gepubliceerd op 11 juli 2017
Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband
9 JUNI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake breedband
De Vlaamse Regering, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.3.1, eerste lid, 4° ;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 december 2016;
Gelet op de inspraakperiode, gehouden van 21 februari 2017 tot en met 23 maart 2017 met toepassing van artikel 8, lid 4, van de richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid;
Gelet op het advies van SARO, gegeven op 25 januari 2017;
Gelet op de overlegvergadering van 2 februari 2017 met behoorlijk gemandateerde vertegenwoordigers van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten;
Gelet op het feit dat de Vereniging van de Vlaamse Provincies zich heeft verontschuldigd voor de overlegvergadering van 2 februari 2017, en geen opmerkingen heeft geformuleerd;
Gelet op advies 61.449/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat tijdens de inspraakperiode geen bezwaren of opmerkingen werden ontvangen;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid.
Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° belangrijke renovatiewerken: de bouwwerkzaamheden of civieltechnische werken op de locatie van de eindgebruiker die de gehele fysieke binnenhuisinfrastructuur of een aanzienlijk deel daarvan structureel wijzigen, en waarvoor een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een meldingsakte is vereist;2° fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke infrastructuur of installaties op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip van elementen die gemeenschappelijk eigendom zijn, die bestemd is om vaste of draadloze toegangsnetwerken onder te brengen, voor zover die netwerken elektronische communicatiediensten kunnen leveren en door middel waarvan het toegangspunt van het gebouw kan worden aangesloten op het aansluitpunt van het netwerk;3° toegangspunt: een in of buiten het gebouw gelegen fysiek punt dat toegankelijk is voor ondernemingen die openbare communicatienetwerken aanbieden of waaraan een vergunning is verleend om openbare communicatienetwerken aan te bieden, en waar het netwerk kan worden aangesloten op de voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur;4° voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur: fysieke binnenhuisinfrastructuur die bestemd is om elementen van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid onder te brengen of het leveren van die netwerken mogelijk te maken.
Art. 3.Alle gebouwen op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip van elementen daarvan in gezamenlijke eigendom, waarvoor aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen of omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen worden ingediend dan wel meldingen worden verricht, worden uitgerust met een voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur tot de netwerkaansluitpunten.
De verplichting, vermeld in het eerste lid, geldt ook in geval van belangrijke renovatiewerken waarvoor vergunningsaanvragen worden ingediend of meldingen worden verricht.
Alle meergezinswoningen waarvoor aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen of omgevingsvergunningen voor stedenbouwkundige handelingen worden ingediend dan wel meldingen worden verricht, worden in of buiten het gebouw uitgerust met een toegangspunt.
De verplichting, vermeld in het derde lid, geldt ook in geval van belangrijke renovatiewerken voor meergezinswoningen waarvoor vergunningsaanvragen worden ingediend of meldingen worden verricht.
Art. 4.De volgende gebouwen worden vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in artikel 3: 1° bijgebouwen;2° gebouwen met een militaire functie;3° niet-verplaatsbare toeristische verblijven. De volgende gebouwen worden vrijgesteld van de verplichtingen, vermeld in artikel 3, voor zover de gebouwen niet toegankelijk zijn voor het publiek: 1° gebouwen met de functie gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen;2° gebouwen met de functie industrie en bedrijvigheid in de ruime zin of met de functie land- en tuinbouw in de ruime zin, met uitzondering van de bedrijfswoning;3° beschermde monumenten, met uitzondering van beschermde gebouwen met de functie wonen.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 juni 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE