10 JULI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van steun aan de lokale radio-omroeporganisaties en de netwerkradio-omroeporganisaties

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 19 juni 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/06/2020 pub. 29/06/2020 numac 2020031056 bron vlaamse overheid Decreet tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie sluiten tot het nemen van dringende maatregelen met betrekking tot de noodfondsen voor cultuur, jeugd, sport, media en de lokale besturen, en met betrekking tot de armoedebestrijding naar aanleiding van de COVID-19-pandemie, artikel 6, § 3.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 6 juli 2020. - De Sectorraad Media van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media heeft advies gegeven op 26 juni 2020. - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. De dringende noodzakelijkheid laat niet toe om te wachten op het advies van de Raad van State binnen een verkorte termijn van vijf dagen. Veel actoren in de mediasector waren verplicht een groot aantal activiteiten stop te zetten door de beslissingen van de Nationale Veiligheidsraad. Ze hebben te kampen met grote minderinkomsten of hebben in bepaalde gevallen helemaal geen advertentieontvangsten. Door de creatie van het noodfonds voor de mediasector wil de Vlaamse Regering die actoren de noodzakelijke zuurstof geven. De financiële situatie van veel begunstigden uit het noodfonds is zo ernstig dat de steun heel snel aangevraagd moet kunnen worden.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: - Veel actoren in de mediasector worden geconfronteerd met problemen wegens de federale maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad genomen heeft om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, en de economische impact daarvan. De lokale radio-omroeporganisaties en de netwerkradio-omroeporganisaties zijn geconfronteerd met grote minderinkomsten of hebben in bepaalde gevallen helemaal geen advertentieontvangsten. Daardoor is financiële steun noodzakelijk. - De Vlaamse Regering heeft op 2 juni 2020 definitief beslist over het bedrag van de noodfondsen om de COVID-19-pandemie op te vangen.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Brussel, Jeugd en Media.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° administratie: het Departement Cultuur, Jeugd en Media;2° lokale radio-omroeporganisatie: een lokale radio-omroeporganisatie die ter uitvoering van artikel 144 tot en met 146 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie erkend is door de Vlaamse Regering in de persoon van de Vlaamse minister, bevoegd voor de media, en een zendvergunning verkregen heeft van de Vlaamse Regulator voor de Media;3° netwerkradio-omroeporganisatie: een netwerkradio-omroeporganisatie die ter uitvoering van artikel 143/1 tot en met 143/3 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie erkend is door de Vlaamse Regering in de persoon van de Vlaamse minister, bevoegd voor de media, en een zendvergunning verkregen heeft van de Vlaamse Regulator voor de Media.

Art. 2.Dit besluit valt onder toepassing van verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

Art. 3.Elke lokale radio-omroeporganisatie en netwerkradio-omroeporganisatie kan eenmalig een aanvraag voor ondersteuning uit het noodfonds indienen.

Art. 4.Een forfaitaire subsidie van 1250 euro wordt toegekend aan een lokale radio-omroeporganisatie en een forfaitaire subsidie van 6250 euro aan een netwerkradio-omroeporganisatie waarvan de aanvraag ontvankelijk is conform artikel 7.

Art. 5.De administratie stelt een webtoepassing ter beschikking om informatie uit te wisselen met aanvragers of ontvangers van een subsidie. De webtoepassing bevat instructies voor het gebruik ervan en bepaalt welke gegevens moeten worden ingevuld en welke bijlagen moeten worden opgeladen. De webtoepassing biedt ten minste de volgende waarborgen: 1° het tijdstip van verzending, opvraging of aflevering van informatie wordt geregistreerd en is raadpleegbaar voor de aanvrager of ontvanger van een subsidie;2° een authenticatie en autorisatie voor gebruik van de webtoepassing zorgen ervoor dat alleen personen die daartoe gemachtigd zijn door een aanvrager of ontvanger van een subsidie, de webtoepassing kunnen gebruiken;3° bij de elektronische ondertekening van informatie wordt een gekwalificeerde elektronische handtekening gebruikt. Het gebruik van de webtoepassing is verplicht. De administratie is voor haar werkzaamheden met betrekking tot individuele dossiers alleen verplicht informatie in aanmerking te nemen die is ingevuld of opgeladen in het verplichte deel van de webtoepassing. De administratie communiceert uitsluitend via de webtoepassing met individuele aanvragers of ontvangers van een subsidie over alle aspecten van een dossier: de inhoud, de genomen procedurele stappen, de verwachte acties en elke genomen beslissing.

De administratie stelt een gestandaardiseerd aanvraagdocument ter beschikking. Het document bestaat uit: 1° de identificatie van de aanvrager;2° de identificatie van de persoon die de webtoepassing gebruikt als vertegenwoordiger van de aanvrager;3° een verklaring op erewoord dat ze tijdens de maanden maart, april, mei en juni 2020 voldaan hebben aan hun opdracht, vermeld in artikel 143/1 en artikel 144 van het decreet van 27 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2009 pub. 30/04/2009 numac 2009035356 bron vlaamse overheid Decreet betreffende radio-omroep en televisie sluiten betreffende radio-omroep en televisie;4° een verklaring van de aanvrager dat hij voldoet aan de voorwaarden uit de verordening, vermeld in artikel 2.

Art. 6.Een lokale of netwerkradio-omroeporganisatie dient het aanvraagdocument, vermeld in artikel 5, derde lid, in via de webtoepassing, vermeld in artikel 5, eerste en tweede lid.

Een lokale of netwerkradio-omroeporganisatie vult alle verplichte onderdelen van de webtoepassing in. Alleen dan is een aanvraag volledig.

Een lokale of netwerkradio-omroeporganisatie kan uiterlijk op 31 augustus 2020 een aanvraag indienen.

De Vlaamse minister, bevoegd voor de media, kan om gemotiveerde redenen afwijken van de uiterste indieningsdatum en een algemene termijnverlenging toestaan.

Art. 7.Een aanvraag is ontvankelijk als: 1° de aanvrager een lokale radio-omroeporganisatie of een netwerkradio-omroeporganisatie is;2° de aanvraag ingediend is via de webtoepassing, vermeld in artikel 5, eerste en tweede lid;3° de aanvraag tijdig is ingediend conform artikel 6;4° de aanvraag volledig is conform artikel 6.

Art. 8.De administratie onderzoekt de naleving van de voorwaarden die zijn opgelegd bij dit besluit en beslist of de subsidie toegekend wordt. De lokale of netwerkradio-omroeporganisatie ontvangt een kennisgeving van de beslissing.

De subsidie wordt alleen uitbetaald op een Belgisch rekeningnummer op naam van de begunstigde lokale of netwerkradio-omroeporganisatie.

De aanvrager hoeft de aanwending van de subsidie niet te verantwoorden.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de media, kan bijkomende modaliteiten en preciseringen bepalen met betrekking tot de uitbetaling van de subsidie aan de begunstigde lokale of netwerkradio-omroeporganisaties, vermeld in artikel 8.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 10 juli 2020.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de media, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juli 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Brussel, Jeugd en Media, B. DALLE