vereniging zonder winstoogmerk of de vereniging zonder winstoogmerk in oprichting;4° een opgave van de samenstelling van de personeelsformatie van de vereniging zonder winstoogmerk of van de vereniging zonder winstoogmerk in oprichting op datum van 31 december 2007;5° een overzicht van de ligging van de vestigingsplaatsen en de lesplaatsen van de aanvrager binnen het werkingsgebied op datum van 31 december 2007;6° een overzicht van de wervingsactiviteiten en de onderwijsactiviteiten, die bij de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in artikel 62 van het decreet, door de aanvrager werden gerealiseerd binnen het werkingsgebied tijdens de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007;7° een overzicht van de door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming gesubsidieerde prestaties basiseducatie tijdens de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007. Het aanvraagdossier moet bij de indiening ter kennisgeving voorgelegd zijn aan de algemene vergadering van de vereniging zonder winstoogmerk of van de vereniging zonder winstoogmerk in oprichting, en moet rechtsgeldig ondertekend zijn.
Art. 5.De bevoegde administratie legt het aanvraagdossier, vermeld in artikel 4, uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangst ervan ter advies voor aan de inspectie.
De inspectie formuleert binnen 25 werkdagen een advies over de ontvangen aanvraagdossiers.
Art. 6.§ 1. Met toepassing van artikel 192, § 1 en § 2, van het decreet kent de Vlaamse Regering aan alle instellingen, die op basis van het aanvraagdossier, vermeld in artikel 4, een gunstig advies van de inspectie verkregen hebben, de erkenning of subsidiëring als Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009 toe. § 2. Als de Vlaamse Regering de erkenning of subsidiëring als Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009 na een ongunstig advies van de inspectie niet toekent, heeft de aanvrager het recht binnen vijftien kalenderdagen na de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in § 1, tweede lid, met een aangetekende brief beroep tegen die beslissing aan te tekenen bij de minister.
De Vlaamse Regering neemt binnen 45 kalenderdagen na de aantekening van het beroep, na advies van de minister, een definitieve beslissing over de toekenning van de erkenning of subsidiëring als Centrum voor Basiseducatie voor het schooljaar 2008-2009.
De aanvrager heeft het recht binnen de vermelde periode van 45 kalenderdagen door de minister of door een door de minister aangewezen persoon gehoord te worden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
De artikelen 4 tot en met 6 houden op van kracht te zijn op 1 september 2009.
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 oktober 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE