gepubliceerd op 09 maart 2018
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
12 JANUARI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het
decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
07/05/2004
pub.
11/06/2004
numac
2004035909
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 14, gewijzigd bij de decreten van 20 maart 2009 en 21 juni 2013;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 14/01/2016 numac 2015036620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel sluiten tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 oktober 2017;
Gelet op advies 62.528/1 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten;2° budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning: het budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning, vermeld in artikel 3, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;3° cumulverbod: het verbod om rechtstreekse of onrechtstreekse tegemoetkomingen te verlenen voor de persoon met een handicap, vermeld in artikel 14, eerste lid, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten;4° decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten: het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;5° schadeloosstelling: het totaal van de vergoedingen die een persoon met een handicap krachtens andere wetten, decreten, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, 1°, van het decreet van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2016 pub. 06/09/2016 numac 2016036210 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, ordonnanties of reglementaire bepalingen, of krachtens gemeen recht, voor dezelfde schade en op grond van dezelfde handicap heeft gekregen;6° verschilregel: de regel, vermeld in artikel 14, tweede lid, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten.
Art. 2.De toekenning of uitbetaling van tegemoetkomingen, vermeld in artikel 14, derde lid, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten, is, op straffe van terugvordering van ten onrechte genoten tegemoetkomingen, afhankelijk van de voorwaarde dat de persoon met een handicap het agentschap al de volgende elementen meedeelt: 1° dat de schade waarvoor de tegemoetkoming gevraagd wordt, gedekt kan worden door of krachtens andere wettelijke, decretale, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, 1°, van het decreet van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2016 pub. 06/09/2016 numac 2016036210 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming sluiten houdende de Vlaamse sociale bescherming, ordonnantiële of reglementaire bepalingen, of krachtens gemeen recht;2° alle gegevens of omstandigheden waardoor kan worden uitgemaakt of de schadeloosstelling geheel of gedeeltelijk kan worden verkregen krachtens de regelingen, vermeld in punt 1°, met inbegrip van de gerechtelijke informatie of handelingen waarvan de persoon met een handicap in verband met de schade het voorwerp zou zijn;3° de ingestelde vordering of andere procedure om de schadeloosstelling te verkrijgen krachtens de regelingen, vermeld in punt 1° ;4° de schadeloosstellingen die hij heeft, op grond van de handicap die de aanleiding vormt voor zijn verzoek om tegemoetkoming, krachtens de regelingen, vermeld in punt 1° ;5° het bewijs dat hij zijn aanspraak op de schadeloosstelling, die hij krachtens de regelingen, vermeld in punt 1°, heeft, heeft, doen gelden. De persoon met een handicap is verplicht, op straffe van terugvordering van ten onrechte genoten tegemoetkomingen, om alle onderzoeken, inzonderheid alle geneeskundige, administratieve, fiscale en gerechtelijke onderzoeken, toe te staan als die noodzakelijk zijn voor de vaststelling of het behoud van zijn rechten in de andere wettelijke, decretale, ordonnantiële of reglementaire bepalingen, of krachtens het gemeen recht.
Art. 3.Het cumulverbod wordt toegepast op het deel van de schadeloosstelling voor materiële of immateriële hulp- en dienstverlening die vergelijkbaar is met de materiële of immateriële hulp- en dienstverlening waarvoor het agentschap rechtstreekse of onrechtstreekse tegemoetkomingen kan verlenen.
Voor de toepassing van de verschilregel voor immateriële hulp- en dienstverlening wordt geen rekening gehouden met de besteding van de schadeloosstelling.
Art. 4.Als niet vastgesteld kan worden op welk deel van de schadeloosstelling het cumulverbod moet worden toegepast, wordt 5% van de totale schadeloosstelling in aanmerking genomen voor de toepassing van het cumulverbod voor materiële hulp- en dienstverlening, en wordt 25% van de totale schadeloosstelling in aanmerking genomen voor de toepassing van het cumulverbod voor immateriële hulp- en dienstverlening. HOOFDSTUK 2. - Materiële hulp- en dienstverlening
Art. 5.De persoon met een handicap toont de besteding van de schadeloosstelling voor materiële hulp- en dienstverlening waarop het cumulverbod van toepassing is aan door bewijsstukken van uitgaven voor materiële hulp- en dienstverlening aan het agentschap te bezorgen.
De verschilregel voor materiële hulp- en dienstverlening wordt toegepast op voorwaarde dat de persoon met een handicap aantoont dat de schadeloosstelling waarop het cumulverbod van toepassing is, niet langer volstaat om de noodzakelijke materiële hulp- en dienstverlening in te kopen. HOOFDSTUK 3. - Immateriële hulp- en dienstverlening Afdeling 1. - Toepassing voor eenmalige schadeloosstellingen
Art. 6.De eenmalige schadeloosstelling voor immateriële hulp- en dienstverlening wordt, voor de toepassing van het cumulverbod voor immateriële hulp- en dienstverlening, omgezet in jaarbedragen.
De omzetting van de eenmalige schadeloosstelling voor immateriële hulp- en dienstverlening in jaarbedragen wordt berekend door de eenmalige schadeloosstelling te delen door de coëfficiënt die overeenstemt met de leeftijd en het geslacht op het moment waarop de schadeloosstelling verkregen is.
De tabel met de leeftijd, het geslacht en de bijbehorende coëfficiënt is opgenomen in de bijlage, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 7.De verschilregel voor immateriële hulp- en dienstverlening wordt jaarlijks toegepast door het jaarbedrag, bepaald conform artikel 6, verminderd met 20%, in mindering te brengen van de rechtstreekse of onrechtstreekse jaarlijkse tegemoetkoming van het agentschap.
Als de tegemoetkoming van het agentschap een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning is, wordt de verschilregel voor immateriële hulp- en dienstverlening jaarlijks toegepast door het jaarbedrag, bepaald conform artikel 6, verminderd met 20%, in mindering te brengen van het budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning. Afdeling 2. - Toepassing voor schadeloosstellingen in de vorm van een
periodieke vergoeding
Art. 8.De verschilregel voor immateriële hulp- en dienstverlening wordt jaarlijks toegepast door de periodieke vergoeding voor een jaar, verminderd met 20%, in mindering te brengen van de rechtstreekse of onrechtstreekse jaarlijkse tegemoetkoming van het agentschap.
Als de tegemoetkoming van het agentschap een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning is, wordt de verschilregel voor immateriële hulp- en dienstverlening jaarlijks toegepast door de periodieke vergoeding voor een jaar, verminderd met 20%, in mindering te brengen van het budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 9.Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 14/01/2016 numac 2015036620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel sluiten tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016, wordt opgeheven.
Art. 10.Voor de eenmalige schadeloosstellingen voor immateriële hulp- en dienstverlening, verkregen voor 1 januari 2018, blijft het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 14/01/2016 numac 2015036620 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel sluiten tot vaststelling van de regels voor het bepalen van een bedrag voor bewijsbare uitgaven en een bedrag voor niet-bewijsbare uitgaven in het kader van de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel, zoals van kracht op 31 december 2017, van toepassing voor de periode tot en met 31 december 2017.
Op het saldo van de eenmalige schadeloosstelling, dat wordt verkregen met toepassing van het eerste lid, is voor de periode vanaf 1 januari 2018 hoofdstuk 3, afdeling 1, van dit besluit, van toepassing.
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 januari 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN
Bijlage. Tabel met de leeftijd, het geslacht en de bijbehorende coëfficiënt als vermeld in artikel 6, derde lid
man
vrouw
leeftijd
coëfficiënt
leeftijd
coëfficiënt
0
41,44
0
41,74
1
41,26
1
41,56
2
41,07
2
41,38
3
40,87
3
41,20
4
40,67
4
41,01
5
40,46
5
40,81
6
40,25
6
40,61
7
40,03
7
40,41
8
39,81
8
40,20
9
39,58
9
39,99
10
39,34
10
39,77
11
39,10
11
39,55
12
38,86
12
39,32
13
38,60
13
39,09
14
38,35
14
38,85
15
38,08
15
38,61
16
37,82
16
38,36
17
37,54
17
38,11
18
37,26
18
37,85
19
36,98
19
37,58
20
36,69
20
37,32
21
36,40
21
37,04
22
36,10
22
36,76
23
35,79
23
36,47
24
35,47
24
36,18
25
35,15
25
35,88
26
34,82
26
35,57
27
34,49
27
35,26
28
34,14
28
34,94
29
33,79
29
34,61
30
33,43
30
34,28
31
33,06
31
33,94
32
32,68
32
33,59
33
32,30
33
33,23
34
31,91
34
32,87
35
31,50
35
32,50
36
31,09
36
32,12
37
30,67
37
31,74
38
30,25
38
31,35
39
29,81
39
30,95
40
29,36
40
30,54
41
28,91
41
30,12
42
28,45
42
29,70
43
27,98
43
29,27
44
27,50
44
28,83
45
27,01
45
28,39
46
26,52
46
27,93
47
26,01
47
27,47
48
25,50
48
27,01
49
24,98
49
26,53
50
24,46
50
26,05
51
23,93
51
25,57
52
23,40
52
25,08
53
22,86
53
24,58
54
22,32
54
24,07
55
21,77
55
23,56
56
21,22
56
23,04
57
20,67
57
22,51
58
20,10
58
21,98
59
19,54
59
21,43
60
18,98
60
20,89
61
18,41
61
20,33
62
17,82
62
19,76
63
17,25
63
19,19
64
16,66
64
18,61
65
16,07
65
18,02
66
15,47
66
17,43
67
14,88
67
16,83
68
14,28
68
16,22
69
13,69
69
15,60
70
13,08
70
14,99
71
12,49
71
14,36
72
11,89
72
13,74
73
11,29
73
13,11
74
10,71
74
12,48
75
10,13
75
11,84
76
9,56
76
11,22
77
9,00
77
10,59
78
8,45
78
9,98
79
7,92
79
9,38
80
7,41
80
8,79
81
6,91
81
8,22
82
6,44
82
7,67
83
5,99
83
7,14
84
5,56
84
6,63
85
5,15
85
6,14
86
4,79
86
5,69
87
4,43
87
5,27
88
4,10
88
4,87
89
3,79
89
4,50
90
3,50
90
4,15
91
3,24
91
3,84
92
3,00
92
3,55
93
2,78
93
3,27
94
2,58
94
3,03
95
2,41
95
2,81
96
2,23
96
2,59
97
2,07
97
2,40
98
1,92
98
2,21
99
1,79
99
2,05
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2018 houdende de toepassing van het cumulverbod en de verschilregel voor het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Brussel, 12 januari 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN