gepubliceerd op 20 oktober 1998
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne ten aanzien van de lozingsnormen voor rioolwaterzuiveringsinstallaties
6 OKTOBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne ten aanzien van de lozingsnormen voor rioolwaterzuiveringsinstallaties
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996 en 21 oktober 1997;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 6 september 1995, 26 juni 1996, 3 juni 1997, 17 december 1997 en 24 maart 1998;
Overwegende dat de richtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen 98/15/EG van 27 februari 1998 houdende wijziging van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad ten aanzien van enkele in bijlage I vastgestelde voorschriften, een overeenkomstige wijziging noodzakelijk maakt van de bijlage 5.3.1.a) bij titel II van het VLAREM alsook een aanvulling van artikel 2.3.6.2 van titel II van het VLAREM; dat artikel 2 van de Richtlijn 98/15/EG er de toepassing van voorschrijft uiterlijk vanaf 30 september 1998;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 september 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 28 augustus 1998;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Wijziging van titel II van het VLAREM
Artikel 1.Aan artikel 2.3.6.2 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne wordt een negende gedachtenstreepje toegevoegd dat luidt als volgt : « - indien de in artikel 32septies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging bedoelde vennootschap gebruik wenst te maken van de uitzonderingsbepaling opgenomen in voetnoot (5) bij bijlage 5.3.1.a. van titel II van het VLAREM, is deze vennootschap gelast op basis van een wetenschappelijke studie aan te tonen dat hiermee op jaarbasis hetzelfde beschermingsniveau wordt verkregen; in dit geval stelt de Vlaamse Milieumaatschappij, via de geëigende kanalen, de Commissie hiervan in kennis. » . HOOFDSTUK II. - Wijziging van bijlage bij titel II van het VLAREM
Art. 2.In de bijlage 5.3.1.a. bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de verwijzing naar voetnoot (6) bij de parameter « Biochemisch zuurstofverbruik (BZV, bij 20° C) zonder nitrificatie », « Chemisch zuurstofverbruik (CZV) » en « Totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen » wordt geschrapt; 2° onder de parameter « Totaal stikstof » worden in de tweede kolom « Concentratie » de woorden « 15 mg/l N (10 000 tot 100 000 i.e.) » vervangen door de woorden « 15 mg/l N (10 000 tot 100 000 i.e.)(5) »; 3° voetnoot (5) wordt vervangen door wat volgt : « (5) Overeenkomstig artikel 3, § 1, 2° van de bijlage 4.2.5.4 van titel II van het VLAREM gaat het bij deze concentraties om jaargemiddelden. Om aan te tonen dat aan de eisen voor stikstof wordt voldaan, mogen echter ook daggemiddelden worden gebruikt wanneer wordt aangetoond dat daarbij op jaarbasis hetzelfde beschermingsniveau wordt verkregen. In het geval van toepassing van daggemiddelden, mag het daggemiddelde niet hoger zijn dan 20 mg stikstof totaal/l voor alle monsters, wanneer de temperatuur van het effluent in de biologische reactor 12° C of hoger is. In plaats van de voorwaarde betreffende de temperatuur kan een beperkte werkingstijd worden toegepast, rekening houdend met de in het gebied heersende klimaatomstandigheden. » . HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 oktober 1998.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS