Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 12 januari 2001
gepubliceerd op 22 maart 2001

Besluit van de Vlaamse regering betreffende het tijdelijk project voor de informatisering van de centra voor leerlingenbegeleiding

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035278
pub.
22/03/2001
prom.
12/01/2001
ELI
eli/besluit/2001/01/12/2001035278/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JANUARI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het tijdelijk project voor de informatisering van de centra voor leerlingenbegeleiding


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenhegeleiding, inzonderheid op de artikelen 82 tot 84;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 14 december 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het uitwerken en implementeren van het informatiseringsproject onmiddellijk moet kunnen starten teneinde de centra toe te laten om vanaf het schooljaar 2001-2002 op een uniforme wijze te registreren en om dit te kunnen realiseren de centra, rekening houdend met de voorwaarden gesteld in het ontwerpbesluit, met ingang van 1 januari 2001 dringend de nodige software moeten laten ontwikkelen en de benodigde hardware aankopen, zodat ze uiterlijk op l september 2001 voldoende zijn uitgerust om effectief te starten met de registratie van hun activiteiten;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 december 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoordinecrde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° centra : de centra voor lecrlingenbegeleiding bedoeld in het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding;2° centrumnet : de centrumnetten zoals bedoeld in artikel 2, 6°, van hetzelfde decreet;3° informatiseringstoelagen : de informatiseringstoelagen bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 2000 betreffende informatiseringstoelagen voor de centra voor leerlingenbegeleiding.

Art. 2.Er wordt een tijdelijk project voor de informatisering van de centra voor leerlingenbegeleiding opgestart dat beoogt door middel van informatiseringstoelagen de geïntegreerde multidisciplinaire werking van de centra te ondersteunen. Dit tijdelijk project eindigt uiterlijk op 31 december 2003.

Art. 3.Alle centra, die gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap, kunnen deelnemen aan het tijdelijk project, indien zij uiterlijk op 1 maart 2001 aan het departement Onderwijs, schriftelijk meedelen dat zij aanspraak wensen te maken op de informatiseringstoelage.

De deelnemende centra dienen uiterlijk op 1 april 2001 bij de commissie bedoeld in artikel 5, § 1 een informaticaplan in waaruit blijkt hoe zij, met inachtname van artikel 6, de doelstelling bedoeld in artikel 2 zullen realiseren. Deze commissie brengt hierover uiterlijk op 15 mei 2001 een advies uit aan de minister bevoegd voor het Onderwijs, die de informaticaplannen goedkeurt.

Art. 4.De drie centrumnetten stellen gezamenlijk minimumstandaarden op waaraan de hard- en software van alle centra die deelnemen aan het tijdelijk project dient te voldoen om een maximale eenvormigheid inzake registratie en uitwisselbaarheid van gegevens m.b.t. leerlingenbegeleiding te kunnen realiseren.

Deze minimumstandaarden worden uiterlijk op 1 april 2001 voorgelegd aan de commissie bedoeld in artikel 5, § 1. Deze commissie brengt hierover uiterlijk op 15 mei 2001 een advies uit aan de minister bevoegd voor het Onderwijs, die de minimumatandaarden goedkeurt. De commissie houdt in haar advies rekening met : - de coherentie van de minimumstandaarden; - de flexibiliteit van de minimumstandaarden in functie van toekomstgerichte ontwikkelingen; - de realiseerbaarbeid op korte, middellange en lange termijn.

Art. 5.§ 1. De informaticaplannen bedoeld in artikel 3 en de minimumstandaarden bedoeld in artikel 4, worden voor advies voorgelegd aan een commissie die als volgt is samengesteld : 1° twee vertegenwoordigers van het departement Onderwijs;2° twee vertegenwoordigers van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;3° twee vertegenwoordigers van de CLB-inspectie;4° twee vertegenwoordigers van elk centrumnet. Deze commissie brengt advies uit over : 1° de realiseerbaarheid van de ingediende informaticaplannen;2° de mate waarin geïnformatiseerde gegevens over de centra heen uitwisselbaar zijn;3° de afstemming van de geïnformatiseerde gegevens inzake overdracht naar derden en naar het departement Onderwijs;4° de coherentie, eenvormigheid en flexibiliteit van de minimumstandaarden. § 2. Als de commissie negatief adviseert over een informaticaplan, dient het betrokken centrum dit plan binnen de twintig kalenderdagen volgend op het negatief advies, te herwerken en opnieuw voor advies voor te leggen. Na een tweede negatief advies worden de uitbetaalde bedragen van de eerste schijf van de informatiseringstoelage onmiddellijk teruggevorderd en vervalt de uitbetaling van de tweede en derde schijf van de informatiseringstoelage definitief. Zolang het eerste advies niet positief is, worden de tweede en derde schijf van de informatiseringstoelage niet uitbetaald.

Art. 6.§ 1. De informatiseringstoelagen moeten in eerste instantie worden aangewend voor de aankoop van een geïntegreerd pakket met het oog op de ondersteuning van een geautomatiseerd registratiesysteem voor leerlingenbegeleiding. Voor dit geintegreerd pakket wordt door centra van al de centrumnetten een gezamenlijke offerte uitgeschreven conform de bepalingen van artikel 4. Ieder centrum draagt naar rato van zijn lineair omkaderingsgewicht bij tot de aankoop van dit geïntegreerd pakket. § 2. De informatiseringstoelagen kunnen bijkomend worden aangewend voor : 1° de aankoop of huur van de volgende hardwareproducten : a) computers;b) netwerkinfrastructuur;c) contract voor dienstverlening naverkoop;d) printers;e) scanners;f) modems;g) ISDN-kaart;2° de aankoop of huur van de volgende soitwareproducten a) systeemsoftware;b) telecomsoftware;c) bureauticapakketten : basissoftwarepakketten voor tekstverwerking, rekenbladen, databanken, presentatiepakketten. § 3. De informatiseringstoelagen kunnen eveneens worden gebruikt ter vergoeding van tijdens het schooljaar 1999-2000 door de PMS- en MST-centra gemaakte kosten indien deze aantoonbaar werden ingezet voor de ondersteuning van de centra en binnen de doelstellingen van dit project.

Art. 7.Het tijdelijk project wordt administratief en financieel beheerd door het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 8.De centra rapporteren uiterlijk op 31 december 2003 over de aanwending van de informatiseringstoelagen aan het departement Onderwijs.

Tussentijdse evaluatierapporten worden bezorgd : - uiterlijk op 30 september 2001; - uiterlijk op 30 september 2002.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor Gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 12 januari 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, Mevr. M. VANDERPOORTEN

^