9 JANUARI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 april 1995 betreffende de organisatie en de werking van de loodsdienst van het Vlaamse Gewest en betreffende het brevet van havenloods, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1998 tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 december 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de invoering van de frequentiekorting een belangrijk onderdeel vormt van de concurrentiestrijd tussen de Vlaamse en de Nederlandse havens en dat de klanten deze frequentiekortingen rechtstreeks op de loodsgeldfactuur willen in mindering zien gebracht worden. Om commerciële en technische redenen dient deze wijziging vanaf 1 januari 2004 van toepassing te worden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° frequentiekorting : een gemiddeld kortingspercentage op het loodstarief, bepaald op basis van de lengte en het aantal bewegingen van een zeevaart- of lijnvaartdienst in een referentieperiode;2° loodstarief : het toepasselijke Z- en B-tarief zoals vastgelegd in de reglementering tot vaststelling van de tarieven van het loodsgeld;3° lengte van het vaartuig : lengte over alles;4° referentieperiode : de periode van twaalf maanden te rekenen van 1 januari tot en met 31 december, twee jaar voorafgaand aan het berekeningsjaar;5° beweging : het invaren of het uitvaren van de Vlaamse havenregio door een vaartuig dat gebruik maakt van het gewone loodsen, het loodsen op afstand of waarvan de gezagvoerder of een bevoegd officier die de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling;6° berekeningsjaar : het kalenderjaar waarin de frequentiekorting wordt toegepast;7° Vlaamse havenregio : de havens van Antwerpen, Gent, Zeebrugge, Oostende en Nieuwpoort;8° lijnvaartdienst : een dienst waarin een of meer vaartuigen ingezet worden door een of meer exploitanten die gezamenlijk een internationale lijndienst van vaartuigen uitbaten.Een lijndienst zet de vaartuigen volgens een vast en internationaal bekend vaarschema in, waarbij steeds dezelfde Vlaamse haven wordt aangelopen; 9° zeevaartdienst : een dienst waarin een of meer vaartuigen worden ingezet door één exploitant waarbij niet noodzakelijk een vast vaarschema wordt gehanteerd. HOOFDSTUK II. - Grondslag en berekening

Art. 2.Er wordt een frequentiekorting toegekend aan de exploitant van een erkende zeevaartdienst en de exploitant of exploitanten van een erkende lijnvaartdienst op basis van het aantal bewegingen van het vaartuig of de vaartuigen van die diensten in of uit de Vlaamse havenregio, die gebruik maken van het gewone loodsen, het loodsen op afstand of waarvan de gezagvoerder of een bevoegd officier die de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling.

Art. 3.De frequentiekorting wordt berekend op het loodstarief overeenkomstig de tabel die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Art. 4.Voor de berekening van de korting van een erkende zeevaartdienst worden de bewegingen van het vaartuig of de vaartuigen van die dienst, per lengteklasse samengeteld over de referentieperiode.

Voor de berekening van de korting van een erkende lijnvaartdienst worden de bewegingen van het vaartuig of de vaartuigen van die dienst samengeteld over de referentieperiode.

Een vaartuig kan tegelijkertijd slechts van één erkende zeevaartdienst of één erkende lijnvaartdienst deel uitmaken. HOOFDSTUK III. - Toepassing

Art. 5.Het recht op frequentiekorting vangt aan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand van de erkenning.

Art. 6.De Vlaamse loodsdienst deelt aan de exploitant of de exploitanten het gemiddelde kortingspercentage mee dat van kracht wordt in het berekeningsjaar, uiterlijk twee maanden voor dat berekeningsjaar.

Indien het meegedeelde gemiddelde kortingspercentage niet binnen een maand door de exploitant of exploitanten wordt betwist, is dat gemiddelde kortingspercentage verworven voor het volgende berekeningsjaar.

Art. 7.De frequentiekorting wordt tijdens het berekeningsjaar in principe onmiddellijk verrekend op de loodsfactuur bij aankomst in of vertrek uit de Vlaamse havenregio van een vaartuig van een erkende zeevaartdienst of lijnvaartdienst. Het toepasselijke loodstarief wordt daartoe verminderd met het toegekende kortingspercentage.

Voor bewegingen van vaartuigen van een erkende zeevaartdienst of lijnvaartdienst waarvoor de Vlaamse loodsdienst nog niet over alle vereiste titels beschikt waaruit de eigendom, de huur of de terbeschikkingstelling aan de exploitant of exploitanten blijkt op het ogenblik van de aankomst in of vertrek uit de Vlaamse havenregio kan nog tot drie maanden na aankomst of vertrek uit de Vlaamse havenregio frequentiekorting worden verkregen. In dat geval zal een creditnota worden opgesteld aan de exploitant, de exploitanten of hun gevolmachtigde.

De creditnota's die worden afgeleverd kunnen ter verrekening worden aangeboden tot uiterlijk één jaar na de datum van de creditnota. Na die datum vervalt het recht op verrekening.

Bij de verrekening van de creditnota's zal worden nagegaan of de begunstigde nog openstaande schulden heeft bij de Vlaamse loodsdienst.

In bevestigend geval zullen de creditnota's van ambtswege gebruikt worden voor aanzuivering van die schulden. HOOFDSTUK IV. - Regeling bij onvolledige referentieperiode

Art. 8.De frequentiekorting voor nieuwe erkende zeevaartdiensten waarvan de bewegingen van hun vaartuigen in de Vlaamse havenregio, sinds hun erkenning, nog geen volledige referentieperiode beslaan, wordt bepaald door de lengte van de vaartuigen per lengteklasse en het nummer van de gerealiseerde bewegingen binnen een kalenderjaar, overeenkomstig de tabel die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

De frequentiekorting voor nieuwe erkende lijnvaartdiensten waarvan de bewegingen van hun vaartuigen in de Vlaamse havenregio, sinds hun erkenning, nog geen volledige referentieperiode beslaan, wordt bepaald door het nummer van de gerealiseerde bewegingen binnen een kalenderjaar, overeenkomstig de tabel die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Art. 9.De frequentiekorting wordt toegekend indien de exploitant of exploitanten uiterlijk op 31 maart volgend op het kalenderjaar waarin de bewegingen werden uitgevoerd, bij de Vlaamse loodsdienst een overzicht indienen van de uitgevoerde bewegingen in dat kalenderjaar en indien de Vlaamse loodsdienst op dat ogenblik over alle vereiste titels beschikt waaruit de eigendom, de huur of de terbeschikkingstelling aan de exploitant of exploitanten blijkt op het ogenblik van de aankomst in of vertrek uit de Vlaamse havenregio.

Art. 10.De frequentiekorting wordt toegekend middels een creditnota aan de exploitant, de exploitanten of hun gevolmachtigde, vanaf 1 april volgend op het kalenderjaar waarin de bewegingen werden uitgevoerd.

Art. 11.Alle overige bepalingen van dit besluit zijn op hoofdstuk IV van toepassing. HOOFDSTUK V. - Aanvraag tot erkenning van een zeevaart- of lijnvaartdienst

Art. 12.§ 1. De exploitant of zijn gevolmachtigde moet schriftelijk de erkenning van een zeevaartdienst aanvragen bij de Vlaamse loodsdienst.

De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten : 1° de naam van de zeevaartdienst;2° de naam, het adres, de telefoon-, telex- en faxnummers van de exploitant die de zeevaartdienst organiseert;3° de documenten die aantonen dat de exploitant hetzij eigenaar, hetzij rompbevrachter, hetzij reisbevrachter is van het vaartuig of de vaartuigen van de zeevaartdienst;4° de volgende gegevens betreffende het vaartuig of de vaartuigen van de zeevaartdienst : naam, roepnaam, Lloydsnummer, lengte over alles;5° een volmacht in origineel briefpapier van de exploitant van de dienst met de volgende formule : « Ondergetekende, (naam), exploitant van de zeevaartdienst in de Vlaamse havenregio als regelmatig erkend onder de naam (naam zeevaartdienst), geeft hierbij volmacht aan de firma (naam scheepsagent) om haar creditnota's te innen die betrekking hebben op de vermindering van de loodsgelden.» § 2. De enige exploitant, de gemeenschappelijke exploitanten of zijn of hun gevolmachtigden moeten schriftelijk de erkenning van een lijnvaartdienst aanvragen bij de Vlaamse loodsdienst.

De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten : 1° de naam van de lijnvaartdienst;2° de naam, het adres, de telefoon-, telex- en faxnummers van de exploitant of exploitanten die de lijnvaartdienst organiseren;3° de documenten die aantonen dat de exploitant of exploitanten hetzij eigenaar, hetzij rompbevrachter, hetzij reisbevrachter zijn van het vaartuig of de vaartuigen van de lijnvaartdienst;4° de volgende gegevens betreffende het vaartuig of de vaartuigen van de lijnvaartdienst : naam, roepnaam, Lloydsnummer, lengte over alles;5° het vaste en internationaal bekende vaarschema van de lijnvaartdienst met vermelding van de Vlaamse haven die daarin wordt aangelopen;6° indien de lijnvaartdienst door meer dan één exploitant wordt uitgebaat : het bewijs van samenwerking en gezamenlijke uitbating onderschreven door de verschillende exploitanten met vermelding van alle vaartuigen die deel uitmaken van de lijndienst;7° een volmacht in origineel briefpapier van de exploitant van de dienst met de volgende formule : « Ondergetekende, (naam of namen), exploitant(of exploitanten) van de zeevaartdienst in de Vlaamse havenregio als regelmatig erkend onder de naam (naam lijnvaartdienst), geeft hierbij volmacht aan de firma (naam scheepvaartagent) om haar creditnota's te innen die betrekking hebben op de vermindering van de loodsgelden.» § 3. Het bewijs van eigendom van een vaartuig, bedoeld in § 1 en § 2, moet worden geleverd door voorlegging van een van de volgende documenten : 1° de eigendomstitel van het schip;2° de nationale of internationale meetbrief indien die de eigenaar van het vaartuig vermeldt;3° het nationaliteitsbewijs indien het de eigenaar van het vaartuig vermeldt. § 4. De huur of de terbeschikkingstelling van een vaartuig, bedoeld in § 1 en § 2, moet worden geleverd door voorlegging van een van de volgende documenten : 1° de charter-party tussen de eigenaar van het vaartuig en de exploitant van de dienst, en eventueel de addenda ervan;2° een langetermijnbevrachtingscontract op naam van de exploitant van de dienst met de vermelding van de naam van het schip dat daarvoor wordt ingelegd. § 5. De volmachten, bedoeld in § 1 en § 2, moeten om de twee jaar vernieuwd worden. § 6. Elke wijziging van de gegevens, vermeld in § 1 en § 2, moet binnen tien werkdagen schriftelijk medegedeeld worden aan de Vlaamse loodsdienst. De documenten, bedoeld in § 3 en § 4, kunnen tot drie maanden na de uitgaande of inkomende reis worden voorgelegd. Niet tijdig meegedeelde wijzingen in de exploitatie van de zeevaartdienst of lijnvaartdienst of ontbrekende of onvolkomen titels waaruit de eigendom, huur of terbeschikkingstelling moet blijken, komen niet in aanmerking voor de berekening van de frequentiekorting. § 7. De erkenning als zeevaartdienst of lijnvaartdienst gebeurt door de Vlaamse loodsdienst als voldaan is aan alle vereisten van dit hoofdstuk en wordt schriftelijk meegedeeld aan de aanvrager of aanvragers. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 13.Bij overmacht, onvoorziene of uitzonderlijke omstandigheden zal de Vlaamse loodsdienst gemotiveerd doch autonoom beslissen.

Art. 14.Onrechtmatig toegekende frequentiekortingen zullen worden teruggevorderd. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 15.Elke zeevaartdienst of lijnvaartdienst die op datum van de inwerkingtreding van dit besluit erkend is op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1998 tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren, blijft erkend als zeevaartdienst of lijnvaartdienst.

Art. 16.Het besluit van de Vlaamse regering van 27 januari 1998 tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren wordt opgeheven.

Art. 17.De bepalingen van dit besluit treden in werking op 1 januari 2004.

Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 januari 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 9 januari 2004 tot invoering van een frequentiekorting op het loodsgeld voor loodsverrichtingen in de loodswateren.

Brussel, 9 januari 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT