gepubliceerd op 24 december 2002
Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van een aantal aangelegenheden van het Begeleid Individueel Studeren
8 NOVEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van een aantal aangelegenheden van het Begeleid Individueel Studeren
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, inzonderheid op artikel 87, § 1, tweede lid, artikel 91, § 3 en artikel 94, § 1, vervangen bij het decreet van 13 juli 2001;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het Begeleid Individueel Studeren;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 november 2001;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 mei 2002;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 5 juli 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op advies 33.871/1/V van de Raad van State, gegeven op 5 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling
Artikel 1.Het zelfgestuurd leren overeenkomstig artikel 87 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs ingericht, wordt bekendgemaakt onder de naam : Begeleid Individueel Studeren', afgekort tot : B.I.S.'. HOOFDSTUK II. - De vergoeding van de mentor
Art. 2.Aan de mentor van een schriftelijke cursus wordt voor de begeleiding van een cursist een vergoeding toegekend van 9,15 euro per begeleid lespakket voor de cursussen van groep A en van 18, 30 euro per begeleid lespakket voor de cursussen van groep B. Tot groep A behoren de introductiecursussen, de cursussen van de tweede graad van het secundair onderwijs en de cursussen van richtgraad 1 van het studiegebied talen.
Tot groep B behoren alle andere cursussen.
Art. 3.De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald aan de mentoren. HOOFDSTUK III. - De inschrijvingen
Art. 4.§ 1. De cursisten zijn ingeschreven als zij het inschrijvingsgeld, zoals bepaald in artikel 94 van het decreet van 2 maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het volwassenenonderwijs, hebben betaald. § 2. Jaarlijks op 1 augustus worden de bedragen van het inschrijvingsgeld verhoogd met : 1° 0,75 euro per maand voor de cursussen die uitsluitend via internet worden aangeboden;2° 0,25 euro per lespakket voor de cursussen die op een andere manier worden aangeboden.
Art. 5.§ 1. De cursist die geen of slechts beperkt gebruik maakt van de toegang tot de cursus die via het internet wordt aangeboden, heeft geen recht op enige terugbetaling van het inschrijvingsgeld. § 2. Cursisten die een cursus via het internet volgen, kunnen worden uitgesloten wegens ongepast taalgebruik in de communicatie met medecursisten en mentoren. In dit geval hebben zij geen recht op terugbetaling van het inschrijvingsgeld.
Art. 6.§ 1. Voor cursussen die niet via het internet worden aangeboden, zijn de cursisten inschrijvingsgeld verschuldigd na de eerste proefzending en voor het geheel van de cursus. Een cursist die de studie stopzet of onderbreekt, heeft geen recht op terugbetaling van het inschrijvingsgeld, noch op de lespakketten die hij nog niet heeft gevolgd. Indien de onderbreking langer dan één jaar duurt, vervalt de inschrijving. § 2. De inschrijving is tot drie jaar na datum van betaling van het inschrijvingsgeld geldig. § 3. Een cursist die niet meer dan 40% van de lespakketten van een cursus heeft gevolgd en op advies van zijn mentor overschakelt naar een andere cursus van hetzelfde leervak is voor deze cursus geen inschrijvingsgeld verschuldigd. § 4. Cursisten kunnen worden uitgesloten op advies van hun mentor om pedagogische redenen. In dit geval hebben zij geen recht op terugbetaling van het inschrijvingsgeld.
Art. 7.De volgende categorieën van cursisten zijn vrijgesteld van inschrijvingsgeld : 1° cursisten die zich voorbereiden op de examens ingericht door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap.Zij verkrijgen een onmiddellijke vrijstelling indien zij tenminste éénmaal in de periode van twee jaar voor hun inschrijving bij voornoemde examencommissie examen hebben afgelegd en op eer verklaren dat zij de cursus volgen ter voorbereiding van de examens van de genoemde examencommissie. De cursisten kunnen terugbetaling van hun inschrijvingsgeld vragen indien zij met een attest aantonen dat zij binnen een periode van drie jaar na hun inschrijving voor het betrokken vak een examen bij de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap hebben afgelegd; 2° cursisten die op het ogenblik van hun inschrijving voor een bepaalde cursus gedetineerd zijn en het bewijs hiervan leveren door een attest afgeleverd door de directeur van de strafinrichting. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 8.Het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het Begeleid Individueel Studeren wordt opgeheven.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2002, uitgezonderd : 1° artikel 4, § 2 dat in werking treedt op 1 januari 2003;2° artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 1 februari 2001.
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 november 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN