gepubliceerd op 25 februari 2004
Besluit van de Vlaamse regering houdende bepaling van de opleiding tot onthaalverantwoordelijke in een zonnecentrum
10 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende bepaling van de opleiding tot onthaalverantwoordelijke in een zonnecentrum
De Vlaamse regering, Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden betreffende de exploitatie van zonnecentra, inzonderheid op artikel 5;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 april 2003;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 25 april 2003, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies 35.543/1 van de Raad van State, gegeven op 19 juni 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming en de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In uitvoering van artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden betreffende de exploitatie van zonnecentra, worden binnen de Vlaamse Gemeenschap aangeduid als « opleiding tot verantwoordelijke voor het onthaal van de consumenten in een al dan niet geautomatiseerd zonnecentrum » : 1) de gecertificeerde bijscholing « Uitbater van een zonnecentrum » zoals georganiseerd overeenkomstig het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, door een centrum vermeld in voornoemd decreet;2) de opleiding « Uitbater van een zonnecentrum » zoals georganiseerd in het kader van contractonderwijs door een door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd centrum voor volwassenenonderwijs, bedoeld in het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs;3) de opleiding « Uitbater van een zonnecentrum » zoals georganiseerd, in het kader van de postacademische of de posthogeschoolvorming of van de wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening bedoeld in het overeenkomstige decreet van 22 februari 1995, door een universiteit of een hogeschool in de Vlaamse Gemeenschap. Deze opleiding wordt bekrachtigd door een getuigschrift « Uitbater van een zonnecentrum » en het programma ervan, onder vorm van een geheel van te realiseren leerdoelen met inbegrip van methodologische wenken voor de lesgevers/docenten, gaat in bijlage aan dit besluit.
Art. 2.Worden vrijgesteld van het volgen van de in artikel 1 bedoelde opleiding doch kunnen eveneens als onthaalverantwoordelijke in een zonnecentrum optreden : - de houders van een diploma van secundair onderwijs, uitgereikt in de studierichting schoonheidsverzorging van het technisch secundair onderwijs door een door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde school, of een ander studiebewijs dat ermee is gelijkgesteld; - de houders van een diploma TSO 3 schoonheidsverzorging, uitgereikt door een door de Vlaamse Gemeenschap erkend, gefinancierd of gesubsidieerd centrum voor volwassenenonderwijs, of een ander studiebewijs dat ermee is gelijkgesteld; - de artsen, de huisartsen, de licentiaten in de kinesitherapie, de licentiaten in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, de licentiaten in de motorische revalidatie en kinesitherapie, en gelijkgestelden.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad .
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de middenstandsopleiding, zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 oktober 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS
Bijlage Leerdoelen van de opleiding tot onthaalverantwoordelijke in een zonnecentrum Minimale doelstellingen : de leerlingen, studenten en cursisten : 1) kennen (als basisvorming) : - de UV-stralen in de ruimste context, natuurlijk en kunstmatig; - het medisch UV; - het infrarood in de ruime context in zonnecentra; - het medisch infrarood; - de gevolgen van UV op de huid en het lichaam; - de beschrijving van de verschillende mechanismen van beschadiging van UV-stralen op de huidcellen : DNA, eiwitten, lipiden en koolhydraten; - de bescherming en het natuurlijk herstel van de cellen en weefsels na UV-bestraling; - de fotoactinische veroudering van de huid na langdurige blootstelling aan UV-stralen; - ozon en het effect van de zonnestraling door het ontbreken ervan; - de verschillende huidtypen; - de verschillende fototypen; - de diverse apparatuur; - de verschillende lampen; - de verschillende noodzakelijke beschermingsmiddelen; - de werking van zonnecosmetica; - de beschrijving van het werkingsmechanisme van UV-filters en UV-blokkers; - de beschrijving van de eventuele neveneffecten van het langdurig gebruik van UV-filters; - de onderzoeksmethodes in verband met de evaluatie van de efficiëntie van de zonnefilters. 2) kunnen : - de toegelaten UV-straling berekenen volgens de gangbare normen; - een behandelingsplan voor een zonnebankkuur opstellen; - de zonnebanken naar het profiel van klant - fototype (de gevoeligheid voor UV-fotonen) afstellen; - de zonnebank correct reinigen en kiemvrij maken. 3) beheersen (= toepassen) : - de specifieke wetgeving; - de aspecten van verantwoordelijkheid als uitbater; - de principes van CE-normering.
Uitbreidingsdoelstellingen (facultatief) : de leerlingen, studenten en cursisten : 1) kennen : - de elementen van de kostprijs (handelsonderneming, ambacht); - concreet het onderscheid tussen vaste en variabele kosten; - de aspecten van technisch onderhoud. 2) kunnen : - een eenvoudig financieel plan opstellen; - de basisprincipes van het financieel plan inzien; - een eenvoudige kostprijsberekening uitvoeren; - de winstmarge berekenen; - klantgericht communiceren; - de klantenadministratie beheren; - voor het dagelijks onderhoud van de apparatuur instaan.
Methodologische wenken voor de lesgevers/docenten : Het is zeer belangrijk dat lesgevers/docenten aan leerlingen, studenten en cursisten op een positieve manier de boodschap kunnen overbrengen wat de mogelijke gevaren van overdadige UV-blootstelling juist betekenen. Deze gevaren betreffen zowel de bescherming van de consument als het louter technische luik.
Wat de bescherming van de consument betreft, dient niet zozeer de nadruk gelegd te worden op de diepgaande kennis van de fysiologie en de anatomie van de huid. Wel moet aan de leerlingen, studenten en cursisten duidelijk gemaakt worden dat : - een bepaalde categorie van mensen met een bleek of roodharig huidtype (fototype I) helemaal niet geschikt is voor UV-blootstelling; - bij mensen met talrijke en/of eigenaardig uitziende pigmentnaevi (geboortevlekjes) het UV tegenaangewezen is; - bepaalde medicamenten (zowel uitwendig als inwendig), cosmetica,... de invloed van het UV versterken en dat er uitgebreide allergische reacties kunnen optreden; - bij iedereen een afdoende oogprotectie moet gebruikt worden; - de jaarlijkse dosis UV dient beperkt te worden (de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België stelt dat bij iedereen de jaarlijkse dosis UV moet beperkt worden tot maximum 20 MED per jaar); - bij iedereen een versnelde huidveroudering zal optreden; - de overgrote meerderheid van de huidkankers door UV in de hand wordt gewerkt.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 houdende bepaling van de opleiding tot onthaalverantwoordelijke in een zonnecentrum.
Brussel, 10 oktober 2003.
De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS