8 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2002 pub. 01/08/2002 numac 2002035948 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hoofdstuk IVbis van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002036072 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende oprichting en samenstelling van een raad van beroep voor sommige Vlaamse openbare instellingen sluiten tot uitvoering van het Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018

Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, artikel 4.2.2.3.1, 4.2.2.3.2, tweede lid, artikel 4.2.2.4.3 en artikel 5.4.1.2, gewijzigd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019013160 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw sluiten.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 21/06/2023. - De adviesaanvraag is op 07/07/2023 bij de Sociale Economische Raad (SERV) ingediend, met toepassing van artikel 11, § 2, van het decreet inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 07/05/2004. Bij mail van 17/07/2023, bevestigd bij brief van 24/07/2023, liet de SERV weten dat geen advies zal worden uitgebracht. - De adviesaanvraag is op 07/07/2023 bij de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (MINA-raad) ingediend, met toepassing van artikel 11.2.1, § 2, van het decreet van 05/04/1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Bij brief van 14/07/2023 liet de MINA-raad weten dat geen advies zal worden uitgebracht. - Er is op 20/07/2023 bij de Raad van State een aanvraag ingediend voor een advies binnen dertig dagen, verlengd met vijftien dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Het advies is niet meegedeeld binnen die termijn. Daarom wordt artikel 84, § 4, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toegepast.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2002 pub. 01/08/2002 numac 2002035948 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het Hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging en Hoofdstuk IVbis van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer type besluit van de vlaamse regering prom. 28/06/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002036072 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende oprichting en samenstelling van een raad van beroep voor sommige Vlaamse openbare instellingen sluiten tot uitvoering van het Titel IV, hoofdstuk II en Titel V, hoofdstuk IV van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, 2 december 2016 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 1° worden de woorden "de maand met grootste bedrijvigheid van" opgeheven;2° in punt 3°, a) en b), worden de woorden "tijdens de maand met de grootste bedrijvigheid" opgeheven; 3° aan punt 3° wordt een punt c) toegevoegd, dat luidt als volgt: "c) op basis van een schepmonster dat genomen is door de Vlaamse Milieumaatschappij, door de toezichthouder die bevoegd is voor milieuhandhaving, of, in voorkomend geval, in opdracht van de heffingsplichtige;"; 4° in punt 4° worden punt c) en punt d) vervangen door wat volgt: "c) op basis van een schepmonster dat genomen is door de Vlaamse Milieumaatschappij, door de toezichthouder die bevoegd is voor milieuhandhaving, of, in voorkomend geval, in opdracht van de heffingsplichtige; d) het gehalte aan zware metalen wordt bepaald na ontsluiting van het watermonster;"; 5° aan punt 4° wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt: "e) als in hetzelfde jaar verschillende monsternemingen worden uitgevoerd, wordt voor elk van de parameters, vermeld in deze paragraaf, het rekenkundig gemiddelde van de verschillende bemonsteringsresultaten in aanmerking genomen;".

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 en 2 december 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, 1°, worden de woorden "schriftelijk in kennis stellen tien werkdagen voor het begin van de maand waarin de monsterneming zal gebeuren" vervangen door de zinsnede "op de wijze die de Vlaamse Milieumaatschappij bepaalt, op de hoogte brengen uiterlijk de 20ste van de maand voorafgaand aan de maand waarin de monsterneming zal starten";2° in paragraaf 1, 1°, 4), wordt de zinsnede "(tijd- of debietgebonden)" vervangen door de zinsnede ": tijd-, debietgebonden of schepmonster";3° in paragraaf 1, 2°, wordt de zin "Het erkende laboratorium stelt zonder kosten, per etmaal van de bemonsteringen, een monster voor contra-analyse ter beschikking van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de analyse van de stoffen, vermeld in artikel 2, § 1, 3° en 4°." vervangen door de zin "Op schriftelijk verzoek van de Vlaamse Milieumaatschappij en uiterlijk bij het begin van de monsternemingen, stelt het erkende laboratorium zonder kosten, per etmaal van de bemonsteringen, een monster voor contra-analyse ter beschikking van de Vlaamse Milieumaatschappij voor de analyse van de stoffen, vermeld in artikel 2, § 1, 3° en 4°. "; 4° in paragraaf 1, 4°, worden de woorden "de monsters voor contra-analyse" vervangen door de zinsnede "in voorkomend geval de monsters voor contra-analyse,";5° in paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede "de wet van 26 maart 1971" vervangen door de woorden "het decreet";6° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Als de Vlaamse Milieumaatschappij bemonsteringen uitvoert in het kader van de heffing, is ze onderworpen aan de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, met uitzondering van de verplichtingen, vermeld in punt 1° en 5°.Als de heffingsplichtige wil overgaan tot contra-analyse, bevestigt hij dat bij de start van de bemonsteringen schriftelijk aan de Vlaamse Milieumaatschappij. In voorkomend geval bewaart de Vlaamse Milieumaatschappij de monsters gedurende vijf werkdagen na het etmaal waarin is bemonsterd, tenzij de heffingsplichtige de monsters voor contra-analyse onmiddellijk wil ontvangen. De monsters voor contra-analyse worden dan door de ambtenaar van de Vlaamse Milieumaatschappij die de monsterneming heeft uitgevoerd, tegen ontvangstbewijs ter beschikking gesteld van de heffingsplichtige."; 7° in paragraaf 4 worden de woorden "de maand met de grootste bedrijvigheid in" opgeheven;8° paragraaf 5 wordt vervangen door wat volgt: " § 5.Het minimumaantal op elkaar volgende etmalen met normale productieactiviteit waarover de monsternemingen tijdens het jaar voorafgaand aan het beschouwde heffingsjaar moeten worden uitgevoerd, wordt bepaald op: 1° één dag voor de heffingsplichtigen waarbij de vuilvracht voor de laatst vastgestelde heffing minder dan 50 VE bedroeg;2° twee dagen voor de heffingsplichtigen waarbij de vuilvracht voor de laatst vastgestelde heffing 50 VE of meer bedroeg, maar minder dan 100 VE;3° drie dagen voor de heffingsplichtigen waarbij de vuilvracht voor de laatst vastgestelde heffing 100 VE of meer bedroeg, maar minder dan 250 VE;4° vijf dagen voor de heffingsplichtigen waarbij de vuilvracht voor de laatst vastgestelde heffing 250 VE of meer bedroeg. De monsternemingen worden uitgevoerd over een periode van op elkaar volgende etmalen van lozing.

De Vlaamse Milieumaatschappij kan schepmonsters nemen ter vervanging of ter aanvulling van de debiet- of tijdgebonden monsternemingen en heeft de keuze die al dan niet toe te passen voor de berekening van de heffing. Als schepmonsters worden genomen ter vervanging van debiet- of tijdgebonden monsternemingen, worden er in de loop van het jaar voorafgaand aan het beschouwde heffingsjaar minstens evenveel schepmonsters genomen als het conform het eerste lid in acht te nemen minimumaantal etmalen, zonder dat die monsternemingen uitgevoerd moeten worden in een periode van op elkaar volgende etmalen van lozing.

Voor de toepassing van de berekeningsmethode, vermeld in artikel 4.2.2.3.1 van het decreet, kan de Vlaamse Milieumaatschappij op grond van gemotiveerde redenen afwijken van het vereiste minimumaantal etmalen, vermeld in het eerste lid, 2°, 3° en 4°.

Als de heffingsplichtige via verschillende lozingspunten loost, worden de monsternemingen, vermeld in het eerste lid, voor al het afvalwater dat uit het productieproces van dezelfde milieutechnische eenheid komt, gelijktijdig uitgevoerd, tenzij de heffingsplichtige schriftelijk aantoont dat de lozingspunten niet met elkaar in verbinding staan.

De resultaten van de monsternemingen, vermeld in het eerste lid, 1°, kunnen worden gebruikt voor de berekening van de heffing voor het beschouwde heffingsjaar en de twee daaropvolgende jaren. De resultaten van de monsternemingen, vermeld in het eerste lid, 2°, kunnen worden gebruikt voor de berekening van de heffing voor het beschouwde heffingsjaar en het daaropvolgende jaar.

Om de mogelijkheid, vermeld in het zesde lid, te kunnen toepassen, zijn in het jaar vóór het heffingsjaar de productieprocessen en de waterbalans dezelfde als de productieprocessen en de waterbalans in de daaropvolgende jaren. Als er wordt afgeweken van het minimumaantal etmalen met toepassing van het vierde lid, kunnen de resultaten alleen worden gebruikt voor het beschouwde heffingsjaar.".

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 december 2016 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "moeten slaan op de monstername tijdens de maand van de grootste bedrijvigheid" opgeheven; 2° in paragraaf 1 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "In afwijking van artikel 3, § 5, kunnen, ongeacht de vuilvracht voor de laatst vastgestelde heffing, de gegevens over het gebruikte oppervlaktewater worden bepaald gedurende één etmaal of door middel van een schepmonster."; 3° er wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3.Als de heffingsplichtige volgens de bepalingen van het decreet of van dit besluit de vuilvracht van een volume geloosd water kan aantonen aan de hand van een schepmonster, worden de verplichtingen, vermeld in artikel 2 en 3 van dit besluit, voor de bemonstering en analyse ervan nageleefd.".

Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "dan stellen zij de meet- en monsternemingsresultaten per aangetekende brief en binnen dertig werkdagen na de eerste monsternamedag ter beschikking van de tegenpartij" vervangen door de zinsnede "of de Vlaamse Milieumaatschappij wil monsternemingen die zijn uitgevoerd door de toezichthouder die bevoegd is voor milieuhandhaving in aanmerking nemen ter controle of voor berekening van de heffing, bezorgen ze de meet- en monsternemingsresultaten via het systeem dat daarvoor wordt aangeboden binnen twee maanden na de eerste monsternamedag aan de tegenpartij";2° in het tweede lid worden de woorden "per aangetekende brief binnen dertig werkdagen" vervangen door de woorden "via het systeem dat daarvoor wordt aangeboden binnen twee maanden".

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 december 2016 en 26 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede "hoofdstuk IIIbis van de wet van 26 maart 1971" vervangen door de zinsnede "titel IV, hoofdstuk II, van het decreet";2° paragraaf 2 wordt opgeheven;3° in paragraaf 4, tweede lid, wordt de zinsnede "hoofdstuk IVbis van het voormelde decreet" vervangen door de zinsnede "titel IV, hoofdstuk II, van het decreet"; 4° in paragraaf 5 wordt de zinsnede "artikel 35octies, § 1, van de wet van 26 maart 1971 of in artikel 28sexies, § 1, van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer" vervangen door de zinsnede "artikel 4.2.4.1, § 1, van het decreet".

Art. 6.In artikel 9, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 december 2016 en 26 april 2019, wordt de zinsnede "de wet van 26 maart 1971" vervangen door de woorden "het decreet".

Art. 7.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, hersteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 januari 2005, wordt opgeheven.

Art. 8.Bijlage 2 en 3 bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 9.Artikel 1, artikel 2, 1° tot en met 4° en 6° tot en met 8°, artikel 3 en 4 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2024.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 september 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR