gepubliceerd op 14 januari 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid
10 DECEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037065 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid sluiten betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid, artikelen 6, § 2, 22, eerste lid, en 24, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037065 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid sluiten betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 oktober 2010;
Gelet op advies 48.862/3 van de Raad van State, gegeven op 16 november 2010, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 18, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/12/2006 pub. 29/12/2006 numac 2006037065 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid sluiten betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid worden de woorden "vermeld in artikel 31, § 6" vervangen door de woorden "vermeld in artikel 31".
Art. 2.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt punt 4° opgeheven.
Art. 3.Artikel 30 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 30.Overeenkomstig het decreet en dit besluit bepaalt de minister jaarlijks, binnen de beschikbare begrotingskredieten, de totale subsidie-enveloppe voor de erkende onthaalbureaus. Artikel 24, tweede lid, van het decreet wordt toegepast op die subsidie-enveloppe.
Overeenkomstig artikel 31 en conform artikel 24 van het decreet kent de minister op basis van de totale subsidie-enveloppe, vermeld in het eerste lid, jaarlijks aan de erkende onthaalbureaus een subsidie-enveloppe toe voor personeelskosten, werkingskosten, kosten voor randvoorwaarden waaraan voldaan moet zijn om een primair inburgeringstraject te volgen, en infrastructuurkosten voor de realisatie van een behoeftedekkend aanbod. De minister bepaalt nader wat onder werkingskosten, kosten voor de randvoorwaarden en infrastructuurkosten wordt verstaan.
Vooraleer de minister bij MB bepaalt wat onder de werkingskosten, kosten voor de randvoorwaarden en infrastructuur wordt verstaan of wanneer de minister deze bij MB wijzigt, wordt dit MB per mededeling voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
De aankoop van gronden en de aankoop, het bouwen en verbouwen van gebouwen moeten vooraf voor goedkeuring aan het agentschap voorgelegd worden. De minister bepaalt de nadere voorwaarden daarvan.
Het onthaalbureau kan geen subsidies ontvangen op basis van een andere wet, van een ander decreet of besluit of van een andere overheid, die een dubbele subsidiëring van dezelfde kosten tot gevolg hebben. ".
Art. 4.Artikel 31 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 31.§ 1. De jaarlijkse subsidie-enveloppe voor elk onthaalbureau, vermeld in artikel 20, 1° tot en met 7°, wordt samengesteld uit verschillende deelsubsidies : een deelsubsidie voor de uitvoering van de kernprocessen, een deelsubsidie voor een aantal staffuncties en een deelsubsidie voor het dekken van de overheadkosten. § 2. De subsidie-enveloppe wordt berekend op basis van de outputcijfers van het onthaalbureau.
De outputcijfers zijn kwantificeerbare gegevens over de prestaties van de onthaalbureaus die worden geregistreerd in de Kruispuntbank Inburgering, vermeld in artikel 1, § 1, 6°. Het agentschap verzamelt die outputcijfers via rechtstreekse toegang tot de Kruispuntbank Inburgering.
Voor de berekening van de subsidie-enveloppe voor het werkjaar n, worden de outputcijfers tijdens de referentieperiode, die loopt van 1 september van het jaar n-3 tot en met 31 augustus van het jaar n-1, gedeeld door 2. Het werkjaar valt altijd samen met het kalenderjaar. § 3. Als de som van de subsidies voor de onthaalbureaus, vermeld in paragraaf 1, meer bedraagt dan 85 % van de totale subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 30, eerste lid, wordt de subsidie voor elk onthaalbureau vermenigvuldigd met een breuk met als teller 85 % van de totale subsidie-enveloppe, vermeld in artikel 30, eerste lid, en als noemer de som van de subsidies voor de onthaalbureaus, vermeld in paragraaf 1. § 4. De minister kan, jaarlijks en binnen de beschikbare begrotingskredieten, voor elk onthaalbureau apart een groeifactor bepalen. Vooraleer de minister een groeifactor bepaalt, wordt dit per mededeling voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
De groeifactor wordt bepaald als een percentage waarmee de outputcijfers, vermeld in artikel 31, § 2 worden vermenigvuldigd.
Een groeifactor kan bepaald worden als verwacht wordt dat de outputcijfers voor het subsidiejaar n hoger zullen liggen dan de outputcijfers berekend volgens artikel 31, § 2. ".
Art. 5.Artikel 32 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 32.Als een onthaalbureau de subsidies voor een bepaald werkjaar niet volledig aanwendt, bouwt het daarmee reserves op. Het onthaalbureau wendt die reserves aan om uitgaven te financieren die bijdragen tot de realisatie van zijn taken, nadat de voor het jaar n toegekende subsidies opgebruikt zijn.
De opgebouwde reserves kunnen maximaal 20 % van de toegekende subsidie-enveloppe bedragen van het jaar n.
De maximumgrens van 20 % wordt via een geleidelijke afbouw van de reserves bereikt : 1° op 31 december 2011 maximaal 40 % van toegekende subsidie-enveloppe;2° op 31 december 2012 maximaal 35 % van toegekende subsidie-enveloppe;3° op 31 december 2013 maximaal 30 % van toegekende subsidie-enveloppe;4° op 31 december 2014 maximaal 25 % van toegekende subsidie-enveloppe;5° op 31 december 2015 maximaal 20 % van toegekende subsidie-enveloppe. Van de reserves die op het ogenblik waarop het boekjaar wordt afgesloten, meer bedragen dan de maximaal toegestane reserve, wordt het bedrag dat de maximaal toegestane reserve overschrijdt, teruggevorderd door de Vlaamse overheid."
Art. 6.Artikel 33 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 2010, wordt vervangen door wat volgt : "
Art. 33.De conform artikel 31 berekende subsidies worden uitbetaald in twee voorschotten en een saldo : een eerste voorschot van 60 %, een tweede voorschot van 30 % en een saldo van 10 % . Het eerste voorschot wordt bij de aanvang van het werkjaar uitbetaald. Het tweede voorschot wordt voor 1 juli van het werkjaar uitbetaald.
Het saldo van de subsidie wordt uitbetaald voor 1 september van het daaropvolgende werkjaar, na de controle en goedkeuring van het financiële verslag, vermeld in artikel 34, § 3. Bij de berekening van het saldo wordt rekening gehouden met de niet-gerealiseerde groei vermeld in artikel 31, § 4, met de maximale reserveopbouw, vermeld in artikel 32, en met de uitgekeerde voorschotten.
Het saldo kan ook negatief zijn. In dat geval wordt een deel van de subsidie teruggevorderd door de Vlaamse overheid."
Art. 7.In artikel 34, § 3, van hetzelfde besluit wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : "Bij het financiële verslag voegen de onthaalbureaus een gedetailleerd overzicht van de personeelsinzet tijdens het werkjaar aan de hand van een door het agentschap uitgewerkt model."
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 december 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand, G. BOURGEOIS