gepubliceerd op 10 september 1999
Besluit van de Vlaamse regering houdende de aanpassing van de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen
6 JULI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de aanpassing van de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen
De Vlaamde regering, Gelet op het decreet houdende de bepalingen van het kas-, schuld- en waarborgbeheer van de Vlaamse Gemeenschap van 16 december 1997;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen van 22 september 1993;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering houdende de aanpassing van de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen van 19 december 1998;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 juni 1999;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting, gegeven op 28 juni 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de wijziging nog dient toegepast te worden op de berekeningen voor het jaar 1998;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 22 september 1993 houdende de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1bis. Het eventueel bekomen positief resultaat van kasresultaat op jaarbasis - begroot kasresultaat op jaarbasisi) wordt beperkt tot het bedrag van de vastgelegde dotaties van jaar X x 10 %, voor zover dit bedrag kleiner is dan het bekomen positief resultaat.
Onder vastgelegde dotaties van jaar X wordt verstaan de dotaties die vastgelegd werden lastens de begroting van het jaar waarop de debet- en creditintresten berekend worden, van de Vlaamse Gemeenschap, een begrotingsfonds of een dienst met afzonderlijk beheer die resorteert onder de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap ».
Art. 2.Het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1998 houdende de aanpassing van de modaliteiten tot invoering van het centraal thesauriebeheer voor de Vlaamse openbare instellingen wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van de berekening van de intresten over het jaar 1998.
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor financiën en begroting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER