Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 07 september 2007
gepubliceerd op 04 april 2008

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanvulling van de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie met specifieke bepalingen over reclame en sponsoring, gericht op kinderen en jongeren

bron
vlaamse overheid
numac
2008201036
pub.
04/04/2008
prom.
07/09/2007
ELI
eli/besluit/2007/09/07/2008201036/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanvulling van de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie met specifieke bepalingen over reclame en sponsoring, gericht op kinderen en jongeren


VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING Kinderen en jongeren verdienen specifieke bescherming als bestemmeling van commerciële boodschappen die door de omroepen verspreid worden.

Daarom wordt de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie, vastgesteld door de Vlaamse Regering op 20 september 1995, aangevuld met een hoofdstuk VII : Reclame gericht op kinderen en jongeren.

Naast deze Code blijven alle overige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie gecoördineerd op 4 maart 2005 onverkort van toepassing op reclame die kennelijk geheel of gedeeltelijk tot kinderen en jongeren wordt gericht.

De wijze waarop kinderen en jongeren reclame-uitingen waarnemen en/of daarop reageren, hangt af van hun leeftijd, hun ervaring en de manier waarop de reclame-uiting onder hun aandacht wordt gebracht.

Dat een reclame-uiting bijvoorbeeld geschikt is voor jongeren, wil niet noodzakelijk zeggen dat deze reclame ook geschikt zou zijn voor kinderen.

De Vlaamse Regulator voor de Media zal daar rekening mee houden bij de beoordeling van de naleving van deze Code.

De mate waarin een reclameboodschap gericht is op kinderen en jongeren kan onder meer blijken uit het tijdstip van uitzenden, de inhoud van de boodschap, de aard van het programma en het betrokken product.

De Jury voor Ethische Praktijken inzake Reclame (JEP) zal deze Code toepassen in het kader van dossiers, geopend op eigen initiatief, op basis van klachten van natuurlijke of rechtspersonen zonder commerciële doeleinden, of op basis van vragen om voorafgaand onderzoek vanwege de media, de reclamebureaus of de adverteerders en dit conform het reglement.

Bij betwistingen over deze Code kunnen de betrokken partijen eveneens het advies vragen aan de JEP.

7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanvulling van de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie met specifieke bepalingen over reclame en sponsoring, gericht op kinderen en jongeren De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, inzonderheid op artikel 111, gewijzigd bij het decreet van 2 februari 2007;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 1995 houdende vaststelling van de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 mei 2005;

Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 14 juni 2007;

Gelet op het advies van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 4 juli 2007;

Gelet op het advies 43.391/1/V van de Raad van State, gegeven op 24 juli 2007;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 1995 houdende vaststelling van de Code voor reclame en sponsoring op radio en televisie wordt een hoofdstuk VII bestaande uit artikel 16 tot en met 23, toegevoegd, dat luidt als volgt : " Hoofdstuk VII. - Reclame gericht op kinderen en jongeren

Art. 16.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° een kind : een persoon van twaalf jaar of jonger 2° een jongere : een persoon onder de leeftijd van zestien jaar.

Art. 17.Reclame die gericht is op kinderen en jongeren, moet voor hen duidelijk als dusdanig herkenbaar zijn.

Art. 18.§ 1. Reclameboodschappen, gericht op kinderen en jongeren, moeten worden opgemaakt met de nodige sociale verantwoordelijkheidszin, zodat ze positieve sociale gedragingen, levensstijlen en houdingen niet ondermijnen. § 2. Reclame, gericht op kinderen, mag geen geweld weergeven, banaliseren, tolereren, idealiseren of aanmoedigen, noch onwettig, antisociaal of laakbaar gedrag tonen of aanmoedigen.

Reclame, gericht op jongeren, mag geen geweld banaliseren, tolereren, idealiseren of aanmoedigen, noch onwettig, antisociaal of laakbaar gedrag aanmoedigen. § 3. Reclame, gericht op kinderen en jongeren, mag niet het gezag, de verantwoordelijkheid of het oordeel van ouders en opvoeders ondermijnen, rekening houdend met de heersende sociale en culturele waarden.

Art. 19.§ 1. Reclameboodschappen, gericht op kinderen en jongeren, moeten respect opbrengen voor de waardigheid van kinderen en jongeren, en mogen kinderen en jongeren niet zo in beeld brengen dat hun fysieke of morele integriteit wordt aangetast of in gevaar wordt gebracht. § 2. Reclame mag bij kinderen geen gevoelens van angst of ongemak oproepen. § 3. Reclame, gericht op kinderen of jongeren, mag geen teksten of visuele voorstellingen bevatten die kinderen of jongeren geestelijk, moreel of fysiek schade kunnen berokkenen, of die hen aanzetten tot gevaarlijke handelingen of om zich in onveilige toestanden te begeven, die hun gezondheid of hun veiligheid ernstig in gevaar kunnen brengen, of dat soort gedrag goedpraten. § 4. Reclame mag kinderen niet ontraden om de gevestigde veiligheidsregels te volgen.

Bijzondere aandacht moet in dat verband gaan naar onder meer : 1° verkeersveiligheid met kinderen als voetganger, fietser of passagier;2° huishoudelijke situaties;3° medicijnen en chemische producten;4° gevaarlijke gereedschappen, vuur, lucifers;5° spel in of bij het water.

Art. 20.§ 1. Reclame, gericht op kinderen, moet de mogelijkheden en eigenschappen van het product dat in de reclame voorgesteld wordt, correct weergeven, zodat kinderen zeker niet misleid worden over een van die kenmerken. § 2. De reclame mag kinderen niet misleiden over : 1° de eigenschappen, de afmetingen, de waarde, de aard, de levensduur of de prestaties van het product;2° de met het product door een kind te behalen resultaten;3° de effecten op de gezondheid;4° de graad van handigheid of de leeftijd, vereist voor het gebruik van het product. Het gebruik van fantasie, inclusief animatie, is geoorloofd in reclameboodschappen voor kinderen, maar er moet over gewaakt worden dat de fantasie en de animatie hen niet misleiden over de reële eigenschappen van het product in kwestie.

Art. 21.§ 1. Reclame, gericht op kinderen, mag niet beweren dat het hebben of gebruiken van een bepaald product hen voordeel biedt ten opzichte van andere kinderen, noch dat het niet-hebben van een bepaald product tot het tegenovergestelde effect leidt.

De reclame mag niet beweren dat kinderen die het product niet bezitten, minderwaardig of onpopulair zijn. § 2. Reclame, gericht op kinderen, mag de prijs van het aangeboden product niet minimaliseren, noch suggereren dat het aangeboden product tot de mogelijkheden van elk familiaal budget behoort.

Art. 22.Reclame en sponsoring die betrekking hebben op alcoholhoudende dranken mogen niet worden uitgezonden in het blok voor of na kinderprogramma's.

Art. 23.Reclame, gericht op kinderen en jongeren, mag geen buitensporig verbruik aanmoedigen of vergoelijken van voedingsmiddelen en dranken die stoffen bevatten waarvan een overmatig gebruik niet aanbevolen is, zoals vetten, transvetzuren, zout of natrium en suikers."

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Mediabeleid, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 september 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS

^