gepubliceerd op 18 februari 2011
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken
10 DECEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 oktober 2010;
Gelet op het advies 48.873/1 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten wordt het woord « gehandicapten » vervangen door de woorden « personen met een handicap ».
Art. 2.In artikel 1 en artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juni 1994 en 24 juli 1996, wordt telkens het woord « gehandicapten » vervangen door de woorden « personen met een handicap ».
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 2/1.De dagcentra kunnen de methodiek begeleid werken aanbieden onder de voorwaarden, vermeld in bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd. ».
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt de bijlage vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 5.Aan hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 6.In het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008, wordt een artikel 3ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 3ter.§ 1. Het dagcentrum kan met behoud van de toepassing van artikel 3bis, § 1, de erkende plaatsen invullen met plaatsen aanwezigheid in het dagcentrum of met begeleidingen volgens de methodiek begeleid werken.
De erkende plaatsen van de voorziening moeten ingevuld worden met minstens het aantal personen met een handicap dat equivalent is aan het erkenningsgetal van de voorziening. § 2. Per geregistreerde begeleiding in het kader van begeleid werken wordt 2,74 onderhoudsdag voor subsidiëring in aanmerking genomen. Die 2,74 onderhoudsdag houdt een subsidiëring in voor 1,65 aanwezigheidsdag en 1,09 gewettigde afwezigheidsdag. De dagprijs van de afwezigheidsdag wordt verminderd met de bedragen voor voeding, beddengoed en was, vermeld in artikel 2.
Voor subsidiëring worden ten hoogste gemiddeld 42 begeleidingen per persoon met een handicap in aanmerking genomen. § 3. De personeelssubsidies, die met toepassing van artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/07/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001036234 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering houdende de heroverweging van de budgettaire middelen door de organisatie van de ambulante begeleiding door bepaalde voorzieningen inzake sociale integratie van personen met een handicap en houdende de aanpassing van de werkingskosten van de semi-internaten voor schoolgaanden sluiten houdende de heroverweging van de budgettaire middelen door de organisatie van de ambulante begeleiding door bepaalde voorzieningen inzake sociale integratie van personen met een handicap en houdende de aanpassing van de werkingskosten van de semi-internaten voor schoolgaanden bij het tekenen van het convenant toegekend werden, blijven behouden. § 4. De deeltijdse opvang die met begeleid werken gerealiseerd wordt, komt alleen maar in aanmerking voor de toepassing van artikel 3bis, § 2, als per omgezette plaats begeleiding geboden wordt aan bijkomend opgenomen personen met een handicap. § 5. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bepaalt de wijze van registratie van de begeleidingen. »
Art. 7.De convenanten met betrekking tot begeleid werken die gesloten zijn tussen het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of zijn rechtsvoorganger en de dagcentra nemen een einde op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 december 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende personen met een handicap Bijlage 1 Architectonische, organisatorische en functionele normen als vermeld in artikel 2. 1. Algemene voorwaarden 1.1. Architectonische normen De architectonische normen vermeld onder hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten, zijn toepasselijk; zij worden aangevuld door een punt 4, dat als volgt luidt : 4. C, 5° wordt vervangen door : "werkplaatsen voor bezigheid en ergotherapie". 1.2. Organisatorische en functionele normen : Het dagcentrum is open van acht tot achttien uur.
De personen met een handicap moeten ten minste zes tot acht uur per dag aanwezig zijn volgens de belangrijkheid van hun handicap.
De duur van het door de inrichting georganiseerde vervoer mag één uur, zowel heen als terug, niet overschrijden.
De inrichting verschaft aan de persoon met een handicap één volledige en twee lichte maaltijden per dag en voorziet in een medische, psychologische en sociale bijstand.
De vijfdaagse werkweek mag worden toegepast, maar de inrichting is heel het jaar open.
Het dagcentrum moet over een voldoende aantal verzorgingspersoneel en ergotherapeuten beschikken. 2. Bijzondere voorwaarden De bijzondere voorwaarden voorzien in hoofdstuk III van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten, zijn toepasselijk op de dagcentra voor meerderjarige gehandicapten, volgens de aard van hun handicap. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken.
Brussel, 10 december 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN
Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende personen met een handicap Bijlage 2 Voorwaarden begeleid werken als vermeld in artikel 2/1 1. De dagcentra kunnen de methodiek begeleid werken aanbieden aan de personen met een handicap die beschikken over een positieve beslissing voor dagcentrum, zorgveld Z 75, van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of zijn rechtsvoorganger, en die andere dagbestedingsbehoeften hebben dan het collectieve aanbod binnen het dagcentrum. Onder begeleid werken wordt begrepen : het op een individuele en trajectmatige manier begeleiden van personen met een handicap naar een onbezoldigde arbeidsmatige activiteit buiten de eigen voorziening. 2. Een begeleiding binnen de functie begeleid werken bestaat in alle rechtstreekse contacten die een begeleider onderneemt met de persoon met een handicap of met een relevante derde partij en die minstens een duur heeft van een half uur en maximaal twee uur. Vanaf een duur van een uur tellen de begeleidingen als een registreerbare begeleiding. Daartoe mogen twee afzonderlijke begeleidingen van een half uur samengeteld worden. 3. Het begeleid werken wordt georganiseerd door middel van overeenkomsten gesloten tussen het dagcentrum, de werkpost en de persoon met een handicap. De overeenkomsten maken deel uit van het protocol van verblijf, opvang, behandeling of begeleiding van de gebruiker. 4. Het dagcentrum draagt er zorg voor dat er een verzekering afgesloten wordt die de persoon met een handicap in begeleid werken verzekert in zake : 1° lichamelijk ongevallen, inclusief de verplaatsingen naar en van de werkpost;2° de burgerlijke aansprakelijkheid. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet-werkende gehandicapten en van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken.
Brussel, 10 december 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN