Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 juli 2008
gepubliceerd op 27 oktober 2008

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp, wat betreft de vergoeding voor interventie, begeleiding en opvang binnen het hulpprogramma van de netwerken crisisjeugdhulpverlening

bron
vlaamse overheid
numac
2008203755
pub.
27/10/2008
prom.
10/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/10/2008203755/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JULI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp, wat betreft de vergoeding voor interventie, begeleiding en opvang binnen het hulpprogramma van de netwerken crisisjeugdhulpverlening


De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op 4 april 1990, inzonderheid op artikel 36, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 1997;

Gelet op het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg, inzonderheid op artikelen 24 en 26, gewijzigd bij het decreet van 25 november 2005;

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006, op artikel 12 en op artikel 13, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, inzonderheid op artikelen 8 en 17;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de integrale jeugdhulp, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006;

Gelet op het advies van de Adviesraad Integrale Jeugdhulp, gegeven op 28 mei 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de financiën en de begroting, gegeven op 9 juli 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de vergoedingen die aan voorzieningen van de netwerken crisisjeugdhulpverlening kunnen worden toegekend voor interventie, begeleiding en opvang binnen het hulpprogramma crisis, zijn vastgelegd in het convenant Integrale Jeugdhulp tussen de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, de secretaris-generaal van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, de secretaris-generaal van het Departement Onderwijs en Vorming, de waarnemend administrateur-generaal van Kind en Gezin, de administrateur-generaal van het agentschap Jongerenwelzijn, de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en de administrateur-generaal van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid; dat, gelet op de actuele acute nood aan crisishulpverlening voor jongeren en de gezinnen waartoe ze behoren, onverwijld de nodige maatregelen moeten worden genomen om die extra financiële middelen toe te kennen zodat daardoor de crisisjeugdhulpverlening door die voorzieningen wordt gestimuleerd en de hulpprogramma's crisis binnen integrale jeugdhulp verder worden geïmplementeerd;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 9 december 2005 betreffende de modulering en de netwerken rechtstreeks toegankelijke jeugdhulpverlening en crisisjeugdhulpverlening in het raam van de integrale jeugdhulp wordt een artikel 16bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 16bis.Met behoud van de toepassing van de sectorale subsidieregels die op hen van toepassing zijn en binnen de beschikbare sectorale budgetten, wordt aan de jeugdhulpvoorzieningen van de netwerken crisisjeugdhulpverlening binnen het hulpprogramma, vermeld in artikel 16, tweede lid, 1°, een vergoeding toegekend van : 1° 50 euro voor een ambulante of mobiele crisisinterventie;2° 100 euro voor een ambulante of mobiele crisisbegeleiding;3° 100 euro voor een crisisopvang. De vergoeding wordt toegekend onder de volgende voorwaarden : 1° de crisisinterventie, -begeleiding of -opvang wordt gepresteerd na een melding via het centraal permanent crisismeldpunt en is volledig opgenomen in het registratiesysteem, vermeld in artikel 16, derde lid;2° de crisisinterventie, -begeleiding of -opvang beantwoordt aan de kwaliteitsvoorwaarden, opgenomen in het decreet betreffende de integrale jeugdhulp en het decreet betreffende de rechtspositie van de minderjarige in de integrale jeugdhulp;3° voor de crisisinterventie, -begeleiding of -opvang wordt aan de cliënt geen bijdrage gevraagd. De vergoeding geldt voor de totaliteit van de crisisinterventie, -begeleiding of -opvang door een jeugdhulpvoorziening als gevolg van eenzelfde melding. Als eenzelfde melding aanleiding geeft tot een combinatie van crisisinterventie, -begeleiding en/of -opvang door dezelfde jeugdhulpvoorziening, worden de overeenstemmende vergoedingen gecumuleerd.

De vergoeding wordt niet toegekend voor de crisisinterventie, -begeleiding of -opvang gepresteerd in het kader van het project Crisishulp aan Huis, dat erkend en gesubsidieerd wordt door het Agentschap Jongerenwelzijn. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 juli 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS Voor de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, afwezig, De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

^