gepubliceerd op 24 februari 2017
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het bedrag ter financiering van de creatie van bijkomende tewerkstelling, bepaald in de akkoorden van 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 die zijn ondertekend door de Federale Regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de ambulante revalidatiecentra en van de openbare psychiatrische verzorgingstehuizen voor het kalenderjaar 2016
9 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het bedrag ter financiering van de creatie van bijkomende tewerkstelling, bepaald in de akkoorden van 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 die zijn ondertekend door de Federale Regering en de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers van de federale gezondheidssectoren voor de sector van de ambulante revalidatiecentra en van de openbare psychiatrische verzorgingstehuizen voor het kalenderjaar 2016
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 57 en 59;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 september 2016;
Gelet op advies 60.323/3 van de Raad van State, gegeven op 24 november 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De vergoeding voor de creatie van tewerkstelling die is opgenomen in de akkoorden die op 25 februari 2011 en op 24 oktober 2012 door de Federale Regering zijn gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, wordt, als ze betrekking heeft op werknemers in de sector van de ambulante revalidatiecentra en de openbare psychiatrische verzorgingstehuizen, voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld op 681.134,23 euro (zeshonderd eenentachtigduizend honderdvierendertig euro drieëntwintig cent).
Art. 2.Het bedrag, vermeld in artikel 1, wordt door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering gestort aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen en -diensten 330 en aan het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector. Aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering wordt de opdracht gegeven om de volgende stortingen te doen: 1° voor de private sector wordt voor 2016 583.100,46 euro gestort aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen en -diensten 330; 2° voor de publieke sector wordt voor 2016 98.033,77 euro gestort aan het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector.
Die stortingen worden gedaan binnen een maand na de bekendmaking van dit besluit.
Art. 3.De betalingen door de fondsen aan de betrokken werkgevers zijn afhankelijk van de toepassing door die werkgevers van de akkoorden van 25 februari 2011 en 24 oktober 2012, vermeld in artikel 1.
Art. 4.De noodzakelijke financiële middelen voor de uitvoering van de stortingen worden afgehouden van de dotaties, vermeld in het protocol tussen de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de aanrekening van de door de openbare instellingen van sociale zekerheid voor rekening van de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uitgevoerde uitgaven op de middelen die krachtens de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap aan de deelgebieden worden toegekend, zoals dat is gesloten op 17 december 2014.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 december 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN