Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 februari 2015
gepubliceerd op 17 maart 2015

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp

bron
vlaamse overheid
numac
2015035252
pub.
17/03/2015
prom.
06/02/2015
ELI
eli/besluit/2015/02/06/2015035252/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014035219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 20, derde lid, artikel 22, tweede lid, artikel 26, § 1, zesde lid, artikel 34, tweede lid, artikel 60, § 3, artikel 63, tweede lid, artikel 66, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014035219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 december 2014;

Gelet op advies 56.942/3 van de Raad van State, gegeven op 21 januari 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/02/2014 pub. 28/02/2014 numac 2014035219 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 13° worden de woorden "de minderjarige" vervangen door de woorden "een natuurlijke persoon";2° in punt 28° worden de woorden "de minderjarige" vervangen door de woorden "een natuurlijke persoon".

Art. 2.In artikel 35, paragraaf 2, eerste lid, 8° van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel 23" vervangen door de zinsnede "artikel 25".

Art. 3.In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, tweede lid, 1° , 2° en 3°, wordt de zinsnede "paragraaf 2" vervangen door de zinsnede "paragraaf 1";2° in paragraaf 3, vierde lid, wordt de zinsnede "paragraaf 2" vervangen door de zinsnede "paragraaf 1";3° in paragraaf 3, vijfde lid, wordt tussen het woord "op" en de woorden "de werking" het woord "dat" ingevoegd;4° in paragraaf 4, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van het tweede lid, wordt aan de leden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, of aan hun plaatsvervangers een presentiegeld toegekend van 20 euro per vergadering van de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie waaraan ze deelnemen. Die leden ontvangen alleen een presentiegeld als ze het lidmaatschap opnemen in het kader van een arbeidsovereenkomst en de vergoeding wordt aan de werkgever van de betrokken persoon toegekend. De vergoeding valt ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap".

Art. 4.In artikel 92 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van het tweede lid wordt aan de voorzitter, de leden of hun plaatsvervangers een presentiegeld toegekend per vergadering van de Adviesraad waaraan ze deelnemen, overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen. In afwijking van het eerste lid ontvangen de leden, vermeld in artikel 88, 1° en 2°, een presentiegeld dat gelijk is aan tweemaal het bedrag, vermeld in het eerste lid. Die leden ontvangen alleen een presentiegeld als ze het lidmaatschap opnemen in het kader van een arbeidsovereenkomst en de vergoeding wordt aan de werkgever van de betrokken persoon toegekend.

De voorzitter, de leden of hun plaatsvervangers hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten volgens de normen die gelden voor het personeel van de Vlaamse overheid."; 2° in het derde lid worden de woorden "de presentiegelden en" opgeheven.In datzelfde lid, wordt de zinsnede "in het eerste en tweede lid", vervangen door de zinsnede "in het eerste, het tweede en het derde lid".

Art. 5.In artikel 93, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid wordt de zinsnede "artikel 89, tweede lid, 3° en 4° en derde lid, 1° en 3° " vervangen door de zinsnede "artikel 89, tweede lid,";2° het vierde lid wordt vervangen door wat volgt: "Met behoud van de toepassing van het vijfde lid, wordt aan de leden of hun plaatsvervangers, vermeld in artikel 62, 1° en 2° van het voormelde decreet, een presentiegeld toegekend van 20 euro per vergadering van het Managementcomité waaraan ze deelnemen.Die leden ontvangen alleen een presentiegeld als ze het lidmaatschap opnemen in het kader van een arbeidsovereenkomst en de vergoeding wordt aan de werkgever van de betrokken persoon toegekend. De vergoeding valt ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.". 3° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De vertegenwoordigers, vermeld in het vierde lid, hebben recht op de terugbetaling van hun reiskosten volgens de normen die gelden voor het personeel van de Vlaamse overheid.".

Art. 6.Artikel 99 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 99.Aan de voorzitter, de leden of de plaatsvervangers van het Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp, wordt per overleg waaraan ze deelnemen, een prestatievergoeding toegekend, op voorwaarde dat ze geen personeelslid zijn van de overheid en dat ze het lidmaatschap opnemen in het kader van een arbeidsovereenkomst. De vergoeding wordt aan de werkgever van de betrokken persoon toegekend.

De voorzitter, de leden of de plaatsvervangers hebben recht op terugbetaling van hun reiskosten.

De ministers bepalen binnen de perken van de begrotingskredieten het bedrag van de vergoedingen, vermeld in het eerste en het tweede lid.

Die vergoedingen vallen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap.".

Art. 7.In artikel 142 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt: "Artikel 35 treedt uiterlijk in werking op 1 januari 2016.De minister bepaalt de datum van inwerkingtreding van artikel 35. " 2° in het tweede en derde lid wordt de zinsnede "en met 31 december 2014" vervangen door de zinsnede "de inwerkingtreding van artikel 35".3° in het vierde lid wordt het woord "jongerenwelzijn" vervangen door het woord "Jongerenwelzijn".

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 143/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "

Art. 143/1.Zolang de Intersectorale Regionale Prioriteitencommissie niet is samengesteld conform artikel 49, § 1, komt, in afwijking van artikel 49, § 3, tweede lid, die commissie rechtsgeldig samen als minstens de leden, vermeld in artikel 49, § 1, eerste lid, 4° tot en met 6°, aanwezig zijn.".

Art. 9.In de bijlage bij hetzelfde besluit, wordt aan de lijst een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt: "15° adoptiediensten.".

Art. 10.Artikel 1 tot en met 6 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 28 februari 2014.

Artikel 7 en 8 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 februari 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Onderwijs, H. CREVITS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

^