gepubliceerd op 02 maart 2004
Besluit van de Vlaamse regering betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs
12 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 29 mei 1959, tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij het decreet bij het decreet van 25 juni 1992, inzonderheid artikel 35;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op het artikel 20;
Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, inzonderheid artikel 192;
Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie, Dienst voor Onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 4,§ 1;
Gelet op het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, inzonderheid op de artikelen 24, 138 en 139;
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 betreffende het onderwijs-VIII, inzonderheid op de artikelen 24 en 26;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 3 juli 2002;
Gelet op het protocol nr. 500 van 27 juni 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 269 van 27 juni 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de vergadering van het overkoepelend onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op het advies 35.767/1/V van de afdeling wetgeving van de Raad van State, gegeven op 21 augustus 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het gewoon en buitengewoon lager onderwijs en op het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : -buitengewoon onderwijs type 2 : onderwijs dat aangepast is aan de opvoedings- en onderwijsbehoeften van kinderen en jongeren met een matige of ernstige verstandelijke handicap; - permanente integratie : de leerling volgt ten minste vanaf de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar tot het einde van dat schooljaar de lessen en activiteiten in het gewoon onderwijs; - volledige integratie : de leerling volgt alle lessen en activiteiten in het gewoon onderwijs. HOOFDSTUK II. - Toekenning van de middelen
Art. 3.§ 1. Vanaf het schooljaar 2002-2003 wordt, in toepassing van artikel 11 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en van artikel 20 van het decreet van 15 juli 1997 betreffende het onderwijs VIII en rekening houdend met het bepaalde in § 2, de integratie ondersteund van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap die op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar regelmatig ingeschreven zijn in het gewoon lager onderwijs of in het gewoon secundair onderwijs. § 2. Binnen de beschikbare begrotingskredieten kunnen per schooljaar maximaal 50 leerlingen ondersteund worden.
De leerlingen die in de periode van 1 september 1999 tot 31 augustus 2002 deelnamen aan het project inclusie voor kinderen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs of die zich in dezelfde periode hebben aangemeld komen prioritair in aanmerking voor het schooljaar 2002-2003.
In voorkomend geval worden jaarlijks de resterende plaatsen toebedeeld aan leerlingen van het lager onderwijs, te beginnen met deze die in het eerste leerjaar zijn ingeschreven en volgens datum van aanvraag.
Art. 4.De ondersteuning neemt de vorm aan van : 1° 5,5 aanvullende lestijden of lesuren onderwijzend personeel per leerling;2° een forfaitaire integratietoelage van 250 euro op jaarbasis per leerling.
Art. 5.§ 1. De aanvullende lestijden of lesuren en de forfaitaire integratietoelage worden toegekend aan de school voor buitengewoon lager onderwijs of aan de school voor buitengewoon secundair onderwijs die buitengewoon onderwijs van type 2 organiseert en die een leerling met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon onderwijs ondersteunt.
De leerling telt in de school voor buitengewoon onderwijs niet mee voor de gewone personeelsomkadering en de werkingsmiddelen. § 2. De leerling telt in de school voor gewoon onderwijs voor de berekening van de personeelsomkadering, de werkingsmiddelen en alle andere voorzieningen zoals alle andere regelmatige leerlingen van de school.
Art. 6.De aanvullende lestijden of lesuren kunnen niet gecumuleerd worden met aanvullende lestijden of lesuren of aanvullende uren die reeds aan de leerling in het kader van het geïntegreerd onderwijs werden toegekend.
Art. 7.Om in aanmerking te komen voor de ondersteuning zoals bepaald in artikel 4 moet, rekening houdend met artikel 3 § 2., aan de volgende voorwaarden voldaan zijn : 1° de leerling moet voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden die bij of krachtens decreet voor het betreffende onderwijsniveau zijn bepaald;2° de leerling moet permanent en volledig geïntegreerd zijn in het gewoon lager of in het gewoon secundair onderwijs;3° de leerling moet beschikken over een attest geïntegreerd onderwijs waaruit blijkt dat type 2 aangewezen is;4° uiterlijk op de eerste schooldag van oktober van het lopende schooljaar is een integratieplan opgemaakt conform de bepalingen van artikel 16 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en de artikelen 21, 3° en 23 van het decreet van 15 juli 1997 betreffende het onderwijs VIII;5° uiterlijk op de eerste schooldag van oktober werd per leerling een aangifteformulier, zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit, en het attest geïntegreerd onderwijs ingediend bij het departement. HOOFDSTUK III. - Aanwending van de middelen
Art. 8.De aanvullende lestijden of lesuren worden aangewend om vanuit de school voor buitengewoon onderwijs pedagogische en didactische ondersteuning te verlenen aan de klasleerkracht, het team en aan de leerling met het oog op de maximale integratie van de leerling binnen de reguliere klassituatie en zijn deelname aan de lessen en activiteiten.
Art. 9.Het personeelslid dat de ondersteuning verstrekt houdt in een persoonlijk agenda bij op welke data de ondersteuning plaatsvindt, de plaats, duur en aard van de ondersteuning.
Art. 10.De forfaitaire integratietoelage is bedoeld als financiële tegemoetkoming in de extra verplaatsingskosten die de ondersteunende leerkracht in het kader van zijn opdracht van de school voor buitengewoon onderwijs naar de school voor gewoon onderwijs maakt. HOOFDSTUK IV. - Toezicht en sancties
Art. 11.De onderwijsinspectie houdt via de schooldoorlichting en/of via gerichte controles toezicht op de aanwending van de aanvullende lestijden of lesuren.
Art. 12.De door het departement vastgestelde misbruiken bij de telling van de regelmatige leerlingen of bij het aanwenden van de aanvullende lestijden of lesuren worden bij aangetekende brief meegedeeld aan het betrokken schoolbestuur of inrichtende macht. De mededeling verwijst naar de toepassing van de sancties die, naargelang het geval, kunnen worden opgelegd overeenkomstig artikel 178 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 of overeenkomstig artikel 35 van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, gewijzigd bij het decreet van 25 juni 1992, artikel 192 van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, respectievelijk artikel 57 van de wetten van 17 juli 1991 op de rijkscomptabiliteit.
Art. 13.Binnen een termijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de betekening van de in artikel 12 bedoelde mededeling, kan het schoolbestuur of de inrichtende macht bij aangetekend schrijven en bij wijze van georganiseerd beroep een verweerschrift indienen bij de minister. De herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie schorten de termijn van 30 kalenderdagen op.
De minister neemt een beslissing over de eventuele sanctie. De beslissing wordt bij aangetekend schrijven aan het schoolbestuur of inrichtende macht meegedeeld binnen een vervaltermijn van 30 kalenderdagen, die ingaat op de dag na die van de betekening van de in artikel 12 bedoelde mededeling.
Art. 14.De in artikel 12 bedoelde sanctie, onder de vorm van een terugvordering van of inhouding op het werkingsbudget van maximaal 10 %, kan er niet toe leiden dat het aandeel in de werkingsmiddelen dat bestemd is voor personeelsaangelegenheden in absolute cijfers kleiner wordt dan wanneer de maatregel niet zou getroffen zijn. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002.
Art. 16.De Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 december 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN
DEPARTEMENT ONDERWIJS AANGIFTEFORMULIER GEINTEGREERD ONDERWIJS TYPE 2 SCHOOLJAAR 20.. - 20..
De gemeenschapsschool - officieel gesubsidieerde school - vrij gesubsidieerde school voor buitengewoon basisonderwijs met type 2 - buitengewoon secundair onderwijs met OV1 en/of OV2 en type 2 (schrappen wat niet past) Adres : . . . . .
Telefoon : . . . . .
Schoolnummer : . . . . . fungeert als dienstverlenende school voor : 1. Identificatie van de leerling (attest geïntegreerd onderwijs wordt bijgevoegd) : Naam van de leerling : Geboortedatum : Leerjaar : 2.Identificatie van de school voor gewoon onderwijs : Naam van de school : Adres : Schoolnummer : 3. Handtekening van de directeur van de school voor buitengewoon onderwijs : datum : handtekening : Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager en secundair onderwijs Brussel, 12 december 2003. De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN